“HIJ MAAKT ZE VERTROUWD MET ZIJN VERBOND”

Dagtekst vrijdag 7 januari 2022

Wie ontzag hebben voor Jehovah krijgen een hechte vriendschap met hem en hij maakt ze vertrouwd met zijn verbond. — Ps. 25:14.

Wie waren in de tijd voor Christus vrienden van God? Een van hen was Abraham, een man met een opvallend groot geloof. Meer dan 1000 jaar na zijn dood noemde Jehovah hem ‘mijn vriend’ (Jes. 41:8). Dus zelfs de dood kan niet tussen Jehovah en zijn goede vrienden komen. In Jehovah’s herinnering leeft Abraham nog (Luk. 20:37, 38). Nog een voorbeeld is Job. Toen de engelen in de hemel vergaderd waren, sprak Jehovah vol vertrouwen over hem. Hij noemde Job ‘een oprecht en getrouw man, die ontzag heeft voor God en vermijdt wat slecht is’ (Job 1:6-8). En hoe dacht Jehovah over Daniël, die hem zo’n 80 jaar trouw diende in een heidens land? Tot drie keer toe zei een engel tegen die oude man dat hij bij God heel ‘geliefd’ was (Dan. 9:23; 10:11, 19). We kunnen er zeker van zijn dat Jehovah verlangt naar de dag waarop hij zijn dierbare vrienden uit de dood zal opwekken (Job 14:15). w20.05 26-27 ¶3-4

Het is heel interessant om op te merken dat alle drie de bovengenoemde vrienden van God éérst zwaar werden beproefd vóórdat ze pas werden gezegend. Abraham kreeg de opdracht om zijn geliefde zoon Isaak te offeren. Wat een enorme geloofsbeproeving was dat! Abraham kon er absoluut met geen mogelijkheid zeker van zijn dat God direct zou gaan ingrijpen toen Abraham zijn mes ophief. Abraham handelde op dat moment namelijk uit zuiver geloof en nadat Abraham zijn geloof en vertrouwen in Jehovah God ook daadwerkelijk had gedemonstreerd, noemde Jehovah God Abram pas zijn vriend.

Ook Job heeft eerst moeten lijden onder datgene wat in zijn ogen ongetwijfeld moet hebben geleken op de toorn van God. (Job had namelijk geen enkel idee dat Satan degene was die hem voor zichzelf had opgeëist) Welke andere conclusie had Job dan nog kunnen trekken nadat zijn hele familie onder zijn eigen ogen werd weggevaagd (behalve zijn vrouw), als gevolg van een bizarre storm, waarna hij op een later moment ook nog eens al zijn bezittingen kwijtraakte vanwege plunderende roversbenden en hij daarna ook nog als klap op de vuurpijl van top tot teen werd geslagen met pijnlijke bulten en zweren? Ondanks al deze rampspoed die hem overkwam weigerde Job alsnog om God te vervloeken. Zoals we in Job 1:21 kunnen lezen zei hij ondanks dat alles namelijk: Laat de naam van Jehovah altijd geprezen worden. We weten dat Job daarna door Jehovah werd gezegend.


Wist u dat…? Hier volgt een leuke triviantvraag:  

In Job 42:10 lezen we het volgende: Jehovah gaf hem het dubbele van wat hij eerder had.”

Wanneer we het aantal dieren en kinderen vergelijken dat Job had vóór en na zijn beproeving, waarom is het dan zo dat we in de Bijbel teruglezen dat Jehovah God na Jobs beproeving hem wel het exacte dubbele aantal van zijn eerdere vee teruggaf, maar niet het dubbele aantal kinderen? Jehovah gaf hem na zijn beproeving namelijk slechts 10 kinderen terug. Voor zijn beproeving bezat job ook al 10 kinderen.  

Het goede antwoord is: Na de opstanding zal Job wel degelijk 20 kinderen hebben. Inderdaad, een verdubbeling!


Dan was daar ook nog Daniël. Er wordt geen melding gemaakt van Daniël bij de gelegenheid dat Nebukadnezar eiste dat al zijn nobelen en bestuurders op de vlakten van Dura bijeen moesten komen om het beeld te aanbidden. Daniël had daar echter wel zeker bij aanwezig moeten zijn geweest en hij werd toen ook zo goed als zeker in de vurige oven gegooid, samen met zijn vrienden Sadrach, Mesach en Abednego. Tijdens de regering van de Perzen weigerde Daniël echter de wet van de superieure autoriteiten te volgen, waar we naar zouden kunnen verwijzen als ‘Caesar’, nog vóórdat er überhaupt maar een Romeinse Caesar was. Als gevolg van zijn weigering om het mandaat van Darius op te volgen, werd de hoogbejaarde profeet daarop in de leeuwenkuil geworpen. De engel van Jehovah bevond zich ook in de leeuwenkuil, net zoals toen zich ook iemand in de brandende oven bevond naast Sadrach, Mesach en Abednego. Degene die naast hen verscheen in de brandende oven leek namelijk op een godenzoon (Daniël3:25)

Pas daarna verscheen de engel aan Daniël en beschreef hem als een ‘zeer geliefde man’. Dat komt namelijk omdat Daniël een voorafschaduwing voorstelt van de uitverkorenen aan wie Christus zichzelf zal gaan openbaren, zodra hij zijn verbond bekend zal maken aan degenen die deel uitmaken van dat nieuwe verbond.