David had 3000 jaar geleden ongetwijfeld een spectaculair uitzicht op de nachtelijke sterrenhemel toen hij dag en nacht over de kudde schapen van zijn familie waakte. Maar zelfs David had toen nog geen idee hoe ontzettend immens en volkomen wonderbaarlijk de kosmos daadwerkelijk is. Het lijkt er dan ook op dat de herder/dichter werd geïnspireerd om de volgende woorden voor ons op te tekenen:
“De hemel maakt de glorie van God bekend, het uitspansel verkondigt het werk van zijn handen. Dag na dag vloeien hun woorden, nacht na nacht onthullen ze kennis. Er is geen spraak, er zijn geen woorden. Hun stem is niet te horen. Toch bereikt hun geluid de hele aarde, hun boodschap het einde van de bewoonde aarde.” (Psalmen 19:1-4a)
Het is een ongelukkige bijkomstigheid van het moderne leven dat de meeste mensen die tegenwoordig in grote steden of dorpen wonen, worden overspoeld met kunstmatige nachtverlichting (althans voorlopig nog). Als gevolg van deze zogenaamde “lichtvervuiling” is het zelfs niet eens mogelijk om überhaupt maar een fractie te kunnen zien van de ongeveer 5.000 hemellichamen die normaliter wel met het blote oog zichtbaar zouden zijn. Het enige nachtlicht dat stadsbewoners op een heldere nacht ongetwijfeld zullen zien, is de maan. En toch zijn die paar duizend hemellichamen die zichtbaar zijn op een donkere nacht slechts een kleine fractie van het totale aantal objecten aan de hemel.
In het jaar 1990 werd de Hubble-telescoop in een lage baan om de aarde gelanceerd. Wanneer u boven de atmosfeer die de planeet omhult uit zou komen, dan zou u ook vele malen beter zicht hebben op de hemel dan dat u zou hebben wanneer u gebruik zou maken van telescopen die op de aardbodem staan. En dankzij de ontwikkeling van razendsnelle personal computers en het internet is vrijwel iedereen in staat om de wonderen te aanschouwen van relatief nabije objecten en zelfs de verste uithoeken van het universum. Het compenseert de lichtvervuiling. (Meer recentelijk is het dankzij de James Webb-telescoop mogelijk geworden om zelfs nog dieper in de ruimte te kunnen kijken – helemaal terug naar het begin van de tijd!)
De mensen die in de oudheid leefden hadden op geen enkele manier kunnen weten dat datgene wat voor hen leek op iets als lichtpuntje in de verte, ook wel bekend als een ster, in werkelijkheid helemaal niet een enkel hemellichaam betrof, maar een immens sterrenstelsel dat bestaat uit honderden miljarden verschillende sterren!
De allereerste telescoop werd zo’n 400 jaar geleden in Nederland uitgevonden. Aanvankelijk werden de telescopen vooral gebruikt om het land beter te kunnen zien. Galileo bracht echter een aantal verbeteringen aan de telescoop aan en richtte deze vervolgens op de nachtelijke hemel om zodoende de maan en de nabije planeten te kunnen observeren. Zo begon dus de wetenschap van de moderne astronomie.
Op basis van zijn waarnemingen van planetaire bewegingen loste Kepler het mysterie op van de beweging van planeten en hij ontdekte het universele beginsel van de zwaartekracht. Kepler publiceerde een werk getiteld ‘de Harmony of the World’ (De harmonie van de wereld). Waarom noemde hij het zo?
Kepler “meet de maximumsnelheid van elke planeet terwijl deze het dichtst bij de zon was (perihelium), evenals de minimumsnelheid terwijl de planeet het verst van de zon verwijderd was (aphelion), alsof hij de beweging van de planeet vanaf de zon zelf observeerde. Vervolgens meet hij ter vergelijking de snelheden van naburige planeten en hij ontdekte toen dat de verhoudingen van deze intervallen overeenkwamen met de intervallen die mensen in muzikale composities als harmonisch beschouwden. (Lyndon LaRouche over Kepler en Cusa-2007 pagina 5 PDF)
De bewegingen van de planeten hebben betrekking op de fysica van muziek. Onvoorstelbaar! Maar hoe kon David dat dan weten? “Toch bereikt hun geluid de hele aarde, hun boodschap het einde van de bewoonde aarde.“ (Psalmen 19:4)
Nadat David in poëtische beeldspraak de beweging van de zon aan de hemel had beschreven, ging David verder met het adresseren van het vitale punt en zong het volgende: “De wet van Jehovah is volmaakt en herstelt kracht. De richtlijn van Jehovah is betrouwbaar en maakt de onervarene wijs.” (Psalmen 19:7)
Wetenschappers spreken terecht over de wetten van de fysica, zoals de wet van de zwaartekracht en de wetten van de thermodynamica, enz. Alle levenloze stelsels van het universum gehoorzamen constante wetten, zelfs terwijl sommige beginselen die het fysieke rijk beheersen, op dit moment nog steeds niet zijn ontdekt. Het is dan ook zinloos om de waarheid te ontkennen. Jehovah is de Schepper en de Wetgever. Hij voerde “wetten” in om alles in balans te brengen, van de microscopische atomen en zwevende stukjes materie tot aan enorme zwarte gaten. Werkelijk alles.
Levenloze materie en ook dieren functioneren altijd binnen de parameters waarvoor ze zijn ontworpen. (Het instinct van dieren betreft feitelijk een uitdrukking van de intelligentie van onze Schepper.) Mensen en engelen bekleden daarentegen een uitzonderlijke positie, in die zin dat elk van hen een vrije morele persoon is die niet gebonden is aan Gods wetten die het gedrag voor hen bepalen. In al Zijn wijsheid heeft Jehovah de engelen toegestaan om te doen wat ze willen, zonder dat zij acht sloegen op God. Het resultaat van de wetteloosheid van de goddeloze engelen evenals de mensen die onder hun kwaadaardige invloed staan heeft nu een kritiek stadium bereikt en zal ertoe leiden dat er binnenkort een goddelijke interventie nodig zal zijn om de mensheid te behoeden voor een gebeurtenis waarbij alle mensen uitgeroeid zouden kunnen worden. We hebben het dan over het voorkomen van een desastreuze uitstervingsgebeurtenis in de vorm van een wereldwijde nucleaire oorlog.
De wet van Jehovah is volmaakt. Indien de eerste twee mensen Gods eenvoudige opdracht gewoon hadden gehoorzaamd, dan zou de aarde op dit moment een prachtig paradijs zijn geweest en dan zou de dood voor de mensheid niet eens bestaan. Maar gelukkig is God loyaal. Ook al hebben de meeste mensen geen verlangen om zich aan Gods wet te onderwerpen, degenen die dat daarentegen wel doen, worden gezegend. God geeft ons zelfs tijdige herinneringen aan wat we wel of wat we niet moeten doen, maar dan wel op voorwaarde dat we afgestemd zijn op de subtiliteit van Zijn stem. Het is dan ook zoals David zei: “Uw dienaar is erdoor gewaarschuwd. Wie ze opvolgt wordt rijk beloond.” (Psalmen 19:11)
Leave A Comment