Dagtekst maandag 7 augustus

Laten we niet verwaand worden, geen competitiegeest aanwakkeren en niet jaloers op elkaar worden. — Gal. 5:26.

Er zijn veel egoïstische mensen die worden gedreven door rivaliteit. Bijvoorbeeld zakenmensen die over lijken gaan om op de concurrentie voor te blijven, sporters die met opzet overtredingen begaan om tegenspelers te blesseren en zo te kunnen winnen, en jongeren die spieken bij toelatingsexamens om op een prestigieuze universiteit te komen. Als christenen beseffen we dat zulk gedrag verkeerd is. Het hoort bij ‘de werken van het vlees’ (Gal. 5:19-21). Maar zou het kunnen dat sommigen zonder het te weten in de gemeente een competitiegeest aanwakkeren? Dat is een belangrijke vraag, want dit kan de eenheid van de broederschap bedreigen. Het is daarom goed stil te staan bij het voorbeeld van trouwe mannen en vrouwen uit Bijbelse tijden die een competitiegeest vermeden. w21.07 14 ¶1-2

Het Wachttorengenootschap werkt er keihard aan om organisatorische eenheid te bereiken. Sterker nog, jaren geleden verklaarde één van Bethel’s woordvoerders onder ede dat eenheid voor het genootschap belangrijker was dan waarheid. Met andere woorden, ze zien dus liever dat mensen geloof oefenen in een leugen in plaats van dat de waarheid er mogelijkerwijs voor zou kunnen zorgen dat er organisatorische verdeeldheid ontstaat. Hoewel de schokkende bekentenis van Hayden Covington in de rechtszaal lang geleden heeft plaatsgevonden, zijn er op dit moment tegelijkertijd geen aanwijzingen dat er in de tussentijd ook maar iets is veranderd. Het Wachttorengenootschap is vandaag de dag zelfs nog meer geobsedeerd door organisatorische uniformiteit dan voorheen. Sommigen noemen organisatorische uniformiteit ook wel ‘groepsdenken’. Het probleem omtrent het waarderen van eenheid boven waarheid is dat de poortwachters daardoor uiteindelijk vijanden van de waarheid worden. Ze kunnen dan ook niet toestaan dat er een stem van buitenaf, ook al spreekt die stem waarheid, hun eigen veilige bubbel van ‘goedgekeurde’ waarheid binnendringt.

De mentaliteit van het leiderschap van het Wachttorengenootschap tegenover een persoon zoals ik, die een op de Bijbel gebaseerde boodschap brengt die ze liever niet willen horen of waarvan ze liever niet hebben dat anderen deze boodschap te horen krijgen, oren kietelenwordt uitgedrukt in Jesaja: Ze zeggen tegen de zieners: “Laat jullie visioenen maar zitten”, en tegen de visionairs: “Vertel ons geen ware voorspellingen. Vertel ons dingen die we graag willen horen, voorspel misleidende illusies.” (Jesaja 30:10)

Maar wat gebeurt er dan zodra de realiteit en de waarheid de leugen doorbreken? Jehovah vervolgt: Omdat jullie dit woord verwerpen en jullie vertrouwen op leugens en bedrog en daarop steunen, zal deze overtreding voor jullie zijn als een beschadigde muur, als een uitpuilende hoge muur die op het punt staat in te storten. Hij zal plotseling en onverwacht vallen. Hij zal stukgeslagen worden als een grote pottenbakkerskruik en zo volledig verbrijzeld worden dat er nog geen scherf van overblijft waarmee je vuur uit de haard kunt halen of water uit een plas kunt scheppen.” (Jesaja 30:12-14)

Maar wat zal er dan uiteindelijk voor gaan zorgen dat de muur van het Wachttorengenootschap plotseling instort? Het antwoord op die vraag is heel simpel: De daadwerkelijke komst van Christus, oftewel zijn parousia. Dat zal er namelijk per direct voor gaan zorgen dat de langgekoesterde mythe van het Wachttorengenootschap met de grond gelijk zal worden gemaakt. We hebben het dan over de mythe dat Jezus al zou regeren sinds het jaar 1914 etc. Het betreft niets minder dan een regelrechte vorm van bedrog en misleiding. Een leugen die alle Jehovah’s Getuigen dienen te omarmen omwille van het bewaren van de organisatorische eenheid.