Opmerking van de vertaler: Dit artikel betreft het vervolg op de eerdere reeks artikelen die in het teken staan van het boek Jeremia.
God sprak tot Jeremia en gebood hem om op een prominente plaats in de voorhof van de tempel te gaan staan en tot het volk te spreken: “Dit zegt Jehovah: “Ga in het voorhof van het huis van Jehovah staan en spreek over alle inwoners van de steden van Juda, die in het huis van Jehovah komen voor aanbidding. Vertel ze alles wat ik je opdraag. Laat geen woord weg.” (Jeremia 26:2)
De boodschap was heel simpel. Jeruzalem zou net zoals Silo worden indien de Joden op dezelfde wijze door zouden gaan. Silo was de plaats waar de tabernakel en de ark van het verbond stonden in de tijdsperiode van de rechters. Echter was dat niet langer meer het geval. Dus door te zeggen dat Jeruzalem net zo zou worden als Silo, begrepen de Joden ook heel goed de achterliggende boodschap. Jeremia verklaarde dat Jeruzalem niet langer meer het centrum van de ‘ware aanbidding’ zou zijn, om het maar in bekende termen uit te drukken. Zoals Jeremia hoogstwaarschijnlijk al verwachtte, werd zijn boodschap ook zeker niet hartelijk ontvangen door het toenmalige joodse establishment.
Vandaag de dag zien we dat het Wachttorengenootschap zichzelf trots op de borst slaat en over zichzelf opschept dat zij het tegenwoordige middelpunt zijn van de ware aanbidding. Ook pochen zij dat ze de dragers zijn van Jehovah’s naam, vergelijkbaar met Jeruzalem in de dagen van Jeremia. Sinds de opkomst van het internet op het gebied van communicatie een revolutie teweeg heeft gebracht, is het niet langer meer nodig om op een bepaalde fysieke locatie aanwezig te moeten zijn om een bericht over te kunnen brengen. De stier is bij de horens gepakt. Ik heb een klein hoekje op het wereldwijde web afgebakend en in de loop der jaren heb ik met mijn boodschap vele duizenden mensen weten te bereiken – wellicht zelfs wel meer mensen dan er in een volgepakt stadion passen tijdens een Wachttoren-congres. Toegegeven, ik heb daarnaast ook nog gebruik gemaakt van de reguliere post om tienduizenden fysieke brieven te laten bezorgen aan gemeenten over de hele wereld. Ook heb ik boeken en brochures gestuurd naar verschillende personen op leidinggevende posities binnen Bethel en daarnaast ook nog naar tientallen bijkantoren verspreid over de hele wereld.
De afgelopen 20 jaar heb ik een soortgelijke boodschap verkondigd als Jeremia toen hij zich in de voorhof van de tempel begaf. Sterker nog: één van de eerste essays die op e-watchman was verschenen en die later ook nog werd gepubliceerd in het boek ‘Jehovah Zelf is Koning Geworden’, betrof een artikel getiteld “de instorting van de Wachttoren”.
De reactie op de boodschap van Jeremia door de toenmalige leiders van Jehovah’s aardse organisatie was zeer voorspelbaar. De priesters en profeten eisten dat Jeremia ter dood zou worden gebracht. Echter waren ze zich er niet van bewust dat Jehovah met Jeremia was. De profeet merkte het volgende op: “Maar Jehovah was met me als een ontzagwekkende strijder. Daarom zullen mijn vervolgers struikelen en niet winnen. Hun staat grote schande te wachten, want ze zullen geen succes hebben.” (Jeremia 20:11)
Deze betreffende kwestie is vandaag de dag nog steeds van toepassing. Degenen die toen de profeten en priesters waren, onderschreven een valse boodschap. Ze beweerden dat God het aan Nebukadnezar niet zou toestaan om Jeruzalem te verwoesten. Ook al was de koning van Babylon de tempel destijds al binnengevallen en ook al had hij een deel van het goud al in beslag genomen, evenals het feit dat hij een aantal van de leidende mannen ook al had afgevoerd naar Babylon, toch bleven de valse profeten bij hoog en bij laag verkondigen dat Nebukadnezar zijn voorgenomen verovering niet zou voltooien. Jeremia bracht daarentegen een heel andere boodschap over:
“Waarom zouden jij en je volk sterven door het zwaard, door de hongersnood en door de epidemie, zoals Jehovah gezegd heeft over het volk dat de koning van Babylon niet wil dienen? Luister niet naar de woorden van de profeten die tegen jullie zeggen: “Jullie zullen de koning van Babylon niet dienen”, want ze profeteren leugens tot jullie. “Want ik heb ze niet gestuurd”, verklaart Jehovah. “Maar ze profeteren leugens in mijn naam, met als gevolg dat ik jullie zal verdrijven en dat jullie zullen omkomen, jullie en de profeten die tot jullie profeteren.” (Jeremia 27:13-15)
Niemand zou kunnen ontkennen dat het Besturende Lichaam interpretaties van de bijbel uitspreekt en publiceert in de naam van Jehovah God, net zoals ik dit ook doe. Het is een ontzettend zwaarwegende zaak om in de naam van Jehovah te spreken en zich te beroepen op Zijn autoriteit en reputatie ten aanzien van verschillende kwesties. Net zoals het geval was bij de toenmalige Joodse profeten, zo profeteert ook het leiderschap van de Jehovah’s Getuigen leugens in Jehovah’s naam. Over welke leugens hebben we het hier dan? De 1914-leugen. Zoals alle Jehovah’s Getuigen maar al te goed weten, zijn vrijwel alle bijbelse profetieën door het Wachttorengenootschap op de één of andere manier gelinkt aan het jaar 1914. Dit terwijl alles omtrent 1914 gebaseerd is op niets minder dan een regelrechte leugen.
Wat de toekomst betreft; het Besturende Lichaam heeft de Jehovah’s Getuigen misleid en bedrogen door hen geloof te laten stellen in nog veel meer leugens. Het moge duidelijk zijn dat wanneer de 1914-doctrine onjuist blijkt te zijn, wat ook zeer zeker het geval is, dan betekent dit ook automatisch dat alle dingen die Jezus had voorzegd nog steeds niet zijn uitgekomen en dat al deze dingen dus nog steeds in de nabije toekomst uit zullen moeten gaan komen. Maar welke dingen dan? Oorlog, hongersnood, pestilentie en grote aardbevingen – al deze dingen zullen dan ook op wereldschaal moeten gaan plaatsvinden. Er is dan ook helemaal niets dat een mens zou kunnen doen om dit alles tegen te kunnen houden. Het staat namelijk zo opgetekend in de Schrift.
In het 27ste hoofdstuk van Jeremia kreeg de profeet van Jehovah de opdracht om riemen en jukken op zijn nek te leggen als een teken van de onderwerping die Jehovah had opgelegd. Een onderwerping die niet alleen gold voor Jeruzalem maar ook voor vele andere omliggende natiën. In het 28ste hoofdstuk nam een valse profeet met de naam Hananja de jukken van Jeremia af en hij verbrijzelde deze, in een poging om de boodschap van Jeremia zogenaamd nietig te verklaren. Echter bleek dit tevergeefs te zijn. Jehovah beval Jeremia daarom om het houten juk te vervangen door een ijzeren juk. Wat Hananja betreft; Jeremia verklaarde dat Hananja zou sterven, wat een aantal maanden later ook inderdaad gebeurde. Dat is dan ook de straf voor het profeteren van leugens in de naam van Jehovah.
Iets soortgelijks heeft zich ook in de afgelopen jaren voorgedaan. Het Wachttorengenootschap beweert dat de Bijbelonderzoekers in het jaar 1919 uit hun geestelijke gevangenschap zouden zijn bevrijd en dat Babylon de Grote vanaf dat moment niet langer meer de macht zou bezitten om Gods dienaren te beteugelen. Vervolgens zagen we, net alsof het diende om de valsheid van die leerstelling aan te tonen, dat in het jaar 2017, het Wachttorengenootschap in heel Rusland werd geliquideerd. Dit alles vond ongetwijfeld plaats onder aanvoering van de herrezen Russisch-Orthodoxe Kerk. Alle eigendommen van het Wachttorengenootschap in Rusland werden daarop in beslag genomen, met inbegrip van het bijkantoor in St. Petersburg.
Wat er in Rusland met de Jehovah’s Getuigen is gebeurd, zouden we heel goed kunnen beschouwen als een voorbode van wat er nog komen gaat.
Leave A Comment