Opmerking van de Nederlandse vertaler: Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd in 2014. Deze Nederlandse vertaling heeft een update gekregen.

“Wee de verwoester die niet is verwoest, de verrader die niet is verraden! Als je klaar bent met verwoesten, zul je zelf worden verwoest.” (Jesaja 33:1)

Het 33ste hoofdstuk van Jesaja opent met de laatste wee uit de reeks weeën die begonnen vanaf het 28ste hoofdstuk waarin werd aangekondigd Wee de opzichtige kroon van de dronkaards van Efraïm“.

Vervolgens ging Jehovah verder met het uitspreken van wee over Ariël en over de “koppige zonen” en ook over degenen die voor hulp naar Egypte gingen. In al die gevallen oordeelde God het volk van zijn eigen natie, en dan met name hun leiders. Ook was het zo dat Gods oordeel iedere keer werd voltrokken door middel van de tussenkomst van een menselijke uitvoerende macht die God alleen maar hoefde in te zetten.

In Jesaja 28:2-3 verwees Jehovah bijvoorbeeld als volgt naar het Assyrische leger: Jehovah beschikt over iemand die sterk en krachtig is. Als een hevige hagelbui, een vernielende storm, als een onweersbui die alles wegspoelt, zal hij het met kracht tegen de grond gooien. De opzichtige kronen van de dronkaards van Efraïm zullen onder de voet gelopen worden.

De “wee” in Jesaja hoofdstuk 33 is gericht tegen de krachtige vernietigende macht die God aanstelt om “wee” over zijn afvallige organisatie te brengen. De typische “verwoester” uit die tijd was natuurlijk Assyrië. Zoals Jehovah’s Getuigen echter zouden moeten weten, heeft een groot deel van de profetie van Jesaja daarentegen juist betrekking op de terugkeer van Jezus Christus als de Koning der koningen en Heer der heren. Het 33ste hoofdstuk vormt hierop geen uitzondering, aangezien het hoofdstuk besluit met de volgende voorspelling: En geen inwoner zal zeggen: ‘Ik ben ziek.”, wat natuurlijk pas tot stand zal komen als gevolg van het resultaat van het voortreffelijke genezingswerk door middel van Christus en zijn medekoningen en heren.

Maar hoe zit het met de moderne profetische tegenhanger van die Assyrische verwoester uit lang vervlogen dagen?

In het commentaar van het Wachttorengenootschap op Jesaja staat dat de “roede” om Gods woede uit te drukken, de lidstaten van de Verenigde Naties zullen zijn. Is dat dan wel een betrouwbare interpretatie? Op het eerste oog lijkt dat te kloppen, hoewel we niet zouden moeten veronderstellen dat de Verenigde Naties in hun huidige vorm ook de rol op zich zullen nemen als de verwoester van religie. Ook zouden we onszelf niet langer moeten voorhouden dat de verwoester zijn verwoesting slechts zal beperken tot het rijk van de georganiseerde religie. (Het meest opmerkelijke feit is dat sinds de publicatie van het meest recente commentaar op Jesaja door het Wachttorengenootschap, de organisatie de langgekoesterde overtuiging overboord heeft gegooid, dat de heidense christenheid datgene zou zijn wat wordt gesymboliseerd in verband met Gods oordelen over het oude Jeruzalem, waardoor nuchter denkende christenen achterblijven met de vraag: Wanneer de heidense christenheid niet de moderne profetische tegenhanger is, wat is dan wel het moderne tegenbeeld?)

Laten we, voordat we het 33ste hoofdstuk van Jesaja gaan beschouwen, eerst eens bekijken wat Jehovah’s Getuigen hebben geleerd over waar we onszelf op dit moment bevinden op de tijdlijn met betrekking tot de uitwerking van de Bijbelse profetieën.

Volgens het Wachttorengenootschap zal er geen enkele andere wereldmacht zijn die de huidige Anglo-Amerikaanse dubbele wereldmacht zal gaan opvolgen. Dit is wat het Wachttorengenootschap onlangs in 2012 nog verklaarde onder het tussenkopje: “Er komt geen andere wereldmacht meer”:

Een profetie in het boek Daniël stelt ons in staat vast te stellen waar we ons bevinden in de tijd. Daniël beschrijft een beeld in de vorm van een mens dat uit verschillende metalen bestaat. Het stelt opeenvolgende wereldmachten voor die een belangrijke invloed op Gods volk hebben gehad, in het verleden of in deze tijd. Dat zijn Babylon, Medië-Perzië, Griekenland, Rome en nog een wereldmacht, de laatste, in onze tijd. Een studie van de profetie van Daniël laat zien dat deze laatste wereldmacht wordt voorgesteld door de voeten en tenen van het beeld. Tijdens de Eerste Wereldoorlog gingen Groot-Brittannië en de Verenigde Staten een speciaal bondgenootschap aan. Het vijfde deel van Daniëls beeld is dus de Engels-Amerikaanse wereldmacht. De voeten zijn het laatste deel van het beeld, en dat betekent dat er geen andere menselijke wereldmacht meer zal komen. Dat de voeten en tenen uit ijzer en leem bestaan, beeldt de zwakke toestand van de Engels-Amerikaanse wereldmacht af.

Het lijdt geen twijfel dat het keizerlijke Babylon, Perzië, het Griekenland van Alexander en het veelzijdige Romeinse rijk worden gesymboliseerd door de gouden, zilveren, koperen en ijzeren onderdelen van het kolossale beeld uit het boek Daniël. En afgezien van het feit dat de Anglo-Amerikaanse ‘speciale relatie’ pas daadwerkelijk tot stand kwam tijdens de Tweede Wereldoorlog, betreft het ook een betrouwbare interpretatie, dat het Anglo-Amerikaanse Duo wordt weergegeven door middel van de ijzeren en lemen voeten van het metalen beeld. Maar waar komen de Verenigde Naties dan precies om de hoek kijken? Dat is dan ook een hele terechte vraag gezien het feit dat paragraaf zes uit hetzelfde Wachttoren-artikel dat hierboven werd geciteerd als volgt luidt:

Gods Woord noemt de aanvaller van de hoer een „wild beest” met „tien hoorns”. Een studie van het boek Openbaring laat zien dat het wilde beest een afbeelding is van de Verenigde Naties. „De tien hoorns” stellen alle huidige politieke machten voor die dit ’scharlakengekleurde wilde beest’ steunen. Hoe verwoestend zal de aanval zijn? De lidstaten van de VN zullen de hoer van haar rijkdom beroven, haar ware aard onthullen, haar verslinden en haar „geheel met vuur verbranden”. Haar vernietiging zal definitief zijn.

De interpretatie van het Wachttorengenootschap ten aanzien van datgene wat wordt gesymboliseerd door het scharlakenrode wilde beest, namelijk de Verenigde Naties, betreft ook een logische interpretatie van profetie. Hoe het ook zij, hier volgt nog een belangrijke vraag voor Jehovah’s Getuigen om eens goed over na te denken: Hebben de Verenigde Naties op dit moment al de rol op zich genomen van de 8ste koning, die wordt gesymboliseerd door het scharlakenrode wilde beest?

Feitelijk beweert het Wachttorengenootschap dat de 8ste koning in de vorm van de inmiddels opgeheven Volkenbond, oorspronkelijk zou zijn opgestaan in de nasleep van de Eerste Wereldoorlog. Het Wachttorengenootschap beweert ook dat de ontbinding van de Volkenbond na het uitbreken van de Nazi Blitzkrieg en ook de oprichting van de Verenigde Naties na de Tweede Wereldoorlog de vervulling zou zijn geweest van het apocalyptische visioen van het beest dat uit de afgrond oprijst.

Het dringt wellicht niet volledig tot Jehovah’s Getuigen door dat het Wachttorengenootschap blijft volhouden dat er volgens hen sprake zou zijn van twee verschillende symbolische zevenkoppige wilde beesten die tijdens verschillende gelegenheden de afgrond in zouden gaan. Het Wachttorengenootschap veronderstelt dat de zegevierende Anglo-Amerikaanse kop van het zevenkoppige beest uit Openbaring de voorspelde dodelijke klap zou hebben ontvangen tijdens de Eerste Wereldoorlog en dat dit beest vervolgens in het jaar 1918 ineens uit de afgrond tevoorschijn zou zijn gekomen. Het is wellicht overbodig om te vermelden dat het Genootschap zeer terughoudend is met betrekking tot het verstrekken van aanvullende informatie hierover, en het Wachttorengenootschap bevindt zich op dit moment nog in de luxe positie waarbij ze totaal niet worden gedwongen om extra relevante toelichting te geven over hetgeen ze hier zelf onderwijzen richting de miljoenen Jehovah’s Getuigen.

Echter blijkt, zoals al eerder werd opgemerkt in de vele artikelen op deze website, dat het in de verste verte niet mogelijk kan zijn dat de Volkenbond de profetische manifestatie zou zijn geweest van de 8ste koning. Vanuit politiek oogpunt gezien beschikte de Volkenbond in werkelijkheid niet over enige noemenswaardige autoriteit. Daar blijft het ook niet bij. De Verenigde Staten waren daarnaast ook niet eens lid van de Volkenbond. Waarom wordt er dan van Jehovah’s Getuigen verwacht dat zij dienen te geloven dat de Volkenbond beschouwd dient te worden als een “wereldmacht”?

Wat daarnaast nog veel belangrijker is, is het feit dat ondubbelzinnig kan worden gesteld dat de achtste koning nog niet is opgestaan, omdat het moment van de opkomst van het beest uit de afgrond en de korte tijd waarin het aan de achtste koning zal worden toegestaan om te mogen regeren (gedurende één enkel symbolisch uur), samenvallen met Gods uur van het oordeel over de hele wereld. De profetische relatief korte periode waarin het scharlakenrode beest uit de afgrond zal mogen gaan regeren zal absoluut geen eeuw duren, en ook zal Gods oordeelsdag niet verspreid plaatsvinden over meerdere opeenvolgende generaties. Ondanks het voorgaande is dit wat het Besturende Lichaam openlijk verklaart:

De inhoud van deze schaal legt sterk de nadruk op de keus waarvoor mensen zich gesteld zien. Zij moeten òf de afkeuring van de wereld verduren òf zich Jehovah’s verbolgenheid op de hals halen. Er wordt dwang op de mensheid uitgeoefend om het merkteken van het wilde beest te aanvaarden, met het oogmerk dat „niemand zou kunnen kopen of verkopen, behalve wie het merkteken heeft, de naam van het wilde beest of het getal van zijn naam”. Maar hiervoor moet een prijs worden betaald! Jehovah beschouwt degenen die het merkteken aanvaarden, als personen die geslagen zijn met „een schadelijke en kwaadaardige zweer”. Sedert 1922 zijn zij in het openbaar gekentekend als personen die de levende God verworpen hebben. (Openbaring, de Grootste Climax is Nabij, pagina 223)

Openbaring onthult dat een ieder die het herrezen beest als hun redder zal aanvaarden, zal worden gemarkeerd met het onherroepelijke, symbolische merkteken 666, wat symbool staat voor hun eeuwige vernietiging. Volgens het Wachttorengenootschap begon het markeren van de mensheid al in het jaar 1922, toen de machteloze Volkenbond werd opgericht. Dat betekent dus dat opeenvolgende generaties van mensen sinds het jaar 1922 schuldig zouden zijn verklaard door God en dat hun namen voor eeuwig uit het boek des levens zouden zijn gewist omdat ze bijna 100 jaar geleden op een bepaald moment dachten dat de Volkenbond weleens een goed idee zou kunnen zijn geweest.

Wat daarnaast nog belachelijker is, is het feit dat Jehovah’s Getuigen klaarblijkelijk in staat zouden zijn om deze eeuwig gedoemde personen die het profetische merkteken van het beest zouden hebben ontvangen, uit Gods onomkeerbare oordeel van de eeuwige dood te bevrijden door hen te helpen om zich op te dragen aan Jehovah.

Helaas zijn er maar zeer weinig tot geen Getuigen van Jehovah mentaal in staat om zelfs maar de pure absurditeit te doorzien van wat hun in dit opzicht door het Wachttorengenootschap is geleerd. En zelfs wanneer ze wel in staat blijken te zijn om het onzinnige en tegenstrijdige profetische mysterie van het Wachttorengenootschap te ontrafelen, dan zou dit er ongetwijfeld toe leiden dat deze personen zich zullen moeten gaan verantwoorden voor een juridisch comité van gemeenteouderlingen als beloning voor al hun inspanningen.

Jehovah’s oordelen zijn beslist niet onrechtvaardig en onberekenbaar, zoals het Wachttorengenootschap door middel van hun uitleg probeert te impliceren. Evenmin is Gods profetische woord in strijd met de realiteit, in tegenstelling tot de interpretaties van het Wachttorengenootschap. De profeten van Bethel hebben het simpelweg bij het verkeerde eind – net zoals er ook vaker is gebleken dat ze het bij het verkeerde eind hebben gehad ten aanzien van een groot aantal andere profetische interpretaties. Er is namelijk nog een andere wereldmacht die nog op het wereldtoneel zal moeten gaan verschijnen. De grimmige realiteit waar Jehovah’s Getuigen binnenkort mee zullen worden geconfronteerd, is dat de kop van het wilde beest op dit moment nog steeds niet zijn profetische “doodsklap” heeft ontvangen, noch is het zo dat het beest op dit moment al van zijn “dodelijke wond is hersteld”, en het staat daarnaast ook onomstotelijk vast dat het wilde beest op dit moment dus ook nog niet is opgestegen uit de afgrond van dood.

Het staat absoluut vast dat de 8ste koning op dit moment nog niet is begonnen met regeren gedurende zijn vooraf bepaalde “enkele uur”. En ook is het oordeel over de wereld nog steeds niet begonnen. Dit betekent dus voornamelijk dat Christus op dit moment dus ook nog niet is begonnen met regeren in zijn Koninkrijk en dat Satan en zijn engelen op dit moment dus ook nog niet zijn neergeslingerd uit de hemel.

Wat het metalen standbeeld betreft, symboliseert het complete beeld het allerlaatste koninkrijk – de achtste koning die uit de voorgaande zeven zal voortkomen. Of wat het beeld ervan betreft, komt deze voort uit de vijf voorgaande machten waarop deze rust – Dit zijn er vijf, gezien het feit dat de metalen kolos niet de Egyptische en Assyrische machten omvat die voorafgingen aan Babylon, zoals het zevenkoppige beest uit Openbaring.

Dit betekent dat er een enorm tumult aan zit te komen. Het zal betekenen dat de huidige Anglo-Amerikaanse wereldmacht is voorbestemd om ineen te storten en om schijnbaar ook te verdwijnen, om vervolgens weer uit het graf op te staan om daarna leven te geven aan een beeld van het beest en de 8ste koning, die hoogstwaarschijnlijk aan het hoofd zal komen te staan van een versterkte, gemilitariseerde vorm van de Verenigde Naties.

(Een mogelijk scenario, in de nasleep van een nucleaire uitwisseling tussen verschillende supermachten, zou kunnen plaatsvinden in de vorm waarbij de natiën ermee zullen instemmen dat ze hun massavernietigingswapens zullen afstaan aan de Verenigde Naties, wat zou betekenen dat de VN de totale controle over alle natiën zou worden gegeven. Op deze wijze zouden alle natiën der aarde kunnen gaan beven voor de achtste koning uit angst om te worden onderworpen aan hetzelfde vurige lot als Babylon de Grote, zoals in Openbaring staat beschreven.)

Terwijl de miljardairs van het World Economic Forum (WEF) hun plan hebben voorbereid voor een grote reset (Great Reset) van de economie om daarmee een rechtvaardiger systeem tot stand te brengen, betreft echter deze “reset” in werkelijkheid een eufemisme voor het ineen laten storten van het complete huidige systeem. Hun intentie om ‘beter terug te bouwen’ (Build Back Better) impliceert de opzettelijke vernietiging van het huidige systeem. Het opnieuw opbouwen in de nasleep van de gecontroleerde ineenstorting zal ongetwijfeld ook betekenen dat er een neo-feodalistisch systeem van wereldwijd communisme zal worden ingevoerd, waardoor het hele democratische natiestaten-systeem zal verdwijnen welke zich vanaf de periode van de Renaissance had ontwikkeld.

Er wordt al heel lang gewerkt aan het beëindigen van de dollar als ‘s werelds reservevaluta, net als de overgang naar een systeem zonder contant geld. Het invoeren van een officiële digitale valuta die wordt beheerd door één enkele centrale bank onder auspiciën van de Verenigde Naties zou weleens hét middel kunnen zijn waarmee een situatie kan worden gecreëerd waarbij niemand meer iets kan kopen of verkopen zonder eerst trouw te zweren aan het profetische Beest.

De pandemie heeft er nu al voor gezorgd dat de armste mensen van deze wereld worden verpletterd en dat landen die voorheen altijd soeverein waren worden geconditioneerd om zich te onderwerpen. Het lijkt erop dat de financiële alchemisten vinden dat ze de wereld niet snel genoeg kunnen overspoelen met nog meer geld om zodoende de al lang geleden voorgenomen hyperinflatie en de vernietiging van het fiat geld te bewerkstelligen. Door economische manoeuvres zal hij effectief blijken te zijn in het vernietigen van het democratische, kapitalistische systeem. In plaats daarvan zal er een totalitaire wereldregering worden opgezet. Prins Charles evenals het Britse Rijk hebben al openlijk hun intentie geuit om de wereldbevolking aanzienlijk te reduceren door de voedselproductie te verminderen evenals onder het mom van het redden van de planeet met betrekking tot het grote gevaar van de CO2 uitstoot, waardoor de energieproductie en de industriële activiteiten van landen drastisch dienen te worden ingeperkt, waardoor de mogelijkheden van de natiën ernstig zullen worden beperkt om hun eigen bevolking in leven te kunnen houden. De aankomende ineenstorting van het huidige systeem zal het werk zijn van niemand minder dan de Imperiale Verwoester. Alle natiën zullen worden bedrogen zodra hij hun rijkdom zal vernietigen om vervolgens te beginnen met de grootschalige liquidatie van de wereldbevolking.

De uitdaging waarmee de globalisten worden geconfronteerd, is dat Rusland en China zich bevinden buiten de controle van het Anglo-Amerikaanse Rijk. Daarom doet Londen er ook alles aan om een wereldoorlog te forceren.

Beschouw nu eens het 33ste hoofdstuk van Jesaja.

In Jesaja 33: 2-3, lezen we in de context van de authentieke komst van Christus het volgende: O Jehovah, wees goed voor ons. Wij hopen op u. Wees elke morgen onze arm, onze redding in moeilijke tijden. Bij het horen van het rumoer vluchten volken weg. Als u opstaat, stuiven naties uit elkaar.

De bovenstaande profetie harmonieert met datgene wat er gaat gebeuren zodra het zesde zegel van Openbaring zal worden ontzegeld, waardoor de symbolische bergen ineen zullen storten en elk eiland van zijn plaats zal worden verwijderd; wat ook wordt afgebeeld in de 46ste Psalm: God is onze schuilplaats en kracht, een hulp die in moeilijke tijd makkelijk te vinden is. Daarom zullen we niet bang zijn, ook al verandert de aarde, ook al tuimelen de bergen in de diepte van de zee, ook al buldert en schuimt het water, ook al schudden de bergen door de woestheid ervan. Er is een rivier waarvan de stromen de stad van God verheugen, de heilige en grootse tabernakel van de Allerhoogste. God is in de stad, ze kan niet overwonnen worden. God zal haar te hulp komen bij het aanbreken van de dag. De volken waren in opschudding, de koninkrijken werden overwonnen. Hij verhief zijn stem en de aarde smolt. (Psalm 46:1-6)

“ZOALS VRAATZUCHTIGE SPRINKHANEN DAT DOEN”

Onlangs heeft het Wachttorengenootschap met tegenzin hun lang gekoesterde interpretatie van Joël herzien, die ook in diverse artikelen op deze website werd besproken. Hoewel het Wachttorengenootschap eindelijk de absurde overtuiging overboord heeft gegooid waarbij het Genootschap vele decennia heeft verkondigd dat de profetische sprinkhanen de christelijke bedienaren zouden vertegenwoordigen, blijkt nu dat de zieners van Bethel er echter nog steeds helemaal niets van blijken te snappen. Op dit moment heeft Bethel verklaard dat de Bijbelse invasie van de sprinkhanen helemaal geen profetische betekenis heeft. Het is werkelijk niet te geloven. Het Besturende Lichaam van Jehovah’s Getuigen gelooft nu dus dat de symbolische sprinkhanenaanval die levendig wordt uitgebeeld in het boek Joël, welke plaatsvindt in samenhang met de grote en vrees inboezemende dag van Jehovah, helemaal geen moderne vervulling zou hebben. Het is daarom ook geen wonder dat de profetie van Joël Jehovah’s ontnuchterende oproep benadrukt richting zijn eigen ouderlingen en priesters: “Word wakker, dronkaards, en huil!” (Joël 1:5)

Joel-locust“Je buit zal geplunderd worden zoals vraatzuchtige sprinkhanen dat doen. Als zwermen sprinkhanen zullen mensen zich erop storten.” (Jesaja 33:4)

In dit geval beeldt het Wachttorengenootschap Jehovah’s volk af als degenen die de “Assyriër” zullen gaan plunderen. Maar gezien het feit dat Joël duidelijk aangeeft dat het juist Gods eigendom betreft wat ten prooi zal vallen om te worden geplunderd door de natiën, kan het daarom ook niet anders dan dat er met “je buit” iets wordt bedoeld dat betrekking heeft op iets wat God toebehoort. Met andere woorden, de vraatzuchtige sprinkhanen zijn voorbestemd om Jehovah’s aardse organisatie te plunderen en de gemeente van Christus te verdrukken.

Dat wordt evenzo duidelijk gemaakt in de context van het 33ste hoofdstuk van Jesaja, waar vervolgens wordt verklaard: Luister! Hun helden schreeuwen het uit op straat, de boodschappers van vrede huilen bitter. De hoofdwegen zijn verlaten, er is niemand die zich op de paden bevindt. Hij heeft het verbond verbroken, hij heeft de steden verworpen, hij heeft geen respect voor de sterfelijke mens. Het land rouwt en verdort. De Libanon schaamt zich en teert weg. Sa̱ron is een woestijn geworden, Ba̱san en Ka̱rmel laten hun bladeren vallen. (Jesaja 33:7-9)

In tegenstelling tot de interpretatie van het Wachttorengenootschap zijn de huilende helden hier niet de handlangers van de Assyrische verwoester. Evenmin zijn zij de “boodschappers van vrede”. De context uit dit hoofdstuk van Jesaja brengt hen in verband met Libanon, Saron, Basan en Karmel, en dus niet met Assyrië.

Het gebergte van Libanon vormde de westelijke grens van Israël en was een zeer vruchtbare regio, bestaande uit enorme cederbomen en wijngaarden. Evenzo blijkt dat Saron volgens het “Inzicht in de Schrift-boek” een zeer vruchtbaar gebied was. En ook blijkt dat de bergen van Karmel en de hoogvlakte van Basan ook bekend staan om hun bosrijke omgeving. De aankondiging dat Basan en Karmel zullen verdorren en dat Saron zal veranderen in een woestijn ligt in perfecte harmonie met de verwoesting van de vruchtbare akkers als gevolg van de insecteninvasie die in het boek Joël wordt beschreven en symboliseert dus het einde van de openbare bediening door Jehovah’s Getuigen.

“Hun helden” moeten daarom ook het verheven Besturende Lichaam van Jehovah’s Getuigen vertegenwoordigen. Terwijl ze voor zichzelf een luxueus en comfortabel paleis hebben laten bouwen op het vredige platteland van de staat New York, zullen ze voorbestemd zijn om op straat te worden gezet en om te huilen vanwege hun vernedering omdat ze Jehovah’s organisatie in een rampzalige situatie zullen hebben gedreven. De “boodschappers van vrede” uit het vers hierboven symboliseren de pioniers en de verkondigers die het plotselinge en roemloze einde van hun verheven bediening niet hadden zien aankomen.

In de context van de vernedering van Gods aardse organisatie worden de oordelen van Jehovah voltrokken tegen de goddeloze slaaf en de mens van wetteloosheid, die in Jesaja als volgt wordt beschreven: Jullie zijn zwanger van gedroogd gras, stoppels zullen jullie baren. Je eigen geest zal je verteren als een vuur. En volken zullen worden als verbrande kalk. Ze zullen in vlammen opgaan als afgekapte doornstruiken. Jullie die ver weg zijn, luister wat ik zal doen! En jullie die dichtbij zijn, erken mijn macht! De zondaars in Sion zijn doodsbang, de afvalligen sidderen van angst: “Wie van ons kan leven bij een verterend vuur? Wie van ons kan leven bij vlammen die niet doven?” (Jesaja 33:11-14)

De apostel Paulus gebruikte daarnaast ook een soortgelijke analogie in het derde hoofdstuk van 1 Korinthiërs, waar hij schreef: Of iemand nu op het fundament bouwt met goud, zilver of edelstenen, of met hout, hooi of stro, van ieders werk zal duidelijk worden wat het waard is, want de dag zal het aan het licht brengen. Het zal onthuld worden door vuur, en het vuur zelf zal aantonen wat voor werk ieder heeft geleverd. Als iemands bouwwerk standhoudt, zal hij een beloning krijgen. Als iemands werk verbrandt, zal hij verlies lijden. Hijzelf zal worden gered, maar dan wel als door vuur heen.” (1 Korinthiërs 3:12-15)

Jehovah’s Getuigen opereren momenteel nog onder de ‘bedrieglijke invloed’ dat Christus al in het jaar 1918 met het vuur van de louteraar zou zijn gekomen. Het is overbodig om te vermelden dat de feitelijke en authentieke komst van Christus ervoor zal zorgen dat hij het bedrog van het Wachttorengenootschap omtrent de 1914-doctrine met vuur zal verteren alsof het louter hooi en stoppels zijn. En ook zullen de afvalligen die willens en wetens dit bedrog in de naam van Jehovah hebben opgelegd, worden geconfronteerd met de glorierijke manifestatie van Jezus Christus zelf. Ze zullen worden verteerd door het vuur van zijn aanwezigheid.

In de nasleep van hun vernietiging zullen degenen wier geloof de vurige loutering zal overleven, het Koninkrijk van God, zoals in de profetie wordt beschreven, aanschouwen als een blijvende tent, waarbij het nieuwe Jeruzalem zal neerdalen op een manier die overeenkomt met Openbaring 21: 1-4. We lezen verder in Jesaja 33:17-20: Met eigen ogen zul je een koning in al zijn pracht zien, je zult een land zien dat ver weg is. Je zult je de angst herinneren: ‘Waar is de secretaris? Waar is degene die de schatting afwoog? Waar is degene die de torens telde?’ Je zult dat onbeschaamde volk niet meer zien, een volk dat een taal spreekt die onbegrijpelijk is, dat spreekt met een tong die stottert, die je niet kunt verstaan. Kijk naar Sion, de stad van onze feesten! Met eigen ogen zul je Jeruzalem zien als een vredige verblijfplaats, een tent die niet wordt verplaatst. De tentpinnen zullen nooit uitgetrokken worden en de touwen zullen niet kapotgetrokken worden.

De nacht van de angst zal plaatsmaken voor de dageraad van de nieuwe wereld. De tijd van de slechte slaven en hun trieste tirannie zal voorbij zijn. Het gehele goddeloze systeem dat de wereld eeuwenlang heeft gedomineerd, zal zijn verdwenen. De zachtmoedigen zullen de verbranding van het Wachttorengenootschap gaan overleven en zij zullen de middelen en de rijkdommen erven die de goddelozen zullen hebben achtergelaten. Op die manier zullen ze daarom ook de plunderaar gaan plunderen. En Jehovah zal hun zijn barmhartigheid betonen. Jesaja 33 sluit daarom ook af met de volgende woorden:

“In die tijd zal er een rijke buit verdeeld worden, zelfs de kreupelen zullen veel buit meenemen. En geen inwoner zal zeggen: ‘Ik ben ziek.’ De bewoners van het land zullen vergeving krijgen voor hun zonden.” (Jesaja 33:23-24)