Dagtekst zaterdag 18 november 2023

Hoed de kudde van God die aan jullie is toevertrouwd. — 1 Petr. 5:2.

Jehovah’s volk is verenigd in de aanbidding van de ene ware God. Jehovah heeft de ouderlingen de zware verantwoordelijkheid gegeven de gemeente rein te houden. Als een christen een ernstige zonde begaat, verwacht Jehovah dat de ouderlingen vaststellen of hij in de gemeente kan blijven. Ze moeten onder andere te weten komen of hij echt spijt heeft van wat hij heeft gedaan. Misschien zegt hij dat hij berouw heeft. Maar haat hij echt wat hij heeft gedaan? Is hij vastbesloten niet opnieuw in dezelfde zonde te vervallen? Als slechte omgang tot zijn zonde heeft geleid, is hij dan bereid de contacten te verbreken? De ouderlingen nemen gebedsvol in overweging wat de feiten zijn, wat de Bijbel zegt en welke houding de kwaaddoener heeft tegenover wat hij heeft gedaan. Daarna besluiten ze of hij in de gemeente kan blijven. In sommige gevallen moet hij worden uitgesloten (1 Kor. 5:11-13). w22.02 5 ¶11-12

Het weiden van Gods kudde is een zéér zware verantwoordelijkheid. Dat is ook de reden waarom Jakobus de broeders waarschuwde dat ze niet allemaal leraren moesten worden, aangezien leraren een veel zwaarder oordeel zullen ontvangen. Daarnaast is het ook nog zo dat de ‘leraren van de leraren’ het zwaarste oordeel zullen ontvangen; dit ligt ook in overeenstemming met het principe dat Jezus ons gaf in het twaalfde hoofdstuk van Lukas. Jezus besprak daar de proportionaliteit van de slagen die aan de dwalende slaven zullen worden uitgedeeld: Als er veel aan iemand wordt gegeven, zal er veel van hem worden geëist, en als er veel aan iemand wordt toevertrouwd, zal er meer dan gebruikelijk van hem worden geëist.

In het jaar 2005 riep ik op tot de vorming van een rechterlijk comité in New York om daarmee onderzoek te doen naar de bereidwillige samenwerking van het Besturende Lichaam met de Verenigde Naties; een partnerschap dat van het Wachttorengenootschap vereiste dat het zijn eigen middelen moest inzetten om daarmee positieve voorlichting te geven aan hun achterban over de Verenigde Naties en al haar vele programma’s en initiatieven.

Gedurende tien jaar lang voldeed het Wachttorengenootschap plichtsgetrouw aan de voorwaarden die door het Departement voor Publieke Informatie (D.P.I.) van de V.N. UN logowaren opgesteld. Deze voorwaarden waren specifiek bedoeld voor aangesloten NGO’s (Non Gouvernementele Organisaties) op geassocieerd niveau, waartoe de Wachttoren-organisatie destijds ook behoorde. Miljoenen onwetende Jehovah’s Getuigen, verkondigers en pioniers, werden in die periode door het Wachttorengenootschap ingezet als verspreiders en koeriers van tijdschriften die waren doorspekt met specifieke informatie en zelfs met enkele schitterende diepgaande artikelen over alle prachtige dingen die de Verenigde Naties voor de mensheid doet.

Uiteraard is er nooit onderzoek gedaan naar de afvalligheid van het Besturende Lichaam. Juist het tegenovergestelde is gebeurd. In plaats van dat er een onderzoek kwam naar de samenwerking tussen het Besturende Lichaam en het wilde beest (V.N.) gaf Bethel het bevel aan de ouderlingen van mijn gemeente om zo snel mogelijk een juridisch comité bijeen te roepen, wat er uiteindelijk toe leidde dat ik werd uitgesloten.

Het punt waar het hier om gaat is dat het menselijkerwijs onmogelijk is om datgene op te lossen wat er momenteel mis is met het leiderschap van de Jehovah’s Getuigen. Dat komt door de aanwezigheid van Satan en degenen die onder zijn invloed staan. Net zoals in de dagen van de apostel Paulus het geval was met de zogenoemde “superapostelen” binnen de gemeente Korinthe, zo hebben in deze moderne tijd de handlangers van Satan zichzelf ook op een sluwe wijze naar binnen weten te werken binnen de Wachttoren-organisatie. Deze handlangers van Satan bekleden verschillende leiderschapsposities en zij doen zich naar buiten toe slechts voor alsof zij gezalfde dienaren van Jehovah zijn.

Sinds het moment dat hun geheime alliantie met de Verenigde Naties in het jaar 2001 publiekelijk aan het licht kwam, heeft het Wachttorengenootschap alleen nog maar zonde bovenop zonde gestapeld, zoals de Bijbel zegt. Het onteigenen van duizenden Jehovah’s Getuigen uit hun Koninkrijkszalen betreft een misdaad die zeker nog moet worden geadresseerd. Op dezelfde manier heeft het Besturende Lichaam met hun recente pleidooi voor de gentherapie-injecties ook nog bloedschuld toegevoegd aan hun lijst met zonden. Op een bepaald moment houdt dit alles natuurlijk een keer op en zal de emmer met zonden overlopen. Gelukkig kan Jezus onmogelijk worden omgekocht. Ook kan Jezus niet voor de gek worden gehouden en ook is Jezus, in tegenstelling tot de Jehovah’s Getuigen, absoluut niet vatbaar voor de ‘gaslighting’ van het Wachttorengenootschap. Zijn vurige ogen kunnen in elke donkere uithoek en in iedere verborgen uitsparing kijken. Er zal dan ook geen enkele plek zijn waar iemand zichzelf zou kunnen verbergen zodra Christus komt om de rekeningen te vereffenen.

Mijn volk wordt uitgebuit door de opzichters en wordt geregeerd door vrouwen. Mijn volk, jullie leiders laten je ronddolen, ze brengen jullie op een dwaalspoor. Jehovah neemt zijn plaats in om zijn rechtszaak te voeren en staat op om een vonnis te vellen over volken. Jehovah zal een oordeel uitspreken over de oudsten en leiders van zijn volk. ‘Jullie hebben de wijngaard platgebrand. En wat jullie van de armen hebben gestolen, ligt in jullie huizen. Hoe durven jullie mijn volk te vertrappen en arme mensen tot stof te vermalen?’, verklaart de Soevereine Heer, Jehovah van de legermachten.” (Jesaja 3:12-15)