Dagtekst donderdag 5 oktober

Hij kreeg medelijden met ze. En hij ging hun veel dingen leren. — Mark. 6:34.

De tweede motivatie om anderen de waarheid te leren is naastenliefde. Toen Jezus en zijn discipelen eens moe waren na een intensieve predikingstocht, zochten ze een plek om uit te rusten. Maar een grote groep mensen vond ze. Jezus kreeg medelijden met ze en ging ze ‘veel dingen’ leren. Hij had zich in de situatie van de mensen verplaatst. Hij zag hoeveel ze te lijden hadden — hoeveel behoefte ze hadden aan hoop — en hij wilde ze helpen. De situatie is nu niet anders. Ook al lijkt het met mensen goed te gaan, ze zijn als hulpeloze, verloren schapen zonder herder. Paulus zei dat ze zonder God waren en geen hoop hadden (Ef. 2:12). Als je nadenkt over de geestelijke toestand van mensen in je gebied, zal liefde en medegevoel je motiveren ze te helpen. En de beste manier om ze te helpen, is door ze Bijbelstudie aan te bieden. w21.07 5 ¶8

Jehovah heeft heel veel moeite gedaan om redding mogelijk te maken. Datzelfde geldt ook voor Jezus. Om zijn voornemens te verwezenlijken, namelijk het scheppen van een Koninkrijk dat bestaat uit 144.000 koningen en priesters en het voorbereiden van een volk dat in aanmerking komt om de hele aarde te mogen erven, heeft God een organisatie van geestelijk gekwalificeerde mannen in het leven geroepen om te dienen als gidsen. De Geschriften vergelijken Gods volk met schapen en degenen aan wie ze zijn toevertrouwd worden gesymboliseerd als herders. Christus verwacht van zijn herders dat ze goed voor de schapen van zijn Vader zullen zorgen. Zodra de bestemde tijd aanbreekt, zal de grote Herder de leiding over zijn kudde overnemen om hen vervolgens te begeleiden richting groenere weiden.

Toen Jezus nog op aarde was, sprak hij tegen zijn discipelen over de dingen die zouden gaan plaatsvinden, zodat de discipelen hun geloof in Jezus konden versterken zodra ze met eigen ogen zagen dat de dingen waarover Jezus sprak ook echt daadwerkelijk uitkwamen. De heilige geest hielp daarnaast de discipelen ook nog te begrijpen hoe de vooraf opgetekende profetieën in vervulling gingen.

Ook wij bevinden ons tegenwoordig in een situatie waarin we toegang hebben tot de dingen die werden voorzegd, waarvan een groot deel bestemd is voor de grote finale, oftewel de ‘tijd van het einde’ ook wel de ‘laatste dagen’ genoemd. Het onderliggende probleem in deze kwestie is dat degenen die zijn aangesteld om Gods schapen te voeden, tegelijkertijd het woord van God voor hen hebben verborgen. En nee, het is dan ook niet zo dat ze met de Bijbel hebben geknoeid, zoals sommige ongeïnformeerde personen zijn misleid om te geloven; integendeel juist, omdat de herders aan de top zichzelf de exclusieve rechten hebben toebedeeld om als enige de bijbelse profetieën te mogen interpreteren, hebben zij zich ook schuldig gemaakt aan een aanzienlijke misleiding.

Jehovah God heeft zich van tevoren uitgesproken over de toestand van Gods kudde op het moment dat de grote Herder bij zijn huis arriveert om deze te inspecteren. Jehovah heeft bijvoorbeeld het volgende verklaard: Wee de de slapende herderherders van Israël, die voor zichzelf zorgen! Moeten de herders niet voor de kudde zorgen? Jullie eten het vet, kleden je met de wol en slachten het vetste dier, maar jullie verzorgen de kudde niet. Het zwakke schaap sterken jullie niet, het zieke genezen jullie niet en het gewonde verbinden jullie niet. Het verdwaalde schaap brengen jullie niet terug en het verloren schaap zoeken jullie niet. Jullie behandelen ze hard en wreed. Ze raakten verstrooid omdat er geen herder was. Ze raakten verstrooid en werden voedsel voor de wilde dieren van het veld. Mijn schapen dwaalden rond op alle bergen en op elke hoge heuvel. Mijn schapen waren verstrooid over de hele aarde en niemand keek naar ze om of ging naar ze op zoek.” (Ezechiël 34:2-6)

De uitleg van het Wachttorengenootschap over dit gedeelte van de profetie is ronduit lachwekkend te noemen. Fred Franz is zonder enige twijfel degene geweest die de term ‘politieke herders’ heeft verzonnen. Volgens de interpretatie van het Wachttorengenootschap zou Jehovah God zijn eigen schapen hebben toevertrouwd aan de ‘politieke herders’ van de heidense christenheid, waaronder de allerwreedste tirannen die gedurende een lange periode met ijzeren vuist over de christelijke wereld hebben geheerst. Wanneer we weten dat Jehovah God zich erg bekommert om Zijn eigen schapen, waarom zou Hij dan van meedogenloze tirannen die onder Satans heerschappij staan verwachten dat zij zijn kwetsbare schapen zullen verzorgen en voeden? Die interpretatie van het Wachttorengenootschap slaat daarom ook helemaal nergens op!

In het meest recente commentaar van het Wachttorengenootschap op het boek Ezechiël, in de uitgave genaamd De zuivere aanbidding van Jehovah – Eindelijk hersteld!, hebben ze op sluwe wijze hun gewauwel over deze zogenaamde ‘politieke herders’ maar achterwege gelaten en hebben ze Jehovah’s veroordeling en afwijzing van de zichzelf voedende herders verdoezeld doordat ze de betekenis van deze term slechts hebben toegepast op het verre verleden. Het moge echter duidelijk zijn dat deze profetie niet daadwerkelijk in vervulling ging toen de Israëlieten vanuit Babylon naar Palestina terugkeerden, omdat, zoals de zieners van Bethel dit ook heel goed weten, God Zelf zijn verstrooide schapen bijeenverzamelt en ze toevertrouwt aan de zorg van degene die Jehovah ‘mijn dienaar David’ noemt. Om hun mythe rondom het jaar 1914 te ondersteunen, beweert het Besturende Lichaam dat deze profetie in het jaar 1919 in vervulling zou zijn gegaan.

Ironisch genoeg zal in de nabije toekomst gaan blijken dat het juist de valse profetische interpretatie van het Wachttorengenootschap is, die in alle opzichten verstrekkende gevolgen zal hebben en die er in de eerste plaats toe zal bijdragen dat de kudde van Jehovah verstrooid zal raken en ten prooi zal vallen aan wilde beesten. Maar hoezo dan?  

Welnu, wat zal er dan gaan gebeuren met de acht miljoen Jehovah’s Getuigen die al hun vertrouwen stellen in het Besturende Lichaam en die naar hen opkijken als zijnde onfeilbare geestelijke gidsen, zodra zal gaan blijken dat alle dingen die in de Schrift zijn voorzegd in vervulling gaan op een wijze waarvan de ‘dwaze profeten’ de kudde eerder nog hadden verzekerd dat dit nooit kon gebeuren?

Zoals wat dan?

Nou, bijvoorbeeld dat natie zal strijden tegen natie en koninkrijk tegen koninkrijk, dat er in de ene plaats na de andere plaats voedseltekorten zouden uitbreken (dus ook in het rijke Westen), dat er sprake zal zijn van zware pestilenties, enz., enz. Vele Jehovah’s Getuigen zullen op dat moment tot struikelen komen. Ze zullen zich dan gaan afvragen hoe het überhaupt mogelijk is dat de woordvoerders van Jehovah’s aardse organisatie het zo ontzettend bij het verkeerde eind hebben. Velen van hen zullen zichzelf op dat moment zelfs serieus gaan afvragen of Jehovah überhaupt wel bestaat. De herders die vooral druk bezig zijn met het voeden en verzorgen van zichzelf hebben de kudde klaargestoomd voor de grote slachting. Dat zal dan ook het uiterst deplorabele moment zijn waarop de echte Herder zijn grootse opwachting zal maken. Hij zal zich dan gaan laten zien!