Opmerking van de Nederlandse vertaler: Klik op de bovenstaande afspeelknop als u naar dit artikel wilt luisteren.

Dagtekst dinsdag 8 december 2020

Heer, naar wie zouden we moeten gaan? Jij hebt woorden van eeuwig leven. — Joh. 6:68.

Sommigen in deze tijd hebben aanstoot genomen aan een nieuw begrip van een Bijbelgedeelte. Er zijn er ook die de kant kozen van afvalligen en andere tegenstanders die onze opvattingen verkeerd voorstellen. Hierdoor begonnen ze zich bewust ‘terug te trekken’ van Jehovah en de gemeente (Hebr. 3:12-14). Het zou veel beter zijn geweest als ze Petrus’ geloof en vertrouwen hadden nagevolgd. Anderen hebben de waarheid geleidelijk verlaten. Misschien hadden ze niet eens door wat er gebeurde. Ze zijn te vergelijken met een boot die langzaam van de rivieroever wegdrijft. De Bijbel beschrijft die geleidelijke verandering als ‘afdrijven’ (Hebr. 2:1). Anders dan iemand die zich doelbewust terugtrekt van de waarheid, doet iemand die afdrijft dat niet met opzet. Maar hij laat zijn band met Jehovah verzwakken en loopt gevaar die zelfs te verliezen. w18.11 9, 10 ˚5, 6

Ongetwijfeld zullen er sommigen zijn die waarschijnlijk gestruikeld zijn als gevolg van een wijziging van een of andere triviale Wachttoren-leerstelling. Er is daarnaast echter nog een veel grotere groep mensen die tot struikelen zijn gebracht door de schaamteloze hypocrisie van het Wachttorengenootschap. Dit blijkt vooral heel duidelijk uit de harteloze manier waarop de advocaten van het Wachttorengenootschap de slachtoffers van kindermisbruik hebben vervolgd waarbij ze daarnaast ook nog keihard zijn blijven ontkennen dat ze ook maar enige verantwoordelijkheid dragen in al deze zaken.

Er bestaat ook geen twijfel over dat de regeringsautoriteiten die rechtstreeks betrokken zijn geweest bij het ontmaskeren van deze pedofiele doofpot, door de Jehovah’s Getuigen zelf worden beschouwd als ‘tegenstanders’ die een verkeerd beeld schetsen van de Wachttoren-organisatie. Volgens het Besturende Lichaam heeft elke Jehovah’s Getuige die partij kiest voor deze misbruikslachtoffers of hun advocaten, zijn of haar eigen geloof verloochend.

Hoeveel beter zou het zijn geweest indien het Besturende Lichaam gewoon hun eigen zonden zouden toegeven om vervolgens om vergeving te smeken van de broeders en zusters en vooral die tienduizenden arme slachtoffers. Natuurlijk zal dat nooit gebeuren. Het leiderschap heeft zich gecommitteerd aan een leugen en ze zijn voorbestemd om hier tot het bittere einde aan te blijven vasthouden. Ze hebben een verbond gesloten met de dood en ze verwachten tegelijkertijd dat ze gespaard zullen blijven van de kolkende stortvloed die op het punt staat ontketend te worden.

Houd hier echter goed in gedachten dat de werkelijke afvalligen juist degenen zijn die het volk van God aansturen en hen leiden en dus niet degenen die tot struikelen worden gebracht en vervolgens besluiten om de organisatie met grote walging te verlaten. In de tijden uit de oudheid waren het vooral de koningen en priesters die de aanzet gaven tot afvalligheid. Ook in deze tijden is dit nog steeds zo.

Als het Wachttorengenootschap zich echt zorgen zou maken over het verlies van het geloof van de Jehovah’s Getuigen dan zouden ze er werkelijk alles aan doen om de deuren van de Koninkrijkszalen weer te openen. Mensen hebben simpelweg een natuurlijke behoefte aan persoonlijk contact van gezicht tot gezicht. Ook moeten verkondigers kunnen zien aan wie ze verkondigen. Het Besturend Lichaam is zich zonder enige twijfel zeer goed bewust van de grote stroom aan personen die zich stilletjes uit de Wachttoren-organisatie terugtrekken. Dit gebeurt opzettelijk en geleidelijk aan. De virtuele online Zoom-aanbidding van het Wachttorengenootschap faciliteert het terugtrekken van deze grote groep Getuigen en maakt het heel makkelijk voor ze. Of wilt u misschien beweren dat het Besturend Lichaam dit allemaal niet ziet? Zijn ze misschien blind? Als het Besturende Lichaam de formele fysieke bijeenkomsten evenals de openbare bediening niet snel zullen gaan hervatten, dan zullen ze er snel genoeg achterkomen dat ze aan de leiding staan van een lege schaapskooi. Wellicht is dat ook de bedoeling van sommigen – om de kudde subtiel aan zijn lot over te laten om de kudde vervolgens naar de slachtbank te leiden.

Ik moet dan ook meteen denken aan de profetie in Zacharia: Want ik laat een herder opstaan in het land. Hij zal de schapen die verdwijnen niet verzorgen. Hij zal de jonge schapen niet zoeken, de gewonde schapen niet genezen en de schapen die kunnen staan niet te eten geven. In plaats daarvan zal hij het vlees van het vette schaap verslinden en de hoeven van de schapen afrukken. Wee mijn waardeloze herder, die de kudde in de steek laat! Een zwaard zal zijn arm en zijn rechteroog treffen. Zijn arm zal volledig verschrompelen en hij zal blind worden aan zijn rechteroog. (Zacharia 11: 16-17)

Gelukkig is het Wachttorengenootschap niet degene die besluit wie eeuwig leven zal ontvangen. Jehovah is diegene. Net zoals het oude Joodse systeem van weleer een tijdelijke bewaarder was van Gods woord, zo is het Wachttorengenootschap alleen maar belast met het toezicht op het wereldwijde predikingswerk en het voeden van de schapen van Christus, waarvoor ze ook verantwoording of rekenschap zullen moeten gaan afleggen. Ze zullen er in ieder geval niet blindelings vanuit moeten gaan dat ze de Meester zullen horen zeggen: “Goed gedaan.”