Houd op met oordelen, zodat je niet geoordeeld wordt, want met het oordeel waarmee jij oordeelt, zul je geoordeeld worden. — Matth. 7:1, 2.
Pas op dat je nooit kritisch of hardvochtig wordt en doe je best net zo barmhartig te zijn als onze God (Ef. 2:4). Barmhartigheid is meer dan alleen een gevoel. Het is weleens ‘medelijden in actie’ genoemd. Heb dus een open oog voor de behoeften van personen in je familie, gemeente of omgeving. Dan zul je heel wat mogelijkheden vinden om barmhartig te zijn. Is er iemand die behoefte heeft aan troost? Kun je iemand praktische hulp bieden, bijvoorbeeld iets te eten brengen of een klusje doen? Zou je een vriend kunnen zijn voor een herstelde broeder of zuster die behoefte heeft aan opbouwende omgang? Kun je de vertroostende boodschap van het goede nieuws met iemand delen? (Job 29:12, 13; Rom. 10:14, 15; Jak. 1:27) Als je alert bent op zulke behoeften, zul je genoeg mogelijkheden vinden om barmhartig te zijn. En als je barmhartig bent, maak je je hemelse Vader blij, want hij is de barmhartige God. w21.10 13 ¶20-22
Jezus haalde hier een heel belangrijk principe aan. Aangezien we allemaal uiteindelijk voor de oordeelstroon van Christus zullen komen te staan, is een factor die heel zwaar mee zal wegen in ons oordeel, de vraag hoe we anderen hebben behandeld. Jezus sprak hier echter wel in termen van individuen — hoe wij als individueel persoon andere mensen behandelen; terwijl het oordelen van een organisatie weer iets van een andere orde betreft. Jezus sprak over iets dergelijks toen hij verklaarde dat een slechte boom geen goede vruchten kan voortbrengen. Aan hun vruchten zult u ze namelijk herkennen.
Ezechiël kreeg de taak om te dienen als wachter. Beginnend bij het 22ste hoofdstuk riep Jehovah hem op om de stad Jeruzalem te oordelen vanwege haar bloedschuld: “‘Mensenzoon, sta je klaar om het oordeel uit te spreken over de stad vol bloedschuld en haar te laten weten welke walgelijke dingen ze heeft gedaan?“ (Ezechiël 22:2)
De stad die vol was met bloedschuld betrof Jeruzalem. Het was de stad waar Jehovah zijn naam liet wonen. Tijdens de afgelopen eeuw vervult het Wachttorengenootschap de rol van de organisatie die geassocieerd wordt met de naam van Jehovah. Daarnaast heeft het Wachttorengenootschap ook nog hetzelfde pad van verdorvenheid en afvalligheid bewandeld als zijn voorloper. De vraag hoeveel van de Jehovah’s Getuigen er exact zijn overleden als gevolg van het opvolgen van de instructies van het Besturende Lichaam met betrekking tot het zich laten injecteren met de dodelijke vaccins, valt menselijkerwijs onmogelijk vast te stellen. Echter weet Jehovah, in tegenstelling tot de mensheid het antwoord op die vraag wel heel goed. Daarnaast zou elke bewuste en oprechte persoon inmiddels ook heel goed moeten weten dat het Besturende Lichaam loog toen ze beweerden dat Jehovah deze zogenaamde vaccins aan zijn volk zou hebben verstrekt als een soort goddelijke voorziening.
Dus ja, ik heb Jehovah’s oordelen uitgesproken over de anti-typische stad die beladen is met bloedschuld. Jehovah gaat verder door Ezechiël ook nog te instrueren met de volgende boodschap:
“Je moet zeggen: “Dit zegt de Soevereine Heer Jehovah: ‘O stad van bloedvergieten, die walgelijke afgodsbeelden maakt om zich te verontreinigen, je tijd komt. Je bloedvergieten maakt je schuldig en je walgelijke afgoden maken je onrein. Je hebt het einde van je dagen versneld en het einde van je jaren is nabij. Daarom zal ik je maken tot een voorwerp van minachting voor de volken en een mikpunt van spot voor alle landen. De landen dichtbij en ver weg zullen je bespotten, want je naam is onrein en je bent vol onrust. Bij jou heeft elk van Israëls leiders zijn gezag gebruikt om bloed te vergieten. Bij jou behandelen ze hun vader en moeder met minachting. Vreemdelingen zetten ze af en vaderloze kinderen en weduwen behandelen ze slecht.” (Ezechiel 22:3-7)
Jehovah’s Getuigen zijn er altijd heel erg trots op dat ze zichzelf hebben bevrijd van de walgelijke afgoden van de heidense christenheid, zoals de verering van Maria en het kind, evenals de aanbidding van het kruisbeeld. Slechts weinigen lijken zich echter te realiseren dat de Wachttoren-organisatie in de loop van de afgelopen jaren geleidelijk aan zelf een afgod is geworden. Dus, in navolging van het patroon van Ezechiël, heb ik aan hen hun eigen bloedschuld bekendgemaakt en daarnaast heb ik hen ook gewezen op de schuld die ze zich op hun hals hebben gehaald vanwege het betreurenswaardige feit dat ze een juridische strijd hebben gevoerd tegen vele slachtoffers van pedofielen. Ook heb ik hen, naast de eerdergenoemde zaken, nog gewezen op vele andere ernstige zonden.
Uiteindelijk zal God hen gaan oordelen naar hoe ze zelf anderen hebben geoordeeld. Dat betekent dat de keiharde oordelen die zij zelf altijd richting de heidense christenheid hebben uitgevaardigd, evenals de meedogenloze manier waarop ze zelf altijd personen hebben geoordeeld die door de Wachttoren-organisatie zijn brandmerkt als “afvalligen”, dat deze mate van strengheid als eerste op henzelf zal worden geprojecteerd. “Ik zal hen behandelen naar hun daden en ik zal hen oordelen zoals zij hebben geoordeeld. Ze zullen moeten weten dat ik Jehovah ben.“ (Ezechiël 7:27)
Leave A Comment