Dagtekst donderdag 20 juni 2024
Ze zullen weten dat er een profeet onder hen is geweest. — Ezech. 2:5.
In de prediking kunnen we tegenstand verwachten. En die tegenstand zou in de toekomst nog kunnen toenemen (Dan. 11:44; 2 Tim. 3:12; Openb. 16:21). Maar Jehovah zal je de hulp geven die je nodig hebt. Waarom kun je daar zeker van zijn? Omdat hij zijn dienaren altijd heeft geholpen hun taken uit te voeren, hoe moeilijk ze ook waren. Neem de profeet Ezechiël, die predikte tot de Joodse ballingen in Babylon. Tot wat voor mensen moest Ezechiël prediken? Jehovah noemde ze ‘onbeschaamd’, ‘hardvochtig’ en ‘opstandig’. Ze waren zo schadelijk als doorns en zo gevaarlijk als schorpioenen. Geen wonder dat Jehovah herhaaldelijk tegen Ezechiël zei dat hij niet bang hoefde te zijn (Ezech. 2:3-6). Ezechiël kon zijn predikingsopdracht uitvoeren omdat hij (1) was gestuurd door Jehovah, (2) de nodige kracht kreeg van zijn geest en (3) zich voedde met zijn woorden. w22.11 2 ¶1-2
Ongeveer vijftig jaar geleden werd in de 15 februari 1973-uitgave van het tijdschrift de Wachttoren de term ‘Ezechiëlklasse’ geïntroduceerd. Maar wat is een “Ezechiëlklasse” eigenlijk? Laat het Wachttorengenootschap het zelf maar uitleggen:
Zoals de vernietiging over het met bloedschuld beladen Jeruzalem kwam, zal er ook zonder mankeren vernietiging over de met bloedschuld beladen christenheid komen. Berichten die uit alle delen der aarde waar de christenheid thans gevestigd is zullen binnenstromen, zullen als waar stempelen dat de gezalfde Ezechiëlklasse een van de Soevereine Heer van het universum afkomstig „wonderteken” te rechter tijd was. De mensen zullen dan Jehovah als de God moeten gaan erkennen die daden van geweld en bloedvergieting niet ongestraft laat.
Tientallen jaren lang heeft het Wachttorengenootschap altijd beweerd dat het oude Jeruzalem de moderne christenheid symboliseerde en dat het gezalfde overblijfsel net als Ezechiël Jehovah’s oordelen tegen het kerkelijke systeem aankondigde. Maar nu zien we echter dat sinds het jaar 2018, met de publicatie van het ‘Zuivere Aanbidding-boek’, en dan in het bijzonder onderwijskader 16A, het Wachttorengenootschap de kerken van de heidense christenheid niet langer meer afgeschilderd als zijnde het anti-typische, oftewel het tegenbeeldige Jeruzalem uit de profetie. Maar vreemd genoeg blijft het Wachttorengenootschap, ondanks deze enorme aanpassing, toch nog steeds beweren dat Jehovah’s Getuigen een hedendaagse Ezechiël zouden vormen. Dat is op zijn minst toch wel een beetje vreemd te noemen.
Sinds e-Watchman online is, is mijn boodschap altijd al geweest dat het oude Jeruzalem de gemeente van Christus symboliseert, oftewel datgene wat het Wachttorengenootschap Jehovah’s aardse organisatie noemt. Net zoals de Joden een bindend verbond met God hadden, zo geldt dat ook voor de gezalfde christenen. En net zoals de Joden op een gegeven ogenblik hun verbond met Jehovah hadden verbroken waarna ze afvalligen werden, zo geldt dit ook ten aanzien van het Wachttorengenootschap.
Wanneer we het dan toch over bloedschuld hebben: het is waar dat de heidense christenheid door haar bloedige geschiedenis heen vele oorlogen heeft gepromoot, en hoewel Jehovah’s Getuigen niet deelnemen aan de bloedige oorlogsaangelegenheden, heeft de leiding van het Wachttorengenootschap zich desondanks toch bloedschuld op de hals gehaald vanwege hun ijverige pleidooi voor de experimentele mRNA-injecties. Hoeveel Jehovah’s Getuigen zijn er inmiddels al gestorven en hoeveel zullen er nog gaan sterven als gevolg van het opvolgen van het vaccinatiemandaat van het Besturende Lichaam? Helaas is het antwoord op die vraag vooralsnog niet bekend. Tegelijkertijd weten we zeker dat Jehovah God het antwoord op die vraag wel zeker weet.
Het Wachttorengenootschap heeft altijd de rol van profeet op zich genomen. Hoewel gezalfde christenen misschien wel worden opgeworpen als een Jeremia-klasse of als een Ezechiël-klasse, is het uiteindelijk het Wachttorengenootschap zelf die de stem van deze zogenaamde profeet-klasse uitdraagt. Dit is wat er in alinea 8 en 9 van de 1 januari 1983-uitgave stond geschreven van het tijdschrift de Wachttoren:
8 De „profeet”, die door Jehovah is verwekt ten behoeve van zulke personen die in hun hart Gods heerschappij zoeken in plaats van ’s mensen heerschappij, is geen individuele man, zoals in het geval van Jeremia, maar een klasse. Evenals de profeet-priester Jeremia hebben de leden van deze klasse zich, door bemiddeling van Christus, volledig aan Jehovah God opgedragen, en doordat zij door Jehovah’s heilige geest tot geestelijke zonen zijn verwekt, zijn zij een deel geworden van „een uitverkoren geslacht, een koninklijke priesterschap, een heilige natie, een volk tot een speciaal bezit” (1 Petr. 2:9). Op dit late tijdstip bevindt zich slechts een overblijfsel van deze „profeet”-klasse op aarde. De „oorlog van de grote dag van God de Almachtige” te Har–mágedon kan niet beginnen voordat deze samengestelde „profeet” zijn werk heeft geëindigd.
9 Eén ding is nu zeker: Indien de „profeet”-klasse, de Jeremiaklasse, thans voor Har–mágedon staat, staat ze ook voor de val van Babylon de Grote.
Deze profeetklasse, oftewel het Wachttorengenootschap, heeft dus een zeer specifieke boodschap gepubliceerd over de vervulling van Bijbelse profetieën. Volgens deze profeet-klasse zou Jezus Christus in het jaar 1914 zijn teruggekeerd en ook zou hij volgens hen de afgelopen 110 jaar al over de wereld hebben geregeerd. De Wachttoren-profeet heeft Jehovah’s Getuigen verzekerd dat het teken van de aanwezigheid van Christus zich in de toekomst onmogelijk opnieuw zou kunnen gaan openbaren. Met andere woorden: er kunnen volgens het Wachttorengenootschap in de toekomst dus geen oorlogen, hongersnoden en geen pestilentiën plaatsvinden op een schaal die de omvang van wat er in het verleden al is gebeurd, te boven gaat. De profeetklasse beweert zelfs dat er geen nieuwe wereldoorlog meer zou kunnen uitbreken, omdat vele landen tegenwoordig over kernwapens beschikken en omdat die landen deze kernwapens in geval van een derde wereldoorlog zeker zouden gaan inzetten wat ontegenzeggelijk zou resulteren in de vernietiging van al het leven op aarde.
Toen ik voor het eerst informatie op e-Watchman begon te publiceren, wist ik al zeker dat er in de toekomst nog een nieuwe wereldoorlog zou gaan uitbreken. Mijn kennis was overigens niet gebaseerd op de actuele gebeurtenissen en ontwikkelingen in de wereld. Omdat ik namelijk wist dat 1914 deel uitmaakte van het voorzegde ‘werk van Satan’ die bedoeld was om een valse parousia, oftewel een valse Tweede Komst van Christus te creëren, werd het mij ook duidelijk dat de symbolische ruiters van de Apocalyps tot op heden dus ook nog steeds niet zijn losgelaten op de aarde. Toen ik een aantal jaren geleden over de Derde Wereldoorlog sprak, hebben de meeste mensen mij waarschijnlijk weggezet als een volslagen idioot. Echter zien we tegenwoordig dat de weinige mensen die zich wel bewust zijn van het zich ontwikkelende conflict op aarde, op dit moment druk bezig zijn met het waarschuwen van de mensheid voor het feit dat een nucleaire oorlog nu toch echt onvermijdelijk lijkt te zijn.
Dus de tijd zal het leren. Het Wachttorengenootschap heeft haar visie op de toekomst uiteengezet, en dat heb ik dus ook gedaan. Zodra de raketten zullen worden gelanceerd, zullen ze zeker weten dat er een profeet onder hen is geweest. Maar dan zullen er ook nog altijd mensen zijn die meteen zullen zeggen: ‘ho ho wacht eens eventjes’…Op welke basis beweert u dan een profeet te zijn?’ Het antwoord op die vraag is heel simpel: Op dezelfde basis als waarop het Wachttorengenootschap beweert de stem van de profetenklasse te zijn.
De profetenklasse is er niet in geslaagd om zich te realiseren dat Jehovah met de Joden in het oordeel is getreden door middel van het zwaard, hongersnood en pestilentiën. Deze woorden komen ook tientallen keren in de profetieën voor, en dan met name in Jeremia en Ezechiël. De ruiters van de Apocalyps vertegenwoordigen oorlog, hongersnood en pestilentie. De profetenklasse in Bethel beweert dat oorlog, hongersnood en pestilentie louter behoren tot de vervlogen dagen uit de geschiedenis. Stelt u zich daarom ook eens hun schrik en angst voor zodra ze zullen worden getroffen door oorlog, hongersnood en pestilentie!
“Ze hebben op de trompet geblazen en iedereen staat klaar, maar niemand trekt ten strijde, want mijn woede richt zich tegen de hele menigte. Buiten is het zwaard en binnen zijn ziekte en honger. Wie op het veld is sterft door het zwaard, wie in de stad zijn worden verteerd door honger en ziekte. De overlevenden die het lukt te ontsnappen, gaan naar de bergen. Als de duiven uit de dalen kermt elk van hen over zijn zonde. Hun handen hangen slap neer en het water loopt langs hun knieën. Ze hebben zakken aan en er gaat een huivering door ze heen. Iedereen wordt te schande gemaakt en alle hoofden zijn kaal.” (Ezechiël 7:14-18)
Het Wachttorengenootschap heeft op de trompet geblazen, dat staat vast. En de Jehovah’s Getuigen staan klaar voor het begin van de verdrukking, althans dat denken ze dan. Overigens, “het water loopt langs hun knieën” betreft een beleefde manier om duidelijk te maken dat de profetenklasse het van angst in hun broek zal doen.
Leave A Comment