Een studieartikel uit de Wachttoren van november 2022 draagt de titel: “Hoe Jehovah je helpt je dienst uit te voeren.” Het bijbehorende bijbelse thema luidt: ze zullen weten dat er een profeet onder hen is geweest. (Ezechiël 2:5)

Er bestaat geen twijfel over dat Jehovah – of beter gezegd Jezus – christenen helpt met het volledig uitvoeren van hun dienst. Het is tenslotte een door God opgedragen werk dat voorbestemd is om tot voltooiing te worden gebracht nog vóórdat het einde begint. Jezus heeft de christenen immers de verzekering gegeven dat hij alle dagen met hen zal zijn, hen zal leiden, ondersteunen, onderwijzen en corrigeren, totdat het einde van het samenstel begint.

Lachwekkend genoeg heeft het Besturende Lichaam, in al hun ijver om op gezaghebbende wijze de Bijbel te gebruiken om Jehovah’s Getuigen in hun bediening te motiveren, een beroep gedaan op de profeet Ezechiël – waarbij ze zelfs suggereren dat Jehovah’s Getuigen profeten zouden zijn. Daar komt echter wel een probleem bij om de hoek kijken. Ezechiël was namelijk geen prediker van goed nieuws. Ook werd Ezechiël destijds niet gestuurd om mensen te onderwijzen die Jehovah helemaal niet kenden — integendeel zelfs. Ezechiël werd aangesteld als wachter voor het huis van Israël — als wachter voor Jehovah’s volk die zich in een verbond met Jehovah bevond; wat destijds ook Jehovah’s aardse organisatie was. God stuurde Ezechiël naar zijn volk omdat ze tegen Jehovah in opstand waren gekomen. Ezechiël kondigde Jehovah’s naderende oordelen over de natiën aan. Tot zover klopt dit ook, echter wel in dien verstande dat het oordeel eerst zou beginnen bij Gods eigen volk. De verwoesters kregen namelijk het volgende bevel: Je moet beginnen bij mijn heiligdom.’ Ze begonnen toen bij de oudsten die vóór het huis waren. Daarna zei hij tegen ze: ‘Verontreinig het huis en vul de voorhoven met de doden. Ga!’ Ze gingen naar buiten en doodden de mensen in de stad. (Ezechiël 9:6-7)

De derde alinea uit het betreffende Wachttoren-artikel vertelt hoe Jehovah Ezechiël specifiek stuurde om zijn boodschap bekend te maken. Het lijkt echter nauwelijks nodig om deze opdracht van Ezechiël nogmaals te citeren alsof deze opdracht van toepassing zou zijn op christenen terwijl we ook weten dat Jezus zijn volgelingen heel erg simpel en duidelijk het gebod had gegeven om discipelen te gaan maken. Er is hier dan ook geen sprake van een grotere autoriteit. In de derde alinea staat verder:

Daarnaast vind je in het boek Ezechiël heel wat keren de uitspraak: ‘Het woord van Jehovah kwam tot mij’ (Ezech. 3:16). En meermaals schreef hij: ‘Het woord van Jehovah kwam opnieuw tot mij’ (Ezech. 6:1). Ezechiël was er ongetwijfeld van overtuigd dat hij door Jehovah was gestuurd. Bovendien had hij als zoon van een priester waarschijnlijk van zijn vader geleerd dat Jehovah zijn profeten door de eeuwen heen verzekerde van zijn steun. Tegen Isaäk, Jakob en Jeremia had Jehovah gezegd: ‘Ik ben met je’.

Aangezien het Wachttorengenootschap hier impliceert dat het woord van Jehovah tot de Jehovah’s Getuigen was gekomen, zouden we ons ook kunnen afvragen op welke manier dit dan zou hebben plaatsgevonden? Komt het woord van Jehovah dan rechtstreeks tot de Jehovah’s Getuigen? Iedereen weet dat dat niet het geval is. Beschouwt het Wachttorengenootschap nog steeds alle gezalfden als een samengestelde Ezechiël-klasse, of is deze zienswijze inmiddels samen met de type/antitype-benadering ook in de prullenbak gegooid? (Klik hier voor alle eerdere artikelen die dieper ingaan op de profetie van Ezechiël)

Aan de andere kant is het woord van Jehovah wel degelijk tot mij gekomen. Toegegeven, oorspronkelijk was ook ik geïndoctrineerd door het Wachttorengenootschap. Dit doctrinaire fundament heeft voor mij vervolgens gediend als basis voor datgene wat aan mij werd onthuld. Het is alsof de onzichtbare boekrol aan mij werd aangereikt die ik vervolgens ook heb ingeslikt. Ik heb de woorden van de profeten verteerd en geïnternaliseerd. Geen enkel mens heeft mij deze dingen geleerd. Deze dingen zijn rechtstreeks tot mij gekomen door middel van de geest en dus niet door middel van een aards kanaal.

Jehovah heeft bijvoorbeeld aan mij geopenbaard dat de onzichtbare 1914 parousia-doctrine van het Wachttorengenootschap berust op louter bedrog. Wanneer namelijk de echte parousia begint, zal Jezus zichzelf gaan openbaren aan de uitverkorenen. Deze diepe waarheid is inmiddels zeer extensief gedocumenteerd. Het Besturende Lichaam heeft op een koppige wijze Gods woord verworpen. Ik heb herhaaldelijk contact met het Besturende Lichaam opgenomen – keer op keer weer. Ze zijn, zoals Jehovah dit ook terecht aan Ezechiël beschreef — koppig en hardvochtig.

witgekalkte muurJehovah heeft me geopenbaard dat de witgekalkte muur die Ezechiël in zijn visioen te zien kreeg en die voortdurend opnieuw werd bepleisterd door de dwaze profeten, in werkelijkheid de 1914-doctrine van het Wachttorengenootschap uitbeeldt. Wie zou kunnen ontkennen dat deze leer (dat het koninkrijk al is gekomen) regelmatig moet worden aangepast om haar überhaupt overeind te kunnen houden?

Verder is een van de allereerste dingen die Jehovah mij heeft laten zien, de profetieën tegen Tyrus en Egypte — uit Ezechiël hoofdstuk 2632. Deze profetieën hebben respectievelijk betrekking op Londen en Amerika. De omverwerping van Satan de Duivel wordt afgebeeld door de bedekkende cherub van Tyrus die brandend richting de aarde wordt geworpen. Ik heb deze zaken tot in detail uitgelegd en onderbouwd en ik heb dit zelfs ook nog in boekvorm geschonken aan alle leden van het Besturende Lichaam. Ze waren hier echter totaal niet in geïnteresseerd.

Hoewel Ezechiël een van de ballingen in Babylon was, bracht God Ezechiël door middel van visioenen terug naar Jeruzalem, de stad waar Jehovah Zijn heilige naam liet wonen. Meer specifiek, Ezechiël boorde figuurlijk een gat door de muur van Jehovah’s tempel om de gruwelijke dingen te kunnen aanschouwen die door de priesters van de tempel werden bedreven.

Hoewel ik zelf geen Wachttoren-insider ben, heeft Jehovah wel als het ware de verborgen zaken onder mijn aandacht gebracht die zich in het binnenste heiligdom afspelen. Jehovah heeft mij de demonische invloed laten zien waaronder het Wachttorengenootschap opereert. Een demonische invloed die zich uit in de vorm van een occulte groep vrijmetselaars die zich in het midden van de Wachttoren-organisatie bevindt. Dit betreft zonder enige twijfel het voorzegde werk van Satan door middel van de profetische ‘mens van wetteloosheid’.

Jehovah heeft me bewogen om hun occulte “oog van Horus” -congreshal in Denemarken bloot te leggen en hun bedrieglijke gebruik van subliminale beelden en sigils te ontmaskeren. Bethel heeft een vorm van kindermisbruik beoefend door het aan pedofielen toe te staan om zich binnen hun eigen gelederen te begeven waarbij de eigen advocaten van Bethel werden geïnstrueerd om de ouderlingen te belemmeren om de externe hulp in te schakelen van Jehovah’s civiele dienaren – de politie en overige professionals.

De vorsten van Bethel zijn handlangers geworden van de dieven van Wall Street. Ze hebben inmiddels al vele honderden gemeenten onteigend van hun eigen Koninkrijkszalen en ze hebben voorzieningen gestolen die op een eerder moment nog plechtig aan Jehovah God waren opgedragen. We zijn inmiddels zelfs op het punt aangekomen waarop Bethel van de vele gemeenten wereldwijd heeft geëist dat ze hun bankrekeningen dienden op te heffen waarbij ze al hun financiële tegoeden aan Bethel moesten overmaken, zodat Bethel dit geld vervolgens kon oppotten om daar weer rente over kunnen innen.

Meest recentelijk nog heeft het Besturende Lichaam onschuldig bloed vergoten door nog meer leugens te verspreiden en te beweren dat Jehovah de zogenaamde vaccins als een voorziening aan zijn eigen volk zou hebben geschonken, zodat alle Jehovah’s Getuigen volgens hun eigen woorden in ‘het land der levenden’ zouden kunnen blijven wonen. De vraag hoeveel Jehovah’s Getuigen er inmiddels al zijn gestorven vanwege het opvolgen van de medische richtlijnen van het Wachttorengenootschap valt op dit moment menselijkerwijs niet te beantwoorden. Echter mogen we er wel heel zeker van zijn dat Jehovah het antwoord op deze vraag wél weet.

Hoewel ik niet beschik over een sluitend zwart-op-wit bewijs, heeft daarentegen het anekdotische bewijs me ervan overtuigd dat het Wachttorengenootschap wel degelijk geld heeft aangenomen om zodoende de dodelijke vaccins onder de Jehovah’s Getuigen wereldwijd te promoten. Hoe waar zijn daarom ook de woorden van Jehovah die Hij door middel van Ezechiël heeft laten optekenen: Bij jou nemen ze steekpenningen aan om bloed te vergieten. Je leent uit tegen rente of om winst te maken en je perst je naasten geld af. Ja, je bent mij totaal vergeten”, verklaart de Soevereine Heer Jehovah. (Ezechiël 22:12)

Het Wachttoren-artikel maakt melding van de hemelse wagen die Ezechiël door middel van zijn visioen voor ogen had. Er wordt door het Wachttorengenootschap beweerd dat deze vurige mobiele troon Jehovah’s snel bewegende hemelse organisatie vertegenwoordigt en dat wij mensen gelijke tred moeten houden. Ook dat vormt nog een ander probleem voor diegenen binnen Bethel die zichzelf beschouwen als profeten.

In de openingsverzen van het 10de hoofdstuk van Ezechiël zweefde de vurige troon boven de stad Jeruzalem. Ezechiël verklaart dit als volgt: Terwijl ik toekeek, zag ik boven het uitspansel boven de hoofden van de cherubs iets dat leek op een saffiersteen boven hen verschijnen, en het zag eruit als een troon. Toen zei hij tegen de man in de linnen kleding: ‘Ga naar binnen tussen het wielwerk, onder de cherubs. Vul je beide handen met de brandende kolen die tussen de cherubs zijn en strooi die uit over de stad.’ Terwijl ik toekeek, ging hij naar binnen.” (Ezechiël 10:1-2)

De hemelse troon gaf het bevel om brandende kolen op de stad en de tempel te strooien, waarbij alles wat met de aanbidding van Jehovah te maken had, werd vernietigd. Aangezien het Wachttorengenootschap onlangs nog hun lang gekoesterde overtuiging overboord heeft gegooid dat Jeruzalem de heidense christenheid zou symboliseren en in het licht van het feit dat Jezus ook voorspelde dat Jeruzalem tijdens de verdrukking zal worden verwoest, wat vertegenwoordigt Jeruzalem dan wél? Ik laat de overpeinzing van die vraag achter in handen van de lezer.