Opmerking van de Nederlandse vertaler: Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op 18 juni 2019.


In het twintigste hoofdstuk van Ezechiël stelt Jehovah de volgende vraag aan zijn wachter: Sta je klaar om ze te oordelen? Sta je klaar om ze te oordelen, mensenzoon? (Ezechiël 20:4)

Ezechiël had de bevoegdheid om hen te oordelen. Omdat hij een Hebreeër was en tevens een zoon van een priester, mogen we er ook vanuit gaan dat Ezechiël heel goed op de hoogte was van de geschiedenis van de oude natie evenals de wetten die God aan hen had gegeven — wetten die de Israëlieten herhaaldelijk in de wind sloegen en die ze op schaamteloze en brutale wijze overtraden. Jehovah God verklaarde ook nog het volgende: Laat ze weten welke walgelijke dingen hun voorouders hebben gedaan. Zeg tegen ze: “Dit zegt de Soevereine Heer Jehovah: ‘Op de dag dat ik Israël uitkoos, heb ik een eed gezworen aan het nageslacht van het huis van Jakob en mij aan hen bekendgemaakt in Egypte. (Ezechiël 20:4-5)

Net zoals Ezechiël heb ik aan het leiderschap van de Wachttoren-organisatie Jehovah’s oordelen bekendgemaakt. Omdat ik het grootste deel van mijn volwassen leven deel heb uitgemaakt van deze organisatie, heb ik daarom ook een diepgaande studie van de Geschriften ondernomen en ben ik ook door en door bekend met de geschiedenis en de leringen van de Jehovah’s Getuigen. Ook ben ik zéér goed op de hoogte van de mate van ontrouw binnen de hogere kringen van de Wachttoren-organisatie.

UN logoIk heb ze geoordeeld op basis van hun eigen leerstellingen. Het Wachttorengenootschap heeft bijvoorbeeld de heidense christenheid keihard veroordeeld ten aanzien van hun politieke betrokkenheid, en dan in het bijzonder voor wat betreft hun steun vanuit de kerken richting de Verenigde Naties (oftewel het wilde beest). Het Wachttorengenootschap heeft publiekelijk geoordeeld dat de geestelijkheid van de christenheid de eeuwige dood verdient. Dus toen vervolgens aan het licht kwam dat het Wachttorengenootschap zelf ook betrokken was bij een geheime politieke samenwerking met de Verenigde Naties, toen veroordeelde ik het Besturende Lichaam ook meteen als huichelaars die Jehovah God hadden bedrogen — gebruikmakend van hun eigen veroordelingen die ze zelf tegen de christenheid hadden uitgesproken. En vergis u niet! Dit is dan ook precies wat Jehovah met hen zal gaan doen: Ik zal hen behandelen naar hun daden en ik zal hen oordelen zoals zij hebben geoordeeld. Ze zullen moeten weten dat ik Jehovah ben.” (Ezechiël 7:27)

Zoals Jehovah zich destijds aan de Israëlieten in Egypte bekendmaakte, zo heeft Jehovah ook door middel van zijn geest onder de Jehovah’s Getuigen gewandeld. Hij heeft ons door middel van Christus onderwezen en Hij heeft zich, althans tot op zekere hoogte, voldoende geopenbaard zodat we zijn wil evenals zijn persoonlijkheid hebben mogen leren kennen – zijn rechterlijke beslissingen.

Helaas kunnen we dan ook niet anders dan constateren dat de Jehovah’s Getuigen zichzelf op dezelfde manier hebben verontreinigd als de Joden destijds; vanwege hun organisatorische afgoderij, vanwege een vorm van kinderoffers, vanwege het sluiten van politieke overeenkomsten, vanwege het verkondigen van een vals visioen (1914) en daarnaast ook nog vele andere ernstige zaken.

Toen ik ongeveer twintig jaar geleden voor het eerst persoonlijk probeerde te redeneren met het Besturende Lichaam van Jehovah’s Getuigen, sprak ik op een bepaald moment met een Besturend Lichaam-lid aan de telefoon. Hij werd verontwaardigd toen hij besefte dat een doodgewone Jehovah’s Getuige zomaar het lef had om de waarheid van de leringen van het Besturende Lichaam zonder pardon in twijfel te trekken. Hij verklaarde vervolgens dat indien Jehovah zou willen dat ze iets te weten zouden komen, dat Hij het dan wel rechtstreeks aan hun zou openbaren en in ieder geval niet via een of andere buitenstaander — of iemand die alleen maar denkt dat hij gezalfd is, of wat dan ook.

Ik merkte tijdens de speciale jaarvergadering van het Besturende Lichaam in 2018, dat Besturend Lichaam-lid Anthony Morris meerdere keren benadrukte dat ze onder leiding van veel gebed uiteindelijk hadden bepaald wie nou de koning van het noorden was. En ook in de “Zuivere aanbidding-publicatie” herhaalt het Besturende Lichaam meerdere malen dat de „aanpassingen” die zij hebben doorgevoerd, pas tot stand waren gekomen na heel veel „meditatie en gebed”. Ze impliceren daarmee dat Jehovah God hun gebeden heeft verhoord en dat Hij hen de waarheid heeft gekanaliseerd die anderszijds niet beschikbaar is voor andere mannen die minder verheven zijn als zij. Men had toch mogen verwachten dat, gezien hun jarenlange ervaring en de collectieve inbreng van nog vele anderen binnen Bethel, dat het Besturende Lichaam na al het ‘bidden en mediteren’ het in ieder geval bij het juiste eind zou hebben. Of zou het dan misschien toch zo kunnen zijn dat Jehovah God hun verzoeken helemaal niet heeft verhoord? Dat was namelijk het geval ten aanzien van het oude Israël. Nadat Jehovah zijn afschuw had laten blijken in verband met hun afgoderij. Jehovah God verklaarde toen ook nog het volgende: Moet ik dan reageren op jullie vragen, huis van Israël?’” “Zo zeker als ik leef,” verklaart de Soevereine Heer Jehovah, “ik zal niet reageren op jullie vragen. En wat jullie in gedachten hebben als jullie zeggen: ‘Laten we als de volken worden, als de families van de andere landen, die hout en steen aanbidden’, zal nooit gebeuren.” (Ezechiël 20:31-32)

Jehovah werd de God van Israël genoemd. Echter betekende dat niet dat Hij zichzelf dan maar door loutere mensen zou laten vernederen of lasteren. Gods waardigheid stijgt namelijk ver boven de hemel uit. Mensen kunnen dan ook alleen maar met Hem handelen op Zijn voorwaarden en condities.

In veel opzichten hebben de leiders van het Wachttorengenootschap zich aanmatigend opgesteld richting Jehovah God. Omdat ze een succesvolle uitgeverij zijn geworden die zich als bedrijf kan meten met andere succesvolle ondernemingen binnen deze wereld, hebben ze Jehovah tegelijkertijd ook gedegradeerd tot een soort status van bedrijfsmascotte. Gods heilige naam werd ingewijd en opgenomen in hun eigen gepatenteerde JW.org bedrijfslogo. Ze zijn ervan uitgegaan dat Jehovah God het aan hen verplicht is om hen te allen tijde te antwoorden, als een soort van geest die uit een magische lamp springt wanneer er krachtig over wordt gewreven.

Zou Jehovah dan op hun gebeden moeten reageren terwijl Hij ook het enorme bedrog ziet dat het Wachttorengenootschap sinds 1914 heeft voortgezet samen met nog meer zonden en dwalingen? Is Jehovah dan daartoe verplicht? Het simpele feit dat het Besturende Lichaam na al die jaren nog steeds op de hemel aan het wachten is om aan hen te openbaren wat ik zelf al jarenlang weet, laat duidelijk zien dat Jehovah God niet op hun verzoeken reageert.

Door te verklaren “het zal nooit gebeuren”, gaf God daarmee verder uitdrukking aan zijn vastbeslotenheid om datgene af te maken wat Hij in verband met Israël was begonnen. Hij zou hen dan ook niet toestaan ​​om op dezelfde koers verder te gaan. Daarom lezen wij: Zo zeker als ik leef,” verklaart de Soevereine Heer Jehovah, “ik zal als koning over jullie heersen met een sterke hand, met een uitgestrekte arm en met het uitstorten van woede. Ik zal jullie wegleiden uit de volken en jullie bijeenbrengen uit de landen waarheen jullie verstrooid zijn met een sterke hand, met een uitgestrekte arm en met het uitstorten van woede. Ik zal jullie naar de woestijn van de volken brengen en jullie daar persoonlijk voor het gerecht dagen. Zoals ik jullie voorouders in de woestijn van Egypte voor het gerecht heb gedaagd, zo zal ik jullie voor het gerecht dagen”, verklaart de Soevereine Heer Jehovah. “Ik zal jullie onder de herdersstaf laten doorgaan en jullie de verplichtingen van het verbond opleggen. Maar wie tegen mij in opstand komen en zondigen zal ik uit jullie midden verwijderen. (Ezechiël 20:33-38)

Het Wachttorengenootschap heeft luid verkondigd dat Jehovah in het jaar 1914 Koning werd —door middel van Jezus uiteraard. Aan de hand van de manier waarop Jehovah handelde met het oude Israël laat dit echter ook zien dat Gods koningschap inhoudt dat Hij zijn eigen volk aan het vuur onderwerpt. Door te verklaren dat Hij zijn volk onder de herdersstaf zal laten doorgaan, weten we dat dit refereert aan het werk van een letterlijke herder die zijn staf zou gebruiken om zijn eigen schapen van elkaar te scheiden terwijl ze voorbij lopen, waarbij hij het ene schaap naar de ene kant begeleidt terwijl hij het andere schaap naar de andere kant begeleidt. Een herder zou tegelijkertijd zijn herdersstaf ook nog kunnen gebruiken om de schapen te scheiden van de bokken.

Jezus vertelde ooit een verhaal over een vijand die een korenveld met onkruid bezaaide. Toen zijn apostelen hem vroegen om de betekenis ervan uit te leggen, zei Jezus dat de oogsters engelen zijn. Tijdens de oogst, welke een besluit van het samenstel van dingen voorstelt, zullen de engelen al het onkruid bijeen verzamelen en samenbundelen en het vervolgens in het vuur gooien. Het Besturende Lichaam beweert dat deze engelen al in 1914 in actie kwamen en dat alle valse christenen van de heidense christenheid toen al bijeen werden verzameld en dat de tarwe, namelijk de ware zonen van het Koninkrijk, zo’n 100 jaar geleden al werden onderscheiden.

Blijkbaar hebben maar heel weinig Jehovah’s Getuigen zichzelf ooit gerealiseerd hoe ontzettend absurd deze leer van het Wachttorengenootschap feitelijk is. Wat het Wachttorengenootschap hier dus feitelijk zegt, is dat hoewel de Bijbelonderzoekers destijds al als een sekte waren afgezonderd en afgescheiden van de heidense christenheid, dat God destijds dus elke persoon binnen de christenheid zou hebben veroordeeld tot de eeuwige dood, wat wordt gesymboliseerd aan de hand van hun wenen en tandengeknars. Wat daarnaast nog veel belachelijker is, is het feit dat het Wachttorengenootschap dus ook leert dat die hele toenmalige generatie van onkruidachtige christenen hoe dan ook op een natuurlijke wijze is uitgestorven, terwijl de oogstende engelen blijkbaar nog steeds door zouden gaan met het ontwortelen van onkruid dat jaar na jaar, iedere keer maar weer opnieuw uit de grond blijft opkomen. En ondanks het feit dat het Wachttorengenootschap leert dat dit eeuwenlange proces van het ontwortelen en het samenbundelen van het onkruid alsmaar doorgaat, zou dit dus ook moeten betekenen dat al het gebundelde onkruid van de afgelopen meer dan 100 jaar nog steeds niet in het vuur is gegooid. En jaar na jaar blijft het Wachttorengenootschap deze nonsens maar oplepelen. Sterker nog: ze konden zelfs de verleiding niet weerstaan om het ook nog eens te vermelden in hun ‘Zuivere aanbidding-publicatie’ (Blz. 105):

Zoals Jezus in zijn illustratie van de tarwe en het onkruid had voorspeld, was het heel lang niet mogelijk geweest om de tarwe van het onkruid te onderscheiden — ware gezalfde christenen van namaakchristenen. Maar in 1914 was de oogsttijd aangebroken en was het onderscheid duidelijk. In de decennia vóór 1914 hadden trouwe Bijbelonderzoekers de grove fouten van de christenheid aan de kaak gesteld en waren ze begonnen zich af te scheiden van die verdorven organisatie. Het was nu Jehovah’s tijd om hen volledig te herstellen. Begin 1919, toen ‘de oogsttijd’ nog maar een paar jaar bezig was, werd Gods volk volledig bevrijd uit gevangenschap in Babylon de Grote. De ballingschap was voorbij!

Het feit dat hier overeind blijft staan is dat het voor ons mensen op dit moment nog steeds niet mogelijk is om echte gezalfde christenen te kunnen onderscheiden van de ‘namaakchristenen’. Enkel en alleen Jehovah weet precies wie er aan Hem toebehoren. Net zoals de vroegere superapostelen zich destijds hadden vermomd als dienaren van rechtvaardigheid en hun bedrog voor de Korinthiërs onopgemerkt bleef, zo groeit en bloeit er momenteel ook enorm veel onkruid onder de Jehovah’s Getuigen. De Tweede Komst van Christus zal de daadwerkelijke oogst initiëren en de rebellerende opstandelingen zullen dan definitief worden opgeruimd. Of zoals Jezus ooit over de machtige oogstende engelen verklaarde: en ze zullen alle struikelblokken en iedereen die wetteloos leeft, uit zijn Koninkrijk verzamelen en in de brandende oven gooien. Daar zullen ze jammeren en knarsetanden. In die tijd zullen de rechtvaardigen zo helder als de zon stralen in het Koninkrijk van hun Vader. Laat iedereen die oren heeft, goed luisteren.” (Mattheüs 13:41-43)

Ik heb ze geoordeeld. Of beter geformuleerd: ik heb Jehovah’s oordelen aan hen bekendgemaakt. Ze hebben geweigerd om te luisteren. Ze blijven maar doorgaan met bidden. Maar blijkbaar luistert God niet naar hen.