Mededeling van de Nederlandse vertaler:  De afgelopen zomermaanden was het relatief rustig op deze website en tijdens deze periode zijn er veel minder artikelen verschenen dan u wellicht van mij gewend bent. De komende periode ben ik voornemens om wederom weer meer nieuwe artikelen op deze site te publiceren die commentaar geven en dieper ingaan op de dagtekst (2023) van het Wachttorengenootschap.

Met vriendelijke groet, Paul Hettinga


DAGTEKST 25 JULI 2023

WIE IS ZO BLIND ALS DE DIENAAR VAN JEHOVAH?

Een geknakt riet zal hij niet afbreken en een lamp met een smeulende pit zal hij niet doven. — Matth. 12:20.

Het is belangrijk geduldig en vriendelijk te zijn als iemand zich in eerste instantie tegen Bijbelse raad verzet. Raak als ouderling niet geïrriteerd wanneer je raad niet meteen wordt geaccepteerd of opgevolgd. Een ouderling zou in zijn persoonlijke gebeden kunnen vragen of Jehovah degene die raad nodig heeft wil helpen te begrijpen waarom hij raad krijgt en wil helpen de raad toe te passen. De broeder die raad krijgt heeft misschien tijd nodig om na te denken over wat er is gezegd. Als de ouderling geduldig en vriendelijk is, maakt hij het voor de broeder makkelijker zich te richten op de boodschap. Natuurlijk moet de raad altijd gebaseerd zijn op Gods Woord. Geef raad die niet alleen nuttig is maar ook ‘het hart vrolijk maakt’ (Spr. 27:9). w22.02 18 ¶17; 19 ¶19

Wanneer het Wachttorengenootschap impliceert dat ouderlingen niet zouden bijdragen aan het verpletteren van het hart van verschillende gelovigen of dat zij op geen enkele wijze een aandeel zouden hebben in het doven van de smeulende pit van iemands aangetaste geloof, dan weten we dat dit niet berust op waarheid.

Het geïnspireerde boek Mattheüs citeert de profetie uit Jesaja en paste deze toe op de aardse bediening van Jezus door te verklaren: Veel mensen volgden hem en hij genas ze allemaal, maar hij zei nadrukkelijk dat ze niet bekend mochten maken wie hij was. Zo werd vervuld wat via de profeet Jesaja was gezegd: ‘Kijk! Mijn geliefde dienaar, die ik gekozen heb en die ik heb goedgekeurd! Ik zal hem mijn geest geven en hij zal de volken duidelijk maken wat gerechtigheid is. Hij zal niet ruziën of schreeuwen, en niemand zal op straat zijn stem horen. Een geknakt riet zal hij niet afbreken en een lamp met een smeulende pit zal hij niet doven, tot hij het recht laat zegevieren. En op zijn naam zullen de volken hun hoop vestigen.’” (Mattheüs 12:15-21)

Wat hier echter interessant is, is het feit dat de profetie in het 42ste hoofdstuk van Jesaja in werkelijkheid refereert naar de Tweede Komst van Christus. Zou Jezus de natiën 2000 jaar geleden dan al hebben laten zien wat “gerechtigheid” betekent? Nee, nauwelijks. Jezus onderging namelijk zelf het grootste onrecht dat ooit door de mensheid is begaan. Natuurlijk nodigde Jezus de armen en de onderdrukten uit om zijn volgelingen te worden en op die manier doofde hij ook zeker geen smeulende pit en ook brak hij ook zeker geen geknakt riet af. In tegendeel zelfs. Jezus gaf de mensen juist hoop.

Vanaf het 40ste hoofdstuk van Jesaja spreekt God tot Zijn volk dat zich in ballingschap bevindt in Babylon. Op genadige wijze stuurde Jehovah een redder in de vorm van zijn gezalfde, Cyrus. De bevrijding van de Joden uit gevangenschap in Babylon vormt dan ook een patroon voor de toekomst. Zelfs het Wachttorengenootschap erkent dat feit. In de dagen dat Fred Franz nog diende als Bethels profeet en ziener, had hij het vermoeden dat de toenmalige Bijbelonderzoekers tijdens het tumult van de Eerste Wereldoorlog in geestelijke gevangenschap onder Babylon de Grote waren gekomen. Dit vermoeden werd nog eens versterkt toen bleek dat Rutherford en zeven anderen letterlijk in gevangenschap werden afgevoerd naar een federale gevangenis in de Amerikaanse staat Atlanta. Ze hadden het idee dat ze uit hun gevangenschap onder Babylon werden bevrijd toen Rutherford uit de gevangenis vrijkwam en hij vervolgens het verkondigingswerk opnieuw begon te organiseren. Echter is ook gebleken dat het Wachttorengenootschap de afgelopen jaren de interpretatie van Franz, althans gedeeltelijk, overboord heeft gegooid. Tegenwoordig leert het Besturende Lichaam namelijk dat ze niet in de periode 1916-1919 in ballingschap naar Babylon de Grote zouden zijn gegaan, maar dat christenen in geestelijke ballingschap gingen toen keizer Constantijn de verdorven vorm van het toenmalige christendom kaapte en hij deze vervolgens tot de officiële religie maakte van de heidense Roomse wereld uit die tijd. Tegelijkertijd bleven ze echter wel vasthouden aan de door Franz gestelde datum van hun vrijlating in het jaar 1919.

Het is voor de zieners en visionairs van Bethel dan ook ondenkbaar dat er in de toekomst nog enige soort van gevangenschap onder Babylon zou kunnen gaan plaatsvinden. Dat komt omdat Jehovah God hun hoofden heeft bedekt, om het zo maar eens te formuleren. De Tweede Komst van Christus zal deze sluier echter abrupt gaan oplichten. Christus zal hun geestelijke blindheid namelijk gaan genezen en hij zal hen dan gaan bevrijden uit hun gevangenschap, in welke vorm dat dan ook mag wezen. In de context van de Messias die geen geknakt riet zal afbreken en die geen smeulende pit zal doven, zal God een berisping uitvaardigen en Hij zal Zijn volk een vraag gaan stellen op het moment dat Christus zal zijn teruggekomen. Het betreft de volgende vraag: Doven, luister! Blinden, kijk en zie! Wie is blind behalve mijn dienaar, zo doof als de boodschapper die ik stuur? Wie is zo blind als degene die beloond is, zo blind als de dienaar van Jehovah? Je ziet veel maar je let niet op. Je oren zijn open maar je luistert niet.’(Jesaja 42:18-20)

Het antwoord op die vragen is heel simpel. Niemand is namelijk zo blind als de Jehovah’s Getuigen.

Lees ook: https://e-watchman.nl/2021/04/13/in-die-tijd-worden-de-ogen-van-de-blinden-geopend/

https://wol.jw.org/nl/wol/l/r18/lp-o?q=ezechiel+33%3A31