Opmerking van de Nederlandse vertaler: Dit artikel werd oorspronkelijk gepubliceerd in 2014. Deze Nederlandse vertaling is lichtelijk bijgewerkt.
Toen Jezus door het land Palestina wandelde genas hij zieken en kreupelen. Hij opende de ogen van de blinden en de oren van de doven en hij verdreef met slechts een enkel woord demonen uit hun slachtoffers. Hij wekte zelfs de doden op. Maar hoewel God hem in staat stelde om allerlei verbazingwekkende wonderen te verrichten, stond hij echter niet bekend als de grote wonderdoener; maar hij stond veel meer bekend als de leraar (Rabbi). Zijn methode van onderwijzen opende de geesten en harten van hen die God liefhadden.
Het 35ste hoofdstuk van Jesaja voorzegt een belangrijke geestelijke ontwakening voor het volk van God, zodra de Messias opnieuw naar de aarde zal komen tijdens een van de meest duistere tijdsperiodes uit de menselijke geschiedenis, om Gods volk te redden uit een bijzonder gevaarlijke situatie.
Net zoals in de eerste eeuw zal Jezus dan opnieuw de ogen van de blinden openen en de oren van de doven ontsluiten evenals de kreupelen genezen. Alleen zal dit deze keer in geestelijke zin gaan plaatsvinden. In Jesaja lezen we namelijk: “In die tijd worden de ogen van de blinden geopend en de oren van de doven ontsloten. In die tijd zal de kreupele springen als een hert en de tong van de stomme zal het uitroepen van vreugde. Want in de wildernis zal overal water opwellen, in de woestijnvlakte zal water stromen.“ (Jesaja 35:5-6)
De vraag die we ons hier moeten stellen is deze: “Wanneer zou dit eigenlijk kunnen gaan gebeuren?”
Jehovah’s Getuigen zijn ervan overtuigd dat de profetie ten aanzien van hen al reeds in vervulling is gegaan. Getuigen geloven dat God de ogen van de blinden en de oren van doven primair zou hebben geopend door middel van het Bijbelstudieprogramma en de op de Bijbel gebaseerde publicaties van het Wachttorengenootschap. Feitelijk is het zelfs zo dat er wordt aangenomen dat het Wachttorengenootschap zelf het zogenaamde “geestelijke paradijs” en de “Weg van Heiligheid” is, zoals wordt beschreven in het 35ste hoofdstuk van Jesaja.
Hoewel het klopt dat het Wachttorengenootschap de elementaire waarheid onderwijst, dient het in werkelijkheid ook als een werk van Satan om de waarheid over de Tweede Komst van Christus te verbergen. Het is juist om die reden dat Christus hierdoor wordt gedwongen om hun verblinde ogen te openen en oren te ontstoppen zodra hij in al zijn heerlijkheid naar de aarde zal komen, omdat Jehovah’s Getuigen opereren onder een “bedrieglijke invloed” die voortkomt uit datgene wat door Jehovah’s Getuigen wordt beschouwd als de bron van zuivere waarheid. Laten we eens stilstaan bij een aantal zeer relevante feiten.
Aangezien de profetie zich afspeelt in de context van het feit dat God de verootmoedigde Joden bevrijdde uit hun gevangenschap in Babylon, wordt het Genootschap gedwongen om een gedetailleerde mythe te verzinnen over hoe de grootsere vervulling tot stand zou zijn gekomen toen God de internationale Bijbelonderzoekers uit hun ‘gevangenschap’ bevrijdde uit Babylon in de jaren 1918 tot 1919.
Gedurende vele decennia beweerde het Wachttorengenootschap dat de Bijbelonderzoekers tijdens de Eerste Wereldoorlog in geestelijke gevangenschap verkeerde onder Babylon de Grote, toen acht van de leidende mannen van het Wachttorengenootschap werden gearresteerd en gedurende korte tijd gevangen werden gezet, onder wie ook J.F. Rutherford. Pas vele jaren later, in het jaar 2015, heeft het Besturende Lichaam deze leerstelling echter aangepast. Op dit moment wordt echter aangenomen dat het christendom maar liefst 17 eeuwen geleden onder Babylon de Grote in ballingschap zou zijn gegaan en vervolgens in het jaar 1919 weer zou zijn vrijgelaten. Geen van deze beide leerstellingen kloppen.
De profetie van Jesaja beschrijft degenen die door God worden bevrijd uit Babylon en die vervolgens zullen wandelen op de Weg van Heiligheid, als personen die verkeren in een staat van “eindeloze vreugde”. Jesaja 35:10 zegt bijvoorbeeld: “Degenen die door Jehovah zijn losgekocht zullen juichend terugkomen naar Sion. Hun hoofd is gekroond met eindeloze vreugde. Ze krijgen grote vreugde en blijdschap, verdriet en gezucht verdwijnen.“
Zelfs tijdens de oorspronkelijke eerste vervulling van de profetie werden de gerepatrieerde Joden geconfronteerd met vele moeilijkheden en ontberingen. Het is dus evident dat deze profetie in werkelijkheid doelt op een veel grootsere vervulling. Maar kan er in alle eerlijkheid worden gesteld dat Jehovah’s Getuigen dan helemaal niet worden geconfronteerd met verdriet, lijden en gezucht als gevolg van de verschillende rampen die hen op dit moment ten deel vallen? Om het punt verder te benadrukken: kort na het einde van de Eerste Wereldoorlog werden Jehovah’s Getuigen in Europa onderworpen aan zware vervolging door Hitlers gestapo. Er zal beslist niemand zijn die zo onredelijk is door te beweren dat de vele Getuigen die moedig opkwamen tegen de onderdrukking door de nazi’s, niet in een positie zouden zijn gebracht waarbij zij werden gedwongen om te rouwen en te zuchten vanwege hun vreselijke beproevingen die zij moesten doorstaan.
Wat meer recentelijk gebruikte de Russisch-orthodoxe kerk, ondanks de schaamteloze bewering van het Wachttorengenootschap, dat valse religie vandaag de dag niet langer meer in staat zou zijn om Jehovah’s bevrijde volk te kunnen onderdrukken, haar macht en invloed om Jehovah’s Getuigen als geheel te criminaliseren en door het Wachttorengenootschap in de hele Russische Federatie volledig te liquideren. Zouden we daarom ook in alle oprechtheid mogen stellen dat de hoofden van de vele Jehovah’s Getuigen in Rusland gekroond zijn met ‘eindeloze vreugde’?
Het zou daarom ook veel redelijker zijn door te erkennen dat het hierboven aangehaalde Bijbelvers van toepassing is op de zonen van het Koninkrijk die zullen worden verwelkomd in het hemelse Sion, dat hun goedkeuring symboliseert om te worden opgenomen in het Koninkrijk van Christus. Daarnaast ligt dit ook harmonieus in overeenstemming met wat er in Openbaring 21 staat geschreven over God die elke traan wegwist uit de ogen van degenen die gezegend zijn om onder de heerschappij te leven van het nieuwe Jeruzalem.
Hoewel de Joden in de oorspronkelijke vervulling van deze profetie massaal Babylon hadden verlaten en vervolgens teruggingen naar Jeruzalem om de stad en de tempel te herbouwen, leren we volgens het fabeltje van het Wachttorengenootschap iets heel anders. Hoewel de Bijbelonderzoekers destijds zogenaamd uit Babylon de Grote zouden zijn bevrijd, onderwijst het Wachttorengenootschap daarentegen dat mensen gedurende de afgelopen eeuw aan de lopende band en op individuele basis voortdurend uit Babylon zouden worden bevrijd, enkel door zich uit te schrijven uit allerlei kerkgenootschappen en door gedoopt te worden als één van Jehovah’s Getuigen. Deze leerstelling ligt absoluut niet in harmonie met de oorspronkelijke exodus uit Babylon en komt dus op geen enkele wijze overeen.
Met betrekking tot de “Weg van Heiligheid” verklaart de profeet Jesaja het volgende: “En daar zal een hoofdweg zijn, een weg die de Weg van Heiligheid wordt genoemd. Geen onreine zal die betreden. Die weg is alleen voor degene die erop mag wandelen. Geen dwaas dwaalt er rond.“ (Jesaja 35:8)
We zien een duidelijk voorbeeld van de blindheid die Jehovah’s Getuigen momenteel in hun greep houdt. Ondanks het feit dat er tienduizenden kinderen zijn van Jehovah’s Getuigen ouders waarover we weten dat zij binnen de gemeenten zijn verkracht, aangerand of anderszins seksueel zijn misbruikt door sluwe beestachtige seksuele roofdieren, blijft het Wachttorengenootschap volharden dat er geen beestachtige, dwaze of geestelijk onreine personen in hun geestelijke paradijs bestaan of vertoeven – of, indien deze personen er toch mochten zijn, dat deze dan razendsnel worden uitgesloten uit de gemeente. Echter is het wel zo dat wanneer een seksueel roofdier wordt verwijderd uit de gemeente nadat deze persoon de onschuld van een van Jehovah’s weerloze lammeren compleet heeft verbrijzeld, dat dit nog niet betekent dat dit gelijk staat aan de veiligheid en zekerheid die we mogen verwachten van het daadwerkelijke paradijs waar God in zal voorzien.
Als een van Jehovah’s Getuigen het echter aandurft om zo’n onhoudbare leerstelling in twijfel te trekken, dan zullen deze personen hier absoluut de consequenties van ondervinden en zullen zij door de ouderlingen worden geïntimideerd omdat deze ouderlingen wereldwijd het bevel hebben gekregen vanuit Bethel om deze bedrieglijke leerstelling koste wat het kost in stand te houden. Het is in de praktijk vrijwel onmogelijk om te redeneren met een lid van het Besturende Lichaam en ook niet met andere mannen die een hoge geestelijke positie bekleden binnen de organisatie. Ze zijn absoluut blind en doof. Ze beschikken niet over inzicht of visie. Ze zijn kreupel en stom. Ze blijken niet in staat om op hun eigen benen te staan zonder te worden ondersteund door de krukken van het Wachttorengenootschap. Ook blijken ze niet in staat om zich in redelijkheid en met helderheid te uiten over Bijbelse profetieën zoals deze.
Zij zijn het dus die genezen zullen moeten worden van hun geestelijke blindheid en doofheid. In de Bijbelse profetie lezen we immers niet voor niets: “Wie is blind behalve mijn dienaar, zo doof als de boodschapper die ik stuur? Wie is zo blind als degene die beloond is, zo blind als de dienaar van Jehovah?“ (Jesaja 42:19)
HOE ZAL DIT GAAN PLAATSVINDEN?
Als we naar een gemeente van Jehovah’s Getuigen gaan, verkeren we daardoor in het gezelschap van mensen die vredelievender en aardiger zijn geworden. Nee, ze zijn nog niet volmaakt, maar de termen verscheurende leeuw of roofdierachtig wild dier zijn zeker niet op hen van toepassing (Jesaja 35:9). Waarop duidt die vredige geestelijke omgang? Het is duidelijk dat we in een geestelijke toestand verkeren die we met recht een geestelijk paradijs noemen. En ons geestelijke paradijs is een voorafschaduwing van een aards paradijs dat we zullen beërven als we loyaal blijven aan God. De Wachttoren uitgave 15 oktober 2004
Zoals blijkt uit de onderdrukking van Jehovah’s Getuigen in Rusland, kunnen de omstandigheden onverwacht en op een zeer dramatische wijze omslaan. De door de overheid opgelegde lockdowns onder het mom van bescherming van de bevolking tegen een pseudopandemie laten ook zien hoe snel en hoe effectief Satan de activiteiten van Jehovah’s Getuigen kan onderdrukken. Onder de omstandigheden van een staat van beleg, oorlog en voedseltekorten als gevolg van hyperinflatie, zullen dergelijke calamiteiten zonder enige twijfel gaan leiden tot het instorten van de hoog opgetrokken muur van het Wachttorengenootschap, zoals ook wordt beschreven in Jesaja: “Daarom zegt de Heilige van Israël: ‘Omdat jullie dit woord verwerpen en jullie vertrouwen op leugens en bedrog en daarop steunen, zal deze overtreding voor jullie zijn als een beschadigde muur, als een uitpuilende hoge muur die op het punt staat in te storten. Hij zal plotseling en onverwacht vallen. Hij zal stukgeslagen worden als een grote pottenbakkerskruik en zo volledig verbrijzeld worden dat er nog geen scherf van overblijft waarmee je vuur uit de haard kunt halen of water uit een plas kunt scheppen.” (Jesaja 30: 12-14)
En omdat het raadselachtige mysterieuze Babylon op dat moment nog steeds zal bestaan, zal Jehovah toestaan dat de hoer gedurende een korte tijd zal zegevieren, zoals ook al in Rusland werd aangetoond, door de gemeente van Christus in gevangenschap onder Babylon de Grote te laten brengen. Daarom verklaarde God in het vorige hoofdstuk van Jesaja dat hij van plan was tussenbeide te komen in “de rechtszaak ter wille van Sion”, en waarom Jesaja 35: 4 deze aansporing richt tot de toekomstige gevangenen: “Zeg tegen degenen die in hun hart angstig zijn: ‘Wees sterk. Wees niet bang. Luister! Jullie eigen God zal komen met wraak, God zal komen met vergelding. Hij zal komen en jullie redden.”
Maar waarom zou Jehovah toestaan dat de leiders van zijn volk hen misleiden? Inderdaad…Indien er binnen het Wachttorengenootschap een getrouwe slaaf te vinden is, hoe is het dan mogelijk dat zij zich bevinden in zo’n ontzettende staat van blindheid dat enkel de krachtige aanwezigheid van Christus hun ogen kan openen? Hier zijn namelijk verschillende redenen voor.
Ten eerste hebben mensen een diepgewortelde neiging om volgers van andere mensen te zijn. Jehovah’s Getuigen vormen hierop absoluut geen uitzondering. Houd in gedachten dat de apostel Paulus zich in de eerste eeuw zeer streng uitsprak richting enkele van de gezalfde Korinthiërs die openlijk stonden op te scheppen dat ze volgelingen van Paulus claimden te zijn. Anderen van hen beweerden weer volgelingen van Cefas te zijn en weer anderen noemden zich volgers van Apollos. Paulus voelde zich genoodzaakt om hen er ernstig aan te herinneren dat hij, Paulus, niet degene was die voor hen aan de martelpaal werd gehangen en ook niet voor hen was gestorven en ook herinnerde Paulus hen eraan dat zij niet in de naam van Paulus waren gedoopt.
Wanneer we het bovenstaande voorbeeld in gedachten houden, zouden we dan enige aanwijzing kunnen vinden dat het Besturende Lichaam in dit opzicht het voortreffelijke voorbeeld van de apostel opvolgt? Er bestaat geen bewijs dat dit bevestigt. Integendeel zelfs. In de praktijk zien we dat de ouderlingen voortdurend het Besturende Lichaam loven en ze spreken constant met vererende toon over de getrouwe slaaf.
Maar zelfs als het Wachttorengenootschap Gods organisatie is en zelfs wanneer deze heeft gediend als Zijn communicatiekanaal, is het dan ook niet zo dat Paulus een geïnspireerde apostel was die behalve dat ook nog het onuitsprekelijke voorrecht had om de enige christen te zijn die Christus daadwerkelijk met eigen ogen heeft gezien nadat Christus weer naar de hemel was opgestegen? En was Petrus (Cefas) daarnaast dan ook niet een van Jezus ‘meest geliefde apostelen, die tijdens zijn hele bediening aan zijn zijde stond en die ook geïnspireerd was om Gods woorden uit te spreken? Toch accepteerden zij niet de glorie en lof van hun medegelovigen, zoals de leiders van de Jehovah’s Getuigen dit wel doen.
Er moet hier echter wel worden gezegd dat het niet zo is dat individuele mannen worden verheerlijkt. Het betreft hier namelijk de verheerlijking van de organisatie zelf – JW.org.
Indien u zelf een van Jehovah’s Getuigen bent dan weet u dat wat ik hier zeg ook echt waar is. Ik zou hier zelfs durven te stellen dat ik me nog terughoudend heb uitgedrukt voor wat betreft de belangrijkheid van de organisatie in de ogen van Jehovah’s Getuigen.
Maar stelt u zichzelf nu eens oprecht de volgende vraag: Wat is nou gemakkelijker? Het volgen van mensen of het volgen van God?
Echter komt de geloofsbeproeving van onze huidige generatie razendsnel dichterbij. En de beproeving die God aan Jehovah’s Getuigen zal opleggen zal van hen vereisen dat ze het Wachttorengenootschap op een bepaald moment zullen moeten verlaten.
Gezien vanuit de ogen van Jehovah is het Wachttorengenootschap namelijk een afgod. Het Wachttorengenootschap heeft op arrogante wijze de lof en heerlijkheid op zich genomen die exclusief toebehoort aan Jehovah God zelf! Ze hebben daarbij tegelijkertijd smaad gebracht op de naam van Jehovah. Ze hebben zijn naam ontwijdt. Dat is namelijk wat afgoderij is.
Het Wachttorengenootschap beweert bijvoorbeeld dat enkel en alleen hun eigen gezalfde priesters in staat zijn om de Bijbel te kunnen begrijpen. Ondanks dat blijkt toch dat veel van wat zij onderwijzen over de Bijbelse profetie onzinnig is en onmogelijk waar kan zijn. Maar toch wordt deze afgod verheven als de Alwetende. Precies om deze reden heeft Jehovah het ook toegestaan dat ze blind en doof zijn, zodat ze in diskrediet gebracht zullen worden en om de afgodendienaars tot nederigheid te dwingen.
Beschouw nu eens de volgende woorden van God die zijn gericht op een toekomstige dag van afrekening met zijn volk. De dag waarop God Christus eropuit zal sturen als de Louteraar en hij de ogen van de blinden zal openen:
“Omdat ik wist hoe koppig je bent— je nek is een ijzeren pees en je voorhoofd is van koper had ik het je al lang geleden aangekondigd. Voordat het gebeurde, liet ik het je horen, zodat je niet kon zeggen: “Mijn afgod heeft dit gedaan, mijn gesneden beeld en mijn metalen beeld hebben dit bevolen.” Je hebt het allemaal gehoord en gezien. Ga je het niet bekendmaken? Vanaf nu kondig ik je nieuwe dingen aan, goedbewaarde geheimen die je onbekend waren. Ze worden nu pas geschapen — en niet lang geleden —dingen die je tot nu toe nog nooit hebt gehoord, zodat je niet kunt zeggen: “Kijk, ik wist het allang.” Nee, je hebt het niet gehoord, je wist er niet van, in het verleden waren je oren niet geopend. Want ik weet dat je heel onbetrouwbaar bent en dat je vanaf je geboorte een overtreder wordt genoemd. Maar ter wille van mijn naam zal ik mijn woede beheersen, ter wille van mijn eer zal ik me inhouden tegenover jou en ik zal je niet uit de weg ruimen. Luister! Ik heb je gelouterd, maar niet als zilver. Ik heb je getest in de smeltoven van ellende. Ter wille van mij, ter wille van mezelf zal ik in actie komen, want ik kan me toch niet laten ontwijden? Ik geef mijn eer aan niemand anders.” (Jesaja 48:4-11)
De komst van Christus betreft een “goed bewaard geheim”. Het gaat dan ook niet alleen maar om het tijdstip van zijn aankomst, waarvan niemand de dag of het uur weet, maar vooral ook om de aard ervan en het beoogde doel; een ontsluiering of onthulling dus – Een apocalyps, een openbaring en een manifestatie komt razendsnel dichterbij.
Zoals Jehovah ook in Jesaja heeft laten optekenen, heeft het Wachttorengenootschap bewezen dat ze in veel opzichten zeer onbetrouwbaar zijn gebleken. Echter is God voornemens om zijn volk te corrigeren, te louteren en te herstellen door middel van het brandende vuur van de verdrukking, zodat uiteindelijk zijn voornemens zullen worden vervuld. We kunnen er zeker van zijn dat er bij dit proces absoluut geen menselijke vertegenwoordigers en ook geen aardse organisatie betrokken zullen zijn. Christus zal zonder tussenkomst van wie dan ook rechtstreeks gaan ingrijpen.
En daarna zal de heilige geest in de volle mate worden uitgestort als nooit tevoren. Dat is dan ook de betekenis van de symboliek in de profetie met betrekking tot de wateren en de stromen die op de dorstige bodem zullen komen.
“Op kale heuvels zal ik rivieren laten stromen en bronnen in de valleien. Dorre wildernis zal ik veranderen in een rietplas en droge streken in waterbronnen.” (Jesaja 41:18)
Leave A Comment