Het oog van Jehovah waakt over wie ontzag voor hem hebben. — Ps. 33:18.

Op de avond voor zijn dood deed Jezus zijn hemelse Vader een speciaal verzoek. Hij vroeg Jehovah om over zijn volgelingen te waken (Joh. 17:15, 20). Jehovah heeft altijd over zijn volk gewaakt. Hij heeft voor ze gezorgd en ze beschermd. Maar Jezus wist dat zijn volgelingen geconfronteerd zouden worden met extreme tegenstand van Satan en dat ze Jehovah’s hulp nodig zouden hebben om zijn boosaardige aanvallen te weerstaan. Satans wereld oefent een immense druk op ware christenen uit. We krijgen tegenslagen te verduren die ons kunnen ontmoedigen en zelfs onze trouw aan Jehovah op de proef kunnen stellen. Maar je hoeft nergens bang voor te zijn. Jehovah waakt over je. Hij ziet met wat voor problemen je te maken krijgt en staat altijd klaar om je te helpen. Hij ‘waakt over wie ontzag voor hem hebben’ (Ps. 33:18-20). w22.08 8 ¶1-2

Het sleutelwoord betreft hier ‘ontzag’, oftewel ‘vrees’. Jehovah waakt over degenen die hem vrezen. Mensen die God oprecht vrezen, zijn bang om dingen te doen die Hem zouden kunnen mishagen. Degenen die geen vrees hebben, bezitten ook geen morele remmingen.

U zou er trouwens ook niet blindelings van uit moeten gaan dat degenen die zichzelf getrouwe en beleidvolle slaven noemen, daardoor ook automatisch vrees zouden hebben voor Jehovah. Zouden mannen die daadwerkelijk vrees hebben voor God in staat zijn om een juridische oorlog te voeren tegen slachtoffers van seksueel kindermisbruik? Zouden zij in staat zijn om hen als leugenaars weg te zetten en tegelijkertijd de pedofielen die hen hebben verkracht een hand boven het hoofd te houden? Zouden mannen die God vrezen dan werkelijk in staat zijn om eigendommen in beslag te nemen die op een eerder moment nog plechtig aan God waren opgedragen? Zouden mannen die vrees hebben voor God in staat zijn om de gemeenteleden die hun eigen Koninkrijkszalen bouwden en financierden, zonder blikken of blozen uit hun eigen Koninkrijkszaal te zetten om hun zaal vervolgens voor veel geld op de onroerendgoedmarkt te verkopen? Zouden mannen die God werkelijk vrezen in de pas lopen met de globalistische intriganten die de Covid-pandemie hebben verzonnen om daarmee hun eigen genocidale agenda te bevorderen? Zouden mensen die Jehovah vrezen in staat zijn om geld aan te nemen om een ineffectief en levensgevaarlijk vaccin te promoten terwijl zij daarnaast ook nog de schandalige bewering doen dat Jehovah God deze mRNA prikken als een goddelijke voorziening zou hebben geschonken aan zijn eigen volk, terwijl deze injecties in alle opzichten kunnen worden geclassificeerd als een biologisch wapen? Zouden mensen die God vrezen willens en wetens een volk misleiden dat zij erkennen als Gods volk over wie zij autoriteit hebben gekregen, terwijl zij zichzelf promoten als de enige ware bron van goddelijke waarheid? De antwoorden op al deze vragen zouden voor de hand moeten liggen.

De werkelijke vraag die we echter zouden moeten stellen luidt: wat zal God eigenlijk aan deze betreurenswaardige situatie gaan doen? Zal Hij dit alles dan eindeloos op zijn beloop laten? Zal Jehovah datgene door de vingers gaan zien wat de meeste mensen slechts beschouwen als loutere menselijke onvolmaaktheden? Beschouw eens een vergelijkbare situatie die bestond onder Gods volk uit de oudheid in de dagen van Jeremia. Nadat ze door Gods profeet waren gewaarschuwd, antwoordden de leiders van het volk: “Hij zal niets doen. Ons zal geen ellende overkomen. Zwaard en hongersnood blijven ons bespaard.” De profeten zitten vol lucht en het woord is niet in hen. Laat dat hun overkomen!’” (Jeremia 5:12-13)

Jehovah’s Getuigen realiseren zich niet dat de bovenstaande woorden heel gemakkelijk kunnen worden toegeschreven aan het Besturende Lichaam. De uitleggers van de Bijbel, die zichzelf hebben benoemd tot wat zij zelf ‘de profetenklasse’ noemen, namelijk het Besturende Lichaam, evenals degenen die aan het roer stonden vóórdat er überhaupt een Besturend Lichaam bestond, hebben op actieve wijze alle berispingen van God op het verre verleden toegepast of ze hebben deze zaken maar helemaal betekenisloos gemaakt, zoals we ook kunnen zien ten aanzien van de profetie van Joël. Volgens hen zal het zwaard en de hongersnood hen nooit treffen, omdat zij, zoals de uitleggers zelf zeggen, de oorlogen en de voedseltekorten permanent hebben verbonden aan 1914. Er zullen volgens hen dan ook geen grote wereldwijde calamiteiten zoals een Derde Wereldoorlog, een wereldwijde financiële ineenstorting of voedseltekorten meer gaan plaatsvinden. Naar eigen zeggen verblijven zij op dit moment al in een geestelijk paradijs, en volgens hen zal God zijn volk te allen tijde beschermen, ongeacht wat ze allemaal doen. Kerels zoals e-Watchman zitten volgens hen dan ook vol met gebakken lucht. Jehovah kan hem dan ook onmogelijk hebben aangesteld als wachter. Daarnaast is hij ook niet in staat om enige bewijzen te overleggen waaruit zou blijken dat hij een profeet is. Hij is maar een afvallige.

Vanwege hun onverzettelijkheid maakte Jehovah zijn woorden als vuur in de mond van Jeremia en werd Gods volk als hout voor het vuur: “Luister, dom en onverstandig volk: Ze hebben ogen maar ze kunnen niet zien. Ze hebben oren maar ze kunnen niet horen. “Hebben jullie geen ontzag voor mij?”, verklaart Jehovah, “Horen jullie niet voor mij te beven?” (Jeremia 5:21-22)

Hoe lijkt dit toch op de Jehovah’s Getuigen over wie Jehovah op soortgelijke wijze verklaarde: “Doven, luister! Blinden, kijk en zie! Wie is blind behalve mijn dienaar, zo doof als de boodschapper die ik stuur? Wie is zo blind als degene die beloond is, zo blind als de dienaar van Jehovah? Je ziet veel maar je let niet op. Je oren zijn open maar je luistert niet.” (Jesaja 42:18-20)

Jehovah heeft de bron van het kwaad gelokaliseerd omdat hij namelijk alles kan zien. Hij ziet zelfs wat er in het hart omgaat. Het zijn goddeloze mannen die zich binnen in de organisatie hebben verborgen, en zij vrezen God absoluut niet: “En ze zeggen niet bij zichzelf: ‘Laten we toch ontzag hebben voor Jehovah, onze God, degene die op de juiste tijd regen geeft, de herfstregen en de lenteregen, die ervoor zorgt dat we vaste weken voor de oogst hebben.’ Vanwege jullie eigen fouten komen deze dingen niet. Door jullie eigen zonden wordt het goede jullie niet gegeven. Want er zijn slechte mensen onder mijn volk. Ze blijven loeren, als ineengedoken vogelvangers. Ze zetten een dodelijke val. Ze vangen mensen. Als een kooi vol vogels, zo zitten hun huizen vol bedrog. Daardoor zijn ze nu machtig en rijk. Ze zijn dik geworden en hun huid glanst. Ze lopen over van slechtheid. Ze bepleiten de zaak van vaderloze kinderen niet, zodat het goed met ze gaat. Ze weigeren armen recht te doen.” ‘Moet ik ze niet ter verantwoording roepen voor die dingen?’, verklaart Jehovah. ‘Moet ik me niet wreken op zo’n volk? Er gebeurt iets verschrikkelijks en afschuwelijks in het land: De profeten profeteren leugens en de priesters gebruiken hun macht om anderen te domineren. En mijn eigen volk vindt het geweldig. Maar wat gaan jullie doen als het einde komt?” (Jeremia 5:24-31)

Het is een hele ontnuchterende vraag: “Maar wat gaan jullie doen als het einde komt?” God doelt hier voor alle duidelijkheid niet op het einde van de wereld, wat Jehovah’s Getuigen Armageddon noemen. Het ‘einde’ kwam voor de joden toen de Chaldeeuwse moloch van Nebukadnezar vanuit het noorden aanstormde en Jeruzalem compleet verwoestte, de stad waar Jehovah destijds zijn naam liet wonen, het ‘centrum van de zuivere aanbidding’ zoals Jehovah’s Getuigen het wellicht zouden kunnen noemen. Babylon bracht destijds de drie oordelen van Jehovah, namelijk het zwaard, de hongersnood en de pestilentie. Met andere woorden, God liet destijds een voorproefje van de ruiters van de Apocalyps los op het toenmalige centrum van de ware aanbidding.

Om de vraag dan maar opnieuw te formuleren zodat degenen die doof en blind zijn het beter kunnen begrijpen: Maar wat gaat u doen als de tijd van het einde begint, zodra alle zaken waarover de leugenachtige profeten hebben gezegd dat deze al langgeleden in 1914 zouden hebben plaatsgevonden en waarover ze hebben gezegd dat al deze zaken onmogelijk in de toekomst zouden kunnen worden overtroffen, zich straks toch ineens zullen beginnen te openbaren? Blijft u dan nog steeds koppig vasthouden aan uw eerdere standpunten in het licht van de realiteit, ondanks het feit dat u ziet dat elke dag ons dichter bij een wereldwijde oorlog en een maatschappelijke ineenstorting brengt?

Daarom, dit zegt Jehovah, de God van de legermachten: ‘Omdat deze mannen dit zeggen, laat ik mijn woorden als een vuur in je mond zijn, en dit volk is het hout dat erdoor wordt verteerd.’ (Jeremia 5:14)