Dagtekst maandag 19 februari 2024

Hoop op Jehovah. — Ps. 27:14.

Jehovah heeft ons de schitterende hoop op eeuwig leven gegeven. Sommigen hopen voor eeuwig als onsterfelijke geest in de hemel te leven (1 Kor. 15:50, 53). Maar de meesten hopen voor eeuwig op aarde te leven, volmaakt gelukkig en volmaakt gezond (Openb. 21:3, 4). Ongetwijfeld koester je je hoop, of je nu uitkijkt naar eeuwig leven in de hemel of op aarde. We kunnen zeker zijn van onze hoop voor de toekomst omdat Jehovah er garant voor staat (Rom. 15:13). We weten wat hij heeft beloofd en we weten dat hij zich altijd aan zijn woord houdt (Num. 23:19). We zijn ervan overtuigd dat hij de wens en de macht heeft om alles uit te voeren wat hij zegt dat hij zal doen. Je hemelse Vader houdt van je en wil dat je op hem vertrouwt. Als je echt op Jehovah hoopt, kun je beproevingen doorstaan en de toekomst met moed en vreugde tegemoet zien. w22.10 24 ¶1-3

Op God vertrouwen is niet altijd even gemakkelijk. Het doet me denken aan een grap die ik jaren geleden een keer hoorde. Een man valt van een klif en onderweg naar beneden grijpt hij snel een uitstekende tak vast. Hij richt zijn blik tot de hemel en roept smekend om hulp. Hij zegt: ‘Als er daarboven iemand is, wilt U mij dan alstublieft helpen?’ Tot zijn grote opluchting en verbazing hoort hij vervolgens een stem die antwoord geeft en zegt: ‘Ja. Ik ben hier. Laat de tak maar los, dan vang ik je op.’ Vervolgens denkt de man een paar seconden na over wat hij zojuist heeft gehoord en terwijl zijn greep verslapt kijkt hij nogmaals naar boven en zegt: ‘Is er daarboven ook nog iemand anders aanwezig?’

Jezus moest ook op God vertrouwen. In tegenstelling tot wat de misleide Trinitariërs zich voorstellen, evenals de mensen uit Pinkstergemeenten die alleen in Jezus geloven, heeft Jezus niet zichzelf uit de dood opgewekt. Hij vertrouwde erop dat als hij bereidwillig zijn leven zou opgeven, dat God hem daarna uit de dood zou opwekken. Sterker nog: één van de laatste dingen die Jezus zei toen hij aan de martelpaal hing, was: “Vader, aan uw handen vertrouw ik mijn geest toe.” Vervolgens bleek dat zijn hoop en zijn vertrouwen in God werden beloond.

Hopen en vertrouwen op God is gemakkelijk wanneer er voorspoed heerst. Zodra er echter moeilijkheden op ons pad komen, worden we op de proef gesteld. En over beproevingen gesproken: Jezus waarschuwde ons van tevoren dat er over de hele wereld een grote geloofsbeproeving op komst is. Jezus zei: “Omdat je het woord over mijn volharding hebt nageleefd, zal ik jou beschermen in het uur van beproeving, dat over de hele bewoonde aarde moet komen om hen die op aarde wonen, op de proef te stellen. Ik kom vlug. Blijf vasthouden aan wat je hebt, zodat niemand je je kroon afneemt.“ (Openbaring 3:10-11)

Toen Jezus verklaarde dat zij die getrouw zijn tijdens het uur van beproeving zouden worden beschermd, bedoelde hij daarmee niet dat zij daarom maar helemaal niet op de proef zouden worden gesteld. Integendeel zelfs, Jezus sprak een soortgelijke boodschap tot een andere gezalfde gemeente, zeggende: “Wees niet bang voor het lijden dat je te wachten staat. De Duivel zal ermee doorgaan sommigen van jullie in de gevangenis te gooien, zodat jullie volledig op de proef worden gesteld. Tien dagen lang zullen jullie het zwaar te verduren hebben. Bewijs dat je trouw bent, zelfs tot de dood, en ik zal je de kroon van het leven geven.” (Openbaring 2:10)

Dat we zullen worden beschermd in het uur van beproeving betekent dat Jezus niet zal toestaan dat we voor de test zullen falen, maar dan wel op voorwaarde dat we ook echt getrouw zijn. Jezus zei ook iets soortgelijks tegen Petrus toen hij de discipelen vertelde dat de Duivel hen voor zich had opgeëist om hen als tarwe te kunnen ziften. Christus had toen namens hen gesmeekt dat ze niet onder de druk zouden bezwijken waardoor ze hun geloof zouden kunnen verliezen.

Wanneer zal dit uur der beproeving dan gaan plaatsvinden? Het Wachttorengenootschap, Jehovah’s aardse mondstuk, die onlangs nog op hooghartige toon pochte dat ze geen enkele reden hebben om zich te schamen en dat ze zich ook nooit zullen verontschuldigen wanneer ze het bij het verkeerde eind hebben, beweert dat het uur der beproeving al in het jaar 1914 zou zijn begonnen en inmiddels al 110 jaar lang bezig is! Dit is wat er 25 jaar geleden in een uitgave van het tijdschrift de Wachttoren stond geschreven:

Maar het voornaamste „uur der beproeving” vindt plaats in „de dag des Heren” gedurende „de tijd van het einde”, waarin wij ons nu bevinden (Openbaring 1:10; Daniël 12:4). Met de geest gezalfde christenen maakten gedurende en onmiddellijk na de Eerste Wereldoorlog een specifieke tijd van beproeving door. Toch duurt „het uur der beproeving” nog steeds voort. Het is van invloed op „de gehele bewoonde aarde”, met inbegrip van de miljoenen mensen die de grote schare vormen en hopen de grote verdrukking te overleven.

Wanneer we maar zorgvuldig de woorden lezen die Jezus zei, is het duidelijk dat het uur van beproeving begint zodra de Mensenzoon arriveert als een dief in de nacht. Dat is ook precies wat Jezus bedoelde toen hij zei: “Ik kom vlug. Blijf vasthouden aan wat je hebt, zodat niemand je je kroon afneemt.” Indien het uur van beproeving al in het jaar 1914 zou zijn begonnen, dan zou dat dus ook het moment moeten zijn geweest waarop de Mensenzoon kwam. Maar zelfs het Wachttorengenootschap geeft nu ineens toe dat de komst van Christus als een dief in de nacht om het oordeel over het huis van God te beginnen, tot op heden nog steeds niet heeft plaatsgevonden. En aangezien dus zelfs het Wachttorengenootschap tegenwoordig leert dat Christus nog niet is gekomen, is het uur van beproeving dus ook nog steeds niet begonnen.

De fout van het Wachttorengenootschap zal er uiteindelijk toe gaan leiden dat het geloof van de vele Jehovah’s Getuigen daardoor flink op de proef zal worden gesteld. De fout van het Wachttorengenootschap is te wijten aan het voorzegde ‘werk van Satan’. Als onderdeel van dat ‘werk’ zijn Jehovah’s Getuigen massaal misleid door te geloven dat de achtste koning op dit moment al zou zijn begonnen met regeren tijdens het aan hem toegewezen enkele profetische uur. Ongetwijfeld zal het uur der beproeving gaan samenvallen met de periode waarin de regering van de laatste koning over de aarde zal mogen regeren, namelijk gedurende één enkel uur. De laatste koning zal dan oorlog gaan voeren tegen de uitverkorenen en hij zal hen uiteindelijk ook gaan overwinnen en hen doden.