Dagtekst zaterdag 30 september

Laten we via hem altijd een slachtoffer van lof aan God brengen, namelijk de vrucht van onze lippen die zijn naam in het openbaar bekendmaken. — Hebr. 13:15.

Je aanbidt Jehovah als je hem prijst (Ps. 34:1). Je prijst Jehovah door met waardering te spreken over zijn prachtige eigenschappen en wat hij heeft gedaan. Prijzende woorden komen uit een dankbaar hart. Als je de tijd neemt om te mediteren over Jehovah’s goedheid, over alles wat hij voor ons heeft gedaan, zul je altijd genoeg redenen hebben om hem te prijzen of loven. Vooral in de prediking krijgen we een mooie kans om ‘een slachtoffer van lof aan God te brengen, namelijk de vrucht van onze lippen’. Wat voor je gebeden tot Jehovah geldt, geldt ook voor je contacten met mensen in de dienst: denk van tevoren goed na over wat je gaat zeggen. Probeer God echt je beste ‘slachtoffer van lof’ te brengen. Spreek uit je hart als je met mensen over de waarheid praat. w22.03 21 ¶8

Is het mogelijk om Jehovah met een onoprecht hart te prijzen en te loven, door alleen maar te doen alsof? Niemand kan een ander mens oordelen. God verkeert echter wel in de positie om te oordelen, simpelweg omdat Hij God is. God leest ons hart en Hij kent onze diepste gedachten en beweegredenen. Door middel van Jezus heeft Jehovah alles gemaakt, met inbegrip van het Wachttorengenootschap.

Dat kan ook met zekerheid worden gezegd vanwege het feit dat Jezus voorzei dat het goede nieuws van het Koninkrijk over de hele aarde zou worden gepredikt, nog vóórdat het einde komt. Het Wachttorengenootschap blijkt het agentschap te zijn geweest door middel waarvan deze woorden van Jezus worden vervuld. En als gevolg van de prediking van het goede nieuws heeft God een gemeente samengesteld die bestaat uit personen die tot het Koninkrijk zijn geroepen, evenals een nog veel grotere groep die de hoop koestert om te worden meegerekend tot de grote schare die uiteindelijk het einde van het huidige samenstel zal gaan overleven.

Nog vóórdat Christus op aarde kwam, sprak Jehovah zich al uit over deze kwestie en publiceerde Hij zijn bevindingen met betrekking tot ‘het volk’ dat Hij op dat moment nog bijeen moest brengen. Jehovah zei over hen: Dit volk nadert mij met hun mond en ze eren mij met hun lippen, maar hun hart is ver van mij. Hun ontzag voor mij is gebaseerd op de voorschriften van mensen, die hun zijn aangeleerd. (Jesaja 29:13)

Zoals het Wachttorengenootschap zelf ook toegeeft, eren Jehovah’s Getuigen Jehovah God met hun mond en hun lippen. Tegelijkertijd zou er ook kunnen worden beweerd dat Jehovah’s Getuigen die deelnemen aan het nieuwe predikingsprogramma, waarbij ze naast een lectuurkarretje op de hoek van de straat staan te wachten, zelfs hun mond en lippen niet eens meer gebruiken. Ze staan daar gewoon een beetje de velddienstuurtjes te tellen en houden zich verder stilletjes aan de instructies van het Genootschap om het karretje in de gaten te houden in de hoop dat er iemand voldoende moed heeft om op de lectuur af te stappen.

En dat brengt ons bij het daadwerkelijke onderliggende probleem. Wie zou kunnen ontkennen dat het Wachttorengenootschap allesbepalend is in het geestelijke leven van de Jehovah’s Getuigen? Ieder aspect van het bedieningsprogramma, van klein tot groot wordt tot in detail vastgelegd en gecontroleerd door het Besturende Lichaam. Het Besturende Lichaam heeft zichzelf gaandeweg door de jaren heen steeds meer geprofileerd als zijnde ‘de meesters van uw geloof’.

Maar wat is dan de remedie in deze kwestie? Omdat het Wachttorengenootschap in de basis de oorzaak is van dit hele probleem, kunnen ze beslist niet de oplossing zijn. De situatie die het Wachttorengenootschap zelf heeft gecreëerd kan onmogelijk worden verholpen door middel van nog meer organisatorische aanpassingen en nog meer instructies. Dus nogmaals: hoe zal Jehovah deze betreurenswaardige toestand dan aanpakken? Wat heeft Jehovah hier zelf eigenlijk over te zeggen? Laten we voor het antwoord op die vraag het volgende vers eens lezen: “Daarom ben ik degene die opnieuw wonderbaarlijke dingen zal doen met dit volk, het ene wonder na het andere. De wijsheid van hun wijzen zal vergaan en het verstand van hun verstandige mannen zal verborgen worden.” (Jesaja 29:14)

Het is interessant om te zien dat de King James Versie van de Bijbel Mattheüs 24:45 als volgt weergeeft: Who then is a faithful and wise servant, whom his lord hath made ruler over his household, to give them meat in due season?

Er wordt dus gesproken over de “faithful and wise servant wat in het Nederlands betekent: de “getrouwe en verstandige dienaar”. Dus wanneer we niet kunnen rekenen op het verstand, oftewel de wijsheid van deze zogenaamde wijze en beleidvolle mannen, op welke mensen kunnen we dan wel rekenen? Het antwoord luidt: op geen enkel mens. Zo zal God het probleem ook gaan oplossen. Het Besturende Lichaam beweert dat zij tijdens de komende donkere dagen levensreddende instructies zullen gaan verstrekken aan Gods volk. In Gods geïnspireerde woord lezen we daarentegen dat God heeft verklaard dat ze dat helemaal niet zullen gaan doen en dat hun verstand en hun wijsheid zal worden verborgen. Maar wie gaat u nu geloven? Stelt u uw geloof in de woorden van God? Of stelt u uw geloof in het steeds zwakker wordende licht van het Wachttorengenootschap? De keus is aan u!

Beschouw daarnaast ook nog het gehele 29ste hoofdstuk eens. Ariël betreft een cryptische benaming voor Jeruzalem, de stad waar David zijn kamp had opgeslagen, evenals Jezus. In het derde vers verklaart God het volgende: Ik zal je aan alle kanten belegeren, ik zal je insluiten met een palissade en belegeringswerktuigen tegen je opstellen. Een palissade is een hekwerk dat bestaat uit lange puntige palen. Jezus voorzei dat Jeruzalem zou worden belegerd en zou worden omringd door een versterking van puntige palen. In Lukas 19:43 zei Jezus namelijk: Want er komt een tijd dat je vijanden een belegeringswal van puntige palen om je heen zullen bouwen. Ze zullen je omsingelen en je van alle kanten belegeren.” Zoals we inmiddels echter weten, heeft deze profetie van Jezus in werkelijkheid te maken met het symbolische Jeruzalem dat verband houdt met het christendom tijdens de grote verdrukking.

Maar wat voorspelt het vierde vers dan? Je zult ten val worden gebracht. Vanaf de grond zul je spreken en wat je zegt zal in het stof gedempt worden. Je stem zal uit de grond komen zoals de stem van een medium, en je woorden zullen fluisterend klinken vanuit het stof.” (Jesaja 29:4) Gebruikt u nu alstublieft uw voorstellingsvermogen om deze vraag te kunnen beantwoorden.

Wanneer we weten dat God binnenkort weer “opnieuw wonderbaarlijke dingen zal doen met dit volk, het ene wonder na het andere”, dan betekent dat sowieso iets goeds. Maar wat zouden deze ‘wonderbaarlijke dingen’ dan kunnen betekenen? Om te beginnen: redding! Zodra de grote schare uit de grote verdrukking komt, kunnen we er zeker van zijn dat dit niet werd bereikt dankzij het opvolgen van die zogenaamde ‘levensreddende instructies’ van het Besturende Lichaam. Het Besturende Lichaam weet namelijk niet eens wat de grote verdrukking eigenlijk betekent. Het Besturende Lichaam realiseert zich niet eens dat de grote verdrukking een nucleaire oorlog en de complete ineenstorting van de huidige beschaving zal inhouden, wat uiteindelijk zal gaan vereisen dat goddelijk ingrijpen noodzakelijk zal zijn omdat er anders geen vlees zal overleven. Welke levensreddende instructies zou het Besturende Lichaam mogelijkerwijs nog kunnen uitvaardigen om de hele mensheid te behoeden voor een wereldwijde nucleaire vernietiging? Ten tweede heeft het Wachttorengenootschap de mythe omarmd dat de parousia (Tweede Komst van Christus) iets onzichtbaars is. Dat is het echter niet. Het ene wonder na het andere wonder zal dan plaatsvinden. En wonder boven wonder zal Jezus zichzelf dan gaan openbaren aan de dan verzegelde uitverkorenen. Bestaat er dan überhaupt iets dat nog wonderbaarlijker is dan dat?