De uitgave van de Wachttoren van juni 2020 bevat een aantal artikelen die bedoeld zijn om ouderlingen te ondersteunen bij het laten terugkeren van inactieve Jehovah’s Getuigen naar de gemeente. We hebben het hier over een trend die onophoudelijk doorgaat, namelijk de exodus van gelovigen. Het valt niet met zekerheid te zeggen hoeveel van hen de organisatie al hebben verlaten. Waarschijnlijk zijn het er honderdduizenden. Misschien zelfs wel miljoenen. Zeker gezien de vele personen die op een bepaald moment een Bijbelstudie hebben gevolgd en zich vervolgens hebben willen opdragen, maar die ondanks dat toch tot struikelen zijn gebracht of zelfs werden verhinderd om zich te laten dopen als één van Jehovah’s Getuigen, kan het niet anders dan dat deze aantallen enorm moeten zijn.

Het Wachttoren-artikel werpt een aantal redenen op die volgens hen een verklaring zouden kunnen zijn waarom Jehovah’s Getuigen inactief zouden zijn geworden. Sommigen van hen zouden zijn opgegaan in hun wereldse werk. Sommigen zouden zijn overweldigd vanwege hun persoonlijke problemen. Sommigen zouden problemen hebben met hun medegelovigen. En anderen raken verstrikt in zonde en ontwikkelen een schuldig geweten. Ongetwijfeld geldt dat ook voor sommigen. Echter, er is nog een andere factor. Er bestaat een doorslaggevend probleem dat het Besturende Lichaam helaas weigert te erkennen.

De harde waarheid is echter dat de voornaamste reden waarom Jehovah’s Getuigen massaal uit de organisatie vertrekken, de Wachttoren-organisatie zelf is. Om specifieker te zijn moet worden gekeken naar de schokkende mate van hypocrisie en déloyaliteit vanuit het leiderschap van de organisatie. Het is waar dat sommigen onder Jehovah’s Getuigen misschien overweldigd worden door de werkdruk van hun wereldse carrière, of dat zij erg worden belast door hun persoonlijke problemen, maar wanneer Jehovah’s Getuigen zich echter bewust worden van de huichelarij en de hypocriete handelswijzen van degenen waarvan ze impliciet hadden verwacht dat zij hun onfeilbare geestelijke leiders waren, het onvermijdelijke gevolg zal zijn dat hun vertrouwen in de zogenaamde getrouwe en beleidvolle slaaf compleet wordt verbrijzeld en dat daarna ieder ander bezwaar ondraaglijk begint te worden.

Tot het moment dat het Besturende Lichaam de onderliggende kwestie erkent, zullen ze op geen enkele manier met enige geloofwaardigheid kunnen spreken. Ook zullen ze niet in staat zijn om de ziek gemaakte schapen over te kunnen halen om terug te keren naar de herders die ze niet langer vertrouwen.

Al in 2004 smeekte ik het Besturende Lichaam door middel van een wijdverspreide open brief om te overwegen om alle Jehovah’s Getuigen een oprechte verontschuldiging aan te bieden voor het misleiden van alle Getuigen door hen van deur tot deur Wachttorenliteratuur te laten verspreiden waarin de Verenigde Naties worden verheerlijkt. Daarnaast zou ook een berouwvolle verontschuldiging op zijn plaats zijn voor de zeer betreurenswaardige manier waarop zij slachtoffers van seksueel misbruik hebben behandeld en nog steeds behandelen. Hun reactie was uiteraard voorspelbaar. Ik werd uitgesloten omdat ik het lef had om zomaar te suggereren dat er een reden zou kunnen zijn waarvoor het verheven leiderschap van Jehovah’s zichtbare aardse organisatie een “mea culpa” zou moeten doen. Hoe durf je!

In werkelijkheid zijn we getuige van de vervulling van een profetie: “Want iedereen, van klein tot groot, maakt oneerlijke winst, iedereen, van profeet tot priester, pleegt bedrog En ze proberen de wonden van mijn volk oppervlakkig te genezen door te roepen: “Er is vrede! Er is vrede!”,terwijl er geen vrede is.”  (Jeremia 6: 13-14)

Jehovah’s Getuigen beweren dat ze Gods volk zijn, nietwaar? Ik ben hier zonder enige twijfel van overtuigd. Wat de organisatie echter ervaart, is een afbraak van spiritualiteit. Zoals Jehovah al lang geleden voorzag, proberen de aangestelde mannen de instorting van Zijn volk oppervlakkig te genezen. Dat is ook een treffende beschrijving die wordt weerspiegeld in de wanhopige poging van het Wachttorengenootschap om de ziek gemaakte schapen naar zich terug te roepen.

De profeten en priesters van de organisatie handelen bedrieglijk. Ze beweren dat alles goed is en dat er vrede is tussen hen en God. Ze beweren op bedrieglijke wijze dat Christus al in 1914 is gekomen en dat de boodschapper van het verbond in 1918 Gods volk zou hebben gelouterd en hen zo rein maakte als gezuiverd goud en hen naar het geestelijke paradijs zou hebben geleid. Ze verheffen zichzelf voortdurend als de enige ware uitleggers van profetieën. Ze nemen geen enkele verantwoordelijkheid voor het tot struikelen brengen van Gods volk.

In plaats van om nederig vergeving te zoeken, eisen ze dat ze als koningen dienen te worden behandeld, waarbij zij zelfs duizenden gratis arbeiders hebben uitgebuit door hen een groot paleis in de afgelegen bossen te laten bouwen voor zichzelf – ver verwijderd van de door pestilentiën geteisterde grote stad. Geen wonder dat ze het adres van hun nieuwe woonplaats “Kings Drive” hebben genoemd.

Ze gebruiken de heilige vrijwillige bijdragen die werden geschonken ten behoeve van de verkondiging van het koninkrijksnieuws alsof het hun eigen particuliere hedgefonds is. Ze verkopen onroerend goed dat specifiek aan Jehovah is opgedragen aan de hoogste bieder en verhandelen koninkrijkszalen voor contant geld – en daarmee verdrijven zij de broeders en zusters die deze zalen met hun eigen handen hebben gebouwd. Ze zijn daadwerkelijk verworden tot een rovershol. En Jehovah heeft dit al lang gezien: “Is dit huis dat mijn naam draagt een rovershol voor jullie geworden? Ik heb het met eigen ogen gezien’, verklaart Jehovah.”  (Jeremia 7:11)

Hoe waar blijkt Jehovah’s vooruitziende observatie: “En schamen ze zich voor de walgelijke dingen die ze hebben gedaan? Ze schamen zich helemaal niet! Ze weten niet eens hoe schande voelt! Daarom zullen ze sneuvelen met de gesneuvelden. Wanneer ik ze straf zullen ze struikelen’, zegt Jehovah.” (Jeremia 6:15)

In de laatste dagen van Jeruzalem beloofde koning Jojakim om net als het Besturende Lichaam een ​​weelderig nieuw paleis voor zichzelf te laten bouwen. Jeremia werd geïnspireerd om de goddeloze koning aan de kaak te stellen en tegen hem te zeggen: “Wee degene die zijn huis bouwt zonder rechtvaardigheid en zijn bovenvertrekken zonder gerechtigheid, die zijn medemens voor niets voor hem laat werken en weigert zijn loon uit te betalen, en die zegt: “Ik zal een ruim huis voor mezelf bouwen met grote bovenvertrekken. Ik zal er vensters in maken en het bekleden met cederhout en verven met vermiljoen.” Zul jij blijven regeren omdat je anderen overtreft in je gebruik van cederhout? Je vader had ook te eten en te drinken maar hij kwam op voor recht en rechtvaardigheid en het ging goed met hem. Hij verdedigde de zaak van de hulpeloze en de arme en daardoor ging het goed. “Is dat niet wat het betekent mij te kennen?”, verklaart Jehovah. “Maar jouw ogen en hart zijn alleen maar gericht op je oneerlijke winst, op onschuldig bloed vergieten en op bedriegen en afpersen.” (Jeremia 22:13-17)

Wat een geweldige parallel. Het leiderschap van Jehovah’s Getuigen heeft op dezelfde manier geweigerd de gerechtigheid te handhaven. Verbijsterend genoeg hebben ze de christelijke geloofsleer hierdoor zelf verworpen door de juridische tegenstanders te worden van Jehovah’s zachtmoedige lammeren die seksueel werden misbruikt door sluwe roofdieren die geen strobreed in de weg werd gelegd om vrijelijk rond te jagen in het door de organisatie zogenaamde ‘geestelijke paradijs’. Net zoals de slechte koning Jojakim heeft ook het Besturende Lichaam Gods volk uitgebuit, waardoor ze hen voor niets hebben laten werken en hen hebben gebruikt als hun eigen privéconstructiebedrijf, om voor zichzelf een “ruim huis met grote bovenvertrekken” te bouwen met een mooi uitzicht op een groot meer.

Toen ik in 2014 onterecht opmerkte dat hun voorgenomen Warwick-project niet zou worden voltooid, had ik echter geen rekening gehouden met de Jojakim-parallel. Destijds ging ik er ten onrechte van uit dat het leiderschap van Jehovah’s Getuigen op dat moment al de volle maat van hun zonden hadden vervuld. Wat zat ik er bij nader inzien toch naast!

In de aanloop naar de vernietiging van Jeruzalem verzekerden de valse profeten de joden dat God niet zou toestaan dat Babylon de stad zou ruïneren. Tenslotte had Jehovah’s engel het hele Assyrische leger uitgeroeid toen ze probeerden de stad in te nemen. Jehovah zou de stad waar zijn tempel was gevestigd toch zeker wel beschermen? Echter was het deze keer anders. Daarom sprak Jehovah ook via Jeremia tot de joden: “Verander je wegen en daden, dan mogen jullie van mij op deze plaats blijven wonen. Vertrouw niet op misleidende woorden en zeg niet: “Dit is de tempel van Jehovah, de tempel van Jehovah, de tempel van Jehovah!” (Jeremia 7:3-4)

Vervang simpelweg ‘tempel van Jehovah’ door ‘Jehovah’s organisatie’ en je snapt de gelijkenis direct. Wie zou kunnen ontkennen dat Jehovah’s Getuigen hun impliciete vertrouwen hebben gesteld in de vaste bestendigheid van datgene wat het Wachttorengenootschap “Jehovah’s aardse organisatie” noemt?

Tragisch genoeg hadden de profeten van Jeruzalem het bij het verkeerde eind. Jeremia had wel gelijk. Babylon verwoestte Jeruzalem en vernietigde ook de tempel.

Wat de Wachttoren-organisatie betreft, beweerde deze ooit de stem te zijn van een zogenaamde Jeremia-klasse. Ze beweerden altijd dat zij Jehovah’s oordelen tegen de heidense christenheid hadden aangekondigd – omdat de heidense christenheid het tegenbeeld van Jeruzalem zou zijn welke zou zijn voorbestemd om vernietigd te worden. Echter zingen de profeten van Bethel op dit moment wel een toontje lager. Jeruzalem symboliseert niet langer meer de heidense christenheid. Hoewel ze er schijnbaar niet bij stilgestaan hebben, zou deze herziening dan ook automatisch tot gevolg moeten hebben dat de Wachttoren-organisatie dan ook niet de Jeremia-klasse kan zijn, en ook dat zij Jehovah’s oordelen over de heidense christenheid dus niet hebben aangekondigd.

Maar wat vertegenwoordigt Jeruzalem dan wel? Ze weten het niet. Ze impliceren dat het helemaal niets symboliseert. Er is volgens hen geen moderne tegenhanger. Maar hoe zou dit dan kunnen komen? Het centrale kenmerk van Jezus zijn verreikende profetie over het besluit van het systeem en zijn parousia heeft te maken met de verlaten stad Jeruzalem.

Wat voorzien de zieners van de organisatie voor de nabije toekomst? Keer op keer beweert het Wachttorengenootschap dat de verdrukking zal beginnen wanneer het beest zich tegen Babylon de Grote keert. Hoewel er in Openbaring geen Bijbelse ondersteuning valt te vinden voor de tijdsvolgorde van deze gebeurtenis, baseert het Wachttorengenootschap die veronderstelling op het feit dat Jezus aangaf dat de verwoesting van Jeruzalem tijdens de grote verdrukking zal zijn. Dus, in tegenspraak met hun eigen interpretatie, vertegenwoordigt Jeruzalem volgens de verwarde zieners dus toch de christenheid. Maar indien dit waar zou zijn, waarom zouden de discipelen van Jezus dan uit het midden van Jeruzalem moeten vluchten wanneer ze het walgelijke ding op de heilige plaats zien staan?

De Joden hadden geen enkele basis om te veronderstellen dat Jeremia een valse profeet zou zijn geweest. De reden hiervoor was dat Nebukadnezar Jeruzalem al lang aan zich had onderworpen. Hij had de vorsten en de bekwame ambachtslieden al samen met de buit meegenomen naar Babylon. Jehovah gaf de Joden op barmhartige wijze nog meer tijd om tot berouw te komen.

Bestaat er ook een moderne parallel? Ja die bestaat zeker. Het Besturende Lichaam heeft vrij luidruchtig verklaard dat God hen tot grote hoogte heeft verheven en dat de vijand hen niet zou kunnen onderdrukken. Ze beweren dat ze al uit Babylon zijn bevrijd en dat valse religie geen enkele macht meer bezit om hun wereldwijde herstelde zuivere aanbidding nog maar enigzins te belemmeren. De realiteit leert dat deze ijdele vorm van opschepperij absoluut niet waar blijkt te zijn. Sinds de ineenstorting van de communistische Sovjetunie kwamen Jehovah’s Getuigen weer uit het ondergrondse bovendrijven en waren sinds die tijd behoorlijk zichtbaar aanwezig. Daarom was het ook een behoorlijke schok toen de Russisch-orthodoxe kerk in samenwerking met de vrome orthodoxe leider van Rusland, Vladimir Poetin, het werk van Jehovah’s Getuigen in het uitgestrekte Rusland helemaal volledig stopzette. De bezittingen van de Wachttoren-organisatie, waaronder het nieuw gebouwde bijkantoor in St. Petersburg, werden volledig geliquideerd. Vele Jehovah’s Getuigen zijn Rusland ontvlucht om vervolging te vermijden, waarbij zij om asiel hebben gevraagd in het nabijgelegen Finland en ook in andere landen.

Je zou denken dat nederige christenen naar aanleiding van de plotselinge ommekeer in Rusland hun positie ten overstaan van God op een bescheiden wijze zouden herzien. Dit geldt niet voor de leiders van de Wachttoren-organisatie. Ze scheppen nog steeds onbeschaamd op dat geen enkele macht op aarde hen in de weg kan staan terwijl ze onverschrokken doormarcheren op weg naar een theocratische overwinning. Ze zullen iedereen vervolgen die het lef heeft om hun uitspraken in twijfel te trekken. Dit is precies zoals Jehovah zei: “Ze zijn allemaal extreem koppig en gaan als lasteraars rond. Ze zijn als koper en ijzer. Allemaal zijn ze door en door slecht.”  (Jeremia 6:28)

Net zoals Jojakim werd gedood en zijn lichaam buiten de poort van de stad werd geworpen – onbegraven, zo zal ook Jehovah’s aansnellende oordeel ertoe leiden dat de goddeloze slaaf in de buitenste duisternis zal worden geworpen, waar hij zal wenen en knarsetanden.

Nee, het Wachttorengenootschap zal op dit moment op geen enkele wijze de ziek gemaakte en verstrooide schapen van God terugleiden. Integendeel, zij zullen allemaal worden verstrooid zodra God de storm uit het noorden loslaat en God zal vervolgens zijn herders ter verantwoording roepen. Hoort het woord van Jehovah: “Wee de herders die de schapen van mijn weide ombrengen en verstrooien!’, verklaart Jehovah. Dus zegt Jehovah, de God van Israël, tegen de herders van mijn volk: ‘Jullie hebben mijn schapen verstrooid, jullie bleven ze uit elkaar drijven en jullie hebben geen aandacht voor ze gehad.’ ‘Daarom zal ik mijn aandacht op jullie richten vanwege jullie slechte daden’, verklaart Jehovah. ‘Dan zal ik het overblijfsel van mijn schapen verzamelen uit alle landen waarheen ik ze verdreven heb. Ik zal ze terugbrengen naar hun weidegrond en ze zullen vruchtbaar zijn en talrijk worden. En ik zal herders over ze aanstellen die echte herders voor ze zullen zijn. Ze zullen niet meer bang of angstig zijn en er zal er niet één ontbreken’, verklaart Jehovah. ‘Luister! Er komt een tijd’, verklaart Jehovah, ‘dat ik voor David een rechtvaardige spruit laat opkomen. En een koning zal regeren, inzicht hebben en opkomen voor recht en rechtvaardigheid in het land. In zijn tijd zal Juda worden gered en Israël zal in veiligheid wonen. En dit is de naam die hij krijgt: Jehovah is onze rechtvaardigheid.” (Jeremia 23:1-6)

De blinde zieners hebben gedurende lange tijd de bedrieglijke leer verkondigd dat de grotere David al is gekomen. Zij beweren dat de Wachttoren-organisatie de voorzegde verzameling van het overblijfsel van verloren schapen tot stand aan het brengen is. Wat ze echter weigeren te accepteren, is dat de verzameling pas plaatsvindt in de nasleep van de vernietiging van Jeruzalem. In het grotere plan vertegenwoordigt Jeruzalem de gemeente van Christus. Het betreft hier inderdaad de plaats waar Jehovah zijn naam zetelt. Het is de heilige plaats die voorbestemd is om te worden verlaten vanwege het walgelijke ding.

Naar alle waarschijnlijkheid is de storm op dit moment al bezig om aanstalten te maken. De grote ineenstorting vanuit het noorden is in gang gezet. Toen Jezus zijn discipelen de opdracht gaf om uit Jeruzalem en Judea te vluchten zodra de kritieke tijd aanbrak, herhaalde hij de woorden van de profetie van Jeremia: “Breng je in veiligheid, zonen van Benjamin, ga weg uit Jeruzalem. Blaas de hoorn in Teko̱a. Geef een vuursignaal boven Beth-Hakke̱rem! Want onheil dreigt uit het noorden, een grote ramp.” (Jeremia 6:1)