“Geef Jehovah erkenning, zonen van machtigen, geef Jehovah erkenning voor zijn glorie en kracht. Geef Jehovah de eer die zijn naam verdient. Buig voor Jehovah in heilige kleding.”

 (Psalmen 29:1-2)

Wat geeft u aan iemand die alles al heeft? Dat is een veel gebruikte uitdrukking. Natuurlijk bestaat er geen man (of vrouw) die alles heeft. Het is waar dat sommige mensen wellicht meer geld op hun bankrekening hebben staan dan ze ooit in hun leven zouden kunnen uitgeven. Ze bezitten misschien een mate van roem die samengaat met hun fortuin. Ze zouden zelfs misschien weleens gelukkig kunnen zijn. Hun familie zou daarnaast ook gezond en gelukkig kunnen zijn. Maar uiteindelijk zal iedereen op een gegeven moment alles achter zich moeten laten zodra ze het graf in zullen gaan.

God bezit daarentegen letterlijk alles. Hij heeft in de hemel een gelukkige familie van zonen. Hij wordt ook wel de gelukkige God genoemd. Daarnaast heeft God ook niet te maken met enige beperkingen en Hij kan op geen enkele manier sterven. Dus, wat zou u dan mogelijkerwijs kunnen geven aan een God die werkelijk alle dingen bezit? Het antwoord op deze vraag is eigenlijk heel simpel: eer, lof en dank. Dat is dan ook feitelijk het enige dat God van ons vraagt. Sterker nog: we zijn deze “erkenning” zelfs aan Hem verschuldigd.

Toen ik heel wat jaren geleden net begonnen was met het bestuderen van de Bijbel, had ik een gesprek met een familielid die zichzelf beledigd voelde vanwege het feit dat God aanbidding van ons eist. Volgens haar zou een god die zulke onredelijke eisen zou stellen egoïstisch zijn. (feitelijk gaf ze toen een beschrijving van Satan) Maar is het dan werkelijk zo dat de Schepper een enorm ego heeft? Beschouw het eens vanuit een menselijk standpunt. De meeste uitvinders en makers zetten hun persoonlijke naam op hun eigen werk. Schilders signeren hun werk bijvoorbeeld meestal door een handtekening te zetten in de linker- of rechterbenedenhoek. Auteurs kiezen er meestal voor om hun persoonlijke naam op de kaft van hun boeken te laten afdrukken. Ook muziek heeft altijd de naam van de songwriter en copyrighthouder op de muziekdrager staan. Waarom zou het dan weerspannig en ongepast zijn voor de Schepper van elk levend wezen, evenals van elk levenloos wezen en systeem, om de eer en erkenning te verlangen die zijn naam verdient?

Mijn familielid had het daarnaast in een ander opzicht ook nog bij het verkeerde eind. God eist namelijk niet onze aanbidding, eerbied of dankzegging. Hij laat de mensheid namelijk doen wat ze zelf willen, zonder dat ze rekening met Hem hoeven te houden. Jezus zei dat God zelfs voorziet in regen en zonneschijn voor de goddelozen. Natuurlijk beoefenen de meeste religieuze mensen een bepaalde vorm van aanbidding, maar die aanbidding is niet gebaseerd op waarheid en er zit ook geen geest achter. Jezus, die Jehovah als geen ander kent, zei ooit eens tegen een Samaritaanse vrouw dat God op zoek was naar mensen die geneigd zijn om Hem in geest en in waarheid te aanbidden. Denk daar eens goed over na! Het aanbidden van God betreft een voorrecht dat God alleen toekent aan personen die beschikken over het juiste soort hart.

Jehovah de eer geven die zijn naam verdient, brengt ook een hele belangrijke kwestie ter sprake. Aangezien Jezus zei dat God alleen aanbidding aanvaardt die op waarheid is gebaseerd, betekent dit ook dat christenen die Gods persoonlijke naam negeren, Jehovah dus niet de eerbied kunnen geven die Hij verdient.

Er bestaat namelijk ook nog een vijand van God die Gods naam maar al te goed kent terwijl deze vijand Gods naam tegelijkertijd ook veracht. Satan probeert al heel lang te voorkomen dat mensen Gods persoonlijke naam leren kennen. Kort nadat de bijbel voltooid was, begonnen de kopiisten actief het Tetragrammaton uit de Griekse Geschriften te verwijderen. En hoewel de naam JHWH bijna 7.000 keer in de Hebreeuwse Geschriften voorkomt, hebben moderne vertalers zichzelf verraden door middel van hun anti-God vooringenomenheid, door de persoonlijke naam van God uit de hele Bijbel actief te verwijderen.

Jehovah’s Getuigen hebben Jehovah in ieder geval nog de eer gegeven die zijn naam verdient door Gods naam te herstellen in het boek dat Hij inspireerde en door de waarheid te spreken over Jehovah’s voornemen en over zijn speciale relatie met Jezus.

Trouwens valt er ook nog wat te zeggen over de term ‘heilige kleding’. Er bestaat een oud gezegde dat iemand zijn ‘zondagspak’ heeft aangetrokken. Dat komt omdat mensen oorspronkelijk doorgaans hun beste kleren droegen wanneer ze naar de kerk gingen om zodoende passende eerbied te tonen. Tegenwoordig is dat echter niet meer zo vanzelfsprekend aangezien kerkgangers vandaag de dag vaak in de kerk verschijnen in hun vrijetijdskleding. Hoe erg ik het ook vind om een pak en stropdas aan te moeten trekken en mijn haar netjes te kammen, zou ik daarentegen nooit in mijn vrijetijdskleding een gemeentevergadering durven bezoeken. Het gaat hier dan ook niet om het behagen van mensen. Het gaat hier namelijk om het geven van gepaste eerbied aan Jehovah — althans, daar zou het in ieder geval wel om moeten gaan.

De stem van Jehovah klinkt over de wateren, de glorieuze God dondert. Over vele wateren is Jehovah. De stem van Jehovah is vol kracht, de stem van Jehovah is vol glorie. De stem van Jehovah breekt de ceders, ja, Jehovah versplintert de ceders van de Libanon. Hij laat de Libanon springen als een kalf en de Si̱rjon als een jonge wilde stier. De stem van Jehovah slaat in met vuurvlammen. De stem van Jehovah laat de woestijn schudden. Jehovah laat de woestijn van Ka̱des beven. De stem van Jehovah laat de hinden bevend hun jongen werpen en maakt de wouden kaal. ‘Eer God!’, zegt iedereen in zijn tempel. (Psalmen 29:3-9)

Niemand die vandaag de dag leeft, heeft ooit de stem van Jehovah gehoord. Toen Jezus ooit eens in het voorhof van de tempel was, sprak Jehovah vanuit de hemel en de Joden dachten toen dat het had gedonderd. Maar de kracht van God kan wel degelijk in de schepping worden waargenomen. Zoals de apostel Paulus ooit zei in Romeinen: Zijn onzichtbare eigenschappen — zijn eeuwige kracht en Godheid — zijn namelijk vanaf de schepping van de wereld duidelijk te zien, omdat ze waar te nemen zijn in alles wat gemaakt is...” (Romeinen 1:20)

De krachten van de natuur betreft een uitdrukking van Gods persoonlijke kracht. Een enorme oceaangolf die tegen de rotsen aan beukt, een waterval die met een donderend geraas tegen de grond klettert, een donderende onweersbui die de aarde doet schudden, getuigen allemaal van de kracht die God bezit. Inderdaad ja…”geef Jehovah erkenning voor zijn glorie en kracht.

De ceders van de Libanon werden in bijbelse tijden vernieuwd. Ze waren werkelijk enorm. Het bergachtige gebied stond vol met bossen die bestonden uit deze majestueuze reuzen. Wellicht betrof de vermelding van Jehovah die de ceders van de Libanon verbrijzelde een verwijzing naar de stormen die enkele van die overigens stevige ceders zouden hebben kunnen laten omvallen.

Wat het horen van de stem van Jehovah betreft, mogen we verwachten dat het gebrul van Jehovah figuurlijk te horen zal zijn wanneer de dag en het uur zullen aanbreken waarop het oordeel zal gaan beginnen. Jehovah zal brullen vanuit Sion, vanuit Jeruzalem zal hij zijn stem verheffen. Hemel en aarde zullen schudden, maar Jehovah zal een toevlucht zijn voor zijn volk,…” (Joël 3:16)

De slotverzen van Psalm 29 zijn in harmonie met de profetie van Joël. Jehovah troont boven de watervloed, Jehovah troont als Koning voor altijd. Jehovah zal zijn volk sterken. Jehovah zal zijn volk zegenen met vrede. (Psalmen 29:10-11)