In de eerste uitgave van het boek ‘Jehovah zelf is koning geworden (2005)’ werden enkele van de zogenaamde kleinere profeten besproken, waaronder ook de profeet Micha. Het was mij toen al duidelijk dat de profetie van Micha, hoewel deze in oude tijden werd opgetekend, feitelijk oordelen bevat die nog zullen moeten worden geopenbaard tijdens de periode waarin de Tweede Komst van Christus zal gaan plaatsvinden. Maar zelfs in de meest recente derde en laatste druk van dit boek kon ik destijds niet de enorme diepte voorzien of appreciëren van de mate van afvalligheid waarin het tegenbeeldige Jeruzalem inmiddels is verzonken. Tegelijkertijd zien we ook dat het Wachttorengenootschap in de jaren na de publicatie van de laatste uitgave (2016) in staat is gebleken om de profetie alsnog op een zeer onverwachte manier te vervullen.

Het tweede hoofdstuk van Micha begint met het aankondigen van wee over de intriganten van het kwaad, door het volgende te verklaren: Wee degenen die kwaad in de zin hebben, die op hun bed kwade plannen smeden! Bij het morgenlicht voeren ze die uit, omdat het in hun macht ligt. (Micha 2:1)

Maar wat voor soort kwade plannen hebben ze dan gesmeed? Het tweede vers geeft hierop het antwoord: Verlangen ze naar velden, dan roven ze die. Willen ze huizen, dan nemen ze die. Door bedrog beroven ze een man van zijn huis, een mens van zijn erfenis.

Hebzucht is iets lelijks. En mensen met macht of autoriteit zijn in staat om zich schijnbaar ongestraft over te kunnen geven aan het smeden van hebzuchtige plannen. Het is verder niet bekend hoe de smeders van hebzuchtige plannen in de dagen van Micha hun mede-Joden precies hebben bedrogen, maar wat we wel zeker kunnen vaststellen is de wijze waarop dit in onze moderne tijd wordt uitgespeeld door degenen die over zichzelf claimen dat ze getrouw en beleidvol zijn, omdat, zoals de Schrift zegt: “het in de macht van hun hand is.”

Vóór de Babylonische verovering van Juda waren er geen synagogen. Deze religieuze gebedshuizen ontstonden pas nadat de Joden uit hun gevangenschap waren vrijgelaten. Synagogen bestonden tot ver buiten Palestina, overal waar de Joden zich hadden gevestigd. Deze synagogen dienden als ontmoetingsplaatsen en vormden voor hen het middelpunt van aanbidding, afgezien van de tempel. Jezus en zijn apostelen onderwezen in de synagogen van de Joden. Men zou kunnen stellen dat deze ontmoetingshuizen van de Joden hun erfenis of erfdeel waren. In onze moderne tijd hebben Jehovah’s Getuigen wereldwijd tienduizenden Koninkrijkszalen en vele tientallen congreshallen gebouwd. Al deze ontmoetingsplaatsen werden plechtig opgedragen aan Jehovah God.

De afgelopen jaren hebben de raad van bestuur van het Wachttorengenootschap samen met hun regerende vooraanstaande mannen echter een plan gesmeed om honderden Koninkrijkszalen evenals een aantal kringzalen en congreszalen in beslag te nemen om deze gebouwen vervolgens als regulier onroerend goed te verkopen op de vastgoedmarkt. Maar waarom hebben ze dit dan gedaan? Omdat het nou eenmaal in de macht van hun hand is.

Strikt genomen neemt het Wachttorengenootschap deze gebouwen niet in beslag omdat het Wachttorengenootschap deze gebouwen op papier namelijk al bezit. Jaren geleden leek het wellicht een goed idee toen gemeenten er wereldwijd massaal mee instemden om het eigendomsrecht van de zalen die ze notabene zelf hadden gebouwd en gefinancierd, over te dragen aan het Wachttorengenootschap. Het plan om de Wachttoren-corporatie te positioneren als exclusieve eigenaar van elk gebedshuis was bedoeld om zodoende ieder risico uit te kunnen sluiten dat een afzonderlijke gemeente zich zomaar zou kunnen gaan afscheiden van de moederorganisatie en dat de Wachttoren-organisatie dus geen volledige controle meer zou kunnen uitoefenen op deze afzonderlijke gemeentes. Althans, zo werd het plan tenminste naar de buitenwereld gepresenteerd. Er werd in deze casus vanzelfsprekend aangenomen dat het Besturende Lichaam – of beter gezegd: de anonieme raad van bestuur (Board of Directors) – betrouwbaarder zouden zijn dan de plaatselijke ouderlingen van een willekeurige gemeente. De doorsnee Jehovah’s Getuige vertrouwt er namelijk blindelings op dat hun Besturende Lichaam ook echt daadwerkelijk getrouwe beheerders zijn. Niemand van hen had ooit durven denken dat het Wachttorengenootschap in staat zou zijn om een plan te smeden om daarmee Jehovah’s bezittingen zomaar op grote schaal te liquideren en als gevolg daarvan tienduizenden gemeenteleden uit hun gebedshuizen te zetten. Echter is dat wel precies datgene wat er op dit moment gebeurt.

Jehovah’s Getuigen zijn er terecht trots op dat ze bij het bouwen van Koninkrijkszalen met elkaar samenwerken door middel van zogenoemde snelbouwprojecten. Het is absoluut prachtig om te zien hoe broeders en zusters van alle leeftijden nauw met elkaar samenwerken om iets te bouwen voor Jehovah God. Ik herinner me nog heel goed dat ik ook nog heb mogen deelnemen aan verschillende snelbouwprojecten in verschillende delen van de Verenigde Staten, waaronder een kringzaal. Dus hoewel het Wachttorengenootschap strikt juridisch gezien geen onroerend goed in beslag heeft genomen, hebben ze de broeders en zusters desondanks wel degelijk bedrogen.

Om onszelf aan de hand van de profetie te kunnen positioneren op de profetische tijdlijn, is het vierde hoofdstuk van Micha erg nuttig om te overwegen. Er staat daar het volgende opgetekend: Aan het einde van de dagen zal de berg van Jehovah’s huis stevig bevestigd worden boven de top van de bergen en verheven worden boven de heuvels, en daarheen zullen volken stromen.” (Micha 4:1)

Zoals alle Jehovah’s Getuigen ongetwijfeld wel zullen weten, heeft het ‘einde van de dagen’ te maken met de tumultueuze periode die vooraf gaat door het aan de macht komen van het Koninkrijk Gods. Het feit dat het Wachttorengenootschap beweert dat het laatste deel van de dagen al in het jaar 1914 zou zijn begonnen, betreft op zichzelf al een belangrijk aspect van de vervulling van de profetie – echter, niet op een wijze die u zichzelf wellicht zou voorstellen.

Omdat het Wachttorengenootschap claimt dat de berg van het huis van Jehovah op dit moment al zou zijn opgericht en dat de mensen uit alle volken die ernaartoe stromen op dit moment al in vervulling aan het gaan is aan de hand van een cijfermatige toename van het aantal Jehovah’s Getuigen, wordt de organisatie daardoor ook beschouwd als een onmisbaar en permanent onderdeel van Gods eeuwige voornemen. Toch zien we tegelijkertijd ook dat de profetie van Micha, evenals vrijwel elk ander Hebreeuws profetisch boek, deze laatste bijeenverzameling positioneert als zijnde een gebeurtenis die pas zal gaan plaatsvinden in de nasleep van de vernietiging van “Jeruzalem”. Deze opeenvolgende reeks van gebeurtenissen wordt namelijk door Jezus zelf bevestigd, aangezien het centrale kenmerk van zijn teken van het besluit evenals zijn tegenwoordigheid ook de verwoesting van Jeruzalem met zich meebrengt, gevolgd door de engelen die de uitverkorenen bijeen zullen verzamelen uit de vier windstreken der aarde.

Welnu, laten we met dit tijdsbestek in gedachten eens de volgende tekst nader beschouwen: Maar onlangs is mijn eigen volk opgestaan als een vijand. Openlijk rukken jullie de majestueuze versiering af van de kleding van hen die vol vertrouwen voorbijgaan als wie terugkomen van de oorlog. De vrouwen van mijn volk jagen jullie hun geliefde huis uit. Hun kinderen nemen jullie voor altijd mijn pracht af. Sta op en ga weg, want dit is geen plek om te rusten. Vanwege onreinheid is er verwoesting, vreselijke verwoesting. (Micha 2:8-10)

Volgens het Besturende Lichaam is een afvallige iemand die niet langer gelooft dat het Wachttorengenootschap Gods organisatie is. Dat is op mij dan ook niet van toepassing. Ik geloof namelijk dat de Wachttoren-organisatie wel degelijk Gods organisatie is – net zoals Israël en Juda destijds ook Gods organisatie waren, zo zijn ook Jehovah’s Getuigen Gods volk en staan ze onder het gezag van mannen die zijn aangesteld om als herders te dienen. Zoals het vers hierboven aangeeft, erkent God zelf een bepaalde groep als zijn volk. Degenen waar Jehovah God naar verwijst als zijnde “mijn eigen volk”, zijn ook echt daadwerkelijk zijn volk wanneer de oordeelsfase eenmaal begint. Deze oordeelsfase zal daarnaast ook “vreselijke verwoesting” met zich meebrengen.

Maar wanneer is dan precies “onlangs” – zodra degenen die in het bovenstaande vers worden beschreven als “mijn eigen volk” zullen gaan opstaan als een vijand van Jehovah God? Aangezien dit, zoals eerder al werd vermeld zal gaan plaatsvinden, onmiddellijk voordat de berg van het huis van Jehovah aan de macht komt – met andere woorden: net voordat het Koninkrijk komt – zien we op dit moment dus met eigen ogen de vervulling van deze profetie wanneer we kijken naar de leiders van het Wachttorengenootschap. Het is dan ook niet zo dat het Wachttorengenootschap de persoonlijke huizen of woningen van Gods volk in beslag heeft genomen – hoewel de geldwisselaars van Bethel tegelijkertijd wel allerlei verfijnde plannen hebben gesmeed, waaronder het overhalen van oudere en bejaarde Jehovah’s Getuigen om hen zo door middel van een ondertekend testament hun eigen huizen en andere waardevolle bezittingen over te laten dragen aan het Wachttorengenootschap. (Zie ook het hoofdstuk over Micha) Maar zoals reeds eerder werd vermeld, heeft het Wachttorengenootschap Gods volk bedrogen met betrekking tot hun gebedshuizen. – huizen die werden gebouwd door middel van de arbeid van mannen, vrouwen en zelfs kinderen als onderdeel van hun bediening aan God.

We hebben het hier dan ook niet over domme blunders en stomme fouten. Jehovah God is namelijk altijd meer dan bereid gebleken om onbedoelde fouten en stommiteiten door de vingers te zien. Nee, we hebben het hier echter over iets heel anders. Wanneer mensen namelijk een plan smeden om anderen te bedriegen en dit vervolgens presenteren en verpakken als beleid en dit vervolgens ook nog daadwerkelijk uitvoeren, dan hebben we het hier niet over zomaar een onschuldige en onbedoelde vergissing. Dat is dan ook de reden waarom ik mij gerechtigd voel om te zeggen dat “onlangs” – als in de afgelopen jaren, deze leidende mannen van het Wachttorengenootschap zijn opgestaan als Jehovah’s vijand. Inderdaad: Wee hen. Helaas zal het jammer genoeg nog véél erger gaan worden.

=== EINDE DEEL 1 ===