Opmerking van de Nederlandse vertaler: Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op 24 oktober 2017.

VRAAG VAN EEN LEZER:

Wie is “degene die werkt als een barrière” waar in 2 Thessalonicenzen 2:6 naar wordt gerefereerd? – en waarom ‘laat’ God toe dat iemand misleid wordt door een leugen, zoals in 2 Thessalonicenzen 2:11 staat geschreven? Is dat nou de God van de liefde? serieus?

De vraag is gebaseerd op de profetie van Paulus betreffende de aanwezigheid van een mens van wetteloosheid. De apostel onthulde het volgende: En nu weten jullie wat als een barrière werkt waardoor hij pas geopenbaard zal worden als het zijn tijd is. Deze wetteloosheid is in het geheim al aan het werk, maar dat duurt alleen totdat degene die nu als een barrière werkt, niet meer in de weg staat. Want dan zal de wetteloze geopenbaard worden. De Heer Jezus zal hem door de geest van zijn mond uit de weg ruimen en door de manifestatie van zijn aanwezigheid uitschakelen.” (2 Thessalonicenzen 2: 6-8)

Volgens de woorden van de apostel Paulus was de invloed van de mens van wetteloosheid al in de eerste eeuw werkzaam – zij het alleen in figuurlijke zin. Zoals de context uit 2 Thessalonicenzen 2 laat zien, handelde Paulus – en we mogen aannemen dat dit ook gold voor de andere apostelen – als een barrière voor de werking van Satan, door de broeders te waarschuwen dat ze ervoor moesten waken dat ze hun denken niet te vlug in de war moesten laten brengen door gezaghebbende beweringen waarin wordt verklaard dat de aanwezigheid van Christus is begonnen en dat de dag van Jehovah al zou zijn aangebroken.

Paulus legde ook de aanwezigheid bloot van de vermomde dienaren van rechtvaardigheid, de superapostelen, die leiding gaven aan de nietsvermoedende gemeente in Korinthe. Het moge duidelijk zijn dat degenen die geschreven boodschappen of mondelinge uitspraken verkondigen waarvan het lijkt alsof deze zijn geïnspireerd en waarvan het lijkt alsof deze afkomstig zijn van de apostelen zelf, net zoals de superapostelen uit de oudheid, de superapostelen in onze tijd ook gerespecteerde leden van de verschillende gemeenten zouden moeten zijn, anders zouden ze namelijk geen geloofwaardigheid hebben richting de kudde. Ze konden onmogelijk buitenstaanders zijn. En daarom verwees Paulus ook naar de mens van wetteloosheid als de zoon van vernietiging – een aanduiding die Jezus ook gaf aan Judas, zijn verrader, die natuurlijk een van de oorspronkelijke 12 apostelen was. Hij zou met recht kunnen worden omschreven als “een ultieme insider”.

Echter moeten we ons wel bewust zijn van het feit dat er in het Bijbelse verslag geen bewijs staat opgetekend waaruit zou blijken dat er in de eerste eeuw valse christenen zouden hebben verklaard dat de aanwezigheid van Christus zou zijn begonnen. Er wordt overigens wel vermeld dat er destijds twee afvalligen waren, namelijk Hymenaeus en Philetus, die beiden beweerden dat de opstanding al zou hebben plaatsgevonden.

Paulus gaf aan dat de mens van wetteloosheid aanwezig zal zijn wanneer de werkelijke authentieke tegenwoordigheid van Christus begint en ook gaf hij aan dat het Christus zelf zou zijn die de zoon van vernietiging zal ontmaskeren en vervolgens zal vernietigen. Het is dus zonder enige twijfel duidelijk dat de valse parousia in werking wordt gesteld, onmiddellijk vóór de daadwerkelijke komst van Christus. En dat is precies het punt waar het Wachttorengenootschap om de hoek komt kijken.

Welke dag nadert? Niet de gewone „dag van Jehovah”, want die is al aangebroken in het jaar 1914. Het betreft eerder de speciale dag van Jehovah met betrekking tot zijn rechtvaardiging. Watchtower 1 juli 1960

Zoals ik al talloze keren eerder heb opgemerkt, heeft het Wachttorengenootschap gedurende zijn hele bestaan nog nooit gewezen op de komst van Christus en de parousia als iets dat zich nog in de toekomst zou moeten afspelen. Meer dan een halve eeuw lang prees het Wachttorengenootschap het jaar 1874 als het begin van de glorieuze parousia (Tweede Komst van Christus); dat wil zeggen, tot rond 1930, toen het Wachttorengenootschap zonder blikken of blozen deze gebeurtenis vooruit had geschoven van 1874 naar het jaar 1914. En daar blijft het niet alleen bij. Bethel onderwees dat ook de dag van Jehovah al in het jaar 1914 begon. Dit bleven zij onderwijzen tot het jaar 1970 toen die leerstelling op discrete wijze door het Genootschap overboord werd gegooid. Echter is dat wel het visitekaartje van de mens van wetteloosheid, namelijk de valse verkondiging dat de tegenwoordigheid van Christus evenals de dag van Jehovah al zouden zijn begonnen. Het is daarom ook niet toevallig dat het Wachttorengenootschap daarnaast ook verkondigt dat de opstanding al is begonnen – net zoals Hymenaeus en Philetus dit ook verkondigden.

Aangezien Paulus en zijn mede-apostelen niet langer meer in staat zijn om als barrière op te treden, wie zijn hier op dit moment dan wel toe in staat? Het moeten degenen zijn die uiteindelijk zullen worden onderscheiden als ‘de getrouwe en beleidvolle slaaf’. Tenslotte bezitten getrouwe gezalfden die op dit moment leven dezelfde geest als Paulus en de apostelen.

Hoe zullen degenen die als barrière werken dan uit de weg worden geruimd?

Er is al vele jaren lang een proces gaande om de invloed te verminderen van gezalfde mannen binnen de Wachttoren-organisatie. In het begin van de jaren negentig werden alle bedrijfsactiviteiten van het Genootschap overgedragen aan een raad van bestuur – waar geen enkel lid van het Besturende Lichaam onderdeel van uitmaakte. Ook is het nooit een vereiste geweest dat leden van de Raad van Bestuur gezalfd moeten zijn. En geleidelijk aan is ook het aantal leden van het Besturende Lichaam gestaag verminderd door uitdiensttreding en vervolgens bleek dat niet-gezalfde “assistenten” van het Besturende Lichaam tegelijkertijd steeds meer verantwoordelijkheid op zich hebben genomen, wat ook tot uiting komt aan de hand van het uitgedunde voedsel dat het Wachttorengenootschap de laatste jaren heeft opgediend. Het lijkt er nu dan ook niet anders op dan dat het Wachttorengenootschap op dit moment wordt gerund door advocaten en accountants. Eigenlijk komt het neer op een uitgeverijbedrijf.

Met de verminderde invloed van getrouwe mannen is er tegelijkertijd een toename waarneembaar van wetteloosheid, die duidelijk zijn oorsprong vindt bij een mens van wetteloosheid – de slechte slaaf. Met het tumult dat zal ontstaan als gevolg van de komst van Christus, zouden we mogen verwachten dat de authentieke zonen volledig aan de kant zullen worden geschoven en dat de geloofsafval daarmee ook zal floreren. Zoals Jezus ook over de gelovigen zei, zullen ze worden geslagen en uit de synagogen worden verbannen; op hetzelfde moment waarop de wetteloze op de voorgrond zal treden, waarbij hij zal gaan zitten in de figuurlijke tempel van Jehovah God en hij zal gaan verkondigen dat hij een god is. Hij zal zich compleet tegen Christus verzetten en de rol van de anti-christ op zich nemen.

Waarom laat God het toe dat Satan een bedrieglijke invloed uitoefent en afvalligheid bevordert? Jehovah laat dit toe om te dienen als een beproeving. God vereist namelijk dat we geloof oefenen. Het is namelijk gemakkelijk om een leider te volgen – een menselijke leider althans, wat feitelijk ook precies datgene is wat Jehovah’s Getuigen doen. Ze volgen het Wachttorengenootschap. Maar zodra zich gebeurtenissen zullen gaan voordoen die ondubbelzinnig zullen bewijzen dat het Wachttorengenootschap de Jehovah’s Getuigen heeft misleid over cruciale zaken zoals de terugkeer van Christus en de oprichting van het Koninkrijk, zullen ze onverminderd voor een keuze komen te staan – ofwel bij de antichrist blijven ofwel voorwaarts gaan in het geloof binnen de nieuwe realiteit die zich dan zal aandienen. De keuze van iedere afzonderlijke persoon zal dan bepalend zijn voor hun eeuwige lotsbestemming.