Opmerking van de Nederlandse vertalers: Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op 3 september 2004. Het betreft een open brief die destijds werd verstuurd aan het Besturende Lichaam, evenals aan de ouderlingen van vele bijkantoren en Koninkrijkszalen in het Engelstalige gebied.
Geliefde broeders,
Het tijdschrift De Wachttoren van 1 juli 2004 drukt de bedroefdheid en bezorgdheid van het Besturende Lichaam uit voor de velen van onze broeders en zusters die de afgelopen jaren „geestelijk zwak” en inactief zijn geworden. In de 11e alinea op pagina 17 staat:
“Het stemt ons echter bedroefd te moeten constateren dat sommigen van onze geloofsgenoten geestelijk zwak zijn geworden en het daardoor langzamer aan zijn gaan doen of gestopt zijn met het nakomen van Christus’ gebod om discipelen te maken.”
Alinea 13 geeft verder commentaar en vraagt wat we zouden kunnen doen om onze bezorgdheid voor ontmoedigde broeders en zusters te uiten, door te zeggen:
“We moeten diep bezorgd zijn over degenen die het langzamer aan zijn gaan doen of met de bediening zijn gestopt… Maar hoe kunnen we onze bezorgdheid over hen tonen?”
Het Besturende Lichaam maakt zich ongetwijfeld grote zorgen over het groeiende aantal geestelijk zieke en verdwaalde schapen. Maar de vraag die zorgzame herders zichzelf zouden moeten stellen, is waarom er zoveel van Jehovah’s Getuigen nu “geestelijk zwak” en inactief zijn worden? Er zijn toch onderliggende redenen voor de zich ontwikkelende trend?
Het artikel geeft een opsomming van verschillende bijdragende factoren; daarbij verwijzend naar verdriet, ouderdom, depressie en ernstige economische tegenspoed. Er zullen ook ongetwijfeld veel Jehovah’s Getuigen worstelen met onder andere dit soort dingen. Maar is daarmee dan ook alles gezegd? Zijn dat dan de enige problemen waarmee Jehovah’s schapen te kampen hebben waardoor uiteindelijk zovelen van hen de afgelopen jaren ontmoedigd zijn geraakt? Hoe zit het dan met de struikelblokken? Zou het dan misschien mogelijk kunnen zijn dat veel van de getuigen die het rustiger aan zijn gaan doen of hun geloof hebben verloren, ergens door zijn gestruikeld? Dat is dan ook ongetwijfeld het geval bij velen. Maar door wat zijn ze dan gestruikeld?
Zou het zo kunnen zijn dat een aanzienlijk deel van onze inmiddels inactieve broeders en zusters tot struikelen zijn gebracht door datgene wat zij beschouwen als huichelarij aan de kant van het Wachttorengenootschap, evenals de liefdeloze en onchristelijke houding binnen de plaatselijke gemeenten? Broeders; realistisch gezien mogen we dan ook geen ommekeer verwachten in de heersende trend, totdat het Wachttorengenootschap daadwerkelijk bereid is om deze kritiek openlijk en oprecht te adresseren.
Het Wachttorengenootschap heeft er altijd naar gestreefd om te wijzen op de vele sociale en morele problemen van de wereld. Een van de veelvoorkomende problemen van onze tijd is bijvoorbeeld het feit dat bedrijven en regeringen doorgaans weigeren om enige verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen wandaden. Maar welk voorbeeld heeft het Wachttorengenootschap in dit opzicht dan gegeven? Heeft het Wachttorengenootschap ooit een openbare verontschuldiging aangeboden? En zo niet, waarom dan niet?
Zou het kunnen dat het gebrek aan oprechtheid en openhartigheid aan de kant van het Wachttorengenootschap één van de belangrijkste redenen is waarom veel van Jehovah’s Getuigen keihard tot struikelen zijn gebracht, en ook dat er steeds meer getuigen het Genootschap niet meer zo onvoorwaardelijk steunen als vroeger het geval was? Wellicht zou het afnemende aantal nieuwe discipelen en het groeiende aantal inactieve broeders een aanwijzing kunnen zijn dat Jehovah zijn zegen zelfs aan het terugtrekken is?
De Wachttoren van 1 juli gebruikte een illustratie om daarmee de nutteloosheid aan te tonen van het toeschreeuwen van goede raad richting een drenkeling vanaf de veilige kustlijn omdat we bang zijn om zelf nat te worden. Maar is dat dan niet precies datgene wat het Wachttorengenootschap zelf ook doet, door degenen wiens geloof te water is geraakt en die dreigen te verdrinken in een zee van twijfels, te vertellen dat ze zich er maar gewoon overheen moeten zetten en dat ze gewoon weer deel moeten gaan nemen aan de vergaderingen en de velddienst? Omdat het eeuwige leven van onze dierbare broeders en zusters hier op het spel staat, zou u zichzelf toch ook beslist niet schuldig willen maken aan het verdoezelen van enige verantwoordelijkheid van uw kant voor de benarde situatie waarin ze terecht zijn gekomen? Vooral ook omdat ieder woord van het Wachttorengenootschap zo ontzettend zwaar weegt bij de Jehovah’s Getuigen.
Het hierboven aangehaalde Wachttoren-artikel geeft enkele nuttige suggesties over hoe we Jezus zouden kunnen navolgen in zijn barmhartige omgang met zijn eigen apostelen. Echter bestaat er ook één aspect van onze christelijke koers waarbij Jezus niet kan dienen als ons grote voorbeeld en dat heeft namelijk te maken met het aanbieden van onze verontschuldigen richting degenen die we onrecht hebben aangedaan. Jezus hoefde zichzelf natuurlijk nooit te verontschuldigen om de doodeenvoudige reden dat hij nooit iemand onrecht heeft aangedaan. Maar kunnen het Wachttorengenootschap en de mannen die daar de leiding hebben dan ook in alle eerlijkheid dezelfde bewering doen?
Laten we eens een paar voorbeelden bekijken van waarom het Wachttorengenootschap serieus zou moeten overwegen om zijn oprechte en openhartige verontschuldigingen aan te bieden voor zijn eigen misstappen, en dan niet alleen richting de gekwetste Jehovah’s Getuigen, maar belangrijker nog: richting Jehovah God zelf.
Zoals jullie broeders heel goed weten, werden er de laatste tijd heel veel vragen gesteld door bezorgde Jehovah’s Getuigen die rechtstreeks werden gericht aan het Bethel-hoofdkwartier en talloze bijkantoren over de hele wereld. Deze vragen hadden betrekking op het tienjarige lidmaatschap van het Wachttorengenootschap bij de Verenigde Naties. Het Wachttorengenootschap heeft zich in die 10-jarige periode namelijk bij de Verenigde Naties aangesloten als NGO (Niet-Gouvernementele Organisatie). We hebben een gedetailleerde documentatie gepresenteerd over de enorme mate van betrokkenheid van het Wachttorengenootschap en we hebben daarnaast Bethel ook nog verzocht om hiervoor rechtstreeks rekenschap af te leggen richting de broeders wereldwijd, vanwege het feit dat ze in het geheim een politiek bondgenootschap hadden gesloten met de Verenigde Naties.
Welke reactie kwam er toen vanuit Bethel?
Helaas heeft het Wachttorengenootschap keihard geweigerd om ook maar een enkele misstap aan hun kant toe te geven. Sterker nog: feitelijk blijkt uit de zorgvuldig geformuleerde reacties van het Wachttorengenootschap dat ze de Verenigde Naties zelfs de schuld te geven omdat ze de geformuleerde woordkeuze van de NGO-aanvraag hadden gewijzigd – dit ondanks het feit dat de Verenigde Naties op hun eigen website hebben verklaard dat het Wachttorengenootschap aan dezelfde criteria moest voldoen als alle andere politieke NGO’s!
Wat is het toch ontzettend teleurstellend om te moeten constateren dat degenen die de gezalfden van Jehovah vertegenwoordigen zo’n harteloze minachting voor de waarheid lijken te tonen! Ongetwijfeld zullen er dan ook vele duizenden Jehovah’s Getuigen zijn geweest die tot struikelen werden gebracht vanwege de huichelarij van het Wachttorengenootschap in de NGO-affaire.
En hoe zit het dan met de vele duizenden kinderen die seksueel zijn misbruikt door naaste Jehovah’s Getuigen? Zou het mogelijk kunnen zijn dat het Wachttorengenootschap ook in deze kwestie enige verantwoordelijkheid draagt met betrekking tot deze hartverscheurende tragedie?
Zoals jullie heel goed weten, hebben de wereldwijde massamedia de kwestie omtrent kindermisbruik binnen de organisatie uitgebreid aan het licht gebracht. Als er ooit een gelegenheid zou zijn waarbij het Wachttorengenootschap naar voren zou moeten treden om hun eigen verantwoordelijkheid op zich te nemen, dan zou nu bij uitstek een uitermate geschikt moment zijn. Maar op welke wijze heeft het Wachttorengenootschap dan gereageerd op de publieke beschuldigingen dat haar kindermisbruikbeleid schadelijk is? In de nasleep van de oorspronkelijke pijnlijke blootlegging van dit schandaal, liet de woordvoerder van het Genootschap er geen gras over groeien en was hij er heel snel bij om de schuld te leggen bij een aantal onbekwame ouderlingen omdat deze ouderlingen verkeerd zouden hebben gehandeld in verschillende zaken van seksueel misbruik. Tot dusver heeft het Wachttorengenootschap echter nog steeds geweigerd om ook maar enige schuld van haar kant toe te geven.
In plaats van enige betekenisvolle erkenning van verantwoordelijkheid, lijkt de public relations-afdeling van het Wachttorengenootschap te zijn begonnen met een hippe mediacampagne om het publieke imago van het Wachttorengenootschap op te poetsen. Echter hebben realistisch gezien degenen die zijn gestruikeld en gekwetst als gevolg van de vele gruweldaden van kindermisbruik in onze gemeenten veel meer nodig dan slechts 30 seconden durende public relations-reclamefilmpjes. Ze moeten namelijk het eerlijke verhaal horen!
Veel van Jehovah’s Getuigen kennen de waarheid over de manier waarop het Wachttorengenootschap misbruikzaken heeft afgehandeld. Ze weten uit persoonlijke ervaring dat het Genootschap in de loop der jaren een subtiele druk heeft uitgeoefend op zowel ouderlingen als betrokken gezinnen om hen zodoende te ontmoedigen om aangifte te doen van het seksueel misbruik bij de wettelijke autoriteiten. Duizenden slachtoffers en hun families werden het zwijgen opgelegd door middel van loze kreten zoals “wacht op Jehovah” en door middel van de vaak herhaalde raad van het Genootschap om vooral geen smaad op Jehovah’s naam te brengen door dergelijke misdaden te melden aan de politie of de pers.
We zien inderdaad dat velen van degenen die nu als “geestelijk zwak” worden beschouwd, in werkelijkheid ziek zijn geworden als gevolg van de weigering van het Wachttorengenootschap om enige verantwoordelijkheid op zich te nemen in deze kwesties. Nogmaals, wat is het toch ontzettend teleurstellend om te zien dat de getrouwe slaaf van Christus zo’n harteloze en trotse geest aan de dag legt!
Blijkbaar hebben het Besturende Lichaam en andere verantwoordelijke broeders op Bethel geen enkele behoefte aan een bekentenis of verontschuldiging van welke aard dan ook. De Wachttoren van 15 september 1996 bevat echter een artikel dat u wellicht eens zou willen lezen. Het is getiteld: „Moet u echt uw verontschuldigen aanbieden?” In de slotalinea’s van dat artikel lezen we:
“Als wij het tot een gewoonte maken onze verontschuldigingen aan te bieden wanneer dat nodig is, zullen wij waarschijnlijk bemerken dat mensen daar gunstig op zullen reageren. En misschien is het zelfs zo dat zij zelf hun excuses zullen aanbieden. Wanneer wij vermoeden dat wij iemand van streek hebben gemaakt, waarom zouden wij het dan niet tot een gewoonte maken onze verontschuldigingen aan te bieden in plaats van ons in allerlei bochten te wringen om een fout maar niet toe te geven? In de wereld denkt men misschien dat een verontschuldiging een teken van zwakte is, maar in werkelijkheid getuigt ze van christelijke rijpheid. Natuurlijk willen wij niet als degenen zijn die een fout toegeven en toch hun schuld bagatelliseren.
Moeten wij dus echt onze verontschuldigingen aanbieden? Jazeker. Wij zijn het aan onszelf en anderen verplicht. Een verontschuldiging kan ertoe bijdragen dat de door onvolmaaktheid veroorzaakte pijn verzacht wordt en kan gespannen verhoudingen herstellen. Telkens als wij onze excuses aanbieden, krijgen wij een les in nederigheid en worden wij geoefend om meer rekening te houden met de gevoelens van anderen. Als gevolg daarvan zullen medegelovigen, onze huwelijkspartner en anderen ons als personen bezien die hun genegenheid en vertrouwen waard zijn. Wij zullen vrede des geestes hebben, en Jehovah God zal ons zegenen.”
Wat een voortreffelijke raad geeft het tijdschrift De Wachttoren hier ten aanzien van de vraag waarom wij ons zouden moeten verontschuldigen. O, had het Wachttorengenootschap hier maar zijn eigen advies opgevolgd!
Het is jullie vast niet ontgaan dat onnoemelijk veel Jehovah’s Getuigen en geïnteresseerde personen boos zijn op het Wachttorengenootschap. Waarom zouden jullie je dan niet wat gevoeliger kunnen opstellen richting de gevoelens van degenen die gekrenkt en bedroefd zijn geraakt? Velen van hen zijn al heel lang trouwe dienstknechten van Jehovah evenals loyale verdedigers van het Wachttorengenootschap. Vinden jullie dan niet dat deze mensen een betere behandeling verdienen?
In plaats van zoveel moeite te steken in het afwenden van iedere schuld, kunnen jullie, broeders, er zeker van zijn dat een oprechte en openhartige bekentenis samen met een verzoek om vergeving van de kant van het Wachttorengenootschap, zou kunnen dienen als een genezende balsem voor veel van deze beschadigde en ontmoedigde broeders en zusters. In plaats van dat dit zal worden opgevat als een teken van zwakte van jullie kant, zou het juist eerder een bewijs vormen van oprechte christelijke nederigheid. Uw oprechtheid en nederigheid in dit kritieke stadium zouden mogelijk zelfs een geheel nieuwe geest in de hele organisatie kunnen brengen.
Als jullie werkelijk “diep bezorgd” zouden zijn over het geestelijke welzijn van alle dierbare schapen van Jehovah, met inbegrip van de “geestelijk zwakken”, dan zouden jullie ook niet aarzelen om te doen wat nodig is om hun vertrouwen in jullie leiderschap weer te herstellen. Daarnaast kunnen jullie er ook zeker van zijn dat jullie Jehovah’s zegen zullen ontvangen als jullie je eigen raad zullen opvolgen. Ik ben er dan ook van overtuigd dat Jehovah’s Getuigen meer dan bereid zullen zijn om jullie te vergeven indien jullie besluiten om het juiste te doen.
Met het oog op de pijn en ontmoediging waaronder zo veel Getuigen van Jehovah lijden, is het beslist tijd voor het Besturende Lichaam van het Wachttorengenootschap om onder gebed eens dieper na te denken over de vraag: “Is het tijd om te zeggen: ’Het spijt ons’?”
Leave A Comment