Dagtekst dinsdag 22 februari 2022

Eén ding is zeker: ik vergeet wat achter me ligt en strek me uit naar wat vóór me ligt. — Fil. 3:13.

Mooie herinneringen zijn een zegen van Jehovah. Maar hoe goed je leven vroeger ook was, in de nieuwe wereld wordt het beter. Anderen kunnen je pijn doen, maar als je ervoor kiest ze te vergeven, kun je weer verder. Overmatig schuldgevoel kan verhinderen dat je Jehovah met vreugde dient. Dus net als Paulus moet je ervan overtuigd zijn dat Jehovah je heeft vergeven (1 Tim. 1:12-15). We hebben het vooruitzicht eeuwig te leven. En in Gods nieuwe wereld zullen we geen nare herinneringen meer hebben. De Bijbel zegt over die tijd: ‘Aan de dingen van vroeger zal niet meer worden gedacht’ (Jes. 65:17). Sommigen van ons zijn oud geworden in Jehovah’s dienst, maar in de nieuwe wereld zullen ze weer jong worden (Job 33:25). Wees daarom vastbesloten niet in het verleden te leven, maar kijk recht vooruit en leef voor de toekomst! w20.11 24 ¶4; 29 ¶18-19

Jezus martelpaalIn de bijbehorende context sprak Paulus hier zeker niet alleen maar over de herinneringen aan goede tijden. In dat derde hoofdstuk van Filippenzen nam de apostel namelijk het verlies van alle dingen in ogenschouw, met inbegrip van het verlies van zijn eigen leven. Paulus vond het verlies van dit alles opwegen tegen het bereiken van de eerdere opstanding, ook wel bekend als de eerste opstanding. Een aantal verzen eerder verklaarde Paulus dat het zijn doel was om zichzelf te onderwerpen aan een dood zoals die van Christus om zodoende de kracht van zijn opstanding te kennen. Niemand die niet gezalfd is, kan zich onderwerpen aan een dood zoals Jezus die onderging, omdat het van diegene vereist dat hij moet sterven en zijn aardse leven als mens op dient te geven.

Het is interessant om op te merken dat Paulus in zijn tweede brief aan Timotheüs stelde dat hij de wedstrijd had uitgelopen tot de finish – waar in dit artikel dieper op werd ingegaan. In zijn brief aan de Filippenzen zei Paulus echter ook dat hij niet van mening was dat hij de prijs op dat moment al in ontvangst had genomen; daarom schreef hij ook het volgende: Niet dat ik het al heb gekregen of al volmaakt ben geworden. Maar ik doe mijn uiterste best om te bereiken waarvoor Christus Jezus mij heeft uitgekozen. Broeders, ik denk niet van mezelf dat ik het al bereikt heb, maar één ding is zeker: ik vergeet wat achter me ligt en strek me uit naar wat vóór me ligt. Zo streef ik naar het doel om de prijs van de roeping naar boven te ontvangen, die God via Christus Jezus geeft. (Filippenzen 3:12-14)

Dus, hoewel het vergeten van de dingen die achter ons liggen misschien losjes van toepassing is op degenen die de verdrukking in het vlees zullen gaan overleven, sprak Paulus hier specifiek tot degenen die de roeping naar boven hebben ontvangen. Voor hen betekent het vergeten van de dingen die achter hen liggen iets absoluuts – totaal of algeheel.