Dagtekst vrijdag 29 december 2023
Spits je oren en luister naar de woorden van de wijzen. — Spr. 22:17.
Koning Uzzia legde raad naast zich neer. Hij ging een deel van Jehovah’s tempel binnen waar alleen de priesters mochten komen en probeerde er wierook te branden. De priesters van Jehovah zeiden: ‘Het is niet toegestaan, Uzzia, dat u wierook brandt voor Jehovah! Alleen de priesters mogen wierook branden.’ Hoe reageerde Uzzia? Als hij nederig de raad had opgevolgd en meteen de tempel had verlaten, zou Jehovah hem misschien hebben vergeven. Maar Uzzia ‘werd woedend’. Waarom verwierp hij de raad? Kennelijk vond hij dat hij als koning het recht had te doen wat hij wilde. Maar Jehovah zag het anders. Omdat Uzzia zo aanmatigend was, werd hij met melaatsheid getroffen. Hij ‘bleef melaats tot aan zijn dood’ (2 Kron. 26:16-21). Wat laat het voorbeeld van Uzzia zien? Wie je ook bent, je zult Jehovah’s goedkeuring verliezen als je Bijbelse raad in de wind slaat. w22.02 9 ¶7
Uzzia werd beschouwd als een goede koning. Hij werd al koning toen hij nog maar 16 jaar oud was. Hij was succesvol in het voeren van oorlogen. Daarnaast bouwde hij ook veel waterputten en ook hield hij van de landbouw. Met andere woorden: als koning zorgde voor bescherming, voedsel en water voor de bevolking. Hij regeerde ruim een halve eeuw. Het was daarom niet heel erg verwonderlijk dat Uzzia vanwege zijn succes als koning, na verloop van tijd hoogmoedig begon te worden. Hij was niet langer tevreden met het dienen als koning van Juda en hij wilde daarnaast ook nog hogepriester worden. De wet van Mozes schreef echter een strikte scheiding voor tussen het koningschap en het priesterschap. Omdat Jehovah hem met melaatsheid sloeg, mocht hij daarom ook niet in de buurt komen van de tempel.Uzzia beeldt de slechte slaaf uit. Net zoals Uzzia door God werd aangesteld en jarenlang genoot van Jehovah’s zegen, zo geldt dat ook voor degenen die door Christus zijn aangesteld om op de juiste tijd te zorgen voor geestelijk voedsel. Omdat hij op zo’n hoge positie was aangesteld en omdat er geen mens hoger was dan hijzelf, werd Uzzia hoogmoedig. Hij weigerde te luisteren naar de hogepriester, die de bewaarder van de tempel was.
Op een vergelijkbare wijze wordt de slechte slaaf ook arrogant en heeft hij omgang met de dronkaards van deze wereld. Hij slaat zijn naaste slaven omdat hij woedend is dat zijn meester pas op een later tijdstip komt.
Wanneer de meester eenmaal arriveert, zal de slechte slaaf uit het huisgezin van de meester worden verwijderd en zal hem de toegang tot de gelouterde tempel worden ontzegd. Dat zal ook het moment zijn waarop het jammeren en het knarsetanden zal beginnen.
Leave A Comment