Dagtekst maandag 13 november

Blijf je toeleggen op het voorlezen, het aansporen en het onderwijzen. — 1 Tim. 4:13.

Als je een gedoopte broeder bent, kun je proberen je spreekvaardigheid te verbeteren. Door ‘helemaal op te gaan’ in voorlezen, spreken en onderwijzen, kun je degenen die naar je luisteren nog beter helpen (1 Tim. 4:15). Stel je ten doel de lessen uit de brochure Leg je toe op voorlezen en onderwijzen te bestuderen en toe te passen. Maak een grondige studie van elke les, probeer thuis goed te oefenen en pas de tips toe in je lezingen. Vraag suggesties aan de toegevoegd raadgever of een andere ouderling ‘die hard werkt wat betreft spreken en onderwijzen’ (1 Tim. 5:17). Focus niet alleen op de spreektechniek maar probeer ook om het geloof te versterken van degenen die luisteren of om ze te motiveren toe te passen wat ze leren. Zowel anderen als jijzelf zullen dan meer vreugde hebben. w21.08 24 ¶17

Na de Tweede Wereldoorlog introduceerde het Wachttorengenootschap de Theocratische Bedieningsschool welke was bedoeld om de Jehovah’s Getuigen op te leiden tot openbare sprekers en onderwijzers. Persoonlijk had ik, voordat ik deelnam aan de Theocratische Bedieningsschool, nog nooit eerder de gelegenheid gehad om voor een groter publiek te spreken. Mij werd destijds verteld dat ik een gave had om te spreken. Nadat ik een aantal jaren als leerling had gediend, groeide ik na verloop van tijd en werd ik uiteindelijk schoolleider. Ik genoot echt heel erg van dat voorrecht. Dankzij de training die ik toen heb mogen volgen, hield ik regelmatig openbare lezingen en zo nu en dan viel ik ook nog spontaan in voor broeders die op het laatste moment hun lezing afzegden.

Maar toen ik echter niet opnieuw werd aangesteld als ouderling nadat ik naar een nieuwe gemeente was verhuisd, ondanks het feit dat ik werd aanbevolen en ondanks het feit dat ik merkte dat de ouderlingen in deze nieuwe gemeente hun uiterste best leken te doen om redenen te vinden om mij niet opnieuw aan te stellen, begon ik langzaam te beseffen dat Jehovah betrokken was bij de hele gang van zaken. Hoewel het toen voor mij nog niet helemaal duidelijk was, bleek naderhand dat ik een roeping had ontvangen voor een hele andere opdracht. Het internet stond destijds pas net in de kinderschoenen. De meeste mensen om mij heen vermeden het “gevaarlijke” internet en slechts weinig mensen wisten toen überhaupt iets af over het internet. Ook van bloggen of YouTube had niemand destijds ooit gehoord, omdat het fenomeen bloggen en YouTube in die tijd nog helemaal niet bestond. Maar nadat ik een aantal jaar met mijn toetsenbordje had geëxperimenteerd en de essays en artikelen zich begonnen op te stapelen, opende Jehovah voor mij een deur naar een nieuw publiek. Achteraf kan worden gezegd dat dit publiek en het aanhangende bereik vele malen groter was dan voorheen.

Het is vreemd en tegelijkertijd ook ironisch om te beseffen dat mijn opleiding aan de Theocratische Bedieningsschool mij gedeeltelijk heeft voorbereid op de taak om Jehovah’s komende oordelen tegen het Wachttorengenootschap aan te kondigen. Net als Jeremia voel ik mezelf ook maar een kleine jongen en ik voel me niet gekwalificeerd voor zo’n zware missie. Tegelijkertijd heeft het Wachttorengenootschap mij geholpen om wél te kwalificeren! Dus na ruim twintig jaar hoop ik mijn opdracht tot het einde uit te kunnen voeren en hoop ik ook degene te zijn die Jehovah’s laatste, vernietigende boodschap zal overbrengen: Een einde! Het einde komt over de vier hoeken van het land. Nu is het einde voor je aangebroken. Ik zal mijn woede op je koelen en je oordelen naar je wegen en je ter verantwoording roepen voor al je walgelijke daden. Ik zal geen medelijden met je hebben en geen medegevoel. Ik zal je de gevolgen van je eigen wegen laten ondervinden en je zult de consequenties van je walgelijke daden dragen. Je zult moeten weten dat ik Jehovah ben.” (Ezechiël 7:2-4)