Op de hoofdpagina van de website JW.org staat deze week een nieuw beknopt artikel waarvan de titel de volgende vraag opwerpt: “WAT HOUDT DE KOMST VAN CHRISTUS IN?”

Lezers die al wat langer de e-Watchman website bezoeken, die zijn zich er waarschijnlijk ook van bewust dat dit betreffende onderwerp mijn speciale interesse- en onderzoeksgebied is. Ik heb de relevante geschriften over dit fascinerende onderwerp namelijk heel grondig onderzocht, evenals de leer van het Wachttorengenootschap betreffende dit onderwerp. Dus laten we er nu dan maar meteen dieper in gaan duiken.

De Bijbel maakt er tientallen keren melding van dat Christus in de toekomst komt om de mensen die op aarde leven, te oordelen. * Mattheüs 25:31-33 zegt bijvoorbeeld:

Het klopt inderdaad dat de Schrift tientallen verwijzingen maakt naar een toekomstig moment waarop Christus zal komen om de mensen op aarde te oordelen. Ondanks die tientallen verwijzingen citeert het Wachttorengenootschap slechts één enkel vers in de context van de zogenaamde gelijkenis van de schapen en de bokken, alsof dat het enige zou zijn dat daarop betrekking heeft.

Het betreffende artikel op JW.org bestaat uit amper 600 woorden. Dat is ook de reden waarom ik het artikel “beknopt” noemde. Het betreft namelijk maar een heel klein onderdeel van het totale plaatje. Het Wachttorengenootschap had over dit onderwerp véél meer kunnen en moeten schrijven. Sterker nog: Het is eigenlijk onmogelijk om in een enkel klein artikeltje zelfs maar het topje van de hele ijsberg te kunnen behandelen, aangezien we hier te maken hebben met een onderwerp dat zo diep en zo ondoorzichtig is als de openbaring van Christus. Het was dan ook ongetwijfeld de bedoeling van de uitgevers van dit soort micro-artikelen om juist bij de lezers de indruk te wekken dat er over dit onderwerp niet verder hoeft te worden uitgeweid en dat de informatie in hun artikeltje eigenlijk alles is dat men over dit onderwerp zou moeten weten. Een vorm van bedrog die door het Wachttorengenootschap wordt gebruikt, is iets beweren dat waar is, terwijl ze tegelijkertijd ook een gedeelte van de beschikbare informatie weglaten waarvan ze liever niet willen dat hun achterban hier langer bij stilstaat.

Na de eerste zin uit het artikel heeft het Wachttorengenootschap een (*) sterretje neergezet waarop je kunt klikken. In de daaraan gekoppelde voetnoot staat het volgende geschreven: Hoewel veel mensen voor Christus’ komst de term ‘wederkomst’ gebruiken, staat die term niet in de Bijbel.”

De bovenstaande stelling is inderdaad waar. De Bijbel gebruikt niet specifiek de term „wederkomst” of „tweede advent”. Maar wat maakt dit dan uit? We weten daarnaast overigens ook dat er in de gehele Schrift ook nergens over de term ‘onzichtbare aanwezigheid’ wordt gesproken; terwijl er echter wel heel duidelijk is gebleken dat het ontbreken van een dergelijke uitdrukking in de Bijbel het Wachttorengenootschap er niet van heeft weerhouden om die uitdrukking toch te verankeren als zijnde een zuivere en onbetwistbare waarheid.

In werkelijkheid gebruikte de apostel Paulus een uitdrukking die impliciet een tweede komst suggereert, en dan dus niet alleen maar een tweede komst maar ook een verschijning — een zichtbare aanwezigheid.

De apostel ging in zijn brief aan de Hebreeën uitvoerig in op de bijzondere rol die Christus speelt. Een rol die niet alleen maar betrekking heeft op het bloedoffer dat door Jezus aan God werd gebracht, maar daarnaast ook op het ambt dat Jezus bekleedt als zijnde Jehovah’s aangestelde hogepriester. Paulus onthulde ook dat Jezus’ rol als middelaar van het verbond op een gegeven moment zal worden beëindigd. Maar wanneer dan? De apostel Paulus verklaart: “…zo werd ook de Christus eens en voor altijd geofferd om de zonden van velen te dragen. De tweede keer dat hij komt, zal het niet zijn om zonde weg te nemen. Hij zal gezien worden door degenen die vol verlangen naar hem uitzien voor hun redding. (Hebreeën 9:28)

Is het u opgevallen? > “De tweede keer dat hij komt.”

Wij dienaren zijn ons terdege bewust van de geestelijke blindheid aan de kant van degenen die bijvoorbeeld zijn geïndoctrineerd door de Drie-eenheidsleer. Ze zouden een gedeelte uit de Schrift kunnen lezen die onthult dat Christus de Eerstgeborene van de gehele schepping is, terwijl dit op hen verder geen enkele invloed heeft. Het is net alsof ze deze tekst lezen terwijl de boodschap niet tot hen doordringt waardoor ze het ook niet kunnen bevatten en het hen verder helemaal niets doet. Welnu, is dezelfde geestelijk beperkte toestand dan ook niet van toepassing op de Jehovah’s Getuigen, wanneer zij een gedeelte uit de Schrift lezen zoals hierboven bijvoorbeeld werd aangehaald? “De tweede keer dat hij komt” is namelijk vrij eenvoudig en gemakkelijk te begrijpen. Dat geldt overigens ook voor de uitdrukking Hij zal gezien worden door degenen die vol verlangen naar hem uitzien voor hun redding. – Dit trouwens wel op voorwaarde dat het denkvermogen van de lezer niet van tevoren is afgestompt door een sluwe vorm van indoctrinatie.

Wanneer er een tweede keer zal zijn waarop Jezus zal verschijnen, wanneer was dan de eerste keer dat hij verscheen? Het antwoord op die vraag is simpel. Jezus verscheen aan de Joden op de dag dat Johannes de Doper hem onderdompelde in de rivier de Jordaan waarop Jezus vervolgens gedurende drie en een half jaar daarna wandelde door het uitgestrekte land van Israël en hij aan de natie verscheen als Jehovah’s uitverkorene: de Messias. Hij verscheen ook nog talloze keren aan zijn discipelen nadat hij uit de dood was opgewekt. Gezien het feit dat zijn eerste verschijning absoluut zichtbaar plaatsvond, evenals zijn latere manifestaties na zijn opstanding, waarom leert het Wachttorengenootschap daarentegen dan dat de tweede keer dat hij verschijnt ineens onzichtbaar zou plaatsvinden?

Deze oordeelstijd zal deel uitmaken van een ‘grote verdrukking’ die ongekend is in de menselijke geschiedenis. Die verdrukking zal eindigen in de oorlog van Armageddon (Mattheüs 24:21; Openbaring 16:16). Christus’ vijanden, die in zijn illustratie worden omschreven als bokken, ‘zullen de gerechtelijke straf van eeuwige vernietiging ondergaan’ (2 Thessalonicenzen 1:9; Openbaring 19:11, 15). In tegenstelling daarmee zullen zijn trouwe volgelingen, de schapen, het vooruitzicht hebben op ‘eeuwig leven’ (Mattheüs 25:46).

Als “de verdrukking zal eindigen in de oorlog van Armageddon”, waarom zal Jehovah God dan noodgedwongen moeten gaan ingrijpen om de dagen ervan te verkorten? Worden de dagen ervan dan verkort door Armageddon? Nee. Dat is niet het geval. Tot op de dag van vandaag, na meer dan een eeuw aan bijbelonderzoek, blijkt het Wachttorengenootschap nog steeds niet in staat te zijn om een duidelijk beeld te schetsen van de dingen die in de profetie worden geopenbaard.

Wat is dan precies de grote verdrukking? Het Besturende Lichaam heeft dit nog nooit echt op een bevredigende wijze uitgelegd. Het Besturende Lichaam zegt namelijk dat ‘s werelds grootste tijd van moeilijkheden en ellende pas zal beginnen zodra de Verenigde Naties alle wereldwijde georganiseerde religies zal gaan vernietigen. Indien dat waar zou zijn, waarom zou Jehovah God dan moeten gaan ingrijpen om die tijd te verkorten? Indien de uitroeiing van alle valse georganiseerde religie het enige is waar het hier om gaat, waarom verklaarde Jezus dan dat, tenzij God zou ingrijpen, er anders geen vlees zou gaan overleven? Het moge dan ook duidelijk zijn dat deze grote verdrukking een existentiële bedreiging zal gaan vormen voor de gehele mensheid, en dus niet alleen maar voor alle valse religies.

Juist wanneer we zien dat de natiën van deze aarde, die grote hoeveelheden massavernietigingswapens bezitten, op dit ogenblik van de geschiedenis onverbiddelijk een groot gewapend conflict worden ingezogen, is de slaperigheid van het Wachttorengenootschap daarom ook absoluut onvergeeflijk te noemen. Dat is dan ook ongetwijfeld de reden waarom Jezus, toen hij tot zijn discipelen sprak, zei dat hij op een uur zou komen waarop ze het niet verwachten.

Jezus zei: ‘Van die dag en dat uur weet niemand iets af’ (Mattheüs 24:36, 42; 25:13). Maar hij beschreef wel een zichtbaar, samengesteld ‘teken’ waaraan de periode voor zijn komst te herkennen zou zijn (Mattheüs 24:3, 7-14; Lukas 21:10, 11).

Het kan een hele klus zijn om de tegenstrijdige verklaringen van het Wachttorengenootschap tot op de bodem uit te spitten. Het is trouwens zeker waar dat Jezus verklaarde dat niemand de dag en het uur weet waarop de Mensenzoon zal komen. Het Wachttorengenootschap beweert dat het samengestelde teken de periode identificeert die voorafgaat aan zijn komst. Tegelijkertijd beweert het Wachttorengenootschap daarnaast ook dat Christus al in het jaar 1914 terugkwam. Lees nu eens het derde hoofdstuk van Maleachi. Verwijzend naar de boodschapper van het verbond en de ware Heer, verklaren de verzen 1 en 2 het volgende: Plotseling zal de ware Heer, die jullie zoeken, naar zijn tempel komen. En de boodschapper van het verbond zal komen, naar wie jullie verlangen. Hij zal beslist komen’, zegt Jehovah van de legermachten. Maar wie zal de dag van zijn komst doorstaan? Wie zal standhouden als hij verschijnt?

Houd er rekening mee dat in slechts twee verzen de woorden “komen” en “komst” vier keer worden gebruikt met betrekking tot de komst van de ware Heer over wie we weten dat hiermee Jezus Christus wordt bedoeld. Daarnaast komen we ook nog dat andere woord tegen – ‘verschijnt’.

Dit is met name problematisch voor het Wachttorengenootschap omdat volgens hun eigen dogma’s de ware Heer al in het jaar 1914 naar zijn tempel zou zijn gekomen om daar de zaken recht te zetten. Het Wachttorengenootschap heeft dus de vraag geopperd wie er in staat zijn geweest om de dag van zijn komst te kunnen doorstaan. Volgens de eigen overleveringen van het Wachttorengenootschap zelf zouden er toen een paar duizend Bijbelonderzoekers in staat zijn geweest om deze gebeurtenis te doorstaan toen Jezus onzichtbaar aan hen zou zijn verschenen, en uiteraard zou het dan ook zo moeten zijn geweest dat degenen die deze vurige dag van zijn komst zouden hebben doorstaan, inmiddels allemaal alweer zijn overleden sinds dat deze climactische gebeurtenis zou hebben plaatsgevonden waarop de Heer onzichtbaar zou zijn gekomen en onzichtbaar aan hen zou zijn verschenen.

Komt Christus met een geestelijk of met een vleselijk lichaam?  Jezus werd opgewekt met een geestelijk lichaam, dus komt hij als een geestelijk wezen, niet als een vleselijk wezen (1 Korinthiërs 15:45; 1 Petrus 3:18). Daarom kon Jezus op de avond voor zijn dood tegen zijn apostelen zeggen: ‘Nog een korte tijd en de wereld zal mij niet meer aanschouwen’ (Johannes 14:19).

Als de schrijvers van deze beknopte artikeltjes oprecht waren geweest, dan zouden ze niet de helft van een vers citeren en vervolgens verzuimen om een ellips te gebruiken om daarmee aan te geven dat ze daarnaast ook nog informatie hebben weggelaten. Wanneer we dan vervolgens Johannes 14:19 in zijn geheel zouden lezen dan weten we dat Jezus in werkelijkheid het volgende zei: Nog een korte tijd en de wereld zal mij niet meer zien, maar jullie zullen mij wel zien, want ik leef en jullie zullen leven.

Trouw aan de woorden van Jezus, zagen de discipelen Jezus ook nadat hij uit de dood was opgewekt. Het is daarnaast ook zeker vermeldenswaardig dat enkel en alleen de mensen die voor de dood van Jezus al gelovig waren, in staat waren om de uit de dood opgewekte Christus met hun eigen ogen te zien. Dus in die zin zag de wereld hem wel degelijk. Maar blijft het hier dan vervolgens bij? Nee, absoluut niet. In hetzelfde 14de hoofdstuk van Johannes verklaarde Jezus ook nog het volgende: In het huis van mijn Vader zijn veel woningen. Als dat niet zo was, zou ik het jullie hebben gezegd. Ik ga weg om een plaats voor jullie in orde te maken. Maar als ik wegga en een plaats voor jullie in orde maak, zal ik terugkomen en jullie met me meenemen, zodat ook jullie kunnen zijn waar ik ben.” (Johannes 14:2-3)

Nadat hij in de loop van de 40 dagen na zijn opstanding aan zijn discipelen was verschenen, ging de Heer naar de hemel om een plaats voor zijn geadopteerde broeders in orde te maken. Jezus zei duidelijk dat hij weer terug zou komen (tweede komst) om alle uitverkorenen persoonlijk te ontvangen – zowel de doden als de levenden onder hen. En zodra hij weer terug zal komen, zal dit precies zijn zoals Johannes dit later openbaarde: “… want we zullen hem zien zoals hij is. (1 Johannes 3:2)

Misvatting: Als de Bijbel zegt dat mensen Jezus ‘op de wolken des hemels zien komen’, houdt dat in dat Jezus’ komst zichtbaar zal zijn (Mattheüs 24:30).

 Feit: De Bijbel brengt wolken vaak in verband met iets wat niet zichtbaar is (Leviticus 16:2; Numeri 11:25; Deuteronomium 33:26). God zei bijvoorbeeld tegen Mozes: ‘Ik kom tot u in een donkere wolk’ (Exodus 19:9). Mozes zag God niet letterlijk. Zo komt ook Christus ‘op de wolken’ in die zin dat mensen zijn komst zullen kunnen onderscheiden, ook al is Christus niet zichtbaar.

Indien u het 19de hoofdstuk van Exodus eens goed zou lezen, dan zou u een heel ander beeld krijgen dan wat het beknopte fragment suggereert. Vers negen zegt: “’Luister, ik kom naar je toe in een donkere wolk, zodat het volk het kan horen als ik met je praat en zodat ze ook voor altijd vertrouwen in jou zullen hebben.’ Toen vertelde Mozes Jehovah wat het volk had gezegd.

Mozes stond destijds op de top van een berg terwijl heel Israël aan de voet van de berg bijeen vergaderd was en van beneden naar boven keek. De berg was inderdaad gehuld in een donkere wolk, echter was het onmogelijk dat deze wolk verward had kunnen worden met een gewone voorbijvliegende wolk. Jehovah manifesteerde zichzelf namelijk op de berg en sprak rechtstreeks tot Mozes (door middel van een engel). Daar bleef het echter niet bij. Mozes kreeg ook nog de opdracht om naar beneden te gaan en het volk voor te bereiden om hun eigen God te ontmoeten op de derde dag (wat dus ook niet toevallig dezelfde tijdsduur bleek te zijn als de periode waarin Jezus in het graf verbleef). Op de ochtend van de derde dag donderde en bliksemde het. Er was een zware wolk op de berg en er klonk een zeer luid hoorngeschal. Het hele volk in het kamp begon te beven. Mozes leidde het volk het kamp uit, de ware God tegemoet, en ze gingen aan de voet van de berg staan. De berg Sinaï was helemaal in rook gehuld, want Jehovah daalde er in vuur op neer. De rook ervan steeg op als de rook van een kalkoven, en de hele berg schudde hevig. Terwijl het hoorngeschal steeds sterker werd, begon Mozes te spreken, en de stem van de ware God antwoordde hem. (Exodus 19:16-19)

Het is inderdaad waar dat geen enkel mens het aangezicht van God mag zien om deze ontmoeting vervolgens te overleven. Toch openbaarde Jehovah zich aan Mozes door Mozes figuurlijk af te schermen in een spleet van de berg en door vervolgens langs hem heen te lopen zodat Mozes als het ware Gods rug kon zien — en dus niet zijn gezicht. Als gevolg daarvan straalde zijn gezicht vervolgens lichtstralen uit toen Mozes weer van de berg afdaalde met de nieuwe set stenen tafelen in zijn handen. Heeft Mozes God toen gezien? Ja, absoluut! Wanneer u namelijk iemand van achteren zou zien en u herkent die persoon vervolgens, ondanks het feit dat u het gezicht van die persoon zelf niet hebt gezien, hebt u die persoon dan wel of niet gezien? Ja, natuurlijk hebt u die persoon dan wel gezien.

Wat is dan precies de belangrijke betekenis van de verschijning van Mozes in het visioen van de transfiguratie? Net zoals ook Mozes van aangezicht tot aangezicht met Jehovah sprak op de berg Sinaï, zo waren ook Mozes en Elia in gesprek met Jezus, waarvan zijn gezicht zo helder scheen als de zon, terwijl er toen plotseling een wolk verscheen en de stem van God uit de wolk kwam en verklaarde: Dit is mijn geliefde Zoon, die ik heb goedgekeurd. Luister naar hem.(Mattheüs 17:5b)

Jehovah, die toen sprak vanuit de zwevende wolk, was wel degelijk onzichtbaar; Maar Jezus, met zijn gezicht stralend als de zon, was daarentegen wel heel goed zichtbaar voor Petrus, Jakobus en Johannes. En Petrus legde later ook nog uit dat de Transfiguratie slechts een voorproefje was van de daadwerkelijke parousia van Christus.

De rest van het artikel dient als een stroman in die zin dat ieder oog Jezus zal gaan zien, evenals de absurde suggestie dat Jezus weer in het vlees zal gaan terugkeren.

Ik krijg dan ook de indruk dat het Wachttorengenootschap hier indirect reageert op de e-Watchman publicatie van de online brochure getiteld: “De Tweede Komst van Christus – wat zal dit voor u betekenen?”

Deze publiekelijke redetwist tussen mij en het Wachttorengenootschap is onderhand al een hele lange tijd aan de gang. Deze discussie zal dan ook pas definitief tot een einde komen zodra Christus ook daadwerkelijk onverwachts zal komen als een dief in de nacht. In tegenstelling tot de impliciete suggestie dat het oordeel over de schapen en de bokken onmiddellijk zal gaan plaatsvinden, dienen Jehovah’s Getuigen daarentegen beter te weten, namelijk dat het oordeel begint bij het huis van God. Tot die tijd dan eindelijk zal aanbreken zullen Satans handlangers blijven overheersen. Datzelfde geldt dan ook voor de bedrieglijke invloed die ze promoten, zoals het door demonen geïnspireerde geleuter dat de wederkomst van Christus eigenlijk helemaal geen tweede komst zou zijn, of de leugen dat Jezus onzichtbaar zal verschijnen voor zijn broeders.

Tot dat betreffende moment aanbreekt, is er dus ook geen mogelijkheid dat iemand op dit moment al zal worden geoordeeld op basis van de vraag of hij de broeders van Christus wel of niet goed heeft behandeld. Zoals het er nu uitziet, moet het Wachttorengenootschap eerst zichzelf gaan verantwoorden voor hun vele fouten, misstappen, tirannie en regelrechte rebellie tegen Jehovah God. Pas nadat de slechte slaven zijn weggestuurd om te wenen en knarsetanden in de buitenste duisternis, pas dan zullen de ware broeders van Christus worden onderscheiden. Dat fenomeen is dan ook datgene waar Paulus naar verwees als “de openbaring van de zonen van God”. De zonen van God betreffen dus de broeders van de Zoon van God.