Dagtekst maandag 11 april 2022

Blijf dit doen. — 1 Kor. 11:25.

Verreweg de meeste aanwezigen op het Avondmaal hebben de aardse hoop. Maar waarom gaan ze naar het Avondmaal? Om dezelfde reden als mensen die naar de bruiloft van een vriend gaan. De vrienden gaan naar de bruiloft om te laten zien dat ze van het bruidspaar houden en achter hen staan. De andere schapen gaan dus naar het Avondmaal om te laten zien dat ze van Christus en de gezalfden houden en achter hen staan. Ze gaan ook uit waardering voor het offer dat herdacht wordt, een offer dat eeuwig leven op aarde mogelijk maakt. Bovendien gaan de andere schapen naar het Avondmaal uit gehoorzaamheid aan Jezus’ gebod. Toen Jezus die herdenking met zijn trouwe apostelen instelde, zei hij: ‘Blijf dit doen om mij te gedenken’ (1 Kor. 11:23-26). Ze blijven dus het Avondmaal bezoeken zolang er nog gezalfden op aarde zijn. w21.01 17-18 ¶13-14

Ik wil heel graag geloven dat de meeste Jehovah’s Getuigen niet opzettelijk misleiden. Toch zijn er maar enkele personen voor nodig die beschikken over redactionele privileges die zich tegelijkertijd voordoen als getrouwe en beleidvolle slaaf, die vervolgens in staat blijken te zijn om hele subtiele leugens en verdraaiingen in het openbaar te publiceren die vervolgens weer als onbetwistbare waarheid worden gepresenteerd en verankerd.

Ondanks dat alles, is het Besturende Lichaam in ieder geval wel consistent. Ze ontkennen en onderschatten namelijk consequent de parousia terwijl ze tegelijkertijd de Tweede Komst van Christus verdoezelen en bagatelliseren.

Zullen de Jehovah’s Getuigen en geïnteresseerde personen het Avondmaal des Heren blijven bijwonen zolang er nog enkele gezalfden hier op aarde in leven zijn? Wellicht zouden ze dit kunnen doen, echter zal het niet gerechtvaardigd blijken te zijn.

Ben ik dan een muggenzifter om mensen erop te wijzen dat Paulus niet verklaarde dat we de dood van de Heer dienen te verkondigen totdat we zelf sterven? Het zou namelijk vanzelfsprekend moeten zijn dat gezalfde christenen getrouw dienen te blijven tot in de dood. De apostel Paulus informeerde ons door middel van de volgende woorden: Want elke keer dat jullie dit brood eten en uit deze beker drinken, verkondigen jullie de dood van de Heer, totdat hij komt. (1 Korinthiërs 11:26)

Maar wat gebeurt er dan precies wanneer “hij komt”? Of wellicht is de volgende vraag nog veel relevanter voor specifiek de Jehovah’s Getuigen: “Is Jezus dan al gekomen?” Het antwoord van het Wachttorengenootschap op deze vraag luidt helaas niet simpelweg “ja” of “nee”. Volgens het Wachttorengenootschap zou Jezus namelijk wel zijn gekomen, maar hij zou daarna volgens het Genootschap nog een keer moeten komen. Dat betreft namelijk de onuitgesproken en ongeschreven leerstelling van het Wachttorengenootschap zelf. Het zou wellicht ook geen slecht idee zijn om er eens dieper over na te denken, hoe ontzettend onlogisch, onredelijk en onbijbels deze interpretatie van het Wachttorengenootschap eigenlijk is.

Even ter bevestiging: Jehovah’s Getuigen hebben gedurende vele jaren luidkeels van de daken verkondigd dat Jezus al in het jaar 1914 was gekomen. Maar is dat dan ook echt zo?

Het Wachttorengenootschap heeft namelijk ook de profetie van Maleachi verbonden aan die datum, waarbij ze het als een onbetwistbaar feit presenteren dat de boodschapper van het (nieuwe) verbond al zou zijn gekomen. En wat betreft de verontrustende vraag die over zijn komst in de profetie van Maleachi wordt gesteld: Maar wie zal de dag van zijn komst doorstaan? Wie zal standhouden als hij verschijnt? – Het Wachttorengenootschap impliceert dus dat het antwoord op deze vraag zou moeten luiden: Iedereen zou de dag van zijn komst zonder enige problemen hebben doorstaan. Appeltje, eitje dus. De enige kanttekening ten aanzien van deze interpretatie van het Wachttorengenootschap is dat er tegenwoordig niemand meer in leven is die op aarde aanwezig was toen Jezus volgens het Wachttorengenootschap in het jaar 1914 terug was gekomen om Gods geestelijke tempel te onderwerpen aan zijn inspectie.

Echter ligt hier dan ook meteen het onderliggende probleem: Als Jezus namelijk al in het jaar 1914 zou zijn gekomen, waarom zouden we dan nog langer doorgaan met het herdenken van het Avondmaal? Wanneer u daarom oprecht bent en u deze vraag eerlijk voor uzelf beantwoordt en wanneer u trouw bent aan de Schrift, dan blijft er maar één waarheidsgetrouw antwoord over, namelijk: Jezus is op dit moment nog steeds niet gekomen, in geen enkel opzicht.

Een van de laatste dingen die Jezus tegen zijn discipelen zei voordat hij naar de hemel opsteeg, was dat hij alle dagen met hen zou zijn, tot het einde van het tijdperk, oftewel tot het besluit van het samenstel dus. Het einde oftewel het besluit betekent dus niet een periode van nog meer van hetzelfde. Jezus zei dat de oogst het besluit betreft. Tijdens deze oogst zullen de engelen alle ontrouwe en goddeloze personen verwijderen uit het Koninkrijk van Christus. Daarna zullen pas de ware zonen van God hun licht gaan schijnen. Wat verklaart dan waarom ze zo helder zullen gaan schijnen als de zon in het Koninkrijk van hun adoptie-Vader? Zij zullen de Zoon dan namelijk met hun eigen ogen hebben gezien. Het zal zijn zoals de geïnspireerde apostel Paulus het verwoordde: Want nu zien we vage omtrekken in een metalen spiegel, maar dan staan we oog in oog. (1Korinthiërs 13:12)

De reden waarom de herdenking van de dood van Jezus slechts geldig zal zijn “totdat hij komt” is omdat de openbaring van Christus (parousia) per definitie de voltooiing zal betekenen van het nieuwe verbond. Per slot van rekening is het zoals Paulus het verklaarde toen hij Jezus citeerde:  “Deze beker betekent het nieuwe verbond”. En het nieuwe verbond is bedoeld om een nieuwe schepping voort te brengen die bestaat uit Jezus en de 144.000 anderen die van deze aarde zijn gekocht. Als bemiddelaar van het nieuwe verbond heeft Christus de taak om al diegenen die koningen en priesters in het Koninkrijk van God zullen worden, tot volmaaktheid te brengen. De reden waarom ze vóór hun dood in heiligheid moeten worden vervolmaakt, is omdat ze voor God zullen komen te staan in zijn heilige hemelen.

Maar vóórdat de overgeblevenen in hun geloof kunnen worden vervolmaakt, moeten ze wel eerst worden onderworpen aan het brandende vuur van de louteraar. Dat verklaart dan ook meteen de volgende retorische vraag: Maar wie zal de dag van zijn komst doorstaan? Wie zal standhouden als hij verschijnt? Want hij zal zijn als het vuur van een louteraar en als het loog van de wassers. Hij zal zitten als een louteraar en reiniger van zilver en hij zal de zonen van Levi reinigen. Hij zal hen zuiveren als goud en als zilver, en ze zullen voor Jehovah mensen worden die een offergave aanbieden in rechtvaardigheid. (Maleachi 3:2-3)

De manifestatie van Christus zal het nieuwe verbond vervullen. Het offer van Christus zal in combinatie met zijn dienst als middelaar en Hogepriester erin resulteren dat Jehovah’s voornemen om een nieuwe schepping voort te brengen, daarmee zal worden verwezenlijkt. Zoiets heeft namelijk nog nooit eerder bestaan — Een Koninkrijk van onsterfelijken die onvergankelijk en onverwoestbaar zullen zijn en die leven in zichzelf zullen bezitten zoals alleen Jehovah en Jezus dit hebben.

Terwijl vrijwel ieder mens die ooit heeft geleefd en is gestorven zal gaan profiteren van de losprijs van Christus, en ja…dat geldt dan ook voor de meest goddeloze personen onder hen, toch maken alleen de uitverkorenen exclusief deel uit van dit nieuwe verbond. En hoewel de grote schare hun gewaden zal wassen en deze wit zullen maken in het bloed van het Lam en hoewel ze daarnaast zelfs het onschatbare voorrecht zullen hebben om nooit te hoeven sterven, zelfs zij maken geen onderdeel uit van dit nieuwe verbond. En dat is dan ook de reden waarom ze niet door zullen gaan met het vieren van het Avondmaal, nadat ‘hij komt’.