Opmerking van de Nederlandse vertaler: Dit artikel betreft het vervolg op de eerdere reeks artikelen die dieper ingaan op het Bijbelboek Jeremia.


In het 19de hoofdstuk van het boek Jeremia kreeg de profeet de opdracht om bij een pottenbakker een aardewerken kruik te kopen. God beval hem vervolgens om een aantal oudsten mee te nemen naar de rand van de stad, en dan in het bijzonder naar het Dal van de Zoon van Hinnom. Daar moest hij de oudsten vervolgens informeren dat Jehovah de stad zou gaan vernietigen.

Het Dal van Hinnom werd gebruikt als een plaats waar de koningen van Juda kinderoffers brachten. Het is dan ook interessant om op te merken dat Ghenna afgeleid is van Hinnom, en uiteraard gebruikte Jezus Ghenna ook nog op een symbolische manier om daarmee een smadelijke en permanente dood te illustreren. Hou die gedachte vast.

Toen sloeg Jeremia de kruik kapot om daarmee te demonstreren hoe God Jeruzalem zou gaan verbrijzelen. Jeremia begaf zich vervolgens naar de binnenplaats van de tempel en sprak Jehovah’s onheilspellende boodschap uit ten overstaan van het volk.

Een zekere zoon van een priester, Pashur genaamd, luisterde naar de woorden van Jeremia en hij sloeg hem waarna hij Jeremia vervolgens aan de schandpaal liet ketenen, ook wel het blok genoemd. De volgende dag werd Jeremia uit het blok bevrijd en de profeet profeteerde prompt tot Pashur en verklaarde het volgende: Jehovah noemt je niet Pa̱shur, maar Angst Rondom. Want dit zegt Jehovah: “Ik zal van jou een bron van angst maken voor jezelf en voor al je vrienden, en ze zullen voor je ogen sneuvelen door het zwaard van hun vijanden. En ik zal heel Juda in handen geven van de koning van Babylon. Hij zal ze in ballingschap naar Babylon wegvoeren en ze met het zwaard doden. En ik zal alle rijkdom van deze stad, al haar bezittingen, al haar kostbare spullen en alle schatten van de koningen van Juda in handen van hun vijanden geven. En ze zullen die plunderen, meenemen en naar Babylon brengen. En jij, Pa̱shur, en iedereen die in je huis woont, jullie zullen gevangengenomen worden. Je zult naar Babylon gaan en daar sterven en daar zul je met al je vrienden begraven worden, omdat je ze leugens hebt geprofeteerd.” (Jeremia 20:3-6)

Zoals elke kritische student van Gods woord weet, was de verwoesting van Jeruzalem niet alleen het belangrijkste thema van veel Hebreeuwse profetische boeken zoals Jeremia, maar het vormde ook het middelpunt van de eindtijdprofetie van Jezus. Jezus drong er zelfs bij de lezer op aan om het boek Daniël te raadplegen met betrekking tot de verwoesting van de heilige plaats, die zich in het hart van de beide Jeruzalems bevond – Het ene Jeruzalem dat werd verwoest door Babylon en het andere Jeruzalem dat werd verwoest door Rome. Dit betekent duidelijk dat het Jeruzalem in de tijd van Jeremia een voorafschaduwing betreft van het Jeruzalem dat verwoesting zal meemaken tijdens de grote verdrukking.

De afgelopen twee decennia heb ik de rol van Jeremia gespeeld met betrekking tot het Wachttorengenootschap – ik heb ze talrijke Koninkrijksnieuwsbrieven voorgeschoteld evenals boeken en pamfletten. Ik heb deze onder de leiders van het Wachttorengenootschap verspreid zodat ze zich bewust zouden zijn over wat er komen gaat. Zij hebben een soortgelijke houding aan de dag gelegd als de koningen en priesters van Juda. Het zou me niets verbazen als zou blijken dat de boeken en brieven die ik naar het Besturende Lichaam en hun helpers heb gestuurd, door hen zouden zijn weggegooid, net zoals koning Jojakim deed toen hij de boekrol van Jeremia verbrandde nadat een kort gedeelte ervan aan hem was voorgelezen.

Iedereen die het waagt om het Besturende op wat voor manier dan ook te corrigeren, of die het lef heeft om hen te berispen, wordt daarmee beschouwd als een regelrechte afvallige en als een vijand van God bestempeld en zal daarop dan ook worden uitgesloten – symbolisch geketend en aan de schandpaal vastgebonden, die oorspronkelijk bedoeld was om de geketende publiekelijk te vernederen.

Toen de koning van Juda de boekrol van Jeremia weggooide, merkte Jehovah God dit op en reageerde Hij. Jehovah herhaalde Zijn vastbeslotenheid om de koning van Babylon ertoe te brengen Jeruzalem te vernietigen en een einde te maken aan het koninkrijk van David. En vanwege zijn schaamteloosheid zou Jojakim’s dode lichaam op de grond worden achtergelaten zodat zijn lijk overdag zou worden blootgesteld aan de hitte van de zon en ’s nachts aan de vorst.

Zoals eerder werd aangehaald hadden de koningen vóór Jeremia zich schuldig gemaakt aan het brengen van kinderoffers – een afschuwelijke vorm van demonenaanbidding. Het Wachttorengenootschap hanteert een kindermisbruikbeleid dat verwant is aan het offeren van kinderen, omdat het Wachttorengenootschap pedofielen in staat heeft gesteld om binnen de vele gemeenten van Jehovah’s Getuigen de onschuld van duizenden kinderen te verwoesten – waardoor deze kinderen feitelijk werden opgeofferd aan de demonen.

Meer recentelijk heeft het Wachttorengenootschap geprobeerd om alle Jehovah’s Getuigen over te halen om zich te onderwerpen aan een potentieel dodelijke medische ingreep om daarmee de zogenaamde theocratische eenheid te bewaren. Hoewel het menselijkerwijs onmogelijk is om het exacte aantal sterfgevallen als gevolg van de vaccins te kwantificeren omdat er sprake is van vele zeer uiteenlopende soorten bijwerkingen die veelal pas lang na de injecties plaatsvinden, weet Jehovah dit exacte aantal echter wel en zal Hij daarom ook absoluut een verantwoording gaan eisen.

Net als bij de koningen en priesters van Juda, zijn ook de leiders van het Wachttorengenootschap onbereikbaar en weigeren ze zichzelf te laten corrigeren. Ze zullen zichzelf nooit laten verootmoedigen. Integendeel, ze gaan juist van kwaad tot erger.

Jehovah voorzag al lang geleden dat pure angst de enige remedie is in deze situatie. Ten aanzien van Zijn vreemde werk dat zal moeten worden vervuld met de komst van Christus, verklaart Jesaja 28:19b simpelweg het volgende: Alleen door angst zullen ze begrijpen wat ze hebben gehoord.”

Het is dus alsof Jehovah God het verheven Besturende Lichaam “Angst Rondom” zal noemen.

Net zoals Pashur heeft ook het Besturende Lichaam leugens geprofeteerd. Zodra de wereld in oorlog zal losbarsten en de meest angstaanjagende wapens zullen worden ingezet die ooit zijn bedacht – waardoor het hele samenstel in elkaar zal storten – dan zullen ze pas begrijpen dat ze Jehovah hebben beledigd en dat ze de Jehovah’s Getuigen hebben misleid met betrekking tot de komst van Christus. Ze zullen dan ook ongetwijfeld sidderen en huiveren en door grote angst worden gegrepen.

Maar welke parallel bestaat er dan met betrekking tot de letterlijke doodvonnissen die God heeft opgelegd aan personen als Pashur en Jojakim?

Jezus sprak over twee soorten slaven: slaven die getrouw worden bevonden en slaven die als slecht zullen worden beoordeeld. Hoe zal het dan eindigen voor degenen die door Christus als goddeloos zullen worden beoordeeld? Jezus zei: hij zal hem heel zwaar straffen en hem hetzelfde lot laten ondergaan als de huichelaars. Daar zal hij jammeren en knarsetanden. (Mattheüs 24:51)

Dezelfde plaats toegewezen krijgen als de huichelaars betekent dat de slechte slaven zullen worden verstoten en dat ze dezelfde veroordeling zullen ontvangen als de wereld. Ze zullen daarna echter nog uitgebreid de tijd krijgen om nog eens goed over hun uiteindelijke, verschrikkelijke lot na te denken; vandaar dat er ook in de Schrift staat geschreven: “Daar zal hij jammeren en knarsetanden”. De slechte slaaf zal op dat moment dan ook heel goed weten wat er wordt gesymboliseerd door Ghenna.

Wat betreft het geval van Pashur: Hij werd niet rechtstreeks geëxecuteerd zoals de koning van Juda. In plaats daarvan werd hij eerst naar Babylon afgevoerd, waar hij pas later zou sterven. We zouden dan ook kunnen zeggen dat hij daar jammerde en knarsetandde.

Jezus voorzei dat de dagen van de grote verdrukking zouden worden verkort omwille van de uitverkorenen. Dat komt tot uiting in het feit dat veel Joden, waaronder ook Jeremia, de verwoesting van Jeruzalem hebben overleefd. Onder degenen die werden afgevoerd naar Babylon bevond zich zelfs nog een overblijfsel dat was teruggekocht om Jeruzalem weer te herbouwen. Echter zullen alleen degenen die door God waren uitverkoren, worden toegestaan om te mogen wandelen op de Weg van Heiligheid.