Dagtekst dinsdag 26 oktober

Tegen u heb ik gezondigd — tegen u vooral! — Ps. 51:4.

Als je een ernstige zonde begaat, probeer je fout dan niet te verdoezelen. Beken je zonde in gebed aan Jehovah. Dan zul je verlichting voelen van de stress die wordt veroorzaakt door een schuldig geweten. Maar als je je vriendschap met Jehovah wilt herstellen, moet je meer doen dan alleen bidden. Je moet correctie aanvaarden. Toen Jehovah de profeet Nathan stuurde om Davids zonde met Bathseba aan de kaak te stellen, probeerde David zijn zonde niet goed te praten of af te zwakken. Hij gaf meteen toe dat hij niet alleen tegen Bathseba’s man had gezondigd, maar ook — en vooral — tegen Jehovah. David aanvaardde de correctie van Jehovah en Jehovah vergaf hem (2 Sam. 12:10-14). Als je een ernstige zonde hebt begaan, moet je praten met degenen die Jehovah heeft aangesteld als herders (Jak. 5:14, 15). En weersta de neiging om in de verdediging te gaan. Hoe sneller je de correctie die je krijgt accepteert en toepast, hoe sneller je weer vrede en vreugde krijgt. w20.02 24 ¶17-18

In het voorbeeld van David vergaf Jehovah hem, echter deed Hij dit niet onvoorwaardelijk. Het axioma klopt: God kan vergeven, maar Jehovah zal onder geen beding een vrijstelling van bestraffing geven. David heeft de rest van zijn leven voor zijn zonden moeten boeten doordat God het toestond dat er verdeeldheid en strijd binnen Davids eigen huisgezin ontstond, waaronder de verkrachting van een van zijn dochters door een van zijn zonen, die vervolgens weer werd vermoord door een andere zoon van hem. Absalom zette zelfs aan tot een staatsgreep tegen de troon van zijn vader en dwong hem om het paleis voor een bepaalde periode te verlaten. En ook tegen het einde van zijn leven probeerde ook Adonia de troon aan zichzelf toe te eigenen.

Davids zonde vond in het geheim plaats. Niemand wist wat hij had gedaan. Jehovah onthulde de kwestie aan de profeet Nathan, die op zijn beurt naar te koning ging om hem vervolgens onbevreesd te confronteren met zijn zonde. Het is waar dat David woedend had kunnen reageren en hij had zelfs de macht om Nathan in de gevangenis te werpen en hij had de profeet ook kunnen laten executeren. Toch besloot koning David om nederig zijn zonde toe te geven.

Volgens de Mozaïsche wet had koning David moeten worden gestenigd en ter dood worden gebracht vanwege het feit dat hij een overspeler en een moordenaar was. Echter bleek dat Jehovah God persoonlijk had ingegrepen en tussenbeide was gekomen om David te veroordelen. Waarom eigenlijk? Omdat David tot op dat moment loyaal aan God was geweest en Jehovah een verbond met hem had gesloten voor een eeuwigdurend koninkrijk. De tweede zoon van Bathseba was Salomo, wiens geslachtslijn zich uitstrekt tot Jezus. Jehovah had dus het grotere plaatje voor ogen.

Hoewel Davids overspel en moord op Uria iets afschuwelijks was, werd de natie als geheel hierdoor niet rechtstreeks getroffen. Echter bleek dit niet het geval te zijn toen David op dwaze wijze besloot om een volkstelling te houden. Hoewel het niet meteen duidelijk is waarom God zo verbolgen werd, probeerde zelfs Davids legeraanvoerder om David van zijn dwaasheid af te brengen. Het is dan ook zeer opmerkelijk dat Satan hierbij betrokken was. Bovendien is het verslag over de volkstelling één van de weinige plaatsen binnen het geheel aan Hebreeuwse geschriften waar überhaupt over Satan wordt gesproken. Behalve in het boek Job en in de profetie van Zacharia, is de geschiedenis in het boek Kronieken de enige andere plek waar melding wordt gemaakt over het schepsel waar Jezus naar verwees als ‘de goddeloze’.

Toen keerde Satan zich tegen Israël en hij zette David ertoe aan Israël te tellen. David zei tegen Joab en de leiders van het volk: ‘Ga Israël tellen, van Berse̱ba tot Dan. Breng me de uitslag, zodat ik te weten kom met hoeveel ze zijn.’ Maar Joab zei: ‘Ik hoop dat Jehovah zijn volk nog 100 keer zo groot maakt! Maar zijn het niet allemaal al dienaren van u, mijn heer de koning? Waarom zou u dit willen doen? Waarom zou u een schuld op Israël laden? (1 Kronieken 21:1-3)

Merk op dat Satans intriges waren gericht tegen de natie Israël. Het enige dat de duivel maar hoefde te doen, was één man beïnvloeden: de koning, David. Daarin slaagde het plan van de duivel. Als reactie daarop inspireerde Jehovah een andere profeet om de dwalende koning te confronteren. Deze keer was het de visionair Gad, die tegen David zei: Dit zegt Jehovah: ‘Ik leg je drie straffen voor. Kies er één uit; die zal ik je opleggen.’ Gad ging dus naar David en zei tegen hem: ‘Dit zegt Jehovah: “Aan jou de keus: óf drie jaar hongersnood, óf drie maanden het zwaard van je vijanden en door je tegenstanders verslagen worden, óf drie dagen het zwaard van Jehovah — een epidemie in het land — waarbij Jehovah’s engel dood en verderf zaait in het hele gebied van Israël.” Denk erover na wat ik moet antwoorden aan hem die mij heeft gestuurd.” (1Kronieken 21:10-12)

David koos uiteindelijk voor de optie waarbij er 3 dagen lang een epidemie door het land zou trekken. Binnen dat tijdsbestek van 72 uur stierven er 70.000 Israëlieten aan een soort plaag. Echter was daarmee de kous nog niet af. Jehovah’s engel bewoog zich met het zwaard in de hand richting Jeruzalem onder het bevel om Davids stad te verwoesten. Toen gebeurde er echter iets buitengewoons. In het verslag staat: Toen David omhoogkeek, zag hij Jehovah’s engel tussen de aarde en de hemel staan met in zijn hand een getrokken zwaard, uitgestrekt naar Jeruzalem. Meteen lieten David en de oudsten zich, gekleed in zakken, voorover op de grond vallen. David zei tegen de ware God: ‘Ik was het toch die de opdracht gaf om een volkstelling te houden? Het was mijn fout, ik ben degene die heeft gezondigd. Maar wat hebben deze arme schapen verkeerd gedaan? O Jehovah, mijn God, laat uw hand alstublieft mij en het huis van mijn vader treffen. Maar breng deze plaag niet over uw volk. (1Kronieken 21:16-17)

Opnieuw werd Gad met een boodschap naar David toegestuurd waarin David de instructie kreeg om op een specifieke locatie een altaar te bouwen. David gehoorzaamde, kocht het terrein en bereidde vervolgens het brandoffer voor. Toen kwam er net zoals in het geval van Elia en de profeten van Baäl, een vuur uit de hemel. Het verslag zegt: En David bouwde er een altaar voor Jehovah en bracht brandoffers en vredeoffers. Hij riep Jehovah aan, die hem antwoordde met vuur uit de hemel op het brandofferaltaar. Daarna gaf Jehovah de engel het bevel zijn zwaard weer in de schede te steken. (1Kronieken 21:26-27)

De plek waar God het brandoffer van David verteerde was ook dezelfde plaats waar Salomo later de prachtige tempel bouwde.

Het lijkt ook helemaal niet vergezocht dat Satan het Besturende Lichaam ertoe heeft aangezet om Jehovah’s Getuigen het bevel te geven zich te laten vaccineren zodat zij toestemming hebben om een Koninkrijkszaal te mogen betreden, dat wil zeggen, ervan uitgaande dat het testprogramma succesvol blijkt en wereldwijd volledig wordt uitgerold. Het lijkt op het eerste oog de meest verstandige keuze, aangezien de Covid-pestilentie heeft geresulteerd in de dood van honderdduizenden mensen. (In werkelijkheid zijn veel van de sterfgevallen die aan Covid worden toegeschreven, te wijten aan de dodelijke selectie van behandelmethoden die door ziekenhuizen worden toegepast, evenals het feit dat er een verbod is ingevoerd op het voorschrijven en toepassen van bekende alternatieve medicatie en behandelmethodes.)

Maar zoals in het geval van Davids rampzalige volkstelling, waarbij het blijkbaar ging om een telling van zijn strijdkrachten in plaats van dat het ging om een telling van de algemene bevolking, welk recht heeft het Besturende Lichaam dan om extra voorwaarden te stellen aan degenen die willen voldoen aan de geboden die staan opgetekend in de Bijbel?

De satanische aard van het mandaat van het Wachttorengenootschap zou direct moeten opvallen, in die zin dat het volledig in lijn ligt met het algehele vaccinatieprogramma van de Verenigde Naties, waar al lang vóór de covid-pandemie aan werd gewerkt. Onder het mom van het gehoorzamen van Caesar en onder het mom van het redden van levens, heeft het Wachttorengenootschap de hele organisatie onderworpen aan een gevaarlijke, niet-geteste, zeer experimentele medische procedure die erin heeft geresulteerd dat er honderdduizenden mensen over de hele wereld aan overlijden of waardoor hun lichamelijke gezondheid ernstig wordt aangetast.

Waarom is deze vaccinatie dan verplicht? Niemand kan een logisch antwoord geven op de vraag waarom gevaccineerde personen beschermd dienen te worden tegen ongevaccineerde personen. Waarom wordt natuurlijke immuniteit buiten beschouwing gelaten, waarvan wetenschappelijk is bewezen dat het minstens een dozijn keer effectiever is dan het zogenaamde vaccin? Waarom worden jonge mensen en zelfs kinderen en baby’s geïnjecteerd met een serum dat voor hen veel dodelijker blijkt te zijn dan het virus zelf? Niemand geeft ooit antwoord op al deze vragen. Het gaat hier dan ook om niets minder dan pure tirannie. Neem nu je prik of accepteer anders je straf. En het Besturende Lichaam heeft laten zien dat ze hetzelfde pad bewandelen als de tirannen.

Het is niet uitgesloten dat de 70.000 doden die het gevolg waren van Davids dwaasheid een daadwerkelijke vervulling zou kunnen hebben onder de Jehovah’s Getuigen in onze tijd. Uiteraard zal dit niet in een periode van slechts drie dagen gaan plaatsvinden, echter weet niemand op dit moment al wat de effecten zullen zijn op de langere termijn.

We dienen absoluut niet te veronderstellen dat Jehovah zomaar zal toestaan dat het Besturende Lichaam ongestraft blijft omdat het de kudde op dwaze wijze een mandaat heeft opgelegd om zich aan deze gevaarlijke injecties te onderwerpen om daarmee de zogenaamde eenheid binnen de organisatie te bewaren. Er zijn op dit moment al meldingen van doden en gewonden als gevolg van de vaccinaties. Er is mij onlangs een nog niet-geverifieerd bericht ter ore gekomen, dat een oud lid van het Nederlandse bijkantoor, broeder Gournon, een ernstige, neurotische aangezichtsverlamming heeft opgelopen, kort nadat hij werd gevaccineerd. (Broeder Gournon was eerder te zien in deze uitzending op JW-Broadcast.)

Het is dan ook absoluut opmerkelijk dat we in het verslag kunnen lezen dat de engel, nadat hij het volk sloeg met een drie dagen durende pestilentie, deze engel verder ging teneinde Jeruzalem te verwoesten. De verwoesting van Jeruzalem vormt namelijk het middelpunt van de verstrekkende profetie van Jezus betreffende zijn terugkeer evenals de climax van het geheel. Zoals eerder hierboven werd vermeld, is Zacharia, naast de boeken Kronieken en Job, het enige andere Hebreeuwse boek waarin Satan bij naam wordt genoemd. En daarnaast is het ook uiterst relevant aangezien het betrekking heeft op Jeruzalem.

Vervolgens liet hij me de hogepriester Jozua zien, die voor de engel van Jehovah stond. Aan zijn rechterhand stond Satan, die hem tegenstand bood. Toen zei de engel van Jehovah tegen Satan: ‘Mag Jehovah je terechtwijzen, Satan! Ja, mag Jehovah, die Jeruzalem heeft uitgekozen, je terechtwijzen! Is deze man geen brandend houtblok dat uit het vuur is weggerukt? (Zacharia 3:1-2)

Hoewel de profetie ogenschijnlijk van toepassing is op het herstel van de ware aanbidding in Jeruzalem nadat de Joden uit Babylon waren teruggekeerd, onthult de bijbehorende context daarentegen een veel diepere betekenis. Op het eerste gezicht lijkt het erop dat Jozua Christus symboliseert, de Hogepriester; echter is dit niet het geval. Hoe kunnen we dit dan zeker weten? Omdat Jozua vuile kleding draagt en omdat hij vergeving nodig heeft. Het verslag zegt verder: Jozua had vuile kleren aan terwijl hij voor de engel stond. De engel zei tegen degenen die voor hem stonden: ‘Trek hem die vuile kleren uit.’ Toen zei hij tegen hem: ‘Ik heb je zonde van je weggenomen en men zal je prachtige kleding aandoen.’ (Zacharia 3:3-4)

Wat is de betekenis van het feit dat Jozua gekleed is in het officiële gewaad van de hogepriester? De profetie onthult vervolgens bepaalde kenmerken van de tempel die binnenkort herbouwd zal worden, waaronder twee olijfbomen die aan beide kanten van een gouden lampstandaard staan: De profeet vroeg wat de betekenis hiervan was en de engel antwoordde hierop: Het zijn de twee gezalfden die naast de Heer van de hele aarde staan. (Zacharia 4:14)

Het elfde hoofdstuk van Openbaring citeert de profetie van Zacharia bij het identificeren van de twee getuigen die in zakken gekleed zijn en die dus worden geïdentificeerd als de twee gezalfden die naast de Heer van de hele aarde staan. Omgekeerd betekent dat dus ook dat de Heer van de hele aarde ook naast hen staat, wat ook letterlijk het Griekse woord “parousia” betekent, namelijk: naast hen komen/ langszij komen.

Wat verder nog een opmerkelijke parallel is, is het feit dat net als de twee getuigen uit Openbaring, ook de oudere mannen die bij David waren, eveneens in zakken waren gekleed toen ze voor de engel stonden die was uitgezonden om Jeruzalem te vernietigen. Aangezien er in dat geval geen tempel in Jeruzalem bestond en aangezien zelfs de draagbare tabernakel in die tijd op een andere locatie stond, zal de Tweede Komst van Christus de oprichting bewerkstelligen van een geestelijke tempel die vrij is van welke vuiligheid of verontreiniging dan ook.

Uiteraard zouden we niet moeten verwachten dat het Besturende Lichaam ooit een fout zou toegeven of dat ze ooit verantwoordelijkheid zouden nemen voor iets slechts. Maar wanneer de engel van Jehovah zijn zwaard uit de schede trekt, bekrachtigd door voedseltekorten en pestilentiën, waarbij het Besturende Lichaam net zoals David en de oudere mannen die met hem waren voor het aangezicht van de moordende engel begonnen te trillen terwijl zij om genade smeekten, zo zouden we ook mogen verwachten dat de komende angst en terreur uiteindelijk ervoor zullen zorgen dat de hoogmoedigen op hun knieën zullen worden gedwongen. Wellicht zou Jehovah God genade kunnen betonen richting sommigen van hen.

Uiteindelijk zal het overblijfsel uit het vuur worden gerukt waarop ze ontdaan zullen worden van hun bevuilde kleding waarna ze zullen worden gehuld in de gewaden van priesters.