Dagtekst zondag 6 juni

Als je het slechte doet, dan moet je bang zijn. — Rom. 13:4.

Kindermisbruik is een ernstige zonde. Een kindermisbruiker brengt het kind vreselijke schade toe. Hij beschaamt het vertrouwen van het kind en berooft het van een gevoel van veiligheid en zekerheid. Kinderen moeten beschermd worden tegen zo’n slechte daad en de slachtoffers hebben troost en hulp nodig (1 Thess. 5:14). Als iemand in de gemeente zich schuldig maakt aan kindermisbruik, werpt hij een smet op de gemeente (Matth. 5:16; 1 Petr. 2:12). We tolereren in ons midden geen personen  die berouwloos slechte dingen doen en de goede reputatie van de gemeente besmeuren. Als  iemand uit de gemeente de wet overtreedt, bijvoorbeeld door een kind te misbruiken, zondigt hij tegen de autoriteiten. (Vergelijk Hand. 25:8.) Hoewel de ouderlingen niet het gezag hebben om de wet te handhaven, zullen ze een kindermisbruiker niet beschermen tegen de juridische gevolgen van zijn zonde. w19.05 9 ˚4-7

Toen engelen zich als mensen materialiseerden en tot Abraham spraken over Sodom en Gomorra, was Abraham verbaasd dat Jehovah — “de Rechter van de gehele aarde” — de rechtvaardigen samen met de goddelozen zou wegvagen. Abraham stelde daarom ook een reeks vragen. Indien er 50 rechtvaardige mannen in Sodom gevonden zouden kunnen worden, zou God de stad dan sparen? Het antwoord daarop was ja. Maar wat dan indien het er 45 waren? Of 40? Of 30? Of 20? Ook het antwoord op die vragen luidde ‘ja’. Ten slotte vroeg Abraham of God de stad wilde sparen indien er slechts 10 rechtvaardige mensen gevonden konden worden. Wederom was het antwoord hierop, ja.

Toen gingen de engelen weg om Lot en zijn familie te redden. Op het moment dat ze de stad hadden verlaten viel er vuur en zwavel uit de hemel en werden Sodom en Gomorra compleet vernietigd. Blijkbaar konden er in geen van beide steden 10 rechtvaardige mannen worden gevonden.

Hetzelfde geldt ook voor het bestuur van het Wachttorengenootschap. Er is onder hen niet één eerlijke man te vinden. Zelfs niet 1 enkele nederige waarheidsspreker. Velen onder Jehovah’s Getuigen weten dat het Besturende Lichaam zich schuldig maakt aan het vertellen van onwaarheden. Blijkbaar kan het veruit de meeste Jehovah’s Getuigen ook zeer weinig schelen. Het is precies zoals het in de Bijbel wordt beschreven: “want we houden ons schuil in een leugen en we verbergen ons in bedrog. (Jesaja 28:15)

Uiteraard zijn er vele ouderlingen die binnen hun gemeenten te maken hebben gehad met pedofielen en kindermisbruik en zij weten uit de eerste hand hoe de juridische afdeling van het Wachttorengenootschap de slachtoffers en hun families evenals de ouderlingen zelf beperkingen heeft opgelegd en het aan hen heeft verboden om aangifte te doen van het misdrijf. Tevens hebben ze het hen verboden en in ieder geval zwaar ontmoedigd om op welke manier dan ook hun medewerking te verlenen aan de politie. Er werd van ouderlingen verwacht en zelfs geëist dat zij optreden als de handhavers van het beleid uit Bethel.

Als er een eerlijk en oprecht lid zou zijn geweest van het Besturende Lichaam, dan had deze man zonder enige twijfel afgetreden als een daad van protest. Hoe zou een integer man de onwaarheden kunnen onderschrijven die het Wachttorengenootschap publiceert? Indien er rechtvaardige mannen gevonden hadden kunnen worden onder al het personeel van het hoofdkwartier in Warwick of Patterson, dan zouden ze zeker ontslag hebben genomen uit afschuw over de ijskoude oneerlijkheid die door het Besturende Lichaam werd verkondigd.

Het is daarom ook overduidelijk dat het bestuur van de Jehovah’s Getuigen geen vrees heeft voor Jehovah.

Denk hier eens dieper over na. De mensheid bevindt zich in de rotzooi waar we momenteel in zitten omdat een engel had gelogen en omdat Eva de leugen vervolgens geloofde. Leugens hebben enorm verstrekkende gevolgen.

Toen het christendom begon door middel van de uitstorting van de heilige geest tijdens Pascha, werden een man en een vrouw met de namen Ananias en Saffira gezalfd. Er ontstond een behoefte onder gelovigen die sommigen ertoe had gebracht om hun bezittingen te schenken aan de nieuw gevormde gemeente. Ananias en Saffira verkochten wat van de eigendommen die zij bezaten en ze beweerden ten onrechte dat ze al het geld aan de broeders hadden geschonken. Zij logen. Ze hielden namelijk stiekem een deel achter voor zichzelf. Het was overigens volledig hun goedrecht om dat te doen. Niemand had hen immers verplicht om een donatie te doen. Ze hadden daarom ook het recht om het geld geheel of gedeeltelijk voor zichzelf te houden. Het verontrustende van dit alles was namelijk hun bedrog. Ze wilden richting de buitenwereld vrijgeviger lijken dan ze in werkelijkheid waren. En God had dit alles duidelijk gezien.

Als gevolg van hun bedrog hebben Ananias en Saffira de schandelijke eer om de geschiedenis in te gaan als de enige twee christenen die door God werden geëxecuteerd – althans, tot nu toe.

Op vergelijkbare wijze is er ook voor het Besturende Lichaam geen reden om in deze kwestie te liegen. Zoals reeds eerder vermeld, weten vele, vele gemeenteouderlingen dat het Besturende Lichaam liegt. Loyale volgers van het Wachttorengenootschap zouden het hun leiders ongetwijfeld vergeven en zouden hen des te meer respecteren indien ze eenvoudigweg hun falen uit het verleden zouden erkennen. Een openlijke verklaring in de trant van: “Hierbij erkennen we dat ons lang bestaande beleid van stilzwijgen en het actief ontwijken van elke vorm van samenwerking met de autoriteiten zeer dwaas en ook zeer schadelijk was. Het spijt ons daarom ook enorm voor de pijn die zovelen hebben geleden omdat we gefaald hebben om kinderen adequaat te beschermen.”

Jehovah zou op die manier zijn geëerd en Hij had verheugd kunnen zijn als gevolg van zo’n openhartige en nederige schuldbekentenis. Maar, zoals het er nu voor staat, is het Besturende Lichaam, net als Ananias en Saffira, bereid om voor het aangezicht van de gemeente te staan, evenals voor het aangezicht van God en Christus en de hele hemelse legermacht, evenals voor alle overige toeschouwers terwijl zij steenkoud verklaren dat ze geen enkele verantwoordelijkheid dragen in deze kwestie. Wat moet dit toch een vreselijke belediging zijn jegens God!

Het valt te begrijpen dat de gewone eenvoudige nederige verkondigers zich van geen kwaad bewust zijn betreffende de achterkamertjes-advocatuur van het Wachttorengenootschap. Het is echter wel een zaak van openbare rechtsgang waarbij advocaten die Jehovah’s zichtbare organisatie vertegenwoordigen, verklaringen hebben ingediend bij de rechtbanken waarin wordt verklaard dat ouderlingen geen enkele fiduciaire verantwoordelijkheid dragen om kinderen te beschermen tegen de uitbuiting door seksuele roofdieren binnen de gemeenten waar deze ouderlingen toezicht op houden. De meeste Jehovah’s Getuigen hebben geen enkele moeite gedaan om deze zaken zelfs ook maar te onderzoeken en ze zijn zich daarom ook niet bewust van de mate en de ernst van deze ontrouw en het bedrog dat wordt gepleegd. Maar…het moge duidelijk zijn dat Jehovah zelf hier wel zeer goed van op de hoogte is.

Klaarblijkelijk ziet het Besturende Lichaam geen enkele tegenstrijdigheid tussen, aan de ene kant de juridische strategie waarbij ze verklaren dat ouderlingen geen verantwoordelijkheid dragen om kinderen te beschermen en aan de andere kant de openbare verklaringen zoals in de dagtekst van vandaag, waarin het tegenovergestelde wordt geïmpliceerd. Nogmaals, het leiderschap van het Wachttorengenootschap heeft dus net zoals Ananias en Saffira klaarblijkelijk geen vrees voor Jehovah. Als ze dat namelijk wel hadden gehad dan hadden ze met geen haar op hun hoofd durven beweren dat ze in deze zaak onschuldig zijn.

God doorziet niet alleen alle pretenties en hypocriete houdingen richting de buitenwereld. Behalve dat Jehovah dit doorziet, is het ook nog eens zo dat God dit al duizenden jaren geleden had zien aankomen. Zijn oordelen werden vooraf opgenomen en deze zijn voor iedereen inzichtelijk gemaakt. Daarom staat er in Jesaja 1:10 ook de volgende profetische tekst geschreven: Hoor het woord van Jehovah, dictators van Sodom. Luister naar de wet van onze God, volk van Gomorra.

De perverse inwoners van Sodom en Gomorra stonden niet onder de Wet jegens God, noch behoorden zij tot zijn volk. Deze twee steden der onrechtvaardigheid bestonden niet eens meer toen Jehovah sprak door middel van Jesaja.

In werkelijkheid richt God zich hier tot de leiders van Zijn volk; ogenschijnlijk de leiders van Israël, maar uiteindelijk dus richting de zogenaamde getrouwe en beleidvolle slaaf gedurende de periode waarin Christus terug zal komen om te beginnen met het inspecteren van het huis van zijn Vader. Hoe kunnen we hier dan zeker van zijn? Omdat de context van deze profetie te maken heeft met de oprichting van het Koninkrijk van God in het laatste deel der dagen. De tegenwoordige moderne dictators van Sodom en Gomorra waar in de profetie van Jesaja naar wordt verwezen zijn namelijk het Besturende Lichaam en hun assistenten, evenals de raad van bestuur van het Wachttoren-, Bijbel- en traktaatgenootschap.

Jehovah’s Getuigen zouden zich door zo’n soort vergelijking hoogstwaarschijnlijk zeer beledigd kunnen voelen, maar gezien vanuit Jehovah’s perspectief, dragen allen die zijn aangesteld in leidinggevende posities een zeer zware verantwoordelijkheid met betrekking tot de bescherming van Gods kostbare lammetjes. Het is voor Jehovah God namelijk onaanvaardbaar indien er ook maar één enkel kind zou worden misbruikt.

Een organisatie die een geheime elektronische database bijhoudt waarin de gegevens staan opgeslagen van meer dan 20.000 bekende pedofielen…een organisatie die zichzelf tegelijkertijd de juridische tegenstander heeft gemaakt van kinderen die zijn verkracht en misbruikt door seksuele roofdieren…een organisatie die slachtoffers van seksueel misbruik de mond snoert doordat zij deze kinderen juridische verklaringen, (gag-orders) laten ondertekenen die het hen verbiedt om met anderen te spreken over de misdaden die tegen hen zijn gepleegd, terwijl ze aan de andere kant tegelijkertijd op huichelachtige wijze beweren dat deze misbruikte slachtoffertjes “troost en hulp nodig hebben”, lijkt zeker heel erg op de steden Sodom en Gomorra.

Het Wachttorengenootschap heeft uitgebreid de gelegenheid gehad om de zaken recht te zetten. Ze hebben dit geweigerd te doen. Zoals nu ook weer heel helder blijkt uit de dagtekst van vandaag, heeft het Besturende Lichaam laten zien dat ze niet zullen afwijken van de ingeslagen weg. Ze hebben aangetoond dat ze bereid zijn om ten overstaan van God glashard in Zijn gezicht te liegen. Hoe treffend is daarom ook Jehovah’s profetische observatie: Je leiders zijn opstandig, ze zijn handlangers van dieven. Allemaal houden ze van steekpenningen, ze zijn uit op geschenken. Vaderloze kinderen doen ze geen recht en de zaak van de weduwe bereikt hen niet. (Jesaja 1:23)

Hoe zal Jehovah God straks dan gaan handelen met de onberouwvolle dictators van Sodom? God gaat verder en verklaart het volgende: Daarom verklaart de ware Heer, Jehovah van de legermachten, de Machtige van Israël: ‘Genoeg! Ik zal me ontdoen van mijn tegenstanders, ik zal wraak nemen op mijn vijanden. Ik zal me tegen je keren. Ik zal je schuimslakken uitsmelten als met loog en ik zal al je onzuiverheden verwijderen. Ik zal je rechters weer maken zoals vroeger en je raadgevers zoals in het begin. Daarna zul je worden genoemd: Stad van Rechtvaardigheid, Trouwe Stad. Sion zal door recht verlost worden en haar inwoners die terugkomen door rechtvaardigheid. De opstandelingen en zondaars zullen worden verpletterd, en wie Jehovah verlaten, zullen aan hun eind komen.” (Jesaja 1:24-28)

Het is lachwekkend en tegelijkertijd ook heel erg triest om te moeten constateren dat het Besturende Lichaam beweert dat ze al zijn gezuiverd. De wasser zou volgens het Wachttorengenootschap namelijk al in het jaar 1918 naar de aarde zijn teruggekeerd en zou de Organisatie volgens hen toen al hebben schoongewassen. Ze lopen op te scheppen dat de zuivere aanbidding eindelijk zou zijn hersteld. Inderdaad! Dictators van Sodom!