Opmerking van de Nederlandse vertaler: Om naar dit artikel te luisteren kunt u klikken op de bovenstaande afspeelknop.

Dagtekst woensdag 3 februari

“Elke kwestie wordt bevestigd door de verklaringen van twee of drie getuigen. — Matth. 18:16.”

“Waarom zijn er minstens twee getuigen vereist voordat de ouderlingen rechterlijke stappen  ondernemen? Dit vereiste maakt deel uit van de hoge Bijbelse rechtsnorm. Als er geen bekentenis van het kwaaddoen is, zijn er twee getuigen vereist om een beschuldiging te staven. Alleen dan zullen de ouderlingen rechterlijke stappen ondernemen (Deut. 19:15; 1 Tim. 5:19). Als de  beschuldigde ontkent, nemen de ouderlingen getuigenverklaringen in overweging. Wordt de beschuldiging gestaafd door minstens twee personen — de beschuldiger en iemand anders — dan wordt er een rechterlijk comité gevormd. Als er maar één getuige is, betekent dit niet dat hij liegt. Ook als vermeend kwaaddoen niet kan worden vastgesteld op basis van twee getuigen, erkennen de ouderlingen dat er mogelijk een ernstige zonde is begaan. De ouderlingen bieden blijvende steun aan allen die gekwetst zijn en ze blijven alert om de gemeente te beschermen tegen potentieel gevaar (Hand. 20:28). w19.05 11 ˚15-16

Het komt maar zelden voor dat iemand getuige is van seksueel misbruik van kinderen.Het kind is kwetsbaar voor zowel het seksuele roofdier als het rechtssysteem dat over het algemeen meer geloof hecht aan de verklaring van een volwassene.Dat is dan ook ongetwijfeld de reden waarom God mannen heeft aangesteld die als rechters binnen de christelijke regeling moeten dienen, waarbij God hen de opdracht heeft gegeven om vooral zorg te dragen voor de “wezen” die zich in moeilijkheden bevinden. Dus in plaats van het strikt toepassen van de wet, vereist de daadwerkelijke wet juist dat rechters extra ondersteuning bieden aan de meest kwetsbaren.

Het Wachttoren-artikel waarop de Dagtekst is gebaseerd, werd geschreven en gedrukt als gevolg van het pedofielenprobleem binnen de Wachttoren-organisatie.

Paragraaf vijf luidt als volgt:

“Een zonde tegen het slachtoffer. Het is een zonde om anderen pijn te doen en te laten lijden. In het volgende artikel zullen we zien dat dit precies is wat een kindermisbruiker doet: hij brengt het kind vreselijke schade toe. Hij beschaamt het vertrouwen van het kind en berooft het van een gevoel van veiligheid en zekerheid. Kinderen moeten beschermd worden tegen zo’n slechte daad en de slachtoffers hebben troost en hulp nodig.”

De mannen die het Wachttorengenootschap leiden, veroordelen zichzelf hier aan de hand van hun eigen woorden. Hun hypocrisie en huichelarij is werkelijk verbijsterend en misselijkmakend. In werkelijkheid hebben de advocaten van de Wachttoren-organisatie namelijk helemaal niets gedaan om de betreffende kinderen te beschermen of om troost te bieden aan de misbruikslachtoffers. Integendeel juist. In de afgelopen decennia heeft het Wachttorengenootschap de identiteit van pedofielen juist geheim gehouden en heeft hetzelfde Wachttorengenootschap door middel van dreigementen de misbruikte slachtoffers de mond gesnoerd. In sommige gevallen heeft het Wachttorengenootschap zelfs juridische bijstand gegeven aan seksuele roofdieren, terwijl het Genootschap zich tegelijkertijd heeft opgesteld als de juridische tegenstander van de misbruikslachtoffers. Jehovah weet in ieder geval dat dit waar is.

Aan de ene kant zijn er een aantal Wachttoren-artikelen verschenen, waarin slachtoffers van misbruik wordt aangeraden om met anderen te praten over hun vreselijke ervaringen omdat dit zogezegd een therapeutische werking kan hebben. Echter heeft de juridische afdeling van het Wachttorengenootschap er achter de schermen juist voor gezorgd dat misbruikslachtoffertjes op juridische wijze monddood werden gemaakt, doordat ze deze misbruikte kinderen zogenoemde ‘gag-orders’ hebben laten ondertekenen. Deze gag-orders zijn juridische verklaringen die het de misbruikte kinderen verbiedt om met anderen te praten over de details omtrent hun seksuele misbruik, evenals informatie omtrent de hoogte van het geldbedrag dat zij van het Wachttorengenootschap hebben ontvangen. Feitelijk heeft het Wachttorengenootschap door deze daad dus zwijggeld betaald. Nogmaals, Jehovah weet heel goed dat dit waar is.

In paragraaf 12 van het Wachttorenartikel lezen we:

“Het is duidelijk dat ouderlingen een zware verantwoordelijkheid hebben. Ze geven veel om de kudde die God aan hen heeft toevertrouwd (1 Petr. 5:1-3). Ze willen dat hun broeders en zusters zich in de gemeente veilig voelen. Daarom treden ze direct op bij meldingen van ernstig kwaaddoen, zoals kindermisbruik.”

De meeste ouderlingen die ik zelf persoonlijk kende, zouden absoluut veel ijveriger zijn geweest in de jacht op pedofielen als ze niet door Bethel aan handen en voeten zouden zijn gebonden. Toen ik zelf nog ouderling was heb ik ooit eens persoonlijk mijn bezwaren geuit richting een bezoekend district- en kringopziener met betrekking tot een ernstige zaak in een naburige gemeente binnen hetzelfde kring-gebied, waar de ouderlingen een moeder hadden bevolen om geen aangifte te gaan doen bij de politie over het feit dat haar vijfjarige dochter door een tiener uit de gemeente seksueel was misbruikt. De kringopziener voelde met mij mee, maar beweerde tegelijkertijd dat zijn handen gebonden waren. We weten uiteraard wie ervoor verantwoordelijk is dat deze spreekwoordelijke handen worden vastgebonden. Wie dit absoluut ook weet is Jehovah zelf. Hoewel het Wachttorengenootschap impliceert dat ouderlingen een zware verantwoordelijkheid dragen, hebben Bethels advocaten in de rechtbank verklaard dat ouderlingen aan de andere kant geen fiduciaire plicht hebben om kinderen te beschermen tegen de misdaden van naaste gemeenteleden. Ook hier is het zo dat Jehovah weet dat dit zo is. Dus, wat is het nou? Hebben de ouderlingen nou wel een verantwoordelijkheid of hebben ze nou geen verantwoordelijkheid? Het is of het één of het andere.

In paragraaf 7 en 13 van ditzelfde Wachttoren-artikel lezen we ook nog het volgende:

Een zonde tegen de autoriteiten. Christenen moeten ‘onderworpen zijn aan de superieure autoriteiten’. We tonen dat we onderworpen zijn door de wetten van het land te respecteren. Als iemand uit de gemeente de wet overtreedt, bijvoorbeeld door een kind te misbruiken, zondigt hij tegen de autoriteiten. Hoewel de ouderlingen niet het gezag hebben om de wet te handhaven, zullen ze een kindermisbruiker niet beschermen tegen de juridische gevolgen van zijn zonde. De zondaar oogst wat hij heeft gezaaid.

Houden de ouderlingen zich aan een wettelijke verplichting om een beschuldiging van kindermisbruik te melden bij de autoriteiten? Ja. Als dat in een land wettelijk verplicht is, houden de ouderlingen zich aan een meldplicht. Zulke wetten zijn niet in tegenspraak met Gods wetten. Dus als zo’n beschuldiging bij de ouderlingen bekend wordt, winnen ze direct advies in over de naleving van een wettelijke meldplicht.

Ongeveer 30 jaar geleden ontvingen alle lichamen van ouderlingen de instructies dat zodra ze te maken zouden krijgen met meldingen van seksueel kindermisbruik, dat ze dan onmiddellijk de juridische afdeling van het Wachttorengenootschap moesten bellen. Het Wachttorengenootschap had voor gemeenteouderlingen een speciale telefonische hotline beschikbaar gesteld die exclusief hiervoor bedoeld was. Dit feit vormt ook een indicatie dat erop wijst hoe wijdverbreid het probleem wel niet was. Nadat een ouderling een telefonische melding deed bij het Wachttorengenootschap is het eerste wat de advocaten van Bethel deden: Acuut overleg plegen om te bepalen of de wetten in het rechtsgebied waar het misbruik heeft plaatsgevonden van de “geestelijken” vereist of ze volgens de plaatselijke wet worden verplicht om aangifte van het misbruik te doen bij de lokale autoriteiten. Iedere keer weer, bleek dat wanneer er in bepaalde rechtsgebieden geen wettelijke aangifteplicht gold voor gemeenteouderlingen, dat de advocaten van Bethel de ouderlingen zonder meer de opdracht gaven om de politie er verder niet bij te betrekken. Ouderlingen zijn zelfs zo ver gegaan om ouders en slachtoffers onder druk te zetten om geen aangifte te doen van het misdrijf. Er was totaal geen sprake van enige zorg voor het slachtoffer. Helemaal niets. Het draaide er alleen maar om dat Jehovah’s naam zogenaamd zou worden beschermd tegen smaad, alsof het verbergen van de verkrachting van een kind ervoor zou zorgen dat Gods naam op de een of andere manier zou worden geëerd.

 En zelfs wanneer ouderlingen toch plichtsgetrouw gehoorzaamden en aangifte deden van een misdrijf binnen de gemeente, dan kregen ze het bevel van het hoofdkantoor om verder op geen enkele manier hun medewerking te verlenen aan het verdere onderzoek. Ook hier weet Jehovah gelukkig dat dit waar is.

De werkelijke misdaad zit hem in het feit dat de wettelijke autoriteiten ook Gods dienaren zijn en dat zij ook zeer behulpzaam kunnen zijn bij dit soort kwesties. Ook Bethel is zich hiervan bewust. Ze citeren zelfs het stuk uit de brief aan de Romeinen. Wanneer de advocaten op Bethel ervoor hadden gekozen om de politie erbij te betrekken, ongeacht de vraag of dit volgens de lokale wetten wel of niet verplicht was, en wanneer de ouderlingen fatsoenlijke instructies hadden gekregen om hun volledige medewerking te verlenen in geval van een politieonderzoek, waarbij ze wellicht hadden kunnen assisteren door de politie of kinderbeschermingsdeskundigen te helpen bij het regelen van een getuigenverklaring van het betreffende kind, of door te assisteren bij het aanvragen van een medisch onderzoek, of ze hadden zich kunnen inspannen om ervoor te zorgen dat de verdachte plaats zou moeten nemen aan de verhoortafel tegenover een aantal politie-ondervragers, dan had dit hoogstwaarschijnlijk geleid tot het verkrijgen van essentieel bewijs. Het zou zelfs zo kunnen zijn dat politierechercheurs in die gevallen tot een bekentenis van de verdachte hadden kunnen komen of dat zij forensisch bewijs hadden kunnen vinden dat zou kunnen dienen als tweede, stille getuige in een misbruikzaak.

Echter blijkt uit de praktijk dat de advocaten van het Wachttorengenootschap helemaal niet geïnteresseerd zijn in het vervolgen van pedofielen volgens de volle omvang van de wet. Ze willen richting de buitenwereld alleen maar het beeld schetsen dat ze het toonbeeld zijn van gerechtigheid. Ze zijn geworden tot de ergste soort hypocrieten en huichelaars die er bestaan. Jehovah weet dat dit waar is.

In plaats van dat ze zich zo vreselijk hard inspannen om hun faalbeleid omtrent de aanpak van seksueel kindermisbruik achter het behang te plakken, hoeveel beter zou het dan zijn geweest voor de tienduizenden slachtoffers en hun families, maar ook voor de leiding van het Wachttorengenootschap, als ze gewoon hun falen publiekelijk zouden hebben toegegeven en wanneer ze vervolgens op hun knieën Jehovah om vergeving zouden hebben gesmeekt?

We weten allemaal dat dit echter nooit zal gebeuren. Het Wachttorengenootschap heeft een image naar de buitenwereld die ze uit alle macht proberen te beschermen. Een image waarbij ze zichzelf portretteren als de bron van alle waarheid en als de belichaming van de zuivere aanbidding. Echter is dat ook precies wat het is: het gaat enkel om een image. Helaas voor hun blijkt dat de werkelijkheid toch echt heel anders in elkaar steekt. De stank van hun hypocrisie en huichelarij is ongetwijfeld opgestegen tot aan de hemelen.

“‘Pas op voor de zuurdesem van de farizeeën, dat wil zeggen hun huichelarij. Maar alles wat zorgvuldig verborgen is, zal onthuld worden, en wat geheim is, zal bekend worden.” (Lukas 12:1-2)