Opmerking van de Nederlandse vertaler:  Dit artikel werd oorspronkelijk gepost in februari 2012. Deze her-post heeft een kleine update gekregen.

Een van de onderliggende sub thema’s van het boek Jesaja is de hardnekkige blindheid van de leiders van Gods volk in relatie tot de betekenis van de profetie van Jesaja zelf. Het onvermogen van het Wachttorengenootschap om de oordelen van Jehovah te begrijpen – zoals deze werden opgetekend door Jesaja (en trouwens ook door alle andere profeten), komt volledig tot uiting in de enorme hoeveelheid commentaar die het Wachttorengenootschap gedurende de afgelopen decennia heeft gepubliceerd. Zelfs buitenstaanders die de beschuldiging opratelen dat het Wachttorengenootschap een “valse profeet” zou zijn, zijn zich niet bewust van de volledige omvang van Bethels dwaling. Uiteraard blijkt dat noch buitenstaanders, noch Jehovah’s Getuigen de oordelen van Jehovah begrijpen.

Het goede nieuws ondanks dit alles is dat het begrijpen van profetie geen absolute vereiste is om redding te kunnen ontvangen – althans, niet op dit moment.

Sta eens stil bij het contrast tussen de apostelen en de Farizeeën. Beide groepen waren tot op zekere hoogte blind. De apostelen en andere discipelen konden eenvoudigweg niet begrijpen dat Jezus op een bepaald moment zou worden vermoord en dat de Messias van hen zou worden weggenomen. Jezus vertelde hun herhaaldelijk het lot dat hem te wachten stond, maar ze konden het simpelweg niet bevatten. Feitelijk zegt de Schrift dat het voor hen verborgen bleef zodat ze het niet zouden begrijpen. (Lukas 9:45) Echter aanvaardden de apostelen Jezus tenminste wel als de Zoon van God en als de Messias. Dit feit is absoluut cruciaal. Ze bezaten geloof.

Jesus on the torture stakeDus ondanks het feit dat de discipelen niet eens wisten dat het Koninkrijk van God een hemelse organisatie zou worden, vertrouwde Jezus hen toch de levendige boodschap toe: “Gods Koninkrijk is nabij.” Maar nadat Jezus was opgewekt, berispte hij hen als onverstandig en traag van begrip ten aanzien van het geloven van datgene wat de profeten hadden gezegd. Vervolgens aanvaardden zij op nederige wijze de terechtwijzing van de Heer en gehoorzaamden ze zijn instructies.

De Farizeeën daarentegen waren niet alleen blind ten aanzien van de profetieën over Christus; ze weigerden überhaupt om Jezus als de Messias te erkennen. In plaats van nederig te luisteren naar de man van wie ze wisten dat hij allerlei wonderen verrichtte, beweerden ze dat hij een bedrieger was – een door demonen bezeten oplichter. En ongetwijfeld waren er ook vele mensen die geloofden wat deze Farizeeën allemaal over Jezus zeiden. Omdat de Farizeeën beweerden dat ze konden “zien”, zei Jezus tegen hen dat ze schuldig zouden blijven ten aanzien van hun zonde. (Johannes 9:40-41)

De oordelen van Jehovah zijn consistent. De oordelen van Jehovah zijn ook waar en rechtvaardig. Tot nu toe is de Koninkrijksboodschap aan Jehovah’s Getuigen toevertrouwd. Echter valt hun situatie te vergelijken met die van de discipelen voordat Christus ter dood werd gebracht en werd opgewekt. Jehovah’s Getuigen wanen zichzelf in de veronderstelling dat Christus al lang geleden terug is gekomen en dat Jezus al lang geleden begonnen is met het regeren over zijn Koninkrijk. Dit verschilt allemaal helemaal niet zoveel van wat de apostelen geloofden; namelijk dat het Koninkrijk van God zich onmiddellijk in hun tijd zou gaan manifesteren.

Dus hoewel Jehovah’s Getuigen de waarheid over God en Christus kennen – net als die eerste-eeuwse gelovigen – moet hun geloof ondanks dat toch nog op de proef worden gesteld. Ze moesten worden onderworpen aan het vuur van de twijfel, net zoals de apostelen ook ten volste werden beproefd toen Jezus onverwachts werd gearresteerd en ter dood werd gebracht door de Joden.

Tot nu toe heeft het Wachttorengenootschap het geloof van de Jehovah’s Getuigen altijd gedomineerd. In zekere zin heeft de organisatie zichzelf altijd opgesteld als een overbezorgde ouder. Veel oudgedienden noemen de Organisatie zelfs liefkozend ‘de moederorganisatie’. Wie zou immers kunnen ontkennen dat de Organisatie elk aspect van het geloof tot in detail dicteert? Wie kan ontkennen dat de Organisatie de individuele Jehovah’s Getuigen voorziet in een scala aan voorschriften met betrekking tot aanbidding, studievoorbereidingen, studiemateriaal voor de velddienst, en instructies en raad voor vrijwel alles? Jehovah’s Getuigen zijn gaan geloven dat de Organisatie de ark van redding is; dat niemand kan worden gered die geen uitmuntende reputatie heeft bij deze zelfde Organisatie.

Er is weinig fantasie voor nodig om je voor te stellen dat Satan, “de lasteraar van onze broeders en zusters, die hen dag en nacht beschuldigt”, voor de troon van God staat om Jehovah ervan te beschuldigen dat Hij een “beschermende muur” om Jehovah’s Getuigen heen heeft geplaatst, net zoals de Duivel dit ook deed in het geval van de man Job. En het klopt inderdaad. God heeft blijkbaar zijn zegen geschonken aan Jehovah’s Getuigen en Jehovah heeft voor hen gestreden. God heeft zijn onzichtbare wapenrusting om hen heen gelegd. Kijk maar eens naar de manier waarop Jehovah’s Getuigen voor hun geloof opkwamen ten overstaan van de nazi’s. De geschiedschrijving kan dit bevestigen. Toen alle anderen Hitler met uitgestrekte arm een groet brachten, weigerden de Jehovah’s Getuigen dit echter te doen. Ook doorstonden ze de woede van de Führer en gingen ze moedig voorwaarts, ondanks het feit dat ze flink hebben moeten lijden onder zijn vernietigende vervolging! Hun succes vormde het bewijs van Gods zegen, of zoals Paulus schreef in Filippenzen 1:28: en dat jullie je op geen enkele manier bang laten maken door jullie tegenstanders. Voor hen is dat een teken dat ze vernietigd worden, maar voor jullie dat jullie gered worden; en het komt van God.

Het is beslist te danken aan Gods zegen dat het Wachttorengenootschap gedurende vele jaren heeft kunnen genieten van alle voorspoed die ze hebben gehad waardoor ze nu een leger van Jehovah’s Getuigen hebben mogen leiden die de Koninkrijksboodschap feitelijk tot aan de verste uiteinden van de aarde hebben gepredikt.

Wat zou voor Jehovah’s Getuigen dan een nog beslissendere geloofsbeproeving kunnen zijn (als een opmaat naar hun uiteindelijke intrede in het Koninkrijk, in het geval van gezalfde gelovigen, en de nieuwe wereld in het geval van de “andere schapen”), dan het scenario waarbij de Wachttoren-organisatie zelf in diskrediet zal worden gebracht en uiteindelijk vernietigd zal worden? In dat exacte scenario zouden Jehovah’s Getuigen namelijk worden gedwongen om hun geloof te laten zien zonder dat de ‘moeder’ hun handje vasthoudt.

En de rol die het Wachttorengenootschap onbewust speelt in dit scenario is om ervoor te zorgen dat Jehovah’s Getuigen in het duister blijven tasten totdat de Christus arriveert en het oordeel zal beginnen.

Laten we nu eens gaan kijken naar wat de Bijbelse profetie zegt: Jehovah, u bent mijn God. Ik prijs u, ik loof uw naam, want u hebt wonderbaarlijke dingen gedaan — dingen lang geleden besloten — in getrouwheid, in betrouwbaarheid. Want u hebt een stad in een hoop stenen veranderd, een vesting in een afbrokkelende ruïne. De burcht van vreemden is geen stad meer. Nooit zal hij worden herbouwd. Daarom zal een machtig volk u eren. De stad van tirannieke volken zal ontzag voor u hebben. Want u bent een vesting geworden voor de zwakke, een vesting voor de arme in zijn nood, een schuilplaats tegen stortbuien, een schaduw tegen de hitte. Wanneer de razernij van de tirannen is als slagregen tegen een muur, als de hitte in een uitgedroogd land, dan verdrijft u het rumoer van vreemden. Zoals de hitte verdreven wordt door de schaduw van een wolk, zo laat u het lied van de tirannen verstommen.  (Jesaja 25: 1-5)

Het Wachttorengenootschap speculeert dat de stad die ‘in een hoop stenen veranderd’ misschien wel Babylon zou kunnen zijn. In de vorige hoofdstukken van Jesaja heeft Jehovah echter de vernietiging van de stad Tyrus en de stad Jeruzalem voorzegd. Het 25ste hoofdstuk is slechts een voortzetting van dezelfde tijdlijn. (Bovendien waren de oorspronkelijke boekrollen ook niet opgesplitst in aparte hoofdstukken of genummerde verzen.) Logischerwijs gaat het dus om zowel de stad Jeruzalem als de versterkte stad Tyrus waarover de profeet spreekt.

Er is in de voorgaande artikelen reeds aangetoond dat Londen de moderne tegenhanger van de oude stad Tyrus is en dat de val van Tyrus aan de Theems het begin zal inluiden van de dag des oordeels – waarbij het oordeel eerst zal beginnen bij het huis van God. Het zal plaatsvinden in de nasleep van het begin van de tenuitvoerlegging van Gods oordelen dat Jesaja (sprekend namens de uitverkorenen in die betreffende periode) God prijst omdat Hij ‘wonderbaarlijke dingen heeft gedaan en dingen lang geleden heeft besloten’.

Gezien het feit dat de profetie van Jesaja een van de eerste profetische boeken was die werden geschreven, wat zijn dan precies die “dingen die God lang geleden heeft besloten”, gezien vanuit het standpunt van Jesaja?

De vloeken maakten beslist onderdeel uit van de Mozaïsche wet, waarin stond geschreven dat als de Israëlieten het verbond zouden verbreken, God hen uit hun land zou verwijderen. Maar aangezien Jesaja hier spreekt over een veel grootsere situatie tijdens het einde van de christelijke jaartelling, lijkt het alsof de profeet hier verwijst naar alle profeten, die ten tijde van Jesaja’s schrijven nog niet eens bestonden. Wanneer we het echter vanuit ons eigen hedendaagse perspectief bekijken dan zullen, zodra Jesaja’s woorden binnenkort uit zullen gaan komen, de geschriften van Jeremia, Ezechiël, Zefanja, Daniël en anderen zeker ‘besluiten of raadgevingen blijken te zijn die lang geleden zijn besloten’ Raadgevingen die voorbestemd zijn om te worden onthuld tijdens de openbaring van Christus.

Verderop in de profetie van Jesaja maakt God melding van de geweldige manier waarop Hij zal handelen bij het verwezenlijken van zijn voornemen om een volk voort te brengen dat exclusief aan hem is toegewijd. In het slotvers van het 28ste hoofdstuk zegt de profeet bijvoorbeeld in de context van de komst van Christus het volgende: Ook dat komt van Jehovah van de legermachten. Zijn raad is wonderbaarlijk, hij heeft geweldige dingen gedaan.

En in het volgende hoofdstuk richt God zich tot een volk dat Jehovah looft met hun mond en lippen, maar die in werkelijkheid niet aan hem zijn toegewijd: Jehovah zegt: ‘Dit volk nadert mij met hun monden ze eren mij met hun lippen, maar hun hart is ver van mij. Hun ontzag voor mij is gebaseerd op de voorschriften van mensen, die hun zijn aangeleerd. Daarom ben ik degene die opnieuw wonderbaarlijke dingen zal doen met dit volk, het ene wonder na het andere. De wijsheid van hun wijzen zal vergaan en het verstand van hun verstandige mannen zal verborgen worden. (Jesaja 29:13-14)

In beide gevallen is het in de nasleep van de ineenstorting van de stad van God dat Jehovah daarna opnieuw “wonderbaarlijke dingen” zal gaan doen. Wanneer we dan vervolgens weer terug gaan naar het 25ste hoofdstuk, dan zien we dat het in verband met de vernietiging van Jehovah’s stadachtige organisatie zal zijn, nadat “de burcht van vreemden geen stad meer zal zijn”, dat God weer opnieuw wonderbaarlijke dingen zal doen. Maar hoe zit het dan met “de stad van tirannieke volken”? Wat betekent dat dan precies?

Tijdens de grote zondvloed werden de zuurstof-ademende, gematerialiseerde demonen gedwongen om hun mooie vrouwen achter te laten op de aardbodem om daarna weer terug te keren naar het geestenrijk, waar ze vervolgens werden vastgeketend om daarmee te voorkomen dat ze zich op aarde zouden gaan reïncarneren. Sinds die tijd heeft Satan echter zijn best gedaan om de mensheid op afstand te domineren en om hen te misleiden door middel van een politieke religieuze superstaat. Babel was de eerste poging om een tirannieke wereldregering op te richten. Deze poging werd door God verijdeld toen Hij de gemeenschappelijk gesproken taal van de hele mensheid verwarde.

De taalbarrière die God destijds aan de globalisten oplegde, leidde tot de oprichting van verschillende etnische en tribale groepen die uiteindelijk uitgroeiden tot moderne natiën, die hun doel hebben gediend door te voorkomen dat er een totale overheersing zou ontstaan door één enkele tirannieke wereldregering. Het vertraagde zeker Satans plan om de hele mensheid tot slaaf te maken onder zijn eigen handlangers zoals bijvoorbeeld Nimrod. Maar nu, in de 21ste eeuw, is de verwarring van Babel grotendeels overwonnen. Deze keer zal God echter niet van plan zijn om Satan te dwarsbomen bij het tot stand brengen van een wereldregering.

Zoals Jehovah al lang gelden in Babel heeft aangegeven, zou er niets van wat ze verder nog van plan zijn onmogelijk voor ze zijn. Wanneer de mensheid onder de heerschappij van slechte demonen opereert dan leid dit absoluut tot een heleboel ellende. Werp maar eens een blik op de huidige wereld waarin we leven. Een wereld waar de meerderheid van de meest intelligente mensen druk bezig is geweest met het bedenken van efficiëntere manieren om hun eigen medemensen te bedriegen, vernederen, misleiden, af te leiden en te vernietigen.

Het hele samenstel waarin we leven is gericht op de dood, hetgeen tot uiting komt in een gedegradeerde pop cultuur die geweld verheerlijkt en die de dood vereert.

Als bevestiging weten we dat het conflict tussen de mensen en tussen de natiën op deze aarde slechts een weerspiegeling is van een werkelijk universeel conflict tussen Jehovah en Satan. Neem nou bijvoorbeeld eens het tiende hoofdstuk van het boek Daniël, waar een engel aan de doodsbange profeet uitlegde dat “de vorst van Perzië” succesvol tegenstand bood om zijn missie te dwarsbomen, althans voor een bepaalde tijd. Het moge duidelijk zijn dat geen enkel mens zich succesvol zou kunnen verzetten tegen een machtige engel van Jehovah. Nee, de “vorst van Perzië” was in werkelijkheid een demonenvorst. En de engel voorspelde ook dat de “vorst van Griekenland” daarna ook nog zou komen. Gezien het feit dat het huidige systeem slechts een verlengstuk is dat een voortborduursel vormt van de Griekse beschaving, ligt dat ook in lijn met het feit dat er vandaag de dag ook een onzichtbare demonenvorst bestaat van het koninklijke rijk van het Britse en Amerikaanse duo, evenals van alle andere natiën. En daaruit volgt logischerwijs ook dat God is blijven voorkomen dat de demonenvorsten de mensheid volledig hebben kunnen tiranniseren. Echter zal dit binnenkort allemaal gaan veranderen.

Zodra het koninkrijk aan de macht komt en de demonen uit de hemel worden neergeslingerd, zal “de woede van Satan” pas echt tot uiting komen. Het zal Satan dan worden toegestaan om al zijn woede te uiten om vervolgens onnoemelijk veel “wee” over de aarde brengen. Satan zal dan zijn eigen aardse politieke systeem vernietigen wat de profetische zwaardslag tegen de zevende kop van het beest uitbeeldt. Satan zal hiermee proberen om de mensheid te terroriseren om hen te dwingen om zijn ‘oplossing’ te accepteren. De oplossing zal de achtste koning zijn, die gedurende slechts een enkel ‘uur’ zal mogen regeren. Dit staat in contrast met de meer dan drie millennia waarin het beestachtige systeem heeft mogen regeren.)

De “stad van tirannieke volken” zal de achtste koning zijn, waaraan alle natiën zich zullen onderwerpen – het moderne Babel.

In de meest recente versie van de Engelstalige Nieuwe Wereldvertaling lezen we in Jesaja 25:3 het volgende: That is why a strong people will glorify you;The city of tyrannical nations will fear you.”

Misschien is de “city” uit Jesaja wel “New York-City”, de huidige thuisbasis van de Verenigde Naties – de beoogde hoofdstad van de komende wereldregering na de ineenstorting van het huidige systeem.

Wat betreft de macht en het gezag dat de achtste koning zal bezitten: wanneer de stad van Babylon de Grote wordt vernietigd, wordt er geschreven dat de koningen van de aarde op een afstand zullen gaan staan uit angst voor haar pijniging. Geen enkel land ter wereld zal dan de macht bezitten om de achtste koning uit te dagen. Naar alle waarschijnlijkheid zullen in de nasleep van de komende oorlog alle nucleaire wapens onder het gezag worden geplaatst van een centrale regering, waardoor deze regering de onbetwistbare macht krijgt, althans vanuit menselijk oogpunt dan.

Gedurende die periode zal God een verborgen toevluchtsoord verschaffen voor de gelovigen. Daarom prijst Jesaja Jehovah ook alsof hij namens de uitverkorenen spreekt in de tijd dat de redding door God zich richting hen zal openbaren.

Jesaja zegt verder: Op deze berg zal Jehovah van de legermachten voor alle volken een feestmaal klaarmaken, een feestmaal met heerlijke gerechten, een feestmaal met uitgelezen wijn, met heerlijke gerechten rijk aan merg, met uitgelezen, zuivere wijn. Op deze berg zal hij de sluier vernietigen die alle volken omhult, de bedekking die over alle volken heen geweven is. Hij zal de dood voor altijd verslinden, de Soevereine Heer Jehovah zal de tranen van elk gezicht wissen. De schande van zijn volk zal hij van de hele aarde wegnemen, want Jehovah zelf heeft het gezegd. (Jesaja 25:6-8)

270905police_stateOp het huidige moment in de geschiedenis luiden vooral in Amerika (het veronderstelde baken van vrijheid en democratie) patriottische individuen het alarm naar aanleiding van de meedogenloze erosie van hun eerder genoten grondwettelijke vrijheden.

We zien dat ook in Amerika het overheidstoezicht op particuliere elektronische communicatie met de dag toeneemt. We zien bijna overal beveiligingscamera’s hangen. We zien dat het gebruik van onbemande drones toeneemt zodat er ook vanuit de lucht gespioneerd kan worden en eventueel kunnen mensen door deze drones ook vermoord worden. Deze technologie is alom beschikbaar evenals de politieke wil om de massa te controleren, wat duidelijk tot uiting is gekomen tijdens de Covid-lockdowns. De volgende grote crisis zal waarschijnlijk de voorwaarden creëren waarmee het mogelijk zal worden om een totale tirannie op te leggen aan de gehele wereldbevolking. Dit is dan ook “de bedekking die over alle volken heen geweven is.”

Wanneer het uur van de tirannie aanbreekt, zullen de volkeren van de hele wereld zichzelf plotseling gaan realiseren dat ze onlosmakelijk omhuld zullen zijn door een tirannieke sluier zonder dat daar onder vandaan kunnen komen!

De profetie van Habakuk, ‘een visioen voor de bestemde tijd’, beeldt de Chaldeeër af (uitbeelding van het laatste koninkrijk die tevens door Jehovah gebruikt zal worden als bestraffingsmiddel) die alle natiën op sluwe wijze omhult met zijn dodelijke sluier of net, zoals een visser ook vissen vangt. God zal hem uiteindelijk ook oordelen omdat hij harteloos op meedogenloze wijze natiën en volkeren heeft gedood. Evenzo voorspelde de profeet Daniël dat de koning van het noorden in een genocidale woede zou uitbarsten en velen zou vernietigen. Dus de “omhulling” die op het punt staat om alle natiën te omhullen, is het verstrikkende net van tirannie dat zelfs nu al wordt voorbereid om alle volkeren in te verstrikken en om hele populaties uit te roeien.

Het Wachttorengenootschap beweert dat Jehovah God al in het jaar 1919 begon met het maken van een feestmaal waarbij Hijheerlijke gerechten zou hebben opgediend, een feestmaal met uitgelezen wijn, met heerlijke gerechten rijk aan merg, met uitgelezen, zuivere wijn’. Deze bewering is niet alleen absurd maar het is behalve dat ook nog godslasterlijk!

Het feestmaal wordt aangerecht op Jehovah’s „berg”. Wat is die berg? Het is „de berg van het huis van Jehovah”, waarheen „in het laatst der dagen” alle naties stromen. Het is Jehovah’s „heilige berg”, waar zijn getrouwe aanbidders geen kwaad doen noch verderf stichten (Jesaja 2:2; 11:9). Op die verheven plaats van aanbidding recht Jehovah zijn rijke feestmaal voor getrouwen aan. En de geestelijke goede dingen waarin nu zo royaal wordt voorzien, schaduwen de stoffelijke goede dingen af waarvoor gezorgd zal worden wanneer Gods koninkrijk de enige regering van de mensheid wordt. Hoofdstuk 21 paragraaf 7 

Hoewel Jehovah’s Getuigen dit momenteel zelf niet doorzien, heeft het Wachttorengenootschap zichzelf feitelijk verheven boven een ieder die “een god” wordt genoemd en boven elk voorwerp van aanbidding, zoals de heidense christenheid. Ze strijken alle eer op voor het verzorgen en opdienen van een rijkelijk buffet van waarheid voor alle Jehovah’s Getuigen. Dit is ook precies wat Paulus voorzegde dat de mens van wetteloosheid zou gaan doen; namelijk dat hij in de tempel van Jehovah God zou gaan zitten en zichzelf “in het openbaar als een god presenteert”. Het is ook beslist geen geheim dat Jehovah’s Getuigen ertoe geleid zijn om te geloven dat ze niet kunnen worden gered tenzij ze in een goed daglicht staan bij het Wachttorengenootschap. Hierdoor heeft het Wachttorengenootschap op onachtzame wijze de redding aan zichzelf toegeschreven.

Zoals dus reeds eerder werd vermeld, zal de geloofsbeproeving komen wanneer Jehovah het Wachttorengenootschap in een afbrokkelende ruïne verandert. Pas dan zal God zijn wonderbaarlijke redding openbaren compleet los van het Wachttorengenootschap, zoals het volgende gedeelte van Jesaja ook laat zien: Op die dag zal men zeggen: ‘Kijk! Dit is onze God! Op hem hebben we gehoopt, hij zal ons redden. Dit is Jehovah! Op hem hebben we gehoopt. Laten we juichen en blij zijn met de redding door hem. (Jesaja 25:9)