Dagtekst donderdag 30 juli
Jullie moeten de zwakken ondersteunen. En houd in gedachte wat de Heer Jezus zelf heeft gezegd: ‘Geven maakt gelukkiger dan ontvangen.’ — Hand. 20:35.
In deze moeilijke tijd geeft Jezus Christus via zijn gezalfde broeders en via ondersteunende ‘vorsten’ uit de andere schapen aanmoediging en leiding aan degenen die neerslachtig en ontmoedigd zijn. En zo hoort het ook, want deze ouderlingen zijn ‘geen meesters’ over het geloof van anderen, ze zijn ‘medewerkers’ voor de vreugde van hun broeders en zusters (Jes. 32:1, 2; 2 Kor. 1:24). Paulus gaf een mooi voorbeeld om na te volgen. Hij schreef aan de christenen in Thessalonika die vervolgd werden: ‘We waren zo innig aan jullie gehecht dat we jullie niet alleen het goede nieuws van God wilden geven, maar ook onszelf, omdat we zo veel van jullie zijn gaan houden’ (1 Thess. 2:8). Paulus liet zien dat er soms meer nodig is dan alleen iets opbouwends te zeggen en zei tegen de ouderlingen van Efeze wat in de tekst voor vandaag staat. w18.04 21, 22 ˚6-8
“Ondersteunende vorsten?” Zijn ouderlingen werkelijk de vorsten waar in het 32ste hoofdstuk van Jesaja over wordt gesproken? Waarom zou het Wachttorengenootschap zo’n dubieuze bewering doen? Het antwoord hierop is simpel: Het Wachttorengenootschap wordt hiertoe gedwongen vanwege de 1914-doctrine. Wanneer we de Bijbeltekst in context beschouwen dan staat er in Jesaja 32 vanaf vers 1: “Luister! Een koning zal regeren voor rechtvaardigheid en vorsten zullen regeren voor gerechtigheid. En elk van hen zal zijn als een beschutting tegen de wind, een schuilplaats tegen slagregens, als waterstromen in een dorre streek, als de schaduw van een grote rots in een uitgedroogd land. Dan zullen de ogen van wie zien niet langer dichtgestreken zijn en de oren van wie horen zullen luisteren.”
Het Wachttorengenootschap beweert dat de rechtvaardige regering van Jezus Christus al in 1914 begon te regeren. Vergeet hierbij echter niet dat de afgelopen decennia enkele tienduizenden kinderen binnen de gemeenten van Jehovah’s Getuigen seksueel zijn misbruikt. Denk daarnaast ook eens na over de aanname dat de regerende koning der gerechtigheid het aan pedofielen toestaat om binnen de gemeente rond te loeren en om zich te vergrijpen aan de onschuldigen. Sommige van die misbruikte slachtoffers gingen vervolgens naar de “vorsten” toe en waren op zoek naar gerechtigheid en steun. Ze kregen echter geen van beide. Tegen de meesten van hen werd gezegd dat zij ‘geduldig op Jehovah moeten wachten’.
Maar wacht eens eventjes. Indien het zo zou zijn dat Jezus al sinds 1914 als Koning gerechtigheid begon toe te passen, waarom is het voor een persoon dan noodzakelijk om te blijven wachten op het moment dat God ingrijpt? Het Koninkrijk zou zijn opgericht, maar tegelijkertijd dienen we wel te blijven wachten alsof er helemaal niets is veranderd? Het is hier overduidelijk dat er iets niet klopt.
Wist u dat het Wachttorengenootschap zelfs onderwijst dat Jehovah in 1914 Koning werd? – Door middel van Jezus natuurlijk. Wanneer dit waar zou zijn dan rijst alsnog de volgende vraag: Indien Jehovah in 1914 koning werd, waarom is er dan nog steeds geen sprake van gerechtigheid? Waarom bestaat er dan überhaupt een situatie waarbij pedofielen in de gelegenheid worden gesteld om misdaden tegen kinderen plegen?
Er is toch niets zo verontrustend voor de slachtoffers en hun families als een geval van seksueel misbruik door een naaste lid van de gemeente? Op welke manier hebben de regerende vorsten opgetreden als een toevluchtsoord voor degenen die zijn getroffen door dit onbeschrijflijke kwaad?
Er is een reden waarom miljoenen Jehovah’s Getuigen dingen geloven zoals de bewering dat de organisatie op dit moment een geestelijk paradijs is en dat de enige ware zuivere aanbidding eindelijk zou zijn hersteld evenals vele andere soorten verzinsels. De reden waarom dit helaas de realiteit is komt omdat zij blind en doof zijn. Dat is namelijk ook precies de reden waarom de profetie in Jesaja zegt dat wanneer de Koning werkelijk zal beginnen te regeren, “de ogen van wie zien niet langer dichtgestreken zijn“. (Zie artikel: The Eyes of the Blind Will Be Opened)
Meestal spraken Gods profeten tot de mannelijke leiders van de natie – de koningen, vorsten, priesters en profeten. Maar in hetzelfde 32ste hoofdstuk van Jesaja richt Jehovah zich tot de vrouw en zegt tot hen: “Zelfvoldane vrouwen, sta op en luister naar mijn stem! Zorgeloze dochters, hoor wat ik te zeggen heb! Zorgelozen, over iets meer dan een jaar zullen jullie huiveren, want aan het eind van de druivenoogst zullen er geen vruchten verzameld zijn. Beef, zelfvoldane vrouwen! Huiver, zorgelozen! Trek al je kleren uit en doe een zak om je heupen. Sla je van verdriet op de borst vanwege de prachtige velden en de vruchtbare wijnstokken. Want de grond van mijn volk zal bedekt zijn met distels en doorns, ze zullen alle huizen waar vreugde is overwoekeren, heel de uitbundige stad.”
In bijbelse tijden werkten de meeste mensen op het land of weidden ze de kuddes. De oogst betekende alles. Een mislukte oogst zou rampzalige gevolgen hebben. Daarom zei Jezus ook dat zijn discipelen vruchten voortbrachten – zoals bij een druivenoogst. Het einde van de symbolische fruitoogst voorspelt dus het einde van een tijdperk van christelijke bediening. En het is feitelijk ook zo dat er meer vrouwelijke verkondigers zijn dan mannelijke.
Het leven van toegewijde christenen draait om de bediening. Daarom is er de afgelopen 80 jaar ook een midweekse dienstvergadering geweest om verkondigers voor te bereiden op de velddienstactiviteiten van iedere week. Dat alles staat op het punt om tot een abrupt einde te komen. In feite lijkt dit op dit moment al het geval te zijn.
De profetie zegt verder vanaf vers 14: “Want de vesting is verlaten, de rumoerige stad is uitgestorven. O̱fel en de wachttoren zijn voor altijd een woestenij geworden, een paradijs voor wilde ezels, een weide voor de kudden…”
Volgens de ‘Inzicht in de Schrift’-encyclopedie was Ofel een prominente rotsformatie in Jeruzalem. Ofel betreft dus een cryptische verwijzing naar Jeruzalem. Daarnaast werd Jeruzalem zelf in de profetie vaak op symbolische wijze gebruikt. Jezus zei met name dat Jeruzalem tijdens de grote verdrukking door de natiën zou worden vertrapt. Dat ligt in harmonie met de profetie in Jesaja die onthult dat Gods volk zou worden neergeworpen voordat de Koning zal komen en dat zijn vorsten vervolgens een toevluchtsoord zouden worden tijdens de storm en beschutting zullen bieden. De verstevigde toren en de wachttoren van de stad vormen een verwijzing naar de Wachttoren. De verlatenheid van Ofel betekent het einde van de organisatie.
Maar wat zal er dan daarna gaan gebeuren? Ook het antwoord op deze vraag vinden we in de Schrift vanaf vers 15: “totdat de geest van boven over ons wordt uitgestort en de woestijn een boomgaard wordt en de boomgaard op een woud gaat lijken. Dan woont gerechtigheid in de woestijn en rechtvaardigheid in de boomgaard. Ware rechtvaardigheid zal vrede opleveren, ware rechtvaardigheid zal zorgen voor blijvende rust en veiligheid.”
Volgens het Besturende Lichaam werd de geest in 1919 uitgestort. Echter blijkt uit de Schrift dat de uitstorting van de geest pas plaatsvindt nadat Ofel in een woestenij is veranderd. En volgens het commentaar op Jesaja door het Wachttorengenootschap, vertegenwoordigt Ofel de heidense christenheid. Moeten we hier dus aannemen dat de heidense christenheid was verwoest vóór de uitstorting van de geest in 1919? Dit is alweer een duidelijk voorbeeld van hoe God de hoofden van zijn profeten en visionairs heeft bedekt, zoals Jehovah door middel van Jesaja in hoofdstuk 29 vanaf vers 9 ook heeft voorzegd. (Zie artikel: Hij heeft uw ogen gesloten, de profeten)
Christenen hebben altijd toegang gehad tot Gods geest. Jezus verzekerde zijn volgelingen dat de geest er altijd zou zijn wanneer erom wordt gesmeekt. Welke liefdevolle vader zou immers zijn zoon een schorpioen geven wanneer zijn zoon om een ei zou vragen? Aangezien dat het geval blijkt te zijn, moet de uitstorting van de geest in de nasleep van de verwoesting van de eens zo florerende stad-achtige organisatie werkelijk iets buitengewoons voorstellen. Het zal inderdaad samenvallen met de definitieve verzegeling. Dat is wanneer de laatst overgeblevenen door middel van het losgeld zullen worden vrijgekocht waarna zij uiteindelijk de vorsten zullen worden die met Christus zullen gaan regeren. Zij zullen uiteindelijk optreden tegen het schrikbewind dat gevoerd zal worden in de vorm van het laatst regerende koninkrijk van Satans heerschappij.