De juni-uitgave van het tijdschrift de Wachttoren bevat een artikel met de titel: “Sta je klaar voor Jehovah’s dag?”. In de openingsalinea staat een fout die vaak wordt herhaald:
ALS de Bijbel over een dag van Jehovah spreekt, gaat het over een tijd waarin Jehovah zijn vijanden oordeelt en zijn volk redt. In het verleden zijn er momenten geweest waarop Jehovah dat deed (Jes. 13:1, 6; Ezech. 13:5; Zef. 1:8). In deze tijd begint Jehovah’s dag met de aanval op Babylon de Grote en eindigt hij met de oorlog van Armageddon.
Hoe vaak ze ook beweren dat de verdrukking begint met de aanval op Babylon – of in dit geval de variant – dat Jehovah’s dag begint met de aanval, citeert het Wachttorengenootschap tegelijkertijd nooit een Schriftplaats die deze bewering ondersteunt. De reden waarom ze dat niet doen, zou duidelijk moeten zijn: die Schriftplaatsen bestaan namelijk niet. En nee, het betreft hier geen vergissing en ook geen anomalie met betrekking tot dit specifieke artikel. Voelt u zich daarom ook vrij om gebruik te maken van al uw geweldige bijbelse onderzoeksmiddelen die u ter beschikking heeft en u zult dan ook zeer zeker ontdekken dat hoe vaak deze bewering ook wordt gedaan, het Wachttorengenootschap nooit enige Schriftuurlijke onderbouwing heeft geboden voor hun eigen bewering. Het wordt door het genootschap namelijk aan iedereen voorgeschoteld alsof het een vaststaand feit betreft.
Ironisch genoeg citeert het laatste kopje van het betreffende Wachttorenartikel de apostolische aansporing om zeker te zijn van alle dingen, oftewel “onderzoek alles”. In de alinea na dit kopje staat ook nog het volgende geschreven:
Je moet dus wat je hoort of leest testen om te bepalen of het echt is, of het klopt. Dat was belangrijk voor de Thessalonicenzen, maar het zal nog belangrijker zijn voor ons naarmate de grote verdrukking dichterbij komt. Wees dus niet zo naïef alles te geloven wat mensen zeggen, maar gebruik je denkvermogen om wat je leest of hoort te vergelijken met wat de Bijbel en Jehovah’s organisatie zeggen. Dan laat je je niet door demonische propaganda of bedrog voor de gek houden.
Verbazingwekkend, nietwaar? Wat zou er nou gebeuren als Jehovah’s Getuigen daadwerkelijk een vergelijking zouden maken tussen datgene wat er in de Bijbel staat en wat „Jehovah’s organisatie” beweert dat de bijbel ons leert? Inderdaad. Bij dezen daag ik dan ook elke lezer uit om een bijbelse onderbouwing aan te dragen voor de bewering van het Wachttorengenootschap dat Jehovah’s dag zou beginnen met de aanval op Babylon de Grote. Er zouden toch wel enkele goed geïnformeerde ouderlingen moeten zijn, evenals andere personen die beschikken over voldoende denkvermogen en die in staat zijn om het Schriftuurlijke bewijs aan te kunnen leveren waaruit zou blijken dat hetgeen zij zelf geloven en wat zij ook aan anderen onderwijzen, berust op loutere waarheid? We zijn namelijk allemaal verplicht om zeker te zijn van alle dingen door alles nauwkeurig te onderzoeken. Het is dan ook absoluut niet iets godslasterlijks om ons eigen denkvermogen te gebruiken om daarmee te kunnen verifiëren of de leer van het Wachttorengenootschap, die we als zuivere waarheid accepteren, ook daadwerkelijk waar blijkt te zijn aan de hand van de bijbel.
In werkelijkheid is het juist het Wachttorengenootschap zelf dat hier door demonen geïnspireerde propaganda gebruikt en het gaat allemaal zelfs nog veel verder dan de Jehovah’s Getuigen zich überhaupt kunnen voorstellen.
Er bestaat een heel eenvoudige reden waarom het Wachttorengenootschap deze onwaarheid onderwijst. Het komt doordat Jehovah dit Zelf namelijk zo heeft bepaald. Dezelfde apostel die aan de Thessalonicenzen schreef over de komst van Jehovah’s dag die zal aanbreken als een dief in de nacht, schreef daarnaast ook nog een tweede brief aan dezelfde gemeente, waarin hij hen waarschuwde om op hun hoede te zijn en om vooral niet in paniek te raken door officieel klinkende boodschappen, mondelinge uitspraken en schriftelijke beweringen die zogenaamd afkomstig zouden zijn van de apostelen, waarin wordt beweerd dat de parousia (Tweede Komst van Christus) al zou zijn begonnen en dat de dag van Jehovah al zou zijn aangebroken. Paulus onthulde in diezelfde brief ook nog dat Jehovah een krachtige bedrieglijke invloed zou toestaan over de gemeente van Christus in de vorm van een werk van Satan, teneinde deze gemeente te laten beheersen tot aan het moment waarop de manifestatie van Christus de bron van al deze misleiding zal gaan vernietigen. Wie is dan precies de bron van deze misleiding? Deze bron is de profetische ‘mens van wetteloosheid’.
Trouw aan de waarschuwingen uit de geschriften van de profeet Paulus, is het Wachttorengenootschap de enige bron geweest die de aanwezigheid van Christus en de dag van Jehovah sinds de oprichting van haar bestaan heeft aangekondigd. (Oorspronkelijk verkondigde het Wachttorengenootschap dat de parousia was begonnen in het jaar 1874. Daarnaast beweerde het Wachttorengenootschap gedurende meer dan een halve eeuw dat de dag van Jehovah was begonnen in het jaar 1914.)
Dus, wat is deze dag van Jehovah dan precies en hoe zal die dag beginnen?
Ter verduidelijking: er bestaat maar één dag van Jehovah. In de passages die het artikel aanhaalt (Jes. 13:1, 6; Ezech. 13:5; Zef. 1:8) wordt de uitdrukking „dag van Jehovah” gebruikt, en daarnaast zijn er ook nog vele andere voorbeelden van terug te vinden in de Hebreeuwse Geschriften. Echter hebben die profetieën een dubbele vervulling. Wat zich in het verleden heeft afgespeeld, vormt een patroon voor de toekomst. Het Besturende Lichaam weet ook dat dit waar is, althans, ze hebben dit in het verleden in ieder geval wel erkend. In de openingsalinea werd bijvoorbeeld Zefanja 1:8 aangehaald. Er bestaan in werkelijkheid zeven Schriftplaatsen in dit kleine profetische boek die allen verwijzen naar de dag van Jehovah en naar de dag van Jehovah’s woede en het Wachttorengenootschap heeft het tweede hoofdstuk daarnaast ook nog vele malen aangehaald en toegepast op een toekomstige vervulling: “Voordat het besluit in werking treedt, voordat de dag voorbijgaat als kaf, voordat de brandende woede van Jehovah over jullie komt, voordat de dag van Jehovah’s woede over jullie komt, moeten jullie Jehovah zoeken, zachtmoedigen van de aarde, die zijn rechtvaardige besluiten naleven. Zoek rechtvaardigheid, zoek zachtmoedigheid. Misschien word je verborgen op de dag van Jehovah’s woede.” (Zefanja 2:2-3)
Toegegeven, het kan moeilijk zijn om hier de bedrieglijke misleiding van het Wachttorengenootschap te detecteren. Ze zijn hier namelijk erg bedreven in. Beschouw bijvoorbeeld eens de Hebreeuwse profetie van Joël, waar de uitdrukking „de dag van Jehovah” op vijf verschillende plaatsen voorkomt. Als gevolg van het feit dat ik al vele jaren de langgekoesterde interpretatie van Joël door het Wachttorengenootschap tot in den treure openlijk heb bespot, gaven ze een paar jaar geleden eindelijk met tegenzin toe dat het idee, dat de sprinkhanen uit Joël de Jehovah’s Getuigen zouden symboliseren, feitelijk al die tijd nergens op sloeg. In plaats van dat ze met een verklaring op de proppen kwamen in het kader van hun nieuw gevonden licht, verwierpen ze feitelijk het hele boek Joël, althans, voor wat betreft elke toekomstige relevantie met betrekking tot deze sprinkhanenaanval. Op bevel van de profeten van Bethel is Jehovah’s sprinkhaanachtige strijdmacht, welke een voorbode betreft van de vreesinboezemende dag van Jehovah, gedegradeerd tot een irrelevante voetnoot uit het verre verleden. Hoewel het boek Joël niet eens beweert een vervulling te hebben gehad in de oudheid, heeft het Besturende Lichaam dit desondanks toch verbannen naar het verleden. Wanneer we het dan toch over demonische misleiding hebben, nietwaar?
Dus nogmaals, wat is dan precies de dag van Jehovah, en wat zal het kenmerk zijn van het aanbreken van deze dag?
De dag van Jehovah is hetzelfde als de dag van Jezus Christus, ook wel de dag des Heren genoemd. Net zoals Jezus in de eerste eeuw in de naam van Jehovah naar de aarde kwam ter vervulling van de profetieën, zo zal ook de Tweede Komst van Jezus Christus de dag van Jehovah inluiden. Net zoals de apostel Paulus schreef over de dag van Jehovah die zal aanbreken als een dief in de nacht, gekenmerkt door de volgende unieke gebeurtenis: “Als ze zeggen: ‘Vrede en veiligheid!“, zo waarschuwde ook Jezus zijn discipelen dat hij zou komen, namelijk als een dief in de nacht. Er bestaan dan ook geen twee verschillende diefachtige komsten maar slechts één.
Er moet trouwens wel worden opgemerkt dat hoewel er wel degelijk geldige redenen bestaan voor de Nieuwe-Wereldvertaling om de naam “Jehovah” in te voegen in verschillende passages uit het “Nieuwe Testament” waar de schrijver of spreker Hebreeuwse passages citeerde waar de naam JHWH in voorkomt, dat er tegelijkertijd ook in twijfel kan worden getrokken of er wel een geldige reden aan ten grondslag ligt om het gebruik van de goddelijke Naam in 1 Thessalonicenzen 5:2 toe te passen. Dat komt omdat in de bijbehorende context uit het vorige hoofdstuk, de apostel Paulus duidelijk schreef over de Tweede Komst van Christus. De apostel verwees daar namelijk zelfs specifiek naar de tegenwoordigheid van Christus. Dus nog voordat de Bijbel ooit in hoofdstukken en verzen was onderverdeeld, ging Paulus naadloos over in wat we tegenwoordig ‘het vijfde hoofdstuk’ noemen. De apostel gebruikte hier hoogstwaarschijnlijk niet de Naam JHWH, maar schreef in plaats daarvan: “De dag van de Heer komt net als een dief in de nacht.”
Over zijn komst als een dief in de nacht verklaarde Jezus verder ook nog dat natie tegen natie zal opstaan en koninkrijk tegen koninkrijk. Wat zal dit tot gevolg hebben? De bestaande orde zal dan omver worden geworpen.
Het is interessant om hier op te merken dat ook Ezechiël schreef over een dag van Jehovah: “Dit zegt de Soevereine Heer Jehovah: ‘Jammer luid: “Ach, de dag komt!” Want de dag is dichtbij, ja, een dag van Jehovah is dichtbij. Het wordt een dag van wolken, een vastgestelde tijd voor de volken.” (Ezechiël 30:2-3)
Meer dan 50 jaar geleden nog, erkende het Wachttorengenootschap het oordeel tegen Egypte als zijnde een patroon voor de toekomstige dag van Jehovah. Met als kanttekening het feit dat Franz destijds ten onrechte beweerde dat de gigantische profetische cederboom alle volken van de wereld zou symboliseren. Echter kan dat simpelweg geen juiste interpretatie zijn geweest, aangezien het 31ste hoofdstuk van Ezechiël duidelijk onthult dat alle andere boomachtige natiën in de tuin van Jehovah als inferieur worden bestempeld in vergelijking met de majestueuze reusachtige cederboom. Al deze zaken werden al lang geleden uitgebreid voorgelegd aan het Wachttorengenootschap in het boek Jehovah Zelf is Koning Geworden. Hoe dan ook, het omvallen van de cederboom betreft een voorbode van de plotselinge ineenstorting van de meest prominente macht op aarde ten tijde van de Tweede Komst van Christus. De profetische val van Egypte betreft een voorafschaduwing van de ondergang van Amerika, welke ongetwijfeld tot stand zal komen als gevolg van een opstand tussen de onderlinge natiën, evenals de koninkrijken die zullen opstaan tegen koninkrijken.
Het is dan ook hoogst ironisch om te vernemen dat één van de verzen die in de openingsalinea worden aangehaald, Ezechiël 13:5 is, waarin het volgende staat geschreven: “Jullie zullen niet naar de bressen in de stenen muren gaan om ze voor het huis van Israël te herbouwen, zodat Israël in de strijd zou kunnen standhouden op de dag van Jehovah.”
Het voornaamwoord „jullie” verwijst naar degenen die hier door Jehovah worden bespot als de „dwaze profeten”. Over hen zegt God verder: “Ze hebben bedrieglijke visioenen gezien en leugens voorspeld. Ze zeggen: “Het woord van Jehovah is”, terwijl Jehovah zelf hen niet heeft gestuurd. En toch verwachten ze dat hun woord uitkomt. Is het niet zo dat jullie een bedrieglijk visioen hebben gezien en dat jullie een leugen voorspellen? Jullie zeggen immers: “Het woord van Jehovah is”, terwijl ik niets heb gezegd!” (Ezechiël 13:6)
Er bestaat maar één enkele institutie, één organisatie, die in de naam van Jehovah spreekt. Net zoals het Wachttorenartikel de bijbel onbeschaamd gelijkstelt aan de geschriften van het Wachttorengenootschap, waarbij ze impliceren dat ze beiden één en dezelfde zijn, waarbij ze dus feitelijk zeggen: “het woord van Jehovah is” – tonen het Besturende Lichaam en hun helpers hiermee dus ook aan dat ze zichzelf daarmee hebben geïdentificeerd als zijnde “de dwaze profeten.” Ze hebben meer dan een eeuw gewacht op het moment waarvan zij hoopten dat “hun woord (1914) zou uitkomen”. – en dat allemaal tevergeefs. De daadwerkelijke komst van Christus en het aanbreken van de authentieke parousia zullen ervoor gaan zorgen dat hun witgekalkte muur compleet zal worden verbrijzeld.
Wanneer het ook moge wezen dat ze zullen verklaren “vrede en veiligheid”…die gebeurtenis zal dan voor iedereen op dat moment volstrekt duidelijk zijn. Datzelfde geldt ook voor de aankomende “onverwachte vernietiging” Echter betreft deze onverwachte vernietiging niet Babylon de Grote maar juist het Anglo-Amerikaanse Imperium, dat het op dollars gebaseerde wereldwijde financiële systeem omvat. De dwaze profeten zullen na dit moment ook geen deel uitmaken van de groep die bekend staat als zonen van het licht.
Inderdaad! Zorg ervoor dat u klaarstaat voor Jehovah’s grote dag!
Toevoeging:
Een lezer stelde naar aanleiding van het bovenstaande artikel de volgende vraag:
Robert, zou je wat meer willen uitweiden over deze tekst in Ezechiël 13:5? Betreft dit een verwijzing voor de ware gezalfde Broeders van Christus om de Wachttoren-organisatie te verlaten, zoals de apostel Paulus dit verklaarde in Hebreeën13:13-14?
“Laten we dus naar hem toe gaan buiten het kamp en de schande dragen die hij heeft gedragen. We hebben hier toch geen blijvende stad en zien juist verlangend uit naar de toekomstige stad.“
In Ezechiël 13:5, staat geschreven: “Jullie zullen niet naar de bressen in de stenen muren gaan om ze voor het huis van Israël te herbouwen, zodat Israël in de strijd zou kunnen standhouden op de dag van Jehovah.”
Antwoord:
Ezechiël was op dat moment al in Babylon aanwezig samen met Daniël en de andere nobelen en vorsten. De Joden die toen in Jeruzalem waren achtergebleven, waren ervan overtuigd dat ze zouden worden gespaard. Hun profeten verzonnen toen hun eigen profetieën en verklaarden dat Jehovah de stad van de ondergang zou gaan redden. Deze profeten werden vervolgens ontmaskerd als valse profeten, aangezien Nebukadnezar de stad en de tempel alsnog verwoestte. De Wachttoren-organisatie bevindt zich momenteel in een vergelijkbare positie. Ze hebben hun eigen profetieën verzonnen, bewerend dat Jezus al in 1914 zou zijn teruggekeerd, dat de organisatie een geestelijk paradijs zou zijn, en ze hebben zichzelf ook nog de profetie toegeëigend dat “Geen enkel wapen dat tegen je gesmeed wordt, succes zal hebben“. (Jesaja 54:17)
Het centrale kenmerk van de bondige profetie van Jezus, welke een antwoord was op de vraag van de apostelen: “Vertel ons, wanneer zal dat allemaal gebeuren? En wat zal het teken zijn van je aanwezigheid en van het einde van het tijdperk?“, richt zich op de verwoesting van Jeruzalem. We weten allemaal dat Jezus het hier niet had over de herbouwde fysieke stad in de moderne staat Israël. Bijbelstudenten zouden moeten weten dat Jeruzalem in de profetie de gemeente van Christus symboliseert. Jezus werd geëxecuteerd buiten de muren van de heilige stad. De 120 personen werden gezalfd in Jeruzalem. De apostelen hadden hun hoofdkwartier in Jeruzalem en ook predikten zij dagelijks in de tempel. Dus de zichtbare aardse organisatie betreft datgene wat voorbestemd is om te worden vernietigd. Geen van de advocaten, helpers of geldschieters van het Wachttorengenootschap zal dit kunnen voorkomen.
Trouwens, in het artikel stelde ik dat het Wachttorengenootschap nooit enige bewijstekst levert voor hun bewering dat de verdrukking zal beginnen wanneer het beest Babylon de Grote aanvalt. Dat is niet helemaal waar. Hoewel er geen ondersteuning voor is in Openbaring, heeft het Wachttorengenootschap altijd beweerd dat Jeruzalem de heidense christenheid vertegenwoordigt. En dan met name het Jeruzalem waarvan Jezus voorspelde dat het bezocht zou worden door een walgelijk ding waarna Jeruzalem vervolgens zal worden verwoest. Natuurlijk geeft de profetie van Daniël aan dat het walgelijke ding verwoesting brengt met betrekking tot Gods persoonlijke eigendom en Jezus adviseerde de lezer daarnaast ook nog om onderscheidingsvermogen te gebruiken en de profetie van Daniël te raadplegen. Dus technisch gezien heb ik gelijk als ik zeg dat het Wachttorengenootschap geen bijbelse onderbouwing biedt, hoewel ze dat in werkelijkheid wel doen. Echter is het tegelijkertijd wel zo dat hun interpretatie van de profetieën feitelijk onjuist is. Het betreft een louter verzinsel.
Beste Lezers,
Ik heb zojuist nog een toevoeging geplaatst onder het bovenstaande artikel.
Vroege lezers zouden dit kunnen hebben gemist, vandaar dit bericht.
Met vriendelijke groeten,
Paul Hettinga