VRAAG VAN EEN LEZER:

Leert de Bijbel dat de verzegeling van de 144.000 een aantal dagen na de hemelvaart van Christus begon tijdens Pentecost? Welk bijbels bewijs is er dat gezalfd zijn of een onderpand ontvangen hetzelfde betekent als verzegeld worden? Mensen kunnen namelijk hun zalving kwijtraken door de onvergeeflijke zonde tegen de heilige geest te begaan. Het moge dan ook duidelijk zijn dat gezalfd zijn niet hetzelfde betekent als verzegeld worden. Gezalfden zijn dan ook nog niet verzegeld. Johannes zag in een visioen alleen de verzegeling van 144.000 mensen vóór het aanbreken van de grote verdrukking. Dat gezegd hebbende, hoe verhoudt de verzegeling, die nu nog steeds in de toekomst ligt, zich dan met het oordeel van de levenden tijdens de verdrukking en het bijeenverzamelen van de grote schare?

Er bestaan twee aspecten met betrekking tot de verzegeling. De zalving zelf wordt ook wel een onderpand of zegel genoemd, welke voorafgaat aan het volledig herboren worden als zijnde onsterfelijke geestelijke wezens. De apostel Paulus beschreef dit aan de Efeziërs door middel van de volgende termen: Maar ook jullie gingen op hem hopen toen jullie het woord van waarheid hoorden, het goede nieuws over jullie redding. Nadat jullie gingen geloven, werden jullie via hem verzegeld met de beloofde heilige geest, een van tevoren gegeven onderpand van onze erfenis. Dat was om Gods eigen bezit door een losprijs te verlossen, tot zijn lof en eer. (Efeziërs 1:13-14)

Het bezitten van een onderpand is net zoiets als het bezitten van een toegangskaartje waarmee men toegang kan krijgen tot een bepaald evenement. Maar wat gebeurt er dan als deze persoon het onderpand of het toegangskaartje kwijtraakt? Deze persoon zal de toegang tot het evenement simpelweg worden geweigerd. Dus, aangezien het verzegeld zijn en het bezitten van het geestelijke onderpand onderling uitwisselbare termen zijn, betekent dit ook dat het voor een met de geest verzegelde christen dus mogelijk is om deze verzegeling kwijt te raken.

Ter illustratie: iemand zou bij een autodealer een nieuwe auto kunnen kopen. Deze persoon is dan wel verplicht om maandelijkse afbetalingen te doen om deze auto af te betalen, totdat de autolening volledig is afbetaald. Gedurende de looptijd van deze autolening wordt deze persoon toch beschouwd als de wettelijke eigenaar van de auto, ook al bezit deze persoon niet het volledige eigendomsrecht. Zodra de autolening eenmaal volledig is afbetaald is de auto pas echt volledig eigendom van die persoon en kan deze persoon vervolgens met de auto doen wat hij maar wil.

Op vergelijkbare wijze wordt ook een gezalfde christen geacht door God te zijn gekocht en krijgt deze persoon een onderpand van Gods eigendom – de beloofde geest. Ze zijn dan verzegeld in die zin dat ze de verzekerde hoop en verwachting hebben om door middel van de losprijs van Christus te worden losgekocht om vervolgens in volledige eendracht met Jehovah in de hemel te mogen verblijven. Echter zal elke persoon die geroepen is om in eendracht met Christus te zijn, uiteindelijk vóór zijn dood éérst nog Gods definitieve goedkeuring moeten ontvangen. Het verkrijgen van die goedkeuring kan dan ook worden beschouwd als een verzegeling.

De apostel Paulus demonstreerde hoe dit in zijn werk gaat. In zijn brief aan de Filippenzen zei de apostel het volgende: Ik wil hem en de kracht van zijn opstanding kennen. Ik wil delen in zijn lijden en me onderwerpen aan een dood als die van hem. Dat wil ik om zo mogelijk de eerdere opstanding uit de dood te ontvangen. Niet dat ik het al heb gekregen of al volmaakt ben geworden. Maar ik doe mijn uiterste best om te bereiken waarvoor Christus Jezus mij heeft uitgekozen. Broeders, ik denk niet van mezelf dat ik het al bereikt heb, maar één ding is zeker: ik vergeet wat achter me ligt en strek me uit naar wat vóór me ligt. Zo streef ik naar het doel om de prijs van de roeping naar boven te ontvangen, die God via Christus Jezus geeft. (Filippenzen 3:10-14)

In de passage hierboven gaf Paulus aan dat hoewel hij was uitgekozen, oftewel het onderpand had ontvangen, hij niet van mening was dat hij daarmee ook al de ultieme prijs van de hemelse roeping al in handen had gekregen. Met andere woorden: hij had toen dus nog niet het laatste zegel van Gods goedkeuring ontvangen. Hij bleef dus nog steeds strijdend voorwaarts gaan teneinde dit veilig te stellen. Vergelijk dat nu eens met datgene wat Paulus schreef in zijn tweede brief aan Timotheüs, waar hij zei: Want ik word al als een drankoffer uitgegoten en de tijd voor mijn verlossing nadert. Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb de wedstrijd tot de finish gelopen, ik heb het geloof behouden. Van nu af is de kroon van de rechtvaardigheid voor mij weggelegd. De Heer, de rechtvaardige rechter, zal die op die dag als beloning aan mij geven, en niet alleen aan mij, maar aan iedereen die vol verlangen naar zijn manifestatie heeft uitgekeken.” (2 Timotheüs 4:6-8)

De brief van 2 Timotheüs betrof de laatste brief die de apostel had geschreven. Kort daarna werd hij namelijk geëxecuteerd. Zijn laatste brief werd enkele jaren na zijn brief aan de Filippenzen geschreven. Op de een of andere manier onthulde de geest aan de gevangengenomen apostel dat hij zijn aardse loopbaan oftewel zijn aardse wedstrijd had voltooid of uitgelopen. Hij had de kroon des levens gewonnen. De bewustmaking van zijn veranderde relatie kan worden beschouwd als zijn uiteindelijke verzegeling.

In elk geval moet elke christen die geroepen is om in eenheid met God en Christus te zijn, vóór zijn of haar dood worden goedgekeurd of afgewezen. Dit mag dan ook worden beschouwd als het verzegeld worden met Gods goedkeuring. De vraag of een goedgekeurde christen hetzelfde besef heeft als de apostel, dat hij de wedstrijd heeft gewonnen, is onbekend.

Er is echter sprake van een laatste verzegeling die plaatsvindt vóór het einde van de wereld, waarover in het boek Openbaring wordt gesproken. Daarna zag ik vier engelen op de vier hoeken van de aarde staan. Ze hielden de vier winden van de aarde stevig vast, zodat er geen wind kon waaien over de aarde, de zee of enige boom. En ik zag een andere engel opstijgen van waar de zon opgaat. Hij had een zegel van de levende God en hij riep met luide stem naar de vier engelen die de macht hadden gekregen om schade toe te brengen aan de aarde en de zee. Hij zei: ‘Breng geen schade toe aan de aarde of de zee of de bomen voordat we de slaven van onze God op hun voorhoofd verzegeld hebben.’ En ik hoorde het aantal van hen die verzegeld werden: 144.000, verzegeld uit elke stam van de zonen van Israël.” (Openbaring 7:1-4)

De engel die opstijgt vanaf waar de zon opgaat en die bevelen geeft aan de andere engelen, moet absoluut zeker Jezus Christus symboliseren. Dat blijkt ook uit wat Petrus verklaarde over het feit dat hij ooggetuige was geweest van de transfiguratie en hoe dat zich verhoudt tot de parousia (Tweede Komst van Christus); gekoppeld aan de volgende vermaning: Daardoor is het profetische woord voor ons nog zekerder geworden, en jullie doen er goed aan je aandacht erop te richten als op een lamp die schijnt in een donkere plaats (totdat de dag aanbreekt en er een dagster opgaat) in je hart. (2 Petrus 1:19)

Net zoals in Openbaring wordt Jezus gesymboliseerd als de rijzende zon die tijdens de donkerste periode in de menselijke geschiedenis de dageraad zal brengen. De dagster die in uw hart opgaat, betekent de verzegeling. Maar er is nog meer dan alleen dat. Aangezien Petrus, Jakobus en Johannes zelf ooggetuigen waren van de heerlijkheid van Christus en aangezien Petrus verklaarde dat de transfiguratie een bevestiging vormt van de macht en tegenwoordigheid van Christus, zullen degenen die zodra de dagster opgaat verzegeld worden, ook de manifestatie van Christus gaan zien met hun eigen ogen. Het Griekse woord dat in de Nieuwe Wereldvertaling wordt vertaald als “manifestatie”, is ‘ephaneia’ en verwijst naar helderheid en schittering. Het 12de hoofdstuk van Daniël voorspelt dat degenen die inzicht bezitten, zullen gaan schijnen als de sterren en velen tot rechtschapenheid zullen brengen. De Engelse Byington-vertaling van de Bijbel geeft Daniël 12:3 op deze manier weer: “And the enlighteners will have a brightness like the resplendence of the firmament, and those who make the many righteous like the stars forevermore.”

Vertaald naar het Nederlands: En de verlichters zullen een schittering hebben als de glans van het uitspansel, en degenen die de vele rechtschapen maken zoals de sterren voor altijd.”

Terwijl de gezalfden die vóór de Tweede Komst van Christus zijn gestorven klaarblijkelijk onmiddellijk voorafgaand aan hun dood werden verzegeld, zullen degenen die de manifestatie van Christus zullen gaan ervaren nog een tijd lang voortleven op deze aarde gedurende een tussentijdse periode die volgens het heilige geheim van God 1260 dagen omvat, wat niet toevallig ook de geschatte tijdsduur was van de aardse bediening van Jezus. Dat zal het moment zijn waarop de verlichters voor bestuurders en koningen zullen komen te staan om zo aan deze machthebbers een getuigenis te geven over het feit dat het Koninkrijk van Christus dan eindelijk aan de macht is gekomen. Zij zullen getuigen zijn – niet van zijn oorspronkelijke manifestatie in het vlees, zoals de eerste-eeuwse christenen dat waren, maar eerder van zijn manifestatie als de Heer van de hele aarde. Sterker nog: Er wordt feitelijk gezegd dat de symbolische twee getuigen van Openbaring op dat moment naast de Heer van de aarde zullen staan. En wanneer ze naast de Heer zullen staan, dan staat de Heer dus ook naast hen, wat natuurlijk het woord ‘parousia’ betekent in het Grieks.

Omdat de glorierijke Heer naast hen zal staan, hoewel hij tegelijkertijd voor alle anderen onzichtbaar zal zijn, zullen de uitverkorenen dan zo helder gaan schijnen als de zon in het Koninkrijk van hun Vader. In tegenstelling tot de huidige leer van het Wachttorengenootschap, vindt het fenomeen waarbij zij zullen schijnen in het Koninkrijk echter niet plaats in de hemel. Het betekent veeleer dat hun toegang tot het Koninkrijk is verleend, zelfs wanneer ze dan nog in het vlees zullen zijn. Hun schittering is wat Paulus de openbaring van de zonen Gods noemde. Die openbaring zal gedurende de periode van 42 maanden op aarde gaan plaatsvinden. Wanneer we het 8ste hoofdstuk van Romeinen lezen dan zien we dat de apostel Paulus de verlossing door middel van de losprijs en de adoptie als zonen Gods in verband brengt met de openbaring van deze zonen Gods.

De schapen zullen gunstig worden geoordeeld omdat ze hulp en steun zullen verlenen aan de broeders van Christus – waarbij ze ook ongetwijfeld geloof zullen stellen in hun getuigenis dat ze de Heer hebben gezien. De bok-achtige individuen zullen daarentegen dezelfde straf gaan ontvangen als Satan de Duivel omdat ze dan zullen weigeren de zonen Gods te erkennen nadat ze zijn geopenbaard.