Vraag van een lezer:

Ik heb onlangs gekeken naar de aangepaste beschouwing van Kenneth Cook over het oordeel van de schapen en de bokken. Deze is vier keer veranderd om uiteindelijk weer terug te komen op de leer van Russel. Zou u uw interpretatie willen geven over de vraag wanneer het oordeel zal beginnen? (De video maakt onderdeel uit van het programma rondom de Jaarvergadering van het Wachttorengenootschap)

Het is onderhand alweer een kwart eeuw geleden dat het Wachttorengenootschap voor het laatst hun begrip heeft aangepast ten aanzien van deze gelijkenis, dus is het daarom ook niet heel erg waarschijnlijk dat er veel Jehovah’s Getuigen zullen zijn die zich de vorige “aanpassing” nog zouden herinneren. Enerzijds bevestigt het Wachttorengenootschap wederom dat de schapen en de bokken in de toekomst gescheiden zullen worden. Het nieuwe aspect is dat, ook al vindt het oordeel ergens in de toekomst plaats, dat de schapen en de bokken op dat moment geoordeeld zullen gaan worden op basis van hoe ze op het huidige moment handelen. Ironisch genoeg blijkt dit waar te zijn, echter zal dit niet zijn op de manier die het Wachttorengenootschap impliceert.

Op mij komt dit over alsof het Besturende Lichaam hiermee reageert op het groeiende bewustzijn onder Jehovah’s Getuigen naar aanleiding van de grote hoeveelheid misleidingen en bedrog die steeds duidelijker zichtbaar begint te worden. Dat is ook de reden waarom Kenneth Cook de kudde waarschuwde dat hun woorden de basis vormen van hoe ze zouden worden geoordeeld. Ze proberen zichzelf af te schermen van elke mogelijke vorm van kritiek.

Echter is kritiek hier wel zeer zeker op zijn plaats. Een van de redenen die veel Jehovah’s Getuigen zouden kunnen verontrusten of waarover zij hun beklag zouden kunnen uiten, is ongetwijfeld het feit dat het Wachttorengenootschap op dit moment druk bezig is met de verkoop van honderden prachtige en goed onderhouden Koninkrijkszalen die door de plaatselijke broeders werden gebouwd en gefinancierd. Ik heb dit al vaker benoemd voor wat het is, namelijk: pure diefstal. Een steeds groter wordende groep Jehovah’s Getuigen zal wellicht geneigd zijn om het daarmee eens te zijn. Vandaar ook dat het Besturende Lichaam hun interpretatie over de schapen en de bokken heeft aangepast om zo te proberen om angst in te boezemen in de harten van de Jehovah’s Getuigen. De heer Cook waarschuwde de Jehovah’s Getuigen nadrukkelijk dat zij als bokken geoordeeld zouden kunnen worden vanwege de woorden die ze nu zouden kunnen uiten – wat impliceert dat elke vorm van kritiek op het Besturend Lichaam, als de broeders van Jezus, zal worden gewroken tijdens het oordeel. Inderdaad…hele krachtige woorden! Zou het Besturende Lichaam zelf dan ook naar hun eigen woorden kunnen worden geoordeeld? Ze zouden maar wat graag willen dat u gelooft dat Jezus u naar het eeuwige brandende vuur zal sturen welke is voorbereid voor de duivel en zijn engelen, indien u het lef zou hebben om te spreken over het kwaad dat wordt bedreven door deze zelfbenoemde “broeders” van Christus.

De Wachttoren-organisatie is net als elke andere grote corporatie. Het beschikt over een juridische afdeling, een PR-afdeling, enz. Het verschil tussen de Wachttoren-organisatie en een willekeurige grote onderneming is dat de Wachttoren-organisatie de Bijbel gebruikt om zijn publieke imago te projecteren. Er wordt door het Wachttorengenootschap bijvoorbeeld beweerd dat Jehovah’s Getuigen uitsluitend de “zuivere aanbidding” beoefenen en dat de Organisatie een geestelijk paradijs is.

Het Besturend Lichaam heeft de taak om de Schrift te interpreteren om Jehovah’s Getuigen ervan te overtuigen dat de Wachttoren-organisatie de aardse ambassade is van het Koninkrijk van God. Bovenal wordt er van Jehovah’s Getuigen verwacht dat ze op verheerlijkende toon over de Organisatie spreken. Een ieder die zulke vleierijen niet tentoonstelt, wordt als ongetrouw beschouwd – iemand die binnenkort verbannen zal worden naar het kamp van de bokken om vervolgens voor eeuwig in de vergetelheid te raken.

Hoe treffend zijn daarom ook de profetische woorden van Ezechiël: Want er zal geen bedrieglijk visioen of vleiende waarzeggerij meer zijn in het huis van Israël.  (Ezechiël 12:24)

Het kernfundament van het Wachttorengenootschap betreft de overtuiging dat Jezus al in 1914 zou zijn teruggekeerd. Het betreft hier dan ook een bedrieglijk visioen. En, zoals hierboven vermeld, interpreteren deze ‘visionairs’, die datgene bevorderen wat door de apostel ook wel beleefd wordt omschreven als ‘slim bedachte verzinsels’, profetieën om zichzelf te vleien als de bewaarders van de heilige geheimen.

Het bedrog omtrent het nieuwe licht van het Wachttorengenootschap zou duidelijk moeten worden door het simpele feit dat de broeders van Christus op dit moment nog niet zijn onderscheiden. Zelfs Kenneth Cook moest dit feit erkennen. Aangezien de Meester op dit moment nog niet is gearriveerd om zijn huisgezin te oordelen, werken ook de getrouwe en slechte slaven nog steeds schouder aan schouder. Aangezien dat een onmiskenbaar feit is, waarom zou Jezus dan de slaven afkeuren die door een slechte slaaf worden geslagen? Moet het dan als een daad van ontrouw worden beschouwd wanneer de slaven die worden geslagen zich beklagen?

Volgens de lang gekoesterde interpretatie van het Wachttorengenootschap zullen de schapen het Koninkrijk beërven omdat ze de broeders van Christus hielpen bij het predikingswerk. Als dat echter waar zou zijn, waarom zei Jezus dat dan niet gewoon? In plaats daarvan zei Jezus dat de schapen zullen worden gezegend omdat ze zijn broeders bedienden toen ze ziek, naakt, hongerig en dorstig waren en toen ze in de gevangenis zaten.

Bovendien heeft het Besturende Lichaam alle Jehovah’s Getuigen bevolen om hoe dan ook te stoppen met de openbare bediening. Zouden we dan ook moeten aannemen dat de schapen zullen worden beloond met de zegen van het eeuwige leven omdat ze een paar brieven hebben gestuurd naar vreemde mensen?

Het “waardeloze visioen” dat het Wachttorengenootschap al die jaren ijverig heeft verkondigd, heeft er bij hen feitelijk voor gezorgd dat zij verblind zijn geraakt en dit heeft hen ervan weerhouden om de toekomst te kunnen zien. Geen van hen heeft enig benul ten aanzien van de kwestie wat er allemaal komt kijken bij de komst van de Mensenzoon.

Het boek Jesaja draait allemaal om de komst van Christus. In het 42ste hoofdstuk verwijst Jehovah naar hem als „mijn dienaar” die de volken gerechtigheid zal brengen. Jehovah’s dienaar heeft ook de taak gekregen om de ogen van blinden te openen, om gevangenen te bevrijden uit de kerker en degenen die in het duister zitten uit de gevangenis. (Jesaja 42: 7)

Jesaja zegt verder: Maar het is een beroofd en geplunderd volk. Allemaal zitten ze gevangen in holen en opgeborgen in gevangenissen. Ze zijn geplunderd zonder dat iemand ze redt, ze zijn beroofd zonder dat iemand zegt: ‘Breng ze terug!’ Wie van jullie zal dit horen? Wie zal opletten en luisteren met het oog op de toekomst? (Jesaja 42: 22-23)

Helaas zijn er maar weinig mensen die luisteren of aandacht schenken. Hoe waar is dan ook de uitspraak in de verzen 19 en 20: Wie is blind behalve mijn dienaar, zo doof als de boodschapper die ik stuur? Wie is zo blind als degene die beloond is, zo blind als de dienaar van Jehovah? Je ziet veel maar je let niet op. Je oren zijn open maar je luistert niet.

De komst van Jezus zal leiden tot een ongekende wereldwijde ineenstorting van het systeem en zal ook leiden tot het aan de macht komen van de laatste koning – een achtste koning. Onder die bewuste omstandigheden zullen christenen zichzelf letterlijk in de gevangenis wanen, hongerig, naakt en ziek. Nadat de slechte slaven zullen zijn weggestuurd, zal Jezus zichzelf openbaren aan de dan verzegelde uitverkorenen. Hun blindheid zal worden opgeheven als gevolg van de glorieuze manifestatie van de Heer. Op dat moment zullen zij als de ware broeders van Christus zo helder gaan schijnen als de zon. Dat zal ook het moment zijn waarop de zonen van God geopenbaard zullen gaan worden.

De schapen en de bokken zullen worden geoordeeld op basis van de manier waarop ze de uitverkorenen zullen behandelen. In dat opzicht zal wat we nu doen van invloed zijn op de uiteindelijke uitkomst, in die zin dat indien ons geloof op dit moment al sterk is, dat we dan een sterkere basis hebben tijdens de komende ineenstorting van de beschaving zodat we deze gebeurtenis kunnen overleven en dat we ons dan in een positie zullen bevinden waarin we de broeders van Christus kunnen herkennen en bedienen; terwijl de bokken niet over deze basis zullen beschikken, afgezien van het feit dat de bokken überhaupt niet zullen beschikken over de neiging om dit te doen.