Opmerking van de Nederlandse vertalers: Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op 23 november 2019.


VRAAG VAN EEN LEZER: Wat is de reden dat Jehovah zo lang heeft gewacht om zijn voornemen te verwezenlijken? Het is overduidelijk dat de mens zichzelf niet kan regeren. Zijn al die jaren echt nodig geweest, en zo ja, waarvoor dan?

De Bijbel erkent dat God de mensheid aan zinloosheid heeft onderworpen. Paulus legde uit: “Want de schepping is onderworpen aan een zinloos bestaan, niet uit eigen wil, maar door degene die haar daaraan heeft onderworpen. Dat deed hij op basis van de hoop dat ook de schepping zelf bevrijd zal worden uit de slavernij van de vergankelijkheid en de glorieuze vrijheid van Gods kinderen zal hebben.” (Romeinen 8:20,21)

Door te zeggen dat God zijn schepping aan zinloosheid heeft onderworpen, weten we dat God niet wreed of onverschillig is. Het was nooit zijn bedoeling dat zijn schepping zou lijden en sterven. En bovendien heeft God daarnaast ook nog voorzieningen getroffen om de doden weer terug te brengen. God moet dus een heel goede reden hebben gehad waarom hij zo lang goddeloosheid en onrecht heeft laten heersen. Jehovah’s Getuigen beseffen dat er enkele zeer belangrijke kwesties zijn die God vastbesloten is definitief op te lossen. Daarom heeft God een bepaalde tijdsperiode toegestaan om deze kwesties op te lossen.

Allereerst een opmerking over tijd:

Als mensen — en nog onvolmaakt ook — hebben we de neiging kortzichtig te zijn — bijziend. Onze levensduur is helaas maar kort. Sommige reuzenschildpadden en tropische vogels leven zelfs langer dan wij. Hoe vernederend! We verhouden ons dus van nature tot tijd in termen van onze korte levensduur.

God daarentegen bestaat buiten de grenzen van de tijd. Een apostel legde dit ooit uit door te zeggen: “Maar lieve vrienden, verlies dit niet uit het oog: bij Jehovah is één dag als duizend jaar en duizend jaar als één dag.” (2 Petrus 3:8)

Als je dat vers terloops leest, zou het kunnen lijken alsof Petrus gewoon hetzelfde in omgekeerde volgorde zei. Echter is dat niet het geval. Zie het als volgt: één van onze dagen bestaande uit 24 uur is als duizend jaar voor God. En een millennium, wat voor ons mensen natuurlijk een onvoorstelbaar lange tijd lijkt, is vergelijkbaar met één van onze 24-uursdagen voor God. Dat wordt dan ook bedoeld met tijdloosheid.

Denk daar eens over na.

In de tijd die je nodig hebt om dit artikel te lezen, misschien 5-10 minuten, heeft God een miljoen en één dingen gedaan. Gemiddeld sterven er elke minuut ongeveer 100 mensen. Jezus zei dat er zelfs geen mus op de aarde valt zonder dat God het weet. Dus in de 10 minuten die je nodig hebt om dit artikel te lezen, zijn 1.000 mensen over de hele wereld gestorven en God kent ze allemaal. In dezelfde periode heeft God geluisterd naar duizenden gebeden die tot hem waren gericht. Hij is zich van alles en iedereen bewust. Hij is niet eens overweldigd.

Aan de andere kant is het ook zo dat datgene wat wij beschouwen als geschiedenis uit het verre verleden, dat dit voor God hetzelfde is als wat gisteren betekent voor ons. Hij herinnert zich ieder mens die ooit heeft geleefd en is gestorven tot in het kleinste detail.

Hoewel Jehovah zelf tijdloos is, relateert hij zijn handelen toch in menselijke termen van tijd. In het allereerste begin sprak God over zijn scheppingsdaden die plaatsvonden op opeenvolgende „dagen”, die klaarblijkelijk gelijke tijdperken waren, elk enkele duizenden jaren lang. Na zes dagen was Gods werk voltooid. Op de zevende dag rustte God. Hij bevindt zich nu overigens nog steeds in zijn rustperiode.

Het is dan ook niet alsof God moe is ofzo. Helemaal niet. Jezus zei dat zijn Vader is blijven werken. Zijn rusten betekent alleen maar dat hij afzag van het rechtstreeks scheppen van nog iets anders op deze aarde. Tijdens zijn sabbat verwachtte God dat de mensen het werk zouden afmaken waaraan Hij was begonnen, zodat aan het einde van de 7de dag, waarvan we verwachten dat deze zal samenvallen met het einde van de 1000-jarige regering van Christus, de aarde zou zijn zoals God het oorspronkelijk bedoeld had, namelijk een wereldwijd paradijs vol met mooie mensen. En dat alles in de loop van slechts één “week”. God is dus in de eerste plaats bezorgd over hoe de dingen er aan het einde van de week uit zullen zien.

WAT HEEFT GOD DAN IN DE TUSSENTIJD GEDAAN?

De Bijbel onthult dat een engel zich in het leven van de eerste mensen heeft gemengd en over God heeft gelogen. Sindsdien staat de mensheid onder de invloed van goddeloze engelen.

Het is ongeveer 6000 jaar geleden (6 van onze dagen gezien door Gods ogen) sinds die oorspronkelijke duivel Jehovah God belasterde. Gedurende deze periode heeft God vele malen in menselijke aangelegenheden ingegrepen — soms op een rigoureuze wijze en soms ook wat subtieler en in andere gevallen deed Hij dit zelfs onopgemerkt. Het moge duidelijk zijn dat de zondvloed een zeer radicale gebeurtenis was. Het leidde tot de vernietiging van een complete wereld en dwong hordes gematerialiseerde opstandige engelen om de aarde te verlaten. Na de zondvloed greep Jehovah God opnieuw in door de taal van de mensheid te verwarren. Hij deed dit om het plan van de duivel om de mensheid aan een tirannieke despoot te onderwerpen, te dwarsbomen. Toen, ongeveer 4000 jaar geleden (4 van onze dagen gezien door Gods ogen) nam Jehovah contact op met Abraham en begon daarna zijn nakomelingen te gebruiken om de basis te leggen voor de introductie van de beloofde Messias. Na ongeveer 2000 jaar (2 van onze dagen in de ogen van God) kwam Jezus op het toneel.

bijbelse profetieIn de loop van de afgelopen 2 millennia sinds de komst van Jezus, heeft God het aan Satan toegestaan om het christendom gedeeltelijk te corrumperen. God vond het nodig dat de Bijbel voor ons bewaard moest blijven, zodat we de hoop kunnen omarmen die erin staat opgetekend.

Welnu, met betrekking tot Gods voornemen, is het opmerkelijk dat er in de passage waar Petrus verklaarde dat één dag voor God is als duizend jaar, dat de apostel hier het volgende punt benadrukte: Jehovah is niet traag met het nakomen van zijn belofte, zoals sommigen denken, maar hij heeft geduld met jullie. Hij wil namelijk niet dat er iemand vernietigd wordt maar dat iedereen berouw krijgt.” (2 Petrus 3:9)

Aangezien God generaties heeft laten komen en gaan in de 2000 jaar sinds Christus op aarde was, wordt duidelijk dat Gods geduld vooral van toepassing is jegens degenen die leven in de tijd onmiddellijk voorafgaand aan de dag van Jehovah — wanneer alle ongelovigen en goddelozen vernietigd zullen worden. Dat is ook waar we ons op dit moment bevinden. Hoe kunnen we dat dan zeker weten?

De apostel Petrus trok de vergelijking tussen onze hachelijke situatie en wat er 4000 jaar geleden gebeurde naar aanleiding van de zondvloed met betrekking tot degenen die de Bijbel en de tweede komst van Christus belachelijk zouden maken. Petrus schreef het volgende over de mentaliteit van de spotters: Ze gaan bewust voorbij aan het feit dat er lang geleden door het woord van God een hemel was en een aarde, die als een compact geheel boven het water uitstak en omringd werd door water, en dat daardoor de wereld van die tijd vernietigd werd toen die door water werd overstroomd. Maar door hetzelfde woord zijn de hemel en de aarde die er nu zijn, bewaard voor het vuur. Ze worden bewaard tot de dag van het oordeel en van de vernietiging van de goddelozen.” (2 Petrus 3:5-7)

Mensen in onze moderne wereld beschouwen het verhaal van Noachs vloed als een mythe — een sprookje. Maar volgens de Bijbel is de vloed ontstaan doordat God tijdens de schepping een hemelse oceaan boven de aarde heeft laten zweven. Op die manier stond de aarde stevig boven het water — boven de aardse zeeën — en te midden van water — en de hemelse oceaan daarboven.

Op dezelfde manier is de huidige wereld gereserveerd voor het vuur. Maar hoe dan? God heeft het aan de mensen toegestaan om de middelen te ontwikkelen die leiden tot hun eigen vernietiging. Helaas bleek dat vanaf het moment dat de eerste twee mensen werden geboren, dat de mensheid elkaar door de eeuwen heen bleef vermoorden. Vroeger sloegen mannen elkaar nog dood met knuppels en stenen. Dat kostte dan ook veel moeite. Later ontwikkelden ze zwaarden, speren en pijlen. Ook daar kwam nog veel spierkracht bij kijken en het slachten van elkaar bleef toen nog enigszins beperkt. Vervolgens zorgde buskruit pas voor echte vuurkracht. Allerlei soorten bommen en kogels zijn daaruit voortgekomen, wat ertoe heeft geleid dat er in de afgelopen eeuwen miljoenen en nogmaals miljoenen mensen werden afgeslacht.

Maar ongeveer 75 jaar geleden werd de eerste atoombom tot ontploffing gebracht. Sindsdien zijn de vuren der vernietiging opgestapeld tot in de hemel. Duizenden, en eigenlijk zelfs tienduizenden thermonucleaire bommen werden ontwikkeld, waarvan de meeste zelfs vele malen krachtiger zijn dan degene die werden gebruikt om de steden Hiroshima en Nagasaki in de as te leggen. En daar blijft het dan niet bij. Er zijn zelfs supersonische en intercontinentale raketten ontwikkeld die binnen enkele minuten overal ter wereld meerdere kernkoppen kunnen afleveren die hun doelen met uiterste nauwkeurigheid kunnen raken. Letterlijk elke levende ziel op deze planeet zou met gemak door middel van de druk op een knop kunnen worden geëlimineerd.

Uitgerekend juist deze week kondigde de president van Rusland aan dat wetenschappers een “onoverwinnelijk wapen” aan het ontwikkelen zijn – een hypersonische, nucleair aangedreven raket uitgerust met thermonucleaire kernkoppen die voor onbepaalde tijd in de lucht kan blijven en die er in een oogwenk voor kan zorgen dat het vuur begint te regenen. Deze goddeloze wereld is dan ook daadwerkelijk bewaard voor het vuur.

Hoewel het voor Jehovah’s Getuigen misschien duidelijk is dat mensen zichzelf niet kunnen regeren, wordt dat zeker niet algemeen erkend. Integendeel zelfs. Ondanks het feit dat mensen over het algemeen ontevreden zijn over hun menselijke regeringen, blijft men maar tevergeefs pogingen doen om deze menselijke regeringen te repareren.

Maar zodra het opgespaarde vuur eenmaal wordt ontketend, zal de dwaasheid van de mensheid zich pas echt volledig gaan openbaren. Vanaf dat moment zal de mensheid zijn grip op de situatie pas echt verliezen. Wanneer het eenmaal onmiskenbaar duidelijk begint te worden dat wrede en psychopatische demonen de mensen richting hun ondergang hebben geleid, zal alleen God in staat zijn om ons nog te kunnen redden. Dat is dan ook precies datgene waar Jezus op doelde toen hij met betrekking tot de grote verdrukking het volgende verklaarde: Als die tijd niet zou worden verkort, zou niemand worden gered. Maar ter wille van de uitverkorenen zal die tijd worden verkort.” (Matthéüs 24:22)

Nog nooit eerder in de hele menselijke geschiedenis heeft de mensheid beschikt over de macht om zichzelf en de hele planeet te kunnen vernietigen — tenminste, tot nu toe dan. Ter erkenning voor dat feit hebben atoomwetenschappers hun symbolische doemsdagklok ingesteld op enkele minuten voor middernacht.

Dus in de loop van de afgelopen 6000 jaar heeft God gewerkt om zijn wil te volbrengen. In de afgelopen anderhalve eeuw is gebleken dat het werk van het roepen en kiezen van de uitverkorenen weer is hervat. Het Wachttorengenootschap heeft onlangs een opmerkelijke mijlpaal bereikt door de boodschap van hoop in maar liefst 1000 talen te publiceren. Het goede nieuws is op dit moment dan ook beslist op de hele aarde gepredikt, precies zoals Jezus dit ook had voorzegd.

Nu we zien dat de natiën zich haasten om zich voor te bereiden op een totale wereldoorlog, zou het nu ook duidelijk moeten zijn dat we de eindfase zijn genaderd  — wat de apostel Petrus „de dag van het oordeel” noemde.

Hopelijk hebben we goed gebruik gemaakt van Jehovah’s geduld en hebben we deze tijd gebruikt om ons geloof op te bouwen en om vuurbestendig te worden, terwijl je uitziet naar en blijft denken aan de komst van Jehovah’s dag, waardoor de hemel in vlammen zal opgaan en de elementen zullen smelten door de intense hitte!” (2 Petrus 3:12)