Dagtekst zaterdag 12 september
Hoelang moet ik om hulp vragen bij geweld? Wanneer zult u ingrijpen? — Hab. 1:2.
Habakuk leefde in een heel moeilijke tijd. Hij was diepbedroefd omdat hij omringd was door gewelddadige, slechte mensen. Wanneer zou er een eind komen aan de slechtheid? Waarom duurde het zo lang voordat Jehovah er iets aan deed? Habakuk zag alleen maar onrecht en onderdrukking door zijn eigen landgenoten. Hij voelde zich hulpeloos. Daarom vroeg hij Jehovah om in te grijpen. Misschien begon Habakuk te denken dat het Jehovah niets kon schelen. En dat hij te laat zou zijn met ingrijpen. Heb jij je ook weleens zo gevoeld? Had Habakuk zijn vertrouwen in Jehovah en zijn beloften verloren? Nee, zeker niet. Dat hij zijn zorgen en problemen niet aan mensen maar aan Jehovah toevertrouwde, laat al zien dat hij de hoop niet had opgegeven. Het zat hem gewoon dwars dat hij Gods tijdschema niet kon begrijpen en niet wist waarom Jehovah toestond dat hij het zo zwaar te verduren had. w18.11 14 ˚4, 5
Ik heb het hele artikel gelezen waarop de bovenstaande dagtekst is gebaseerd. De informatie is ogenschijnlijk gebaseerd op de profetie van Habakuk. Het blijft me verbazen dat het Wachttorengenootschap met het gebruik van zoveel woorden eigenlijk helemaal niets uitlegt. Het vormt allemaal een onderdeel van de voortdurende trend waarbij er steeds minder aandacht wordt geschonken aan de profeten en waarbij het belang van de profetieën alleen maar wordt afgezwakt, wat steeds meer begint op te vallen sinds de publicatie in 2010 met betrekking tot het commentaar op Jeremia.
Het lijkt erop dat het Besturende Lichaam zichzelf wenst af te beelden als een hedendaagse profeet, Gods aangestelde wachters, zonder dat ze werkelijk waakzaam hoeven te blijven en zonder de profetie te begrijpen. Ik vermoed ook dat de afhankelijkheid van “assistenten” die de afgelopen jaren steeds meer taken van het Besturend Lichaam hebben overgenomen, ertoe hebben bijgedragen dat er in toenemende mate sprake is van een infantilisering van de gepresenteerde informatie.
Het artikel wijst er terecht op dat Habakuk, die vlak voor de Babylonische holocaust in Juda woonde, bedroefd was vanwege het heersende geweld en vanwege de onderdrukking en het onrecht dat plaatsvond onder zijn Joodse naasten. Het Wachttorengenootschap impliceert echter dat er hier enkel sprake is van een moderne parallel ten aanzien van de wereld in het algemeen. Het artikel verdoezelt namelijk het feit dat de betreurenswaardige morele situatie waar Habakuk over klaagde specifiek betrekking had op Gods volk – Jeruzalem als de plaats waar in de oudheid Jehovah’s naam zetelde.
Nadat Habakuk zijn verdriet had geuit, reageerde Jehovah met Zijn oplossing (door de Chaldeeër aan ons te introduceren). Over hem zegt Jehovah: “Kijk naar de volken en let goed op! Staar vol verbazing en sta versteld. Want in jullie tijd zal er iets gebeuren dat je niet zult geloven, zelfs al wordt het je verteld. Want ik laat de Chaldeeën opstaan, het meedogenloze, onstuimige volk.” (Habakuk 1:5-6)
Zelfs al voor het moment dat ik in het jaar 2005 diverse exemplaren van het boek “Jehovah zelf is koning geworden” aan het Besturende Lichaam en aan de verschillende afdelingshoofden en bijkantooropzieners presenteerde, diende ik een aantal essays in bij het Wachttorengenootschap die waren gebaseerd op de profetieën van Joël en Habakuk. Het is mij onderhand wel duidelijk geworden dat het Wachttorengenootschap niet wil geloven dat er zoiets bestaat als een moderne profetische tegenhanger van de meedogenloze Chaldeeër die de wereld ook tijdens de laatste dagen zal onderwerpen en onderdrukken.
Nou moet ik eerlijk toegeven dat dit niet helemaal waar is. Ik zal mijzelf bij dezen corrigeren. In het hoofdstuk getiteld “Habakuk”, haalde ik de uiteenzetting aan die het Wachttorengenootschap over Habakuk had geschreven waarin zij beweren dat de “natie” die Jehovah zou hebben aangesteld om de straf ten uitvoer te brengen, zich volgens het Wachttorengenootschap duidelijk zou hebben gemanifesteerd doormiddel van de “Fascistische-, Nazi-, Communistische- en zelfs doormiddel van de zogenoemde democratische politieke machten” (en daarnaast ook nog doormiddel van onbeduidende criminelen, oplichters en drugsdealers). Met andere woorden: volgens het Wachttorengenootschap symboliseert de wereld in het algemeen dus de Chaldeeër uit het visioen van Habakuk. De harde realiteit bewijst echter dat de zieners van Bethel geen enkel benul hebben van wat het visioen voor de vastgestelde tijd nu eigenlijk betekent. Bethel veronderstelt dat het visioen van Habakuk dat “zich haast naar zijn einde en het zal niet liegen” – geen enkele toekomstige anti-typische vervulling heeft, terwijl Bethel er aan de andere kant wel op blijft hameren dat we er vol verwachting naar uit dienen te blijven kijken, wat compleet tegenstrijdig is met de bewering van Bethel dat de “Chaldeeër” op dit moment al aanwezig is.
In alle lectuur van het Wachttorengenootschap die de afgelopen eeuw is geschreven, hebben ze nog nooit de meedogenloze en roofzuchtige Chaldeeën, ook wel bekend als Babylon, erkend als een voorafschaduwing van de achtste koning. Erger nog, het Wachttorengenootschap blijft beweren dat de achtste koning al bijna een eeuw geleden zou zijn opgestaan in de vorm van de allang geleden opgeheven Volkenbond. Er bestaat logischerwijs geen enkele reden om vol verwachting uit te blijven kijken naar iets dat al lang geleden zou zijn gekomen en vervolgens ook weer is verdwenen en vergeten. We zien hier aan de kant van het Besturend Lichaam weer het levende bewijs dat de profetische woorden van Jehovah, die werden opgetekend in Jesaja 29:10, onder onze eigen neus werkelijkheid zijn geworden. Er staat daar geschreven: “Want Jehovah heeft een geest van diepe slaap over jullie uitgestort. Hij heeft jullie ogen, de profeten, gesloten en hij heeft jullie hoofden, de visionairs, bedekt.“
Ondertussen gaat de samenzwering om de natiën te vernietigen in hoog tempo door. “Ook al zou het op zich laten wachten, blijf ernaar uitkijken! Want het zal beslist uitkomen. Het zal niet te laat komen!” (Habakuk 2:3)
Op dit moment ondervinden de natiën de eerste aanval door de aanstormende “Chaldeeër”. Doormiddel van hun deep-state apparaat is er op de achtergrond een voortdurende staatsgreep aan de gang tegen president Trump van de Verenigde Staten, die heeft aangetoond dat hij vastberaden is om het reeds opgezette systeem van de globalisten ongedaan te willen maken. De Amerikaanse president Trump is de eerste president in een halve eeuw die zelf geen oorlog is begonnen. Daarnaast heeft Trump het lef getoond om zich terug te trekken uit de conflicten die zijn voorgangers waren begonnen wat onderdeel was van het voortdurende oorlogsbeleid dat vanuit Londen werd georkestreerd sinds de opzet van de aanslag van 11 september die onderhand alweer 19 jaar geleden plaatsvond.
De imperiale oorlogsfactie, die Eisenhower in 1961 het “militair-industriële complex” noemde, heeft zijn greep op Amerika in de loop van de afgelopen 60 jaar alleen maar verder uitgebreid en geconsolideerd sinds het moment waarop Eisenhower zijn ernstige waarschuwing had uitgevaardigd. (Zie YouTube-video met beelden van Eisenhower’s toespraak) In werkelijkheid vormt de deep-state en het militair-industriële complex een aanhangsel van het onzichtbare Britse Rijk.
Als voorbeeld van de invloed die dit imperiale complex heeft, domineren private centrale banken en hedgefondsen het economische systeem en controleren ze het krediet. Sinds 1971 heeft het onzichtbare Britse Rijk er met man en macht voor gezorgd dat de eens zo machtige Amerikaanse natie geleidelijk aan steeds armer werd. Samenvallend met de uitbraak van het Coronavirus zijn de centrale banken begonnen aan hun eindspel, de laatste fase van vernietiging door een stortvloed aan geld los te laten als onderdeel van het plan om de natiën te verstrikken in een web van een torenhoge onwerkbare schuldenlast. Vanwege het goedkope geld kunnen de zogenaamde zombiebedrijven (bedrijven die in economisch normale tijden failliet zouden gaan) voortdurend hun schulden blijven verkopen in de vorm van waardeloze obligaties (junk bonds) waarbij ze vervolgens hun eigen aandelen weer kunnen opkopen om zo hun eigen aandeelhouders te verrijken. Het addertje onder het gras is wel dat dit spel enkel kan doorgaan in een omgeving met zeer lage rentetarieven. Hetzelfde principe geldt ook voor staatsschulden.
In het verleden plunderden koninkrijken andere natiën door middel van enorme legers. Echter worden in onze moderne tijd hele natiën onteigend door hen ertoe aan te zetten om zichzelf met enorme bergen aan schulden op te zadelen. Op een bepaald moment in de toekomst, zodra het profetische visioen tot leven zal komen, mogen we zeker verwachten dat de banken de rentetarieven flink zullen opkrikken waardoor het dominospektakel zal gaan beginnen. Alle individuele partijen die nu nog kunnen functioneren door enorme schulden zullen dan tot een faillissement worden gedwongen. Dit geldt voor bedrijven, alle vormen van overheden evenals nationale instituties.
Over de roofzuchtige “Chaldeeën” zegt Jehovah verder: “het meedogenloze, onstuimige volk. Ze doorkruisen grote delen van de aarde om andermans huizen in bezit te nemen.“ (Habakuk 1: 6)
Het visioen gaat verder met de woorden: “Hun paarden zijn sneller dan luipaarden, ze zijn feller dan wolven in de avond. In galop komen hun oorlogspaarden eraan, van verre komen hun paarden. Als een arend duiken ze op hun prooi.“
Legers maken in onze moderne tijden geen gebruik meer van galopperende oorlogspaarden. De huidige moderne wapens spreken echter wel tot de verbeelding. Desalniettemin waren de onverschrokken oorlogspaarden eeuwenlang het ultieme wapen en daarom staan deze paarden in de Bijbelse profetie ook symbool voor alle mogelijke soorten oorlogstuig, inclusief biologische wapens, zoals het Coronavirus. Dat is ook de reden waarom Openbaring de komende oorlogen, hongersnoden en pestilenties symboliseert doormiddel van een vurig rood gekleurd paard samen met de dodelijke vale paarden die binnenkort over de wereld tekeer zullen gaan.
Aangezien het visioen van Habakuk bedoeld is voor de bestemde tijd (de bestemde tijd voor de komst van Christus) kan het ook niet anders dan dat de oorlogspaarden van de Chaldeeën overeenkomen met de cavalerie die dood en verderf zal zaaien en zal worden losgelaten zodra de zegels uit Openbaring ontzegeld zullen gaan worden (de boekrollen waarin Gods oordelen staan opgetekend). Die gedachte is tevens iets wat Jehovah’s Getuigen vol ongeloof zouden bespotten omdat het Wachttorengenootschap hen heeft misleid door hen te laten geloven dat al deze profetieen allemaal verleden tijd zijn en dat alles al zou zijn vervuld. Jehovah’s Getuigen hebben daarom ook niets meer op de profetische agenda staan om naar uit te kijken behalve de val van Babylon de Grote en armageddon. Volgens de leer van het Wachttorengenootschap zijn de eerste 7 zegels uit Openbaring namelijk al ontzegeld. (Zie commentaar van het Wachttorengenootschap)
Met betrekking tot de dag van zijn komst voorzegde Christus dat er onder de natiën enorme angst zou heersen en dat ze zich geen uitweg meer zouden weten. Habakuk bevestigt dat de komst van Christus zal worden vergezeld door pestilentiën en paniek: “Zijn glans was als het licht. Twee stralen schoten uit zijn hand, waarin zijn kracht verborgen was. De pest ging voor hem uit, brandende koorts volgde hem op de voet. Hij stond stil en schudde de aarde. Met één blik liet hij volken opspringen. De eeuwige bergen werden verbrijzeld, de oeroude heuvels bogen zich neer. De paden van lang geleden zijn van hem.“ (Habakuk 3: 4-6)