DE GENERATIE DIE NIET ZAL STERVEN
Een van de meest opvallende tekortkomingen ten aanzien van de 1914-doctrine van het Wachttorengenootschap, is het voor de hand liggende feit dat het nu sinds 1914 meer dan 100 jaar geleden is, en dat iedereen die oorspronkelijk getuige was van de gebeurtenissen die verband hielden met de Grote Oorlog, allang geleden is overleden.
Zelfs nog tot het jaar 1995 koesterde het Wachttorengenootschap het geloof onder Jehovah’s Getuigen dat sommigen van de generatie van 1914 nog in leven zouden zijn om met eigen ogen getuige te zijn van het einde. Op de website van het Wachttorengenootschap lezen we het volgende:
Al de verschillende onderdelen van „het teken”, alsook de „grote verdrukking”, moeten dus binnen de levensduur van één geslacht plaatsvinden — het geslacht van 1914. Dit betekent dat sommige mensen die getuige waren van de gebeurtenissen van 1914, toen „het besluit van het samenstel van dingen” begon, nog in leven zouden zijn om het einde ervan mee te maken als de „grote verdrukking” losbarst.
Als gevolg van het feit dat Jezus de term “deze generatie” gebruikte in verband met de goddeloze meerderheid van de Joden, heeft het Wachttorengenootschap in de uitgave van 1 november 1995 van het tijdschrift de Wachttoren geprobeerd om de term “een generatie” opnieuw te definiëren om krampachtig vast te kunnen blijven houden aan de 1914-doctrine. Jehovah’s Getuigen dienen nu te geloven dat de term “deze generatie” geen verband houdt met de levensduur van een groep mensen die op een bepaald moment leven.
Het lijkt er echter sterk op dat deze aanpassing van het begrip ervoor heeft gezorgd dat er meer vragen worden opgeworpen dan dat er worden beantwoord. Waarom geloofden Jehovah’s Getuigen bijvoorbeeld zo lang dat de generatie die niet zou sterven een betrouwbaar middel zou zijn geweest om te kunnen bepalen op welk punt in de tijd we onszelf bevinden?
Daarnaast rijst ook de vraag waarom de vervulling van deze profetie in de 20ste eeuw niet hetzelfde patroon volgt als in de 1ste eeuw?
Beschouw eens de omstandigheden waarin Jezus deze zin uitsprak ten aanzien van het ongelovige Joodse geslacht, toen hij in Mattheüs 23:36 het volgende tegen hen zei: “Ik verzeker jullie: deze generatie zal verantwoordelijk worden gehouden voor al die dingen.“ De generatie die in de eerste eeuw deze onheilspellende verklaring van Jezus hoorde, stierf niet vóór het moment dat Jeruzalem werd verwoest.
De apostelen maakten geen deel uit van het goddeloze en overspelige geslacht, maar ondanks dat leefden de meesten van hen op dat moment nog steeds om persoonlijk “al deze dingen” te zien, inclusief de verwoesting van Jeruzalem. Daarom gaf Jezus hen ook een illustratie om het punt te benadrukken, door te zeggen: “Leer de volgende les van de vijgenboom: als de nieuwe takken uitlopen en er blaadjes aan komen, weet je dat het bijna zomer is. Zo weten jullie ook, als jullie al die dingen zien, dat hij voor de deur staat. Ik verzeker jullie dat deze generatie niet zal verdwijnen voordat al die dingen gebeuren.“
Het woord “je en jullie” komt vier keer voor in de geciteerde verzen. Oorspronkelijk had dit betrekking op de apostelen, die destijds de directe toehoorders waren van Jezus. En wat betreft de vernietiging van de tempel en de ondergang van het Joodse systeem, leefden sommigen van hen nog om “al deze dingen te zien gebeuren”.
Wanneer we echter de grotere vervulling eens nader beschouwen: bent u persoonlijk getuige geweest van de gebeurtenissen die plaatsvonden in 1914 – het zogenaamde “begin van de barensweeën”? Is er ook maar iemand die in deze tijd getuige is geweest van “al deze dingen” die Jezus had voorzegd?
Trouwens, wie van ons zou tegenwoordig überhaupt kunnen beweren dat ze persoonlijk getuige zijn geweest van ook maar 1 enkel ding uit de reeks dingen die werden voorspeld? Indien dit niet het geval is, dienen we dan te veronderstellen dat Jezus zou hebben bedoeld dat zijn discipelen getuige zouden zijn van het teken door er simpelweg over te lezen in bepaalde geschiedenisboeken of doormiddel van andere geschreven of mondelinge verslagen van andere mensen die al lange tijd niet meer in leven zouden zijn? Of zouden we in deze tijd het teken van de aanwezigheid van Christus enkel kunnen zien doormiddel van de geschreven lectuur van het Wachttorengenootschap?
Jehovah’s Getuigen erkennen dat er vele aspecten bestaan ten aanzien van het teken van de aanwezigheid van Jezus waarvan er geen ooggetuigen zijn. Dat betekent dan ook automatisch dat het op dit moment voor iemand onmogelijk zou zijn om persoonlijk “al deze dingen te zien”, aangezien degenen die persoonlijk getuige waren van de gebeurtenissen van 1914 niet langer in leven zijn om het einde met eigen ogen te kunnen zien.
Maar volgens de “Zie! Ik maak alle dingen nieuw- brochure”, in alinea 46, beweert het Wachttorengenootschap dat vele mensen die nu leven, ooggetuige zijn geweest van het teken van de aanwezigheid van Christus. De Wachttoren vraagt:
‘Hebt u de door de oorlog aangerichte verwoesting, de voedseltekorten of een van de grote aardbevingen meegemaakt die de aarde sinds 1914 hebben geteisterd? Zo ja, dan bent u ooggetuige geweest van „het teken” van „de tijd van het einde” van dit samenstel van dingen.”
Maar even serieus: hoeveel mensen in deze tijd hebben werkelijk persoonlijk het teken van de tegenwoordigheid van Christus “ervaren”? Persoonlijk leef ik al meer dan een halve eeuw en ik ben nog nooit ‘ooggetuige’ geweest van oorlogen, voedseltekorten, pestilenties of aardbevingen van enige substantiële omvang, laat staan van Bijbelse proporties. De meeste mensen die ik ken die in de Verenigde Staten wonen hebben ook nog nooit zoiets meegemaakt. Het is waar dat mijn generatie de oorlog in Vietnam heeft meegemaakt en ik ken zelf ook een aantal mannen die naar het verre Vietnam zijn gereisd om tegen de communisten te vechten, maar dat is dan ook wel het dichtste bij dat ik persoonlijk ben gekomen om mezelf te rekenen tot iemand die “een ooggetuige” zou zijn van alles wat Jezus voorspelde.
Echter, wanneer we het Wachttorengenootschap zouden moeten geloven dan zouden moderne ziektes zoals hartaandoeningen, AIDS en kanker allemaal onderdeel uitmaken van het teken. Zoals het Wachttorengenootschap schrijft in hun brochure ‘Bekommert God zich werkelijk om ons?’, lezen we in het hoofdstuk getiteld “Hoe wij weten dat wij in “de laatste dagen” leven?”:
‘Na de Eerste Wereldoorlog kostte alleen al de Spaanse griep ongeveer 20.000.000 mensen het leven — volgens sommige schattingen 30.000.000 of meer. AIDS heeft honderdduizenden mensenlevens geëist en kan in de nabije toekomst voor nog miljoenen meer de dood betekenen. Elk jaar sterven miljoenen mensen aan hartziekten, kanker en andere kwalen. Miljoenen anderen sterven een langzame hongerdood. Er bestaat geen twijfel over dat de ’ruiters van de Apocalyps’, met hun oorlogen, voedseltekorten en epidemieën, sinds 1914 grote aantallen van de menselijke familie hebben geveld. ’
Als het zo zou zijn dat de vier ruiters van de Apocalyps al lang geleden zijn begonnen aan hun profetische dodelijke tocht, zoals door het Wachttorengenootschap wordt verondersteld, zou het dan aannemelijk zijn dat we zouden moeten zien dat de wereldbevolking gedurende die periode exponentieel zou moeten toenemen? Zou de omvang van de wereldbevolking niet eerder drastisch moeten afnemen wanneer de dodelijke profetische ruiters worden losgelaten op de wereld? Bijvoorbeeld, in de tijd dat de pest, ook wel bekend als de Zwarte Dood over het continent van Europa raasde, nam de bevolking van sommige regio’s zelfs af met maar liefst 50 procent! Hele dorpen werden volledig van de kaart geveegd door de dodelijke plaag. Vele mensen die toen leefden beschouwden de pest zelfs als het einde van de wereld. Zou het daarom ook redelijk zijn om te veronderstellen dat de gedegenereerde ziekten van de westerse beschaving zoals kanker en hart- en vaatziekten een vergelijkbare soort dreiging vormen als de builenpestbesmetting van eeuwen daarvoor? Er blijkt duidelijk dat dit niet het geval is.
Is het daarom ook logisch dat Jehovah’s Getuigen prediken dat de wereld wordt achtervolgd door ziekte-epidemieën van apocalyptische proporties, terwijl zelfs volgens het Wachttorengenootschap een van de grootste bedreigingen waarmee de beschaving tegenwoordig wordt geconfronteerd, de uitpuilende steden zijn als gevolg van ernstige overbevolking?
Is het bovendien ook redelijk te noemen dat de voedseltekorten van vandaag de dag van dusdanige proporties zijn dat deze zonder twijfel gezien zouden kunnen worden als de vervulling van de Bijbelse profetie?
Zelfs het tijdschrift Ontwaakt! erkent dat obesitas een wereldwijde epidemie aan het worden is. Tenslotte staat er in Openbaring geschreven dat een kwart van de wereldbevolking voorbestemd zal zijn om te bezwijken aan de gevolgen van de gezamenlijke verwoestingen van de drie apocalyptische ruiters. De Apocalyps zegt: “En ik keek en zag een vaal paard, en degene die erop zat, heette Dood. En het Graf volgde dicht achter hem. Ze kregen autoriteit over een vierde deel van de aarde om te doden met een lang zwaard en door voedseltekorten, dodelijke plagen en de wilde dieren van de aarde.” (Openbaring 6:8)
Wat betekent het eigenlijk dat er autoriteit zal worden gegeven over ‘het vierde deel van de aarde’ aan het gezag van de dood? Wanneer deze woorden ook maar iets zouden betekenen, en zeker wanneer het Gods eigen woorden zijn, moet het ‘vierde deel’ absoluut betekenen dat ongeveer 25 procent, of ongeveer een kwart van de wereld, is voorbestemd om ten prooi vallen aan de apocalyptische ruiters. Komen de aantallen sterfgevallen die tijdens de 20ste eeuw werden toegeschreven aan oorlogen, voedseltekorten en epidemieën, overeen met ongeveer een kwart van de totale wereldbevolking? Laten we dit eens onderzoeken.
In het jaar 1900 waren er ongeveer 1,5 miljard mensen op aarde. (Vermoedelijk waren dit er nog meer rond het jaar 1914) Er werden ongeveer 8 tot 9 miljoen mannen gedood tijdens de Eerste Wereldoorlog, en een extra 20 tot 40 miljoen mensen kwamen om als gevolg van de Spaanse-grieppandemie in 1918. Het schijnt dat er in die periode geen sprake was van enige noemenswaardige voedseltekorten.
Wanneer we dus het aantal sterfgevallen als gevolg van de Spaanse griep naar boven afronden en vervolgens tellen we hier de 10 miljoen sterfgevallen bij op als gevolg van de Eerste Wereldoorlog, dan komen we op een totaal van 50 miljoen doden. Wanneer we deze 50 miljoen doden afzetten tegen de totale wereldbevolking die destijds 1,5 miljard was, dan komen we uit op ongeveer 3 procent van de totale wereldbevolking in die tijd. Dit komt dus niet eens in de buurt van een kwart van de wereldbevolking tussen 1914 en 1919.
Maar wat nou als we alle sterfgevallen bij elkaar optellen als gevolg van oorlog, honger en pestilenties in de HELE 20ste eeuw, zoals het Wachttorengenootschap ook doet? Het Wachttorengenootschap claimt bijvoorbeeld vaak dat de vele oorlogen van de afgelopen eeuw meer dan 100 miljoen levens hebben gekost. Het probleem ten aanzien van deze benadering is dat de wereldbevolking ook nog op dit moment ‘exponentieel’ toeneemt, ondanks het verschrikkelijke dodental dat toegeschreven wordt aan oorlog, hongersnood en pestilenties. Dus als we dan het getal van 100 miljoen pakken en daarbij zelfs een extra 150 miljoen doden toevoegen wegens allerlei vroegtijdige sterfgevallen, dan blijkt dat deze hypothetische kwart miljard doden nog steeds maar ongeveer 4 procent van de huidige bevolking vertegenwoordigt, welke volgens de online wereldbevolkingsteller in december 2015 stond op meer dan 7.300.000.000.
Moeten we dan concluderen dat Gods woord hier aan het overdrijven is wanneer er staat geschreven dat er aan de vier ruiters autoriteit wordt gegeven ‘over het vierde deel van de aarde’? Of zou het eerder verstandiger zijn om de conclusie te trekken dat, gezien de hele situatie tot nu toe, het voorzegde teken van de aanwezigheid van Christus nog niet is geopenbaard?
Evenals het feit dat het Wachttorengenootschap ons niet met stelligheid kan verzekeren dat er niet nog een Derde Wereldoorlog zou kunnen komen, zo kan het Wachttorengenootschap ook niet de mogelijkheid uitsluiten dat er in de toekomst geen voedseltekorten of pandemieën zullen voorkomen op een schaal die nog nooit eerder is voorgekomen.
Experts op het gebied van virologie blijven bijvoorbeeld waarschuwen dat een opkomende vogelgriep de potentie heeft om wereldwijd toe te slaan en zou mogelijkerwijs zoveel als een miljard mensenlevens kunnen kosten. Als zelfs maar een fractie van dat aantal slachtoffers zou vallen, zou een dergelijk grimmig worstcasescenario de verschrikkingen van de Spaanse griep van 1918 ronduit overtreffen. En het is overigens ook niet uitgesloten dat mogelijke toekomstige epidemieën het resultaat zouden kunnen zijn van biologische wapens die door mensenhanden zijn ontwikkeld
In het geval van een grote oorlog of misschien wel een terreuraanslag met massavernietigingswapens, of een aanval met biologische wapens zou het toch al wankelende economische stelsel en de wereldeconomie ongetwijfeld komen in te storten. De voedselproductieketen evenals de voedseldistributieketen zouden hoogstwaarschijnlijk worden verstoord, waardoor er wereldwijd voedseltekorten ontstaan. Vaccins en andere gezondheidsdiensten zullen mogelijk niet beschikbaar zijn waardoor de weg wordt geëffend voor pandemieën die de hele wereld zullen overspoelen.
De allerminst cryptische profetie over het teken van de aanwezigheid van Jezus Christus dat zich zal manifesteren doordat de zon zal worden verduisterd, de maan die in bloedrood zal worden en de sterren die uit de hemel zullen vallen, lijkt een voorbode te zijn van een kort maar intens duister tijdperk van maatschappelijke ineenstorting – een tijd van grote angst en heel veel onheil.
EINDE DEEL 2/3
(Klik hier voor deel 3)