Dagtekst zondag 3 december 2023
Houd op met oordelen. — Matth. 7:1.
Wat moet je doen als je beseft dat je een broeder verkeerd hebt beoordeeld? Bedenk dat je van je broeders en zusters moet houden (Jak. 2:8). En bid vurig tot Jehovah. Vraag of hij je helpt te stoppen met oordelen. Handel naar je gebed door tijd door te brengen met de persoon op wie je kritisch bent. Je kunt misschien met hem samenwerken in de dienst of hem op visite vragen. Probeer Jehovah en Jezus na te volgen door je te concentreren op het goede in hem. Op die manier laat je zien dat je luistert naar het gebod van de goede herder om op te houden met oordelen. Volgelingen van Jezus luisteren naar zijn stem zoals schapen naar de stem van hun herder. Blijf luisteren naar de stem van de goede herder, of je nu bij de ‘kleine kudde’ hoort of bij de ‘andere schapen’ (Luk. 12:32; Joh. 10:11, 14, 16). w21.12 19 ¶11; 21 ¶17-18
Jezus illustreerde in het tiende hoofdstuk van Johannes hoe de vork precies in de steel zit, door zichzelf te vergelijken met een herder en door zijn volk te vergelijken met schapen: “‘Echt, ik verzeker jullie: wie de schaapskooi niet door de deur binnengaat maar op een andere plaats naar binnen klimt, is een dief en een rover. Maar wie door de deur naar binnen gaat, is de herder van de schapen. Voor hem doet de deurwachter open, en de schapen luisteren naar zijn stem. Hij roept zijn eigen schapen bij hun naam en leidt ze naar buiten. Als hij al zijn eigen schapen naar buiten heeft gebracht, gaat hij voor ze uit, en ze volgen hem omdat ze zijn stem kennen. Een vreemde zullen ze nooit volgen, maar ze zullen voor hem vluchten omdat ze de stem van vreemden niet kennen.’ Jezus gebruikte deze vergelijking, maar ze begrepen niet wat hij tegen ze zei.” (Johannes 10:1-6)
De Joden verwachtten de Messias. Hun nationale identiteit was verwikkeld in de Hebreeuwse profetieën, waarvan vele voorspelden dat hun leider en koning op een zekere dag zou komen. Echter bleek later dat zijn komst en manifestatie niet was wat de Joden ervan hadden verwacht. Johannes de Doper was de poortwachter die ervoor had gezorgd dat Jezus aan het volk werd geïntroduceerd. De religieuze leiders uit die tijd aanvaardden Johannes de Doper echter niet in zijn hoedanigheid als een profeet. Ook accepteerden zij Jezus niet als de voorbestemde Koning. Degenen die dat echter wel deden, werden als het ware uit de schaapskooi geleid. Nadat Jezus was opgestaan uit de dood en naar de hemel was teruggekeerd, werd de heilige geest uitgestort op de schapen die tot op dat moment gehoord hadden gegeven aan de herder door hem te volgen.
Nadat de apostelen waren gestorven, werd de zalving geleidelijk aan steeds meer ingeperkt. Johannes schreef hierover toen hij het volgende verklaarde: “Kinderen, het is het laatste uur. Jullie hebben gehoord dat de antichrist komt en inderdaad, er zijn nu al veel antichristen verschenen. Daardoor weten we dat dit het laatste uur is.“ (1 Johannes 2:18)
Destijds betrof het ‘laatste uur’ het besluit van de periode waarin de waarheid nog als een helder licht scheen. Het einde van de zalving. De antichristenen begonnen zich op vruchtbare wijze te vermenigvuldigen, waarbij ze toen steeds meer en meer de relatie tussen de Vader en de Zoon in twijfel begonnen te trekken. Tegen de 4de eeuw wierp keizer Constantijn zichzelf op als scheidsrechter van het valse theologische debat dat toen werd gevoerd. De keizer oordeelde toen dat Jezus dezelfde persoon was als God, wat erin resulteerde dat de weg werd vrijgemaakt voor het verzinnen van de Drie-eenheidsmythe. Vervolgens verklaarde Constantijn dat hij het christendom benoemde tot de officiële staatsreligie van het heidense Romeinse rijk. De antichrist was gearriveerd.
Met de verschijning van C.T. Russell en de Bijbelonderzoekers begon het licht na vele eeuwen weer te schijnen en daarmee brak er ook weer een nieuwe periode aan van zalving. Er ontstond ook nog iets anders. Andere schapen met een aardse hoop. Dit was iets heel nieuws. Tot nu toe heeft de Wachttoren-organisatie altijd gediend als een schaapskooi. Maar, zoals ik al herhaaldelijk heb benadrukt, zal dat niet altijd het geval blijven. Er is namelijk wederom een laatste uur aangebroken en er komt ook weer een nieuwe antichrist aan. Dit keer in de vorm van de mens van wetteloosheid. Net zoals dat Judas een letterlijke dief was, zo is de mens van wetteloosheid ook over de beschermende muur geklommen om te stelen en te plunderen. Over hem had Jezus ook nog het volgende te zeggen: “‘Echt, ik verzeker jullie: ik ben de deur voor de schapen. Al
degenen die in plaats van mij zijn gekomen, zijn dieven en rovers. Maar de schapen hebben niet naar hen geluisterd. Ik ben de deur. Wie door mij naar binnen komt, zal gered worden, en hij zal naar binnen en naar buiten gaan en weidegrond vinden. De dief komt alleen om te stelen, te slachten en te vernietigen. Ik ben gekomen zodat ze leven zouden hebben, leven in overvloed. Ik ben de goede herder. De goede herder geeft zijn leven voor de schapen. Een gehuurde knecht, die geen herder is en die niet de eigenaar is van de schapen, laat de schapen in de steek en vlucht als hij een wolf ziet komen. Dan grijpt de wolf ze en jaagt ze uiteen. Zo’n gehuurde knecht geeft niet om de schapen.” (Johannes 10:7-13)
Zoals het commentaar van het Wachttorengenootschap op de bovenstaande dagtekst impliceert, weerklinkt de stem van Jezus via de organisatie. Maar had de goede herder dan niet juist gezegd dat hij degene is die zijn eigen schapen naar buiten leidt? In de eerste eeuw leidde hij hen naar buiten uit datgene wat toen nog Jehovah’s aardse organisatie was (het oude Joodse geloofsstelsel). Hij leidde ze vervolgens naar een nieuwe en betere weidegrond (christendom). Dit vormt dan ook een patroon voor wat er in de nabije toekomst zal gaan gebeuren. Hoewel de mens van wetteloosheid zijn uiterste best heeft gedaan om Jehovah’s schapen naar zijn hand te conditioneren zodat zij met spanning aan het wachten zijn op zogenaamde ‘levensreddende instructies’ vanuit Bethel tijdens de aankomende ‘kritieke tijden’, zal dit voor deze schapen in werkelijkheid een regelrechte valstrik blijken te zijn. Jezus heeft zijn eigen schapen namelijk al lang geleden levensreddende instructies gegeven. Deze levensreddende instructies staan speciaal voor ons opgetekend in Mattheüs, Markus en Lukas. Dit is wat er in Mattheüs staat geschreven: “Wanneer jullie daarom het walgelijke ding dat verwoesting veroorzaakt, waarover de profeet Daniël sprak, in een heilige plaats zien staan (lezer, gebruik inzicht), dan moeten degenen die in Judea zijn naar de
bergen vluchten. Wie op het dak is, moet niet naar beneden gaan om spullen uit zijn huis te halen, en wie op het veld is, moet niet teruggaan om zijn bovenkleed op te halen. Wee de vrouwen die in die tijd zwanger zijn of een kind aan de borst hebben! Blijf bidden dat jullie niet in de winter of op de sabbat hoeven te vluchten. Want er zal dan een grote verdrukking zijn zoals er vanaf het begin van de wereld tot nu toe niet is voorgekomen en ook nooit meer zal voorkomen. Als die tijd niet zou worden verkort, zou niemand worden gered. Maar ter wille van de uitverkorenen zal die tijd worden verkort.” (Mattheüs 24:15-22)
Het Wachttorengenootschap beschikt duidelijk niet over enig inzicht ten aanzien van de levensreddende instructies van Jezus. Bethel heeft de kudde misleid door hen te laten geloven dat het anti-typische Jeruzalem uit de profetie, oftewel het tegenbeeld van Jeruzalem, de heidense christenheid zou vertegenwoordigen met al zijn afgoderij. Maar indien deze interpretatie van het Wachttorengenootschap waar zou zijn, waarom zouden ware christenen dan moeten vluchten voor hun leven? Ik zal wederom voor de zoveelste keer wijzen op het voor de hand liggende feit: Jeruzalem was zelfs tijdens het apostolische tijdperk hét centrum voor zuivere aanbidding. Predikten de apostelen dan niet dagelijks in de tempel van deze stad?
Tijdens de periode van het besluit zal Jezus zijn eigen schapen dus zelf wegleiden uit de Wachttoren-schaapskooi, richting groenere weidegronden, ver weg van de plunderaars en ver weg van de dieven.
Leave A Comment