Opmerking van de Nederlandse vertaler: Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op 24 juli 2019.
Met de publicatie “Zuivere aanbidding van Jehovah – Eindelijk hersteld!” heeft het Wachttorengenootschap schijnbaar de deksteen geïnstalleerd. Het bouwwerk is nu af. De vrijmetselaars bouwers hebben op meesterlijke wijze niet alleen Jehovah’s zichtbare organisatie gefabriceerd, maar daarnaast ook nog het koninkrijk van God. Door op sluwe wijze de Wachttoren-organisatie te positioneren als zijnde de manifestatie van de vervulling van elke herstelprofetie, valt er daarom in de toekomst ook helemaal niets meer te verwachten of te hopen met betrekking tot de komst van Christus. Het Koninkrijk is gekomen — althans zo lijkt het dan. Hier is de Christus! In het midden van de organisatie! – of zullen we zeggen, “in de binnenkamers?”
De profetieën van Jesaja en Ezechiël voorzeggen bijvoorbeeld dat God een geestelijke toestand zal bewerkstelligen die vergelijkbaar is met de hof van Eden, oftewel een heiligdom waar Jehovah tussen zijn eigen volk zal wonen — vergelijkbaar met vroeger, zoals Hij oorspronkelijk ook onder de eerste twee zondeloze mensen wandelde. Het symbolische Eden zal absoluut een heiligdom zijn. Een bijzondere plek waar geen gevaarlijke roofdieren bestaan. Jesaja zegt specifiek dat geen enkele dwaas of onreine persoon de Weg van Heiligheid zal bewandelen.
Ondanks het feit dat het Bijbelse, geestelijke paradijs wordt gekenmerkt door de volledige afwezigheid van ongelovige mensen, en ondanks het feit dat de Wachttoren-uitgave van mei 2019 ironisch genoeg zelfs erkent dat goddeloze mannen en bedriegers de gemeenten zijn binnengeslopen en hebben gejaagd op nietsvermoedende kinderen, recht onder het toeziend oog van de aangestelde herders die over deze gemeenten moesten waken, schept het Besturende Lichaam, ondanks de bovenstaande openhartige bekentenis, nog steeds schaamteloos op dat de organisatie waarover zij de leiding hebben, de vervulling zou zijn van het geprofeteerde geestelijke paradijs waarin zich geen roofdieren zouden bevinden.
Om weg te kunnen komen met deze verbazingwekkende bedrieglijke prestatie zonder door de mand te vallen, heeft het Besturende Lichaam simpelweg de definitie van de term “geestelijk paradijs” gewijzigd. In plaats van dat het een plek is van verzekerde veiligheid, waar de wolf en het lam vreedzaam naast elkaar samenleven en waar niemand kwaad wordt aangedaan, wordt het “paradijs” van het Wachttorengenootschap geherdefinieerd als zijnde een staat waar iedereen met elkaar is verenigd doordat zij allen hetzelfde geloven, waarbij er een overvloed is aan heilzame geestelijk opbouwende literatuur waarover iedereen kan beschikken ter versterking van dat beeld. De realiteit waar verder niemand het over heeft laat echter een andere toestand zien van geforceerd groepsdenken wat eerder kenmerken vertoont van een sekte, waarbij er sprake is van handhaving door middel van een regime van subtiele tirannie dat dient om elke afwijkende mening direct te bestraffen. Het wordt de Jehovah’s Getuigen verboden om “zeker te zijn van alle dingen” die het Wachttorengenootschap onderwijst. De werkelijkheid is: “geloof ons, of anders zwaait er wat”.
Hoewel het waar is dat de Heilige Schrift de term ‘geestelijk paradijs’ niet specifiek gebruikt, is het concept wel degelijk bijbels te noemen. Jehovah spreekt over een dergelijke toestand in Ezechiël 34:25, waar staat geschreven: “Ik zal een vredesverbond met ze sluiten en ik zal het land verlossen van gevaarlijke wilde dieren, zodat ze veilig kunnen wonen in de woestijn en kunnen slapen in de bossen.“
We weten ook dat God het hier niet heeft over letterlijke wilde dieren. Wilde dieren symboliseren namelijk ongeestelijke, beestachtige mensen die direct onder invloed staan van verdorven en sluwe demonen. Wanneer we weten dat dit ook echt waar is, is het ook niet overdreven om te stellen dat het „geestelijke paradijs” van het Wachttorengenootschap wemelt van op seks beluste roofdieren — in ieder geval duizenden. Uiteraard is zelfs één van hen al te veel. Maar het punt waar het hier om draait is dat zelfs de aanwezigheid van slechts één beestachtig roofdier automatisch de stelling ontkracht dat Jehovah God op dit moment zijn geestelijke, Edense toevluchtsoord zou hebben gecreëerd binnen de Wachttoren-organisatie.
Overweeg ook eens het volgende fragment uit alinea 3 uit het bovengenoemde Wachttoren-artikel van mei 2019:
“Ook zijn er personen die beweren deel uit te maken van de gemeente maar die toegeven aan perverse vleselijke verlangens en kinderen seksueel misbruiken.”
Let hier alstublieft ook op de slimme bewoordingen die impliceren dat de op seks beluste roofdieren slechts “beweren deel uit te maken van de gemeente” – alsof ze in werkelijkheid niet echt deel zouden uitmaken van de gemeente. De harde feiten leren ons echter dat zich onder deze misbruikers ook aangestelde ouderlingen en dienaren in de bediening bevinden. Is het dan zo dat deze ouderlingen en dienaren in de bediening dan alleen maar “beweren” dat ze slechts dienaren zijn die door het Wachttorengenootschap zijn aangesteld? Nee, natuurlijk niet! Die aangestelde mannen maakten keihard misbruik van hun vertrouwenspositie om zodoende de nietsvermoedende kinderen kwaad te doen. Zelfs door de schijn op te houden van oprechtheid, maakt het Wachttorengenootschap hier alsnog gebruik van misleiding. Maar nogmaals, volledig in contrast met wat er in Jesaja staat geschreven is het punt waar het hier om gaat: “Geen onreine zal die betreden. Die weg is alleen voor degene die erop mag wandelen. Geen dwaas dwaalt er rond. Geen leeuw zal er zijn, roofdieren zullen er niet op komen. Die zullen zich daar niet bevinden. Alleen degenen die zijn teruggekocht zullen erop wandelen.” (Jesaja 35:8-9)
Wanneer we Jehovah God op zijn woord zouden geloven, hoe kunnen Jehovah’s Getuigen zich dan met een oprecht hart neerleggen bij het feit dat zelfs een relatief klein deel van de gemeenten heeft toegegeven aan “perverse vleselijke verlangens”? Behoort pedofilie dan niet tot de zwaarste categorie van de meest afschuwelijke zonden — een weerzinwekkende vorm van seksuele onreinheid en wetteloosheid? Jazeker blijkt dat het geval te zijn. Pedofilie is iets demonisch. Net zoals ook het geval was toen de wellustige engelen in de periode voorafgaand aan de zondvloed onrechtmatig naar de aarde waren gekomen om daar kwetsbare vrouwen te verleiden, zo jagen ook pedofielen op kwetsbare kinderen die nauwelijks enige levenservaring hebben.
Is het dan werkelijk van ondergeschikt belang dat er letterlijk sprake is van het feit dat er zich duizenden seksuele perverselingen bevinden onder de gemeenten die beweren onderdeel uit te maken van de ‘zuivere aanbidding’? Nogmaals, hoe kan dat dan in overeenstemming worden gebracht met het zuivere woord van God dat stellig zegt dat daar geen enkel onrein schepsel zal kunnen worden gevonden?
Zou een echte herder dan een enkele wolf of coyote midden in zijn kudde laten wonen? Natuurlijk niet! Toch zien we tegelijkertijd dat het Wachttorengenootschap schoorvoetend, al dan niet per ongeluk heeft toegegeven, dat ze het hebben toegestaan dat Jehovah’s meest kwetsbare lammeren ten prooi zijn gevallen aan meedogenloze verdorven roofdieren. Dus de vraag die Jehovah’s Getuigen zichzelf vervolgens zouden moeten stellen is deze: wanneer Jehovah verkondigt dat er zelfs niet één onreine persoon de Weg der Heiligheid zal bewandelen, betreft dit dan een eenvoudig en mooi hemels woordplaatje, of heeft Jehovah God het hier dan over iets absoluuts? En wanneer we de betekenis uit de Heilige Schrift zouden aanvaarden zoals het staat geschreven, dan hebben we ook geen andere keus dan te moeten concluderen dat een dergelijke toestand helemaal niet eens bestaat onder de Jehovah’s Getuigen – en daarnaast ook nergens anders op deze aarde.
Erger nog, de wortel van het kwaad is niet eens de aanwezigheid van deze seksuele roofdieren zelf, hoe erg dat ook mag zijn. Noch is dit het feit dat de lokale ouderlingen compleet hebben gefaald bij hun aanpak van zaken omtrent seksueel kindermisbruik. De harde waarheid is dat de provocateurs die loeren op de onschuld van kinderen en die deze stelselmatig verslinden, niet de enige metaforische wilde beesten zijn die bezig zijn met jagen. De advocaten en de Farizeeën die de ouderlingen instructies geven zijn feitelijk nog beestachtiger en sowieso nog laakbaarder. Zij beschikken namelijk over de macht om seksuele roofdieren te ontmaskeren en ze bezitten ook de macht om de volledige kracht van de wet op hen los te laten. In plaats daarvan hebben ze hun autoriteit juist gebruikt om de misbruikers een hand boven het hoofd te houden door hen te beschermen tegen een mogelijke rechtsvervolging. Misbruikers waarvan het Wachttorengenootschap nu ook toegeeft dat ze ook echt daadwerkelijk bestaan.
In de praktijk zien we helaas dat het leiderschap van de Jehovah’s Getuigen blijkbaar meer waarde hecht aan geld en de reputatie van de Wachttoren-organisatie, dan aan het leven van de kinderen die Jehovah aan hen heeft toevertrouwd. En dat alles terwijl we tegelijkertijd ook zien dat het Wachttorengenootschap op een onbescheiden manier aan het opscheppen is dat God hen al door de poorten zou hebben geleid richting een goddelijk paradijs. Het is dan ook geen wonder dat Jehovah in de nabije toekomst genoodzaakt zal zijn om uit te barsten in al zijn brandende woede en verontwaardiging.
In werkelijkheid schiep God het letterlijke paradijs genaamd Eden. De mens had daar zelf geen enkele invloed op. Ze bevonden zichzelf daar gewoon — omgeven door schoonheid en vrede. Er was toen helemaal geen enkel schadelijk wezen te vinden in de gehele Tuin van Plezier totdat de eens welwillende engel zichzelf veranderde in een verraderlijke bedrieger. Zo is het ook met het geestelijke paradijs. Het geestelijke paradijs is niet iets dat christenen dienen te bewerkstelligen, noch is het hun taak om het zelfs maar te handhaven.
Jezus sprak over de schepping van een roofdiervrije omgeving in de bekende illustratie van de oogst. De Heer legde ons uit dat het onkruid de individuen voorstelt die door Satan de Duivel zijn geplant en die lijken op de tarwe-achtige zonen van het Koninkrijk. Deze situatie zal bestaan onmiddellijk voorafgaand aan de terugkeer van Christus, die hoogstpersoonlijk de laatste oogst zal inluiden.
Net zoals dat de Korinthiërs destijds niet wisten dat hun eigen superapostelen in werkelijkheid handlangers waren van Satan — valse apostelen, die zich op sluwe wijze hadden vermomd als dienaren van rechtvaardigheid — zo is de list van de Duivel ook in onze tijd vrijwel niet te detecteren door mensen. Paulus werd door Gods heilige geest geïnspireerd om zo de machinaties van Satan aan de kaak te kunnen stellen — degene die zichzelf volgens de apostel voortdurend vermomt als een engel van het licht.
Het feit dat de Jehovah’s Getuigen ertoe zijn gebracht te geloven dat Satan alleen maar buiten de beschermende muren van de Wachttoren-organisatie zou opereren – op de wereld en op de geestelijkheid van de heidense christenheid – of op een aantal doodgewone leden van de Wachttoren-organisatie die slechts ‘beweren’ dat ze christen zijn – betreft het een schoolvoorbeeld van de verstrekkende en duivelse invloed van deze goddeloze engel des lichts. De apostel Paulus onthulde inderdaad dat Jehovah het zou toelaten dat christenen onder een bedrieglijke invloed worden gebracht – een zogenoemd werk van Satan, wat duidelijk tot uiting komt in de manier waarop het Wachttorengenootschap is gepositioneerd als zijnde de vestingstad van rechtvaardigheid en het stralende baken van de zuivere waarheid.
Volgens het Wachttorengenootschap vertegenwoordigt het onkruid de „namaakchristenen”. Hoewel dat ongetwijfeld ook zo is, waarom gaan Jehovah’s Getuigen er dan onvoorwaardelijk van uit dat de massa’s reguliere kerkgangers de beste ‘namaakchristenen’ zijn die de sluwe Duivel kan voortbrengen? Gezien de nu onmiskenbare aanwezigheid van wetteloosheid binnen het valse geestelijke paradijs van het Wachttorengenootschap en gezien de talrijke struikelblokken die langs de veronderstelde Weg van Heiligheid zijn neergelegd, is het dus ook heel erg duidelijk dat de daadwerkelijke ‘namaakchristenen’ bijzonder goed gedijen onder de Jehovah’s Getuigen.
Daarom legde Jezus in zijn illustratie ook uit dat de engelen eropuit zullen gaan en dat deze engelen al dat soort wetteloze personen met geweld zullen ontwortelen terwijl ze er ook voor zullen zorgen dat alle dingen die tot struikelen leiden, uit zijn Koninkrijk zullen worden verwijderd. Durft het Wachttorengenootschap dan luidkeels op te scheppen dat er zich op dit moment geen wetteloze personen of struikelblokken bevinden in hun veronderstelde geestelijke paradijs? Het is dan ook opmerkelijk dat Jehovah’s engel Adam en Eva uit de tuin verdreef en dat deze engel als een schildwacht met een vlammend zwaard dag en nacht op wacht stond om te voorkomen dat zij of hun zondige nakomelingen weer terug naar binnen zouden sluipen in Eden. Op dezelfde manier moeten we ook concluderen dat zodra Christus zijn machtige oogstende engelen zal uitzenden, dat daarmee de verwijdering van ontrouwe, goddeloze personen ook algeheel en definitief zal zijn.
Ondanks deze toenemende wetteloosheid blijft het Besturende Lichaam op obscene wijze verkondigen dat de zuivere aanbidding van Jehovah eindelijk is hersteld, wat zou worden weerspiegeld aan de hand van het valse paradijs waar zij zelf de leiding over hebben. Vanwege hun oneerlijkheid, hun onbescheidenheid en vanwege hun onverzettelijkheid is Jehovah nu dus genoodzaakt om extreme maatregelen te moeten nemen. “Je onreinheid was te wijten aan je schandelijke gedrag. Ik probeerde je te reinigen, maar je werd niet rein van je onreinheid. Je zult niet rein worden totdat mijn woede tegen jou bedaart. Ikzelf, Jehovah, heb gesproken. Het zal gebeuren. Ik zal optreden zonder me in te houden, zonder wroeging, zonder spijt. Ze zullen je oordelen naar je wegen en je daden.” (Ezechiël 24:13-14)
Leave A Comment