Dagtekst zondag 5 september

Laat je niet langer door deze wereld vormen. — Rom. 12:2.

Paulus maakte zich zorgen omdat sommige christenen blijkbaar werden beïnvloed door de schadelijke redeneringen en filosofieën die Satans wereld promoot (Ef. 4:17-19). Zoiets kan net zo goed met elk van ons gebeuren. In een wanhopige poging ons van Jehovah af te keren gebruikt Satan, de god van deze wereld, allerlei tactieken. Een daarvan is het uitbuiten van elke neiging tot zelfzuchtige ambitie of zelfpromotie. Hij kan zelfs bepaalde aspecten van je achtergrond, cultuur of opvoeding gebruiken om je over te halen tot zijn manier van denken. Is het mogelijk dingen uit te roeien die in je denken zijn opgetrokken als ‘bolwerken’? (2 Kor. 10:4) Paulus zegt: ‘We halen redeneringen onderuit en ook elke barrière die wordt opgetrokken tegen de kennis van God, en we nemen elke gedachte gevangen om die gehoorzaam te maken aan de Christus’ (2 Kor. 10:5). Met Jehovah’s hulp kunnen we dus verkeerde redeneringen onder controle krijgen. w19.06 8 ¶1-3

In het boek getiteld “Art of War” zei Sun Tzu het volgende: “Alle oorlogvoering is gebaseerd op misleiding. Wanneer men daarom in staat is om aan te vallen dan moet men het laten voorkomen alsof men niet in staat is om over te gaan op de aanval; wanneer we onze strijdkrachten inzetten dan moet het lijken alsof ze inactief zijn; wanneer we dichtbij zijn, dan moeten we de vijand laten geloven dat we juist ver weg zijn; als we ver weg zijn, moeten we hem laten geloven dat we juist dichtbij zijn.”

Satan gebruikt deze misleidende tactieken op zeer behendige wijze. Keer op keer worden Jehovah’s Getuigen wijs gemaakt dat de Duivel buiten in de wereld op de loer ligt, wat natuurlijk ook zo is, maar er wordt daarmee ook gesuggereerd dat de goddeloze ver verwijderd is van de veilige grenzen van het zogenaamde geestelijke paradijs waar Jehovah’s Getuigen zich denken te bevinden. De duivel laat het lijken alsof hij machteloos is en dat hij de theocratische vesting niet binnen kan dringen. In werkelijkheid is Satan veel dichterbij en veel invloedrijker dan het in eerste instantie lijkt.

Een gebrek dat inherent is aan zondige mensen betreft de neiging tot afgoderij. Aan de ene kant hebben Jehovah’s Getuigen de afgoden van de heidense christenheid ver van zichzelf verwijderd. Tegelijkertijd zijn het Wachttorengenootschap en het Besturende Lichaam geleidelijk aan verheven tot subtiele voorwerpen van verering. Heeft het Besturende Lichaam de kudde dan ooit gewaarschuwd niet te veel belang te hechten aan de onvolmaakte aardse organisatie? Nee, nog nooit. Integendeel zelfs. Het tegenovergestelde is juist het geval gebleken. Tijdens vrijwel elke gelegenheid wordt de organisatie geprezen als het onfeilbare mondstuk van Jehovah God zelf – de stad op de heuvel die schittert als een baken van licht. Het wordt over het algemeen als godslastering beschouwd wanneer men de woorden van het Besturende Lichaam openlijk in twijfel trekt.

Ik ben me ervan bewust dat ik dit al eens eerder heb verteld, maar ongeveer 20 jaar geleden bezocht ik voor het laatst mijn oude gemeente in Houston, in de Amerikaanse staat Texas. Dit vond dan ook plaats vóórdat ik deze website had opgezet. Het bleek dat er zich in die periode in mijn toenmalige gemeente roddels de ronde deden, roddels dat broeder King niet in overeenstemming zou wandelen met het Wachttorengenootschap. Tijdens het zingen van het lied in de Koninkrijkszaal, toen iedereen opstond om te gaan zingen, stond er een zuster in de rij voor mij. Ik wist dat ze net deed alsof ze tegen iemand naast haar sprak. Ze draaide zich van mij af en sprak luid genoeg zodat ik haar berisping duidelijk kon horen. In haar verontwaardiging snauwde ze iets in de strekking van ’Iedereen zou moeten weten dat het in twijfel trekken van het Wachttorengenootschap gelijk staat aan het in twijfel trekken van Jehovah God zelf’.

Men zou de houding van deze zuster makkelijk kunnen vermenigvuldigen om dit toe te passen op de vele miljoenen vrome Jehovah’s Getuigen wereldwijd. De dwaasheid van die gedachte is dat Jehovah, in tegenstelling tot het Wachttorengenootschap, heeft laten zien dat Hij wel nederig en bescheiden is en dat Hij het wel toestaat dat mensen Hem onderzoeken. God is namelijk zeker van Zijn positie. Hij is dan ook absoluut niet bang om ontmaskerd te worden. En toen Jezus nog op aarde rondliep liet ook hij zichzelf door anderen ondervragen en in twijfel trekken. Jezus stond zelfs zijn grootste vijanden toe om dit te doen.

Aan de andere kant is het ook zo dat afgoden constant onderhoud nodig hebben. Dat komt doordat de aanbidders van deze afgoden allerlei krachten toeschrijven aan hun afgod terwijl die afgod deze krachten in werkelijkheid helemaal niet bezit. Dit is daarom dan ook absoluut van toepassing op het Wachttorengenootschap. Wanneer één van Jehovah’s Getuigen bijvoorbeeld een brief schrijft aan het Wachttorengenootschap, waarin deze persoon hun beleid of leerstellingen in twijfel trekt, dan is de standaardprocedure in de praktijk dat Bethel de lokale ouderlingen of zelfs de kringopziener op de hoogte stelt van wat er in de brief staat geschreven, met daarbij ook meteen de instructies om met deze broeder of zuster af te rekenen. De opgeworpen kwesties wordt nooit aandacht aan besteed en worden zeker niet serieus aangepakt. Enkel en alleen de persoon die de afgod in twijfel durft te trekken wordt aangepakt.

Het wordt erkend dat mensen niet in staat zijn om de toekomst te kunnen voorspellen. Jehovah is daarentegen wijs en alwetend. Het Wachttorengenootschap claimt dat ze niet geïnspireerd zijn. Aan de andere kant wordt er echter wel aangenomen dat Jehovah God het Wachttorengenootschap te allen tijde leidt en dat Jehovah God het Wachttorengenootschap gebruikt om de waarheid te kanaliseren richting degenen die ervoor ontvankelijk zijn. Vandaar dat het in twijfel trekken van ‘het kanaal’ ook op gelijke voet wordt gezet met godslastering.

Door de hele Bijbel heen inspireerde God allerlei mensen om te profeteren – zodat zij dingen konden openbaren die alleen God weet. Eén zo’n profeet was een man genaamd Bileam. God had bij verschillende gelegenheden tegen hem gesproken. Hij werd erkend als een man van God. Balak, de koning van Moab, huurde Bileam in om het kamp van de Israëlieten te laten vervloeken. Dit werkte echter niet omdat Jehovah God dit niet toestond. Echter was Bileam vastberaden om de beloning die hem was aangeboden toch op te eisen, dus onthulde hij aan de koning van Moab hoe hij de Israëlieten kon verleiden tot het bedrijven van afgoderij en hoererij, waarna Jehovah tegen hen zou optreden. Wat een duivels plan! En dit plan bleek inderdaad te werken.

Bileam is een beeld of type. Jezus waarschuwde in Openbaring dat er binnen de gemeente van Pergamum een Bileam aanwezig zou zijn in hun midden, die de slaven van Christus zou misleiden. Judas waarschuwde christenen eveneens voor de aanwezigheid van een groep mannen zoals Bileam, die valse leraren waren, die op bedrieglijke wijze op de loer lagen te midden van de christenen, net zoals rotsen onder de waterspiegel. Ook de apostel Petrus sprak over de slechte invloed van een zekere Bileam.

De afgod heeft Jehovah’s Getuigen ervan overtuigd dat Christus op een bepaald moment in het verleden onzichtbaar zou zijn teruggekeerd en dat hij al zou zijn begonnen met het regeren van de wereld evenals de overtuiging dat Satan op dit moment al zou zijn neergeworpen en dat de zuivere aanbidding eindelijk zou zijn hersteld — eindelijk Ja! Deze afgod kan namelijk ook praten!

Het is dan ook niet mogelijk om deze diepgewortelde onwaarheden uit de geesten van Jehovah’s Getuigen te halen. De hypnose door deze afgod is simpelweg te krachtig. Maar om aan te tonen dat de leer van de onzichtbare parousia (Tweede Komst van Christus) berust op louter bedrog: laten we dan eens dit eenvoudige vers in beschouwing nemen: “Lieve kinderen, blijf dus in eendracht met hem, zodat we, wanneer hij geopenbaard wordt, vol vertrouwen kunnen zijn en hem bij zijn aanwezigheid niet beschaamd uit de weg hoeven te gaan.  (1 Johannes 2:28)

Is Christus op dit moment dan al geopenbaard? Zelfs het Wachttorengenootschap beweert van niet. Is er in de loop van de afgelopen 107 jaar ooit iemand geweest die beschaamd uit de weg hoefde te gaan vanwege de aanwezigheid van Christus? Nee, natuurlijk niet. Onthult de geïnspireerde apostel hier dat de openbaring en aanwezigheid beiden hetzelfde zijn? Jazeker, absoluut. Waarom is het dan zo dat Jehovah’s Getuigen deze simpele en onmiskenbare waarheid dan toch niet accepteren? Dit komt namelijk doordat de afgod heeft gesproken.

Sprekend tot zijn aardse organisatie, onthult Jehovah in het 48ste hoofdstuk van Jesaja Zijn voornemens om de afgod in diskrediet te brengen. De afgod waarvan de afgodendienaars beweren dat hij de verborgen dingen van de toekomst kan onthullen. Maar deze afgod zal machteloos blijken te zijn. Jehovah God verklaart het volgende: Vanaf nu kondig ik je nieuwe dingen aan,  goedbewaarde geheimen die je onbekend waren. Ze worden nu pas geschapen — en niet lang geleden —dingen die je tot nu toe nog nooit hebt gehoord, zodat je niet kunt zeggen: “Kijk, ik wist het allang.” Nee, je hebt het niet gehoord, je wist er niet van, in het verleden waren je oren niet geopend. Want ik weet dat je heel onbetrouwbaar bent en dat je vanaf je geboorte een overtreder wordt genoemd. (Jesaja 48:6-8)

Wanneer zal Jehovah God zijn ‘goedbewaarde geheimen’ dan precies onthullen? Zodra Christus wordt geopenbaard. Zodra zijn aanwezigheid begint. Het zal dan ook net zijn alsof Jehovah’s Getuigen zoiets nog nooit eerder zullen hebben gehoord. Het moge duidelijk zijn dat zodra de parousia (Tweede Komst) van Christus zal beginnen, dat er op dat moment helemaal niemand van het wachttorengenootschap zal zijn die dan zal kunnen beweren dat ze dit allemaal al lang wisten. De afgod zal op dat moment namelijk compleet sprakeloos blijken te zijn.

Nu blijkt dat de afgod een vaccinatieverplichting heeft gekanaliseerd richting Jehovah’s volk, is het alsof het Wachttorengenootschap hun goedkeuring heeft gegeven voor een mensenoffer, teneinde ervoor te willen zorgen dat al haar aanbidders de kostbare eenheid kunnen bewaren. Het valt nog te bezien hoeveel mensen er uiteindelijk zullen worden gedood op het altaar van de veronderstelde zuivere aanbidding van het Wachttorengenootschap.

Het lijdt geen twijfel dat Satan een meester is in de kunst van het oorlog voeren. Jehovah’s Getuigen zijn massaal misleid doordat ze zich voorstellen dat Satan zich heel ver weg van hun bevindt, terwijl hij in werkelijkheid dichtbij is. Zeer dichtbij zelfs.