Vanaf het begin, nog vóór de schepping van de aarde en de mensheid, toen Satan aanvankelijk probeerde om God te lasteren door te impliceren dat God geen vertrouwen zou hebben in Zijn eigen schepping en daarnaast ook dat Gods creatie hun eigen Schepper zou moeten wantrouwen, besloot Jehovah dat Hij een nieuwe creatie zou scheppen. Dit zal een compleet nieuwe creatie worden die daarvoor nog niet eerder heeft bestaan.
Het zal niet zo zijn dat de personen waaruit deze nieuwe schepping zal bestaan nog niet eerder hebben geleefd. Door het wonderbaarlijke proces van een nieuwe geboorte zal een select aantal onvolmaakte mensen voorbestemd zijn om te transformeren in onsterfelijke geesten. Zelfs de engelen die in de hemel wonen bezitten geen onsterfelijkheid. We hebben het hier dus over iets heel bijzonders. De apostel Paulus legde dit uit in zijn brief aan de Efeziërs waarin hij schreef: “Loof de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, want hij heeft ons gezegend met alle geestelijke zegeningen in de hemelse gewesten in eendracht met Christus. Hij heeft ons namelijk vóór de grondlegging van de wereld uitgekozen om in eendracht met hem te zijn, zodat we voor hem heilig en zonder smet zouden zijn in liefde. Hij heeft ons voorbestemd om via Jezus Christus als zijn eigen zonen te worden geadopteerd, want dat was wat hij graag wilde. Zo zou hij geëerd worden voor zijn glorieuze onverdiende goedheid die hij ons via zijn geliefde Zoon welwillend heeft gegeven. Via hem, door zijn bloed, hebben we de verlossing door losprijs, de vergeving van onze overtredingen, dankzij de overvloed van zijn onverdiende goedheid.” (Efeziërs 1: 3-6)
Door te verklaren dat de Vader ons heeft uitgekozen vóór de grondlegging van de wereld, bedoelde de apostel hiermee te zeggen dat God bepaalde personen had uitgekozen zelfs nog voordat ze werden geboren. De manier waarop dit moet worden bezien is dat vanaf het moment waarop Satan begon – nog voordat er nakomelingen werden geboren uit Adam en Eva – God al het voornemen had om een vastgesteld aantal personen te adopteren als zijn eigen zonen.
In tegenstelling tot wat sommige kerkgangers misschien zouden geloven, behoren onvolmaakte mensen niet tot de zonen van God. Het is inderdaad waar dat de eerste man, Adam, oorspronkelijk wel een zoon van God was. Dokter Lukas traceerde de stamboom van Jezus nauwgezet helemaal terug naar “Enos, zoon van Seth, zoon van Adam, zoon van God.” Echter werd die vader-zoonrelatie compleet geruïneerd. Dat was ook de reden waarom God had besloten om te adopteren – waarmee duidelijk wordt laten zien dat God hiermee impliceert dat personen die oorspronkelijk geen deel uitmaakten van Gods familie, alsnog in deze familie konden worden opgenomen.
Voor wat betreft het kiesproces: geen enkele persoon die leefde voordat Jezus op aarde kwam werd ooit eerder door de Vader geadopteerd. Hoe zou dit immers mogelijk kunnen zijn gezien het feit dat het adoptieproces vereist dat diegene in eendracht met Christus moet worden gebracht?
Jezus erkende dit ook toen hij over Johannes de Doper zei: “Ik verzeker jullie: Onder degenen die uit een vrouw geboren zijn, is niemand opgestaan die groter is dan Johannes de Doper. Toch is zelfs de kleinste in het Koninkrijk van de hemel groter dan hij. Maar sinds de tijd van Johannes de Doper is het Koninkrijk van de hemel het doel waarnaar mensen streven, en degenen die doorzetten, slagen daarin. Want de Profeten en de Wet hebben allemaal geprofeteerd tot aan Johannes, en voor wie het wil aannemen: hij is “Eli̱a die zou komen”. Laat iedereen die oren heeft, goed luisteren.” (Mattheüs 11: 11-15)
Johannes had het grote voorrecht om Jezus te dopen en hij stelde hem voor aan de Joden als de redder van deze wereld. Echter omdat hij werd geëxecuteerd voordat de zalving begon, is hij kleiner dan de kleinste in het Koninkrijk van God – wat betekent dat hij niet als zoon van God werd geadopteerd. Merk ook op dat het Koninkrijk pas vanaf de tijd van Johannes een mogelijke optie werd waar de Joden voor in aanmerking konden komen.
Jezus was de eerste persoon die opnieuw werd geboren. Jezus werd echter niet geadopteerd. Jezus was immers altijd al een zoon van God geweest – Hij was altijd al vrij van zonde en hij was altijd al volmaakt in ieder opzicht en tijdens elke fase van zijn buitengewone bestaan. Maar aangezien Jezus ook in alle opzichten een volwaardig mens was, ongeacht of hij wel of niet zondeloos en volmaakt was, zou hij als mens geen toegang hebben tot de hemel. Hierdoor was het noodzakelijk dat Jehovah Zijn toch al volmaakte menselijke zoon opnieuw als geest moest verwekken. Hier komt dus ook de zalving om de hoek kijken. Toen Jezus op een gegeven moment stierf als mens, werd hij vervolgens weer opgewekt als een geest…een onverwoestbare, onsterfelijke geest. Het moge dan ook duidelijk zijn dat hij vóór zijn dood dus niet onsterfelijk was. Hoe had hij anders kunnen sterven door middel van een offerdood?
Als de eerste geschapen persoon die werkelijk als onsterfelijk mag worden beschouwd, werd Jezus de eerstgeborene van vele broeders. Zijn broeders zijn degenen die geadopteerd zullen zijn en in geestelijke eendracht met hem worden gebracht. De apostel Paulus legde dit uit: “We weten dat God alles laat samenwerken tot voordeel van degenen die van God houden, die overeenkomstig zijn voornemen geroepen zijn. Want degenen die hij het eerst heeft erkend, heeft hij ook voorbestemd om gevormd te worden naar het beeld van zijn Zoon, zodat die de eerstgeborene onder veel broeders zou zijn.“ (Romeinen 8: 28-29)
Vanaf Johannes de Doper werden er oorspronkelijk alleen maar Joden geadopteerd. Vervolgens werden er ook Samaritanen uitgekozen. En uiteindelijk kwamen ook mensen in aanmerking die uit alle overige natiën kwamen. Tijdens het schrijven aan de Romeinen citeerde Paulus vrijelijk uit de profetie van Jesaja om uit te leggen waarom het ware Israël in werkelijkheid een geestelijke natie betreft. In het negende hoofdstuk van Romeinen zei Paulus: “Bovendien roept Jesaja over Israël uit: ‘Al zou het aantal Israëlieten als het zand aan de zee zijn, alleen het overblijfsel zal worden gered. Want Jehovah zal op aarde een afrekening houden, volledig en zonder uitstel.’ En zoals Jesaja voorspelde: ‘Als Jehovah van de legermachten geen nageslacht van ons had overgelaten, zouden we net als Sodom zijn geworden en op Gomorra hebben geleken.”
Zoals reeds eerder werd gezegd, adopteerde God in de eerste eeuw oorspronkelijk uitsluitend personen van Hebreeuwse afkomst. In die zin werd er ook een overblijfsel gered. Maar zoals Paulus op meesterlijke wijze aantoonde in de vele brieven die hij schreef, betreft het ware Israël van God de gemeente van Christus en is het dus dat “Israël” waartegen Jesaja in werkelijkheid heeft geprofeteerd. Paulus citeerde uit het 10de hoofdstuk van Jesaja, en met name in de verzen 20-22, waar staat geschreven: “Op die dag zullen degenen van Israël die overblijven en de overlevenden van het huis van Jakob niet meer steunen op degene die hen sloeg. Maar ze zullen steunen op Jehovah, de Heilige van Israël, trouw en oprecht. Alleen een overblijfsel, het overblijfsel van Jakob, zal terugkomen bij de Sterke God. Israël, ook al is je volk zo talrijk als de zandkorrels aan de zee, alleen een overblijfsel van hen zal terugkomen. Er is besloten te vernietigen, en gerechtigheid zal hen overspoelen.“
Op verschillende plaatsen in de profetie, waaronder in Openbaring, beeldt God de oudsten en de leiders van Zijn volk af als grote bomen die feitelijk een bos voorstellen (een aardse organisatie, zo u wilt). Houd in gedachten dat het derde hoofdstuk van Jesaja de omstandigheden weergeeft waar staat geschreven: “Jehovah zal een oordeel uitspreken over de oudsten en leiders van zijn volk.”
Het betreffen dus de vooraanstaande mannen, de ouderlingen, die omgehakt zullen worden. Hun toezichthoudende taak zal van hen worden afgenomen. Het slotvers van het 10de hoofdstuk van Jesaja verklaart op onheilspellende wijze het volgende: “Kijk! De ware Heer, Jehovah van de legermachten, kapt takken af met vreselijk geweld. De hoogste bomen worden omgehakt, de statigste worden neergehaald. Met ijzer slaat hij het struikgewas in het bos neer, en de Libanon zal door een machtige worden geveld.“
Welnu, in deze juiste context zullen de openingswoorden van het elfde hoofdstuk bij Jehovah’s Getuigen wellicht een belletje laten rinkelen: “Er zal een twijgje groeien uit de stronk van I̱saï en een spruit uit zijn wortels zal vrucht dragen.“
Nadat eerst de Messias en zijn werk hier aan ons werd geïntroduceerd, voorzegt Jesaja 11: 10-12 vervolgens de opeising van het verstrooide overblijfsel: “Op die dag zal de wortel van I̱saï opstaan als een signaal voor de volken. Tot hem zullen de volken zich wenden voor leiding en zijn rustplaats zal schitterend worden. Op die dag zal Jehovah opnieuw, voor de tweede keer, zijn hand uitstrekken, om het overblijfsel van zijn volk terug te eisen uit Assyrië, Egypte, Pa̱thros, Kusch, E̱lam, Si̱near en Ha̱math, en van de eilanden in de zee. Hij zal een signaal omhoogheffen voor de volken en hij zal degenen van Israël die verdreven zijn bijeenbrengen. Degenen van Juda die verstrooid zijn, zal hij bijeenbrengen van de vier hoeken van de aarde.“
Het moge duidelijk zijn dat de repatriëring van de verstrooide Israëlieten en Joden niet het gevolg was van Christus die als een signaal opstond. Aangezien natiën zoals Elam en Sinear (Babylon), Hamath, enz. niet langer meer bestaan, heeft de profetie dus te maken met de Tweede Komst van Christus. Dat zal het moment zijn waarop de verstrooide zonen zullen worden teruggeëist uit de vier hoeken van de aarde. Jezus bevestigde dit toen hij op Jesaja doelde toen hij zei: “En hij zal zijn engelen onder luid trompetgeschal eropuit sturen om zijn uitverkorenen bijeen te brengen uit de vier windstreken, van het ene uiteinde van de hemel tot het andere.“ (Mattheüs 24:31)
Refererend aan Jesaja 10:21, waar staat: “Alleen een overblijfsel, het overblijfsel van Jakob, zal terugkomen bij de Sterke God.“
Jesaja 9: 6 stelde ons al voor aan de Sterke God – nee, niet Jehovah God de Almachtige, maar het kind dat Jehovah heeft gegeven. Dus nogmaals, het bijeen brengen van het overblijfsel heeft te maken met Jezus – de Machtige God. En net zoals het feit dat de Joden al Gods volk waren toen ze uit Babylon terugkeerden, zo zal ook het overblijfsel dat dan zal terugkeren, bestaan uit reeds gezalfde christenen die verstrooid zullen worden tijdens de tijd van het einde, zodra de bomen van het machtige bos omgehakt zullen worden.
Leave A Comment