Iemand stelde mij onlangs de volgende vraag:
Ik heb uw meest recente artikelen gelezen waarin u dieper ingaat op het boek dat onlangs door het Wachttorengenootschap is gepubliceerd:
“De zuivere aanbidding van Jehovah – Eindelijk hersteld!”.
Waar het volgens mij op neer komt is dat u feitelijk een standpunt inneemt waarbij u beweert dat zuivere aanbidding op dit moment nog niet is hersteld en dat dit een gebeurtenis is die nog in de toekomst zal moeten plaatsvinden. Indien het bovenstaande waar zou zijn dan betekent dit dus automatisch dat de huidige vorm van aanbidding die vandaag de dag door Jehovah’s Getuigen wordt beoefend dus “niet zuiver” is.
Als hun aanbidding “niet zuiver” is, hoe kan dan hun aanbidding en in het verlengde daarvan, hun predikingswerk dan wel acceptabel zijn voor Jehovah?
Hoe kan het huidige predikingswerk datgene voorstellen wat vooraf werd aangekondigd in de Bijbelse profetie, als dit niet de vervulling is van de herstelde staat van het oude Israël? Zou u dit misschien nader willen uitleggen?
Om te beginnen gaat het hier om een zeer complexe vraag. Persoonlijk vind ik dat om deze vraag adequaat te kunnen beantwoorden, ik een boek zou moeten schrijven….wat ik overigens ook heb gedaan. Als ik het dan toch zou moeten proberen om dit samen te vatten dan zou ik het op de volgende manier formuleren.
Laten we eens denken aan Jezus toen hij zijn apostelen eropuit stuurde om het goede nieuws te prediken. Eerst had hij 12 discipelen en een aantal jaren later kreeg hij er nog eens 70 bij en hij zond hen uit in tweetallen. Jezus zond hen eropuit om de boodschap te verkondigen dat het Koninkrijk van God nabij was gekomen. Daarnaast werden zij gemachtigd om allerlei wonderen te verrichten, demonen uit te drijven en om mensen te genezen.
Maar wat echter het meest opmerkelijke was aan dit alles…of eerder gezegd, het meest buitengewone, was dat toen Jezus deze 70 personen uitzond, deze personen op dat moment niet wisten wat het Koninkrijk was! Zoals we vandaag de dag zouden zeggen hadden ze geen flauw benul.
Zij waren Joden. Zij verwachtten de Messias. Zij erkenden Jezus als de Messias en zij hadden de verwachting dat Jezus Koning zou worden. Jezus was de aantoonbare erfgenaam van de troon van David en in de profetieën stond veel geschreven over de komst van deze ‘David’…deze zoon van David. En dat was ook hoe Jezus werd genoemd: de Zoon van David.
Het was pas na de opstanding van Jezus toen hij zich aan hen openbaarde en hij hun geesten opende. Een aantal van zijn discipelen liepen bijvoorbeeld over de weg toen Jezus zichzelf onder hen liet zien om hen streng te berispen. Jezus zei tegen hen: “Zijn jullie zo onverstandig en traag van begrip dat jullie niet geloven wat de profeten allemaal hebben gezegd?” (Luk 24:25)
Ondanks het bovenstaande zijn dit toch precies diegenen die eerder door Jezus eropuit werden gestuurd om te verklaren dat het Koninkrijk van God nabij was gekomen om daarna door Jezus berispt te worden dat zij onverstandig en traag van begrip waren door niet te geloven wat de profeten hadden gezegd betreffende Christus.
We kunnen dus wel met zekerheid vaststellen dat zij behoorlijk onwetend waren. Je zou kunnen zeggen dat zij op dat moment opereerden onder een waanvoorstelling. Herinnert u zich wat er aan het begin van het boek Handelingen staat geschreven? De discipelen verkeerden destijds in een staat van verwachting dat het Koninkrijk van God zich onmiddellijk zou gaan openbaren. Wat zaten zij er toch naast! Dit valt te vergelijken met de toenmalige overtuiging van Jehovah’s Getuigen dat “deze generatie niet voorbij zal gaan”….terwijl deze periode alsmaar doorgaat en doorgaat.
Het relevante punt is hier echter dat Jezus erop vertrouwde dat zijn apostelen en zijn oorspronkelijke discipelen eropuit zouden gaan om de boodschap van het Koninkrijk te verkondigen, zelfs ondanks het feit dat Jezus zich ervan bewust was dat zij op dat moment niet wisten wat het Koninkrijk eigenlijk was.
Zou dit ervoor hebben gezorgd dat hun boodschap hierdoor minder belangrijk zou zijn geweest? Nee! Mensen konden reageren op hun boodschap. Ze konden te weten komen wat Jezus allemaal had gezegd. De discipelen konden de interesse wekken van de mensen zodra zij hoorden over deze man “Jezus” waardoor velen van hen ongetwijfeld meer over hem te weten wilden komen en uiteindelijk ook discipelen werden en misschien zelfs gezalfd werden op de dag van Pentecost.
Er mag dus wel gesteld worden dat dit verkondigingswerk als een groot succes beschouwd mag worden, ondanks het feit dat de verkondigers van deze boodschap op dat moment in de geschiedenis beschikten over een zeer beperkte hoeveelheid kennis en begrip. Natuurlijk was het wel zo dat zij gezalfd waren en dat zij enkele brieven van Paulus hadden gelezen. Deze brieven van de apostel Paulus waren heel intens en diep. In een van zijn brieven aan de Efeziërs schreef Paulus: “Dus als jullie dit lezen, kunnen jullie je een beeld vormen van mijn inzicht in het heilige geheim van de Christus.” (Efeziërs 3:4) Zoals wij weten beschikte Paulus inderdaad over dit inzicht. Dit vond geleidelijk plaats en er ging veel tijd overheen. Jehovah onthulde steeds meer en meer.
Dit is echter ook vergelijkbaar met de situatie waar we ons vandaag de dag in bevinden. Jehovah’s Getuigen hebben wereldwijd het goede nieuws verkondigd. Hun boodschap berust in de basis op de waarheid. Mensen moeten leren wie God is. Ze moeten weten dat Gods naam Jehovah is (in het Engels/Nederlands). Mensen moeten weten wat de relatie is tussen Jehovah en Jezus, wat er precies gebeurt als iemand sterft…kortom, de basisbeginselen van de ‘waarheid’.
En wanneer je jezelf realiseert dat miljarden en nog eens miljarden mensen op deze aarde deze waarheid absoluut niet kennen, dan mag wel gesteld worden dat er een grote behoefte bestaat aan het werk van Jehovah’s Getuigen met betrekking tot de bekendmaking van deze boodschap die daarnaast ook door enkelen op waarde wordt geschat.
Echter kunnen we net zoals bij de oorspronkelijke 70 discipelen stellen dat ook Jehovah’s Getuigen op dit moment opereren onder een waanvoorstelling of misleidende invloed.
De Nieuwe Wereldvertaling noemt dit letterlijk een “bedrieglijke invloed”. (2 Thess 2:11)
Ik ben me ervan bewust dat u wellicht bekend bent met dit vers maar ik wil dit toch even gezegd hebben. Het gaat om de brief van de apostel Paulus aan de Thessalonicenzen. Paulus had het hier over de opwekking uit de dood evenals de aanwezigheid van Christus. Hij vertelde de broeders dat zij hun denken niet te vlug in de war moesten laten brengen of in paniek moesten raken wanneer zij een overtuigende boodschap zouden horen van iemand met (apostolische) autoriteit die zou beweren dat de aanwezigheid van Christus al heeft plaatsgevonden en dat de dag van Jehovah al zou zijn aangebroken etc.
Paulus zei heel duidelijk: GELOOF HET NIET! Dit moment komt niet omdat eerst de geloofsafval plaats moet vinden waarna de mens der wetteloosheid zal worden geopenbaard. Vervolgens zegt de apostel Paulus in 2 Thessalonicenzen hoofdstuk 2 vers 7 en 8: “Deze wetteloosheid is in het geheim al aan het werk, maar dat duurt alleen totdat degene die nu als een barrière werkt, niet meer in de weg staat. Want dan zal de wetteloze geopenbaard worden. De Heer Jezus zal hem door de geest van zijn mond uit de weg ruimen en door de manifestatie van zijn aanwezigheid uitschakelen.” Zijn manifestatie wordt ook wel “parousia” genoemd.
De apostel zegt verder in vers 9 tot 12: “Maar de aanwezigheid van de wetteloze is het werk van Satan, met allerlei krachtige werken, leugenachtige tekenen, wonderen en allerlei onrechtvaardig bedrog, bedoeld voor degenen die vernietigd worden. (Merk op: als een vergelding) Dat verdienen ze, want ze hebben de liefde voor de waarheid niet aanvaard, wat ze had kunnen redden. Daarom laat God ze misleiden door een bedrieglijke invloed, zodat ze de leugen gaan geloven. Zo zullen ze allemaal geoordeeld worden omdat ze de waarheid niet geloofden maar plezier hadden in onrechtvaardigheid.”
We kunnen dus het volgende concluderen: Er staat niet per se geschreven dat zij de waarheid niet kenden. Er staat wel dat zij de liefde voor de waarheid niet zouden aanvaarden. Je moet wel degelijk iets weten over de waarheid om deze zelfde waarheid te kunnen liefhebben, toch? En dat is nou precies waarom Jehovah de werking van deze misleidende invloed in combinatie met de waarheid toelaat.
En dit is nou precies wat de boodschap van Jehovah’s Getuigen voorstelt. Aan de ene kant is er de basis van de waarheid waarvan ik hierboven enkele belangrijke punten heb genoemd terwijl er aan de andere kant in deze waarheid ook een leugen zit ingebakken. Welke leugen? De leugen dat het Koninkrijk al is opgericht. Dat is precies datgene waarover de apostel Paulus zei dat we het niet moesten geloven. Toch is dit wel precies wat Jehovah’s Getuigen geloven!
Waarom eigenlijk? Het antwoord is simpel: omdat de slaaf dit aan hen heeft verteld. Het gevolg is dat zij hierdoor overtuigd zijn geraakt. Zelfs ik was hier op enig moment ook van overtuigd geraakt. Je kent het wel…hun uitleg over de 7-tijden. En vervolgens brak ook precies op het juiste moment in 1914 de Eerste Wereldoorlog uit…
Nogmaals: Zoals we net in 2 Thessalonicenzen 2:9 hebben gelezen bestaat het werk van Satan uit allerlei krachtige werken, leugenachtige tekenen, wonderen en allerlei onrechtvaardig bedrog, met als doel om de mens der wetteloosheid te ondersteunen en om hem autoriteit te geven. Deze mens der wetteloosheid is de bron van deze leugen, namelijk dat de aanwezigheid van Christus al is begonnen. Dit is tevens ook vanaf de allereerste dag de boodschap geweest van de Wachttoren-organisatie!
Volgens de Wachttoren-organisatie was het oorspronkelijke teken van de parousia (aanwezigheid van Christus) het jaar 1874. Ik heb dit onderwerp al vele keren besproken. Vervolgens heeft de Wachttoren-organisatie deze datum in het jaar 1930 verplaatst van het jaar 1874 naar het jaar 1914.
Het feit blijft boven water dat de parousia volgens de Wachttoren altijd iets is geweest dat zich in het verleden zou hebben afgespeeld en nog steeds voortduurt. De Wachttoren-organisatie heeft op geen enkel moment vanaf het moment van hun oprichting tot nu, gewezen op een toekomstige Tweede Komst van Christus. Alleen dat feit op zich is al heel erg interessant te noemen.
Het Genootschap gebruikt de term “Tweede Komst” maar zeer zelden, maar zelfs wanneer ze die enkele keer deze uitdrukking gebruiken, dient dit om de Tweede Komst die door de geestelijkheid van de heidense christenheid wordt verkondigd te bagatelliseren, of in het andere geval gebruikt het Genootschap deze uitdrukking om te verkondigen dat deze gebeurtenis al heeft plaatsgevonden in het jaar 1914.
Kort samengevat betreft dit dus ‘de leugen’ en daarnaast komt deze ‘misleidende invloed’ voort vanuit het leiderschap van Gods volk. En Jehovah God laat dit allemaal toe om een hele specifieke reden. Zodra de werkelijke authentieke parousia begint, dan zullen de mensen worden geconfronteerd met een onvermijdelijke keuze die ze zullen moeten gaan maken. Pas dan zullen we weten welke mensen de waarheid daadwerkelijk liefhebben, en welke mensen liever volgers willen zijn van mensen. Daarop is dus ook het oordeel gebaseerd, of zoals we net in vers 12 hebben kunnen lezen: “Zo zullen ze allemaal geoordeeld worden”. Of zoals Jehovah het ook wel omschrijft: “Ik zal jullie onder de herdersstaf laten doorgaan” (Ezechiël 20:37)
Jehovah God laat mensen niet zomaar automatisch de nieuwe wereld binnenwandelen tenzij zij eerst laten zien dat ze een onwankelbaar geloof bezitten en een exclusief vertrouwen hebben in Jehovah en Jezus en dus niet in onvolmaakte mensen.
Ik hoor vele mensen waar ik mee communiceer zeggen dat Jehovah’s Getuigen daadwerkelijk misleid zijn vanwege hun onvoorwaardelijke vertrouwen in het zogenoemde Besturende Lichaam, de ‘getrouwe’ slaaf. Ik hoor soms van die gekke dingen…
Dit is nou precies datgene waar Jehovah een remedie voor zal bieden.
Ik beweer overigens niet dat het Besturende Lichaam ook de mens der wetteloosheid is. Volgens de Bijbel zal dit op een bepaald moment worden onthuld. Zoals Jezus in Mattheüs 24 zei, zou er tijdens de terugkeer van de Meester een getrouwe slaaf aanwezig zijn en daarnaast zou er ook een slechte slaaf aanwezig zijn. Denk ook aan wat de apostel Paulus zei in 1 Korinthiërs 4:5: “Oordeel daarom niet voorbarig, voordat de Heer komt.” Zodra Christus, de Meester komt zal alles duidelijk worden. Pas dan zal zoals de apostel Paulus zei, de mens der wetteloosheid worden geopenbaard zoals we net in 2 Thessalonicenzen 2:3 hebben kunnen lezen.
Ik weet niet wanneer Christus precies komt. Ik kan dit ook niet aan u onthullen, maar ik weet wel dat er zoiets bestaat als het mysterie van de wetteloosheid of zoals het in de Nederlandse Nieuwe Wereldvertaling staat beschreven in 2 Thessalonicenzen 2:7: “Deze wetteloosheid is in het geheim al aan het werk”. Het feit dat deze wetteloosheid op dit moment al aan het werk is blijkt ook uit vele dingen, maar daar zal ik nu op dit moment niet dieper op ingaan.
Waar het nu allemaal feitelijk op neer komt is dat we allemaal een eigen verantwoordelijkheid met ons meedragen. Deze verantwoordelijkheid omvat dat we voor onszelf dienen te onderzoeken of datgene wat het Wachttorengenootschap leert ook daadwerkelijk de waarheid is.
Zeker gezien hun bewering dat ‘zuivere aanbidding al eindelijk is hersteld’…wat overigens een behoorlijk gewaagde verklaring is om zomaar uit te dragen…
In deze publicatie probeert de Wachttoren-organisatie de stelling te verdedigen dat zuivere aanbidding al specifiek voor het Wachttorengenootschap is hersteld en dat zij er als organisatie op toezien dat deze veronderstelde zuivere aanbidding behouden blijft en dat daarnaast alle Jehovah’s Getuigen nauw betrokken worden bij deze vorm van zuivere aanbidding. En uiteraard begon dit volgens hen allemaal in het jaar 1914.
Wanneer we dit eventjes laten voor wat het is, bestaat er daarnaast ook nog een andere term die in de Bijbel voorkomt, namelijk de term “de zuivere taal” en deze term gaat hand in hand samen met zuivere aanbidding. Het Wachttorengenootschap zegt ook altijd dat Jehovah’s Getuigen de ‘zuivere taal’ spreken.
Dit is vergelijkbaar met hun stelling dat ze zich op dit moment al “in het geestelijk paradijs bevinden”. Het Genootschap werpt ook argumenten op zoals: “Wij geloven allemaal hetzelfde als een eenheid”, of “wij aanbidden Jehovah gezamenlijk schouder aan schouder”. Uiteraard verwijs ik hier naar het vers uit Zefanja hoofdstuk 3 vers 9, waar de term “zuivere taal” wordt gebruikt.
Laten we dit voor de gelegenheid eens nader beschouwen. Ik herinner me nog dat er in een bepaald jaar, rond de 25 of 30 jaar geleden, een congres werd gehouden waar het thema “zuivere taal” centraal stond. Het eerder genoemde vers uit Zefanja is een tekst die destijds veelvuldig aan Jehovah’s Getuigen voorbij is gekomen toen deze vanaf het podium aan hen werd voorgelezen. “Wij als Jehovah’s Getuigen spreken de zuivere taal omdat wij de Waarheid kennen!”
Beschouw nu eens de werkelijke context. Een ander vers dat veelvuldig werd geciteerd betreft het vers dat in Zefanja hoofdstuk 2:3 staat geschreven. Er staat: “Zoek rechtvaardigheid, zoek zachtmoedigheid. Misschien word je verborgen op de dag van Jehovah’s woede.”
We kunnen hier dus uit afleiden dat dit te maken heeft met de uiting van Gods woede tijdens de verdrukking. We kunnen dus het logische verband trekken dat de boodschap uit Zefanja ten aanzien van Jeruzalem in werkelijkheid betrekking heeft op christenen. Dat blijkt hier heel duidelijk uit.
Dus, wanneer Jehovah’s Getuigen dit vers lezen welke zij gebruiken als het bewijs dat zij ‘zuivere taal’ spreken, dienen we voor de juiste context enkel te kijken naar wat er in Zefanja 3:8 staat geschreven. Er staat: “Blijf mij dus verwachten,” verklaart Jehovah”.
Jezus zei toch ook in Mattheus 24 dat we waakzaam dienen te blijven terwijl we verlangend moeten blijven uitzien naar zijn Komst? Uiteraard komt hij dan in de hoedanigheid van Jehovah’s vertegenwoordiger. Zoals er in Zefanja 3:8 dus staat: “Blijf mij dus verwachten,” verklaart Jehovah,“tot de dag dat ik opsta om buit te halen, want het is mijn rechterlijke beslissing om volken te verzamelen, om koninkrijken bijeen te brengen,om mijn verontwaardiging over ze uit te storten, heel mijn brandende woede. Het vuur van mijn ijver zal de hele aarde verteren.”
We zien hier dus duidelijk dat we het hier niet meer hebben over het kleine Jeruzalem. De hele aarde zal getuige zijn van Jehovah’s brandende woede.
Laten we nu verder gaan met het lezen van vers 9 waar staat: (pas) “Dan zal ik de taal van de volken veranderen in een zuivere taal, zodat ze allemaal de naam van Jehovah aanroepen en hem schouder aan schouder dienen.”
Dus, wanneer zal deze verandering, waarbij we over zullen gaan tot het spreken van een zuivere taal, dan precies plaatsvinden? Zodra God zal komen om zijn oordelen in vervulling te laten gaan en Hij deze ook daadwerkelijk zal uitvoeren. Het moment waarop Hij natiën en koninkrijken bijeen zal brengen om zijn brandende woede over hen uit te storten. PAS DAN, zal Jehovah de taal van de volken veranderen in een zuivere taal enz.
Vond dit dus plaats in 1914? Heeft Jehovah God in 1914 zijn brandende woede uitgestort over de natiën? Indien dit zo zou zijn geweest, wat was dan het nut ervan? De natiën zijn sindsdien nog veel goddelozer geworden dan ze al waren!
Het punt dat ik hier wil maken is dat Jehovah’s Getuigen dit vers tientallen keren hebben gelezen en misschien soms wel honderden keren…En dat allemaal terwijl er in de Bijbel toch echt heel duidelijk staat: DAN zal ik de taal veranderen in zuivere taal[…]
Dat is de enige juiste conclusie die we kunnen trekken wanneer we de Bijbel in de juiste context lezen. En ondanks dat blijft het Wachttorengenootschap maar onderwijzen dat zij al lang geleden zijn gezegend met de enige echte ware ‘zuivere taal’.
Het komt er dus op neer dat het Wachttorengenootschap dus het ene leert, terwijl de Bijbel heel duidelijk het andere zegt. Het valt te vergelijken met een fanatieke aanhanger van de drieëenheidsleer. We hebben het hier over zo’n soort bedrieglijke/misleidende invloed. Deze invloed is bijzonder krachtig.
Er wordt tegen de Wachttoren-organisatie aangekeken als zijnde het aardse mondstuk van Jehovah, de leraren van Gods volk etc. Maar zodra iemand openlijk ingaat tegen de officiële leerstellingen en doctrines van de Wachttoren-organisatie dan wordt diegene op de vingers getikt en krijgt men ervan langs met de stelling: “Hoe durf je zomaar te beweren dat het Wachttorengenootschap geen gelijk heeft?”
Aan de andere kant zal een ieder die het bovengenoemde Bijbelvers in alle eerlijkheid leest zonder twijfel tot de conclusie moeten komen dat wat het Wachttorengenootschap hierover leert eenvoudigweg onjuist is.
Op dat moment blijft er in de basis maar 1 enkele vraag over: Wie gaat u geloven?
Het Wachttorengenootschap? Of de Bijbel?
Hetzelfde principe geldt ook voor de term ‘zuivere aanbidding’. Deze termen gaan hand in hand samen nietwaar? Jehovah laat dus toe dat er onzuivere aanbidding bestaat, net zoals Hij toestond dat Jezus zijn oorspronkelijke discipelen eropuit stuurde om een koninkrijksboodschap te verkondigen dat niet de ‘zuivere’ waarheid betrof over het Koninkrijk. Wanneer iemand hen de vraag gesteld zou hebben wat het Koninkrijk precies betekende, konden ze hier onmogelijk een sluitend antwoord op geven.
Laten we dus niet vergeten dat Jezus zal komen als een louteraar en zuiveraar om er uiteindelijk voor te zorgen dat alle zaken duidelijk worden. Het Wachttorengenootschap verwijst altijd naar het derde hoofdstuk van Maleachi welke zij gebruiken om hun leerstelling te ondersteunen dat Jezus in 1918 terug kwam als de louteraar en de Boodschapper van het verbond, etc. etc. etc.
We zien hier dus de ene na de andere leugen die wordt opgeworpen om de bedrieglijke leerstelling te ondersteunen dat Jezus al in 1914 zou zijn gekomen. Ook andere profeten gebruiken diezelfde analogie waar ik op dit moment niet dieper op zal ingaan, maar waar het allemaal op neer komt is dat het moment waarop de Louteraar zal komen nog in de toekomst ligt. Dat zal ook pas het moment zijn waarop Jehovah zijn verontwaardiging uitgiet, waarna zijn volk gelouterd zal worden en zij het zullen overleven waarbij zij tevens tot nederigheid gebracht zullen worden wat ook het uiteindelijke doel zal zijn.
In Zefanja 3:11 lezen we daarom ook het volgende: “Op die dag zul je niet te schande worden gemaakt”, wat er dus op neerkomt dat Jehovah’s volk vóór die dag dus wel aan schande zal worden blootgesteld. De reden voor deze schande lezen we in hetzelfde vers: “voor al je opstandige daden tegen mij,”.
Vervolgens lezen we ook wat Jehovah’s remedie zal zijn voor dit alles: “want de hoogmoedige opscheppers zal ik dan uit je midden verwijderen. Je zult nooit meer hoogmoedig zijn op mijn heilige berg. Ik zal toelaten dat er in jou een nederig, onbeduidend volk overblijft, en zij zullen hun toevlucht zoeken in de naam van Jehovah. De overgeblevenen van Israël zullen geen onrecht doen. Ze zullen geen leugens spreken, in hun mond zal geen bedrieglijke tong worden gevonden. Ze zullen weiden en neerliggen en voor niemand bang zijn.”
Dat zal dus precies zijn wat er “op die dag” zal gebeuren, zodra Jehovah God deze loutering en zuivering zal laten plaatsvinden. Het moment waarop Jehovah zal afrekenen met wat?
Precies! De hoogmoedige opscheppers!
Wat leert het Wachttorengenootschap op dit moment ook alweer?
– “Wij beoefenen zuivere aanbidding!”
– “Wij hebben EINDELIJK de zuivere aanbidding hersteld!”
– “Wij spreken op dit moment al de zuivere taal”
– “Wij zijn getrouw en beleidvol”
Dat klinkt op z’n minst wel heel erg hoogmoedig en opschepperig, nietwaar?
Daarom verzekert Jehovah ons ook in de voorgaande Bijbeltekst: “Je zult nooit meer hoogmoedig opscheppen”.
Dat is dus de grote oplossing die Jehovah voor zijn volk in petto heeft.
Ik hoop dat deze uiteenzetting een helder antwoord is op uw vraag.
Heeft u overigens ook een goede of interessante vraag dan kunt u die e-mailen naar: Watchmanspost@gmail.com
Originele video in het Engels: