Opmerking van de Nederlandse vertaler: Dit artikel betreft het eerste deel van een tweedelige serie waarin de uitgave van het tijdschrift de Wachttoren van september 2021 onder de loep wordt genomen.
De Wachttoren van september 2021 bevat een artikel dat gebaseerd is op de profetie van Haggaï, waarin staat geschreven: “‘Want dit zegt Jehovah van de legermachten: “Nog één keer — over een korte tijd — en ik zal de hemel, de aarde, de zee en het droge land schudden. Ik zal alle volken schudden, en de kostbare dingen van alle volken zullen binnenkomen. En ik zal dit huis met glorie vullen”, zegt Jehovah van de legermachten.’” (Haggaï 2:6-7)
Ongeveer een halve eeuw geleden publiceerde het Wachttorengenootschap een boek getiteld ‘Paradise Restored’ waarin zowel Zacharia als Haggaï werd onderzocht. In deze publicatie werd gezegd dat Jehovah de natiën al sinds 1914 zou hebben geschud.
Dit boek herinner ik mij nog heel goed omdat ik deze publicatie uitgebreid heb bestudeerd tijdens de allereerste boekstudie waaraan ik heb deelgenomen in de jaren 1973-1974 als ik me niet vergis. In die periode kwam de informatie uit dit boek zeer aannemelijk over, althans, wanneer ik voor mijzelf spreek. Het was toen minder dan dertig jaar geleden dat de Tweede Wereldoorlog was geëindigd nadat de gruwelijke vernietiging van de Japanse steden Hiroshima en Nagasaki had plaatsgevonden. Deze steden werden volledig verwoest door nucleaire bommen. De Cubacrisis bleef nog lang hangen in het collectieve bewustzijn van de samenleving; een crisis die de wereld naar verluidt op de rand van een nucleaire ondergang bracht. Daarnaast waren de Verenigde Staten ook nog eens verwikkeld in de oorlog in Vietnam, wat tot gevolg had dat het maatschappelijk middenveld in de Verenigde Staten tot wankelen werd gebracht.
Dus ja, Bethels excentrieke genie, Fred Franz, leek destijds een geïnspireerd orakel te zijn. Echter was dat 50 jaar geleden. In de loop van de laatste halve eeuw eindigde de Koude Oorlog van het ene op het andere moment door de plotselinge ontbinding van de eens zo machtige Sovjet-Unie. Gedurende vele eeuwen werd Europa (dat het hart en de ziel vormde van de christenheid), geteisterd door de ene na de andere oorlog. We hebben echter kunnen zien dat er in Europa sinds het einde van de laatste wereldoorlog sprake is geweest van een langere periode van vrede en stabiliteit. Dit feit vormt de aanleiding tot de volgende vraag: Op welke manier is God bezig met het schudden van de aarde? In paragraaf 7 lezen we het volgende:
Wat betekent de profetie van Haggaï voor ons? Ook nu schudt Jehovah alle volken, en deze keer zijn wij erbij betrokken. In 1914 installeerde Jehovah Jezus Christus als Koning van zijn hemelse Koninkrijk (Ps. 2:6). De oprichting van dat Koninkrijk was slecht nieuws voor wereldleiders. Het betekende het einde van ‘de vastgestelde tijd van de heidenen’ — de periode zonder een heerser die Jehovah rechtstreeks vertegenwoordigde (Luk. 21:24). Om die reden vertelt Jehovah’s volk vooral sinds 1919 dat Gods Koninkrijk de enige hoop voor de mensheid is. Dat prediken van het ‘goede nieuws van het Koninkrijk’ heeft in de hele wereld voor opschudding gezorgd.
Het klopt inderdaad dat het werk van Jehovah’s Getuigen niet onopgemerkt is gebleven, althans, in de landen waar de christenheid dominant aanwezig is. Maar kunnen we daarnaast dan ook concluderen dat de door het Wachttorengenootschap gesponsorde boodschap de hele aarde figuurlijk gesproken zou hebben geschud? Twee verschillende wereldoorlogen hebben de natiën inderdaad tot op zekere hoogte geschud — maar valt dit dan ook te zeggen over het predikingswerk van Jehovah’s Getuigen? Het lijkt dan ook enorm overdreven om dit zo te stellen. Bovendien is het ook zo dat in samenhang met de andere Bijbelse profetieën, de oorzaak van het schudden niet zou kunnen worden bewerkstelligd door middel van de verspreiding van de eenvoudige Bijbelse boodschap die door vreedzame christenen wordt gepredikt. De Schrift leert ons namelijk dat de natiën zullen worden geschud door een wereldwijde rampzalige gebeurtenis die een enorme impact zal hebben. Dit betreft dan ook veel meer dan alleen maar het werk van de ongewenst aanwezige en als vervelend ervaren christelijke verkondigers.
Het onderliggende probleem voor wat betreft het kunnen onderscheiden van de waarheid, is dat er een sterke misleidende invloed of waanvoorstelling aan het werk is die zich manifesteert door middel van het Wachttorengenootschap. Een waanvoorstelling kan worden gedefinieerd als het hebben van “onverzettelijke valse overtuigingen die in strijd zijn met de werkelijkheid. Ondanks bewijzen die het tegendeel aantonen, is een persoon die zich in een waantoestand bevindt echter niet in staat om deze overtuigingen los te kunnen laten. Waanideeën worden vaak versterkt door de verkeerde interpretatie van gebeurtenissen.”
Deze beschrijving voldoet perfect aan de 1914-leerstelling van het Wachttorengenootschap. De overtuiging dat de hele aarde zou zijn geschud door de boodschap van Jehovah’s Getuigen staat haaks op de realiteit. Het goede nieuws is ook absoluut niet angstaanjagend of wereldschokkend te noemen.
Oorspronkelijk had het jaar 1914 het einde van de wereld moeten betekenen, maar gedurende de decennia daarna heeft het Wachttorengenootschap er een draai aan gegeven door het te herdefiniëren tot het begin van de laatste dagen. Toch lezen we in paragraaf acht uit hetzelfde Wachttorenartikel het volgende:
Hoe hebben mensen op de boodschap gereageerd? Grotendeels negatief. Er is opschudding onder de volken. Ze weigeren de Koning te accepteren die Jehovah heeft aangesteld. Ze vinden onze boodschap over het Koninkrijk helemaal geen ‘goed nieuws’.
Hoe konden de heersers van het samenstel dan op de hoogte zijn gebracht of geïrriteerd zijn geraakt door de boodschap dat Christus in het jaar 1914 zou zijn begonnen met regeren terwijl het Wachttorengenootschap in die periode nog onderwees dat het Koninkrijk al in het jaar 1878 aan de macht was gekomen? Aangezien het Wachttorengenootschap hun leerstelling, dat het Koninkrijk aan de macht was gekomen, pas rond het jaar 1930 had gewijzigd naar het jaar 1914, hoe konden de heersers van de aarde dan ooit door God verantwoordelijk worden gehouden voor het verwerpen van een boodschap die werd verkondigd door een bron die zo verward was als het Wachttorengenootschap?
Maar hoe staat het dan met de vastgestelde tijd van de heidenen?
Hoewel dit zeker een veelbesproken onderwerp is, laten we dan toch nog eens kijken naar enkele van de veronderstellingen die de sterke waanideeën bevorderen die de geesten van alle Jehovah’s Getuigen stevig in zijn greep houdt. Het fundament van de leugen werd zelfs al vóór het jaar 1914 gelegd – het fundament betreft de in elkaar geweven chronologie die een periode van meer dan 25 eeuwen omspant vanaf het einde van het Judese koninkrijk tot aan 1914, wat zogenaamd de vastgestelde tijd van de heidenen zou hebben gemarkeerd.
Er bestaat maar één verslag in de evangeliën waarin Jezus sprak over het eindigen van de vastgestelde tijd van de heidenen. In deze context verklaarde Christus dan ook het volgende: “Maar wanneer jullie zien dat Jeruzalem door legertroepen omsingeld is, weet dan dat de verwoesting van de stad dichtbij is. Dan moeten degenen die in Judea zijn, naar de bergen vluchten, en degenen die in de stad zijn, moeten vertrekken. En wie op het land is, moet niet de stad in gaan, want dit zijn dagen waarin het oordeel wordt voltrokken zodat alles wat geschreven staat, zal worden vervuld. Wee de vrouwen die in die tijd zwanger zijn of een kind aan de borst hebben! Want er zal veel ellende over het land komen en dit volk zal zwaar gestraft worden. Ze zullen door het zwaard omkomen of als gevangenen naar alle volken worden weggevoerd. En Jeruzalem zal door de heidenen worden vertrapt totdat de vastgestelde tijd van de heidenen voorbij is.” (Lukas 21:20-24)
Elke onbevooroordeelde waarheidszoeker die de bovenstaande woorden leest, zou nooit tot de conclusie komen dat Jezus hier zou hebben bedoeld dat Jeruzalem op dat moment al door de heidenen werd vertrapt en dat het vertrappen van Jeruzalem al eeuwen daarvóór zou zijn begonnen, toen Babylon destijds Judea binnenviel. Vergeet hierbij ook niet dat de grondreden waarom Jezus hier over de belegering van Jeruzalem sprak, was omdat hij een aantal dagen daarvóór zijn discipelen had verteld dat de tempel zou worden afgebroken en dat er geen enkele steen op de andere steen zou blijven staan. De apostelen schrokken van deze verklaring van Jezus, dus toen ze daarna weer met Jezus op de Olijfberg waren, stelden ze hem ook de vraag: “Meester, wanneer zal dat allemaal gebeuren? En wat zal het teken zijn dat die dingen gaan gebeuren?” (Lukas 21:7)
Alleen een misleid persoon zou hieruit kunnen opmaken dat het teken waar de discipelen toen om vroegen zich op dat moment al zou hebben geopenbaard. Indien dit namelijk wel het geval zou zijn geweest, waarom zouden de apostelen dan aan Jezus hebben gevraagd “wanneer dat allemaal zal gebeuren”? waarbij ze duidelijk de nadruk legden op de dingen die zouden gaan komen. Aangezien de apostelen klaarblijkelijk door de geest werden aangezet om te vragen naar de parouisa (Tweede Komst van Christus), waar ze destijds ook zeer weinig over wisten, waarom zou de geest hen dan ook niet meteen hebben bewogen om gelijk de juiste vraag aan Jezus te stellen? Iets in de trant van: “Wanneer begon het vertrappen?”
Natuurlijk is het zo dat de apostelen wel degelijk de juiste vraag stelden aan Jezus. De zieners van Bethel weigeren eenvoudigweg om de realiteit te omarmen, aangezien de Bijbelse context heel duidelijk aangeeft dat het vertrappen van Jeruzalem een toekomstige gebeurtenis betreft en dat het niet gaat om een toestand die alsmaar blijft voortduren. En zoals de realiteit ook heeft uitgewezen, werd Jeruzalem niet lang daarna door vijandige machten omsingeld waarop ook de tempel van Jeruzalem werd verwoest, precies zoals Jezus ook had voorspeld. Dat vond dan ook plaats in het jaar 70 na Christus, toen de Romeinen Jeruzalem belegerden en vertrapten.
Natuurlijk zijn Jehovah’s Getuigen niet de enigen die opereren onder een sterke misleidende invloed. Ook Preteristen worden misleid doordat ze veronderstellen dat de profetie van Jezus volledig werd vervuld in de eerste eeuw en omdat ze veronderstellen dat deze profetie geen tweede, grootsere vervulling zou hebben; terwijl het tegendeel natuurlijk waar is. Jezus sprak over de vertrapping van Jeruzalem die zal plaatsvinden tijdens een grote verdrukking die over de hele aarde zal komen, een verdrukking die zo hevig is dat de mensheid volledig zou uitsterven indien God niet zou ingrijpen. Uiteraard weten we dat de aarde destijds niet werd geconfronteerd met een gebeurtenis van dusdanige proporties waarbij de wereldwijde mensheid met uitsterven werd bedreigd, toen de Romeinen het minuscule Jeruzalem hadden geplunderd.
Wat symboliseert Jeruzalem dan? Het Besturende Lichaam beweert dat het profetische Jeruzalem de heidense christenheid en heel Babylon de Grote vertegenwoordigt. Daarom blijven ze ook voortdurend beweren dat Babylon de Grote vernietigd zal worden wanneer de grote verdrukking begint. Echter is dit absoluut niet redelijk om te veronderstellen, noch is deze bewering verstandig. Ook is dit absoluut niet in overeenstemming met datgene wat er wordt gepresenteerd in het boek Daniël, wat een profetie betreft waar Jezus specifiek naar verwees in verband met de verwoesting van Jeruzalem. “Wanneer jullie daarom het walgelijke ding dat verwoesting veroorzaakt, waarover de profeet Daniël sprak, in een heilige plaats zien staan (lezer, gebruik inzicht), dan moeten degenen die in Judea zijn naar de bergen vluchten.” (Mattheüs 24:15-16)
Indien de lezer daadwerkelijk inzicht en onderscheidingsvermogen zou gebruiken, dan zou hij zeker nota nemen van het feit dat het achtste hoofdstuk van Daniël gebeurtenissen voorzegt die zullen plaatsvinden in het laatste deel van de dagen, ook wel bekend als de tijd van het einde. In het bijzonder werd Daniël geïnformeerd over de opkomst van het laatste koninkrijk. De engel zei hierover: “Hij verhief zich zelfs tegen de Vorst van het leger. Hem werd het vaste kenmerk ontnomen en de vaste plaats van zijn heiligdom werd omvergehaald. Het leger werd samen met het vaste kenmerk overgeleverd vanwege overtreding. Hij bleef waarheid ter aarde werpen en hij slaagde in wat hij ondernam. Ik hoorde een heilige spreken, en een andere heilige zei tegen degene die sprak: ‘Hoelang zal het visioen duren over het vaste kenmerk en de overtreding die verwoesting veroorzaakt en over het vertrappen van de heilige plaats en het leger?” (Daniel 8:11-13)
De verwoesting en vertrapping van de heilige plaats is precies datgene wat Christus voorspelde. Hoewel Jeruzalem hier niet specifiek bij naam wordt genoemd, wordt hier echter wel gesuggereerd dat het de symbolische locatie van het heiligdom betreft. Jeruzalem en het heiligdom vertegenwoordigen de gemeente van Christus. Zelfs het Wachttorengenootschap erkent dat feit ook, hoewel ze tegelijkertijd ook de belachelijke bewering doen dat deze profetie al tijdens de Tweede Wereldoorlog in vervulling zou zijn gegaan en dat de heilige plaats vervolgens zou zijn hersteld toen de raad van bestuur van het Wachttorengenootschap wijzigingen zou hebben doorgevoerd in het handvest van de Watchtower Bible and Tract Society. Wanneer we het dan toch over een waanvoorstelling hebben!
Het doel van het profetische “schudden” is om de “kostbare dingen” van alle volken te verzamelen – mensen die beschikken over een sterk geloof. Wanneer zij eenmaal bij elkaar verzameld zullen zijn dan zullen deze kostbare zielen de grote schare vormen die levend uit de verdrukking zal komen. Redelijkerwijs zal de vorming van deze grote schare dan ook moeten plaatsvinden tijdens de grote verdrukking. De verdrukking betreft namelijk het “schudden”. Dat blijkt ook duidelijk uit de context van het 21ste hoofdstuk van Lukas, waar Jezus verder ook nog het volgende verklaarde: “Ook zullen er tekenen zijn in de zon, de maan en de sterren, en op aarde zullen de volken doodsbang zijn en geen uitweg weten vanwege het gebulder van de woeste zee. De mensen zullen bezwijken van angst en spanning om wat er over de bewoonde aarde komt, want de hemelse krachten zullen worden geschud. En dan zullen ze de Mensenzoon in een wolk zien komen met kracht en grote majesteit. Als die dingen beginnen te gebeuren, ga dan rechtop staan en hef je hoofd op, want je bevrijding is dichtbij.” (Lukas 21:25-28)
Zelfs volgens het Wachttorengenootschap is dit aspect van de profetie van Christus op dit moment nog niet vervuld. De volken op aarde zijn niet ‘doodsbang’. De symbolische zee van de mensheid buldert nog helemaal niet van angst en benauwdheid. Mensen bezwijken op dit moment nog helemaal niet van angst als gevolg van het onheilspellende voorgevoel dat voor hen ligt. De hemelse krachten zijn op dit moment nog helemaal niet geschud.
Is het u dan ook opgevallen toen u de bovenstaande verzen las? “De hemelse krachten zullen worden geschud.” En ook dat Jezus het schudden hier in verband bracht met de nabijheid van onze bevrijding.
Het is overigens vermeldenswaardig om op te merken dat de oorspronkelijke Nieuwe Wereldvertaling een ander woord gebruikte in de profetie van Haggaï. Er staat namelijk in geschreven dat Jehovah ’alle natiën gaat schudden’. Dat helpt ons om de dingen in het juiste perspectief te zetten. In Jesaja 13:13 van de 2004-uitgave van de Nieuwe Wereldvertaling lezen we bijvoorbeeld ook nog het volgende: “Daarom zal ik zelfs de hemel in beroering brengen, en de aarde zal schudden en wijken van haar plaats bij de verbolgenheid van Jehovah der legerscharen en op de dag van zijn brandende toorn.”
Het schudden van de aarde zodat deze vervolgens wijkt van haar plaats vormt een krachtige en afschrikwekkende beeldspraak. Ondanks het feit dat het hier gaat om een symbolische uitbeelding kan ik me moeilijk voorstellen dat zelfs het Besturende Lichaam niet zo ontzettend misleid kan zijn dat ze leven in de veronderstelling dat de boodschap van het Wachttorengenootschap ervoor zou hebben gezorgd dat de figuurlijke aarde dusdanig zou zijn geschud dat ze van haar plaats zou zijn geweken.
Wordt vervolgd…
Leave A Comment