Als God spreekt, is het verstandig om goed te luisteren. Jehovah God is tenslotte de bevelhebber van het hele universum. Hij spreekt het woord en vervolgens komt het ook uit. ‘Er moet licht komen’ zei Hij. Toen kwam er licht. ‘Het land moet gras voortbrengen, planten en vruchtbomen enz.’ – en hop, klaar…het geschiedde. God kan de vogels aan de hemel bevelen geven zoals de raven die bijvoorbeeld vlees naar Elia brachten. God kan ervoor zorgen dat een stom dier lijkt te spreken, zoals de ezel van Bileam die sprak. Jezus zei dat God het de stenen kon laten uitroepen als getuigenis van de waarheid. God kan de wolken bevelen om een stortbui te worden of hij kan de hemel laten opdrogen. Alles is gehoorzaam aan God, zelfs de planeten en de sterren aan de hemel.
Alles gehoorzaamt God, behalve … zijn zogenoemde “intelligente schepping”. De reden waarom dit zo is, is omdat we God niet perse hoeven te gehoorzamen. God heeft ons geschapen met een vrije wil. We kunnen doen wat we zelf willen – althans, voorlopig nog in ieder geval.
Onder gehoorzaamheid aan God deed Ezechiël een aantal zeer ongebruikelijke dingen. In het vierde hoofdstuk legde de profeet een baksteen voor zich neer op de grond. De baksteen stelde Jeruzalem voor. In het vijfde hoofdstuk kreeg Ezechiël de opdracht om zijn hoofdhaar en zijn baard af te scheren door middel van een scherp zwaard. De afgeschoren haren moesten worden gewogen en verdeeld en daarna moesten de haren op verschillende manieren behandeld worden om daarmee uit te beelden hoe de inwoners van Jeruzalem getroffen zouden worden door het zwaard, hongersnood en pestilenties. Het is zeer opmerkelijk dat zowel Ezechiël als Jeremia vaak verwijzen naar het zwaard, de pestilenties en de hongersnood. Hoewel dit op het huidige moment door Jehovah’s Getuigen over het hoofd wordt gezien, betreft het hier wel exact dezelfde volgorde van gebeurtenissen waarover Jezus voorspelde dat deze zouden plaatsvinden in de aanloop naar de verdrukking en de verwoesting van Jeruzalem en de tempel. Daarnaast komt dit ook nog eens een keer overeen met de volgorde van de ruiters van de Apocalyps.
Vanuit alle volken op aarde werden specifiek de Joden door Jehovah uitgekozen om zijn speciale bezit (zijn volk) te worden. Door middel van Mozes voorzag Jehovah zijn volk van wetten en instructies. De Tien Geboden werden exclusief aan de natie Israël gegeven. Deze geboden waren juridisch gezien niet bindend voor andere omliggende volken.
Omdat de Joden Gods volk waren en omdat ze zich in een wetsverbond bevonden, droegen ze meer verantwoordelijkheid dan de andere natiën die God niet had uitgekozen. Het beginsel van verantwoording werd door God door middel van zijn profeet Amos tot uitdrukking gebracht: “Hoor dit woord dat Jehovah over jullie heeft gesproken, Israëlieten, over de hele familie die ik uit Egypte heb weggeleid: “Alleen jullie heb ik gekend uit alle families van de aarde. Daarom zal ik jullie ter verantwoording roepen voor al jullie overtredingen.” (Amos 3: 1-2)
Tegen de tijd dat Ezechiël van Jehovah de opdracht kreeg om te dienen als wachter over het huis van Israël (ongeveer 1000 jaar nadat hun de Wet was gegeven), werd God echter diepbedroefd en walgde hij van zijn volk. Hij zei vervolgens tot Ezechiël: “Mensenzoon, ik stuur je naar het volk Israël, naar opstandige volken die zich tegen me verzetten. Zij en hun voorvaders hebben tot op deze dag overtredingen tegen me begaan. Ik stuur je naar zonen die onbeschaamd en hardvochtig zijn, en je moet tegen ze zeggen: “Dit zegt de Soevereine Heer Jehovah.” En of ze nu willen luisteren of niet — het is een opstandig huis — ze zullen weten dat er een profeet onder hen is geweest“ (Ezechiël 2: 3-5)
De Joden werden voor een keuze gesteld. Ze konden luisteren of ze konden weigeren om te luisteren. Ook Jezus gebruikte een zeer vergelijkbare uitdrukking toen hij zijn gelijkenissen vertelde, en ook in zijn brieven aan de gemeenten die in Openbaring staan opgetekend komen we deze uitdrukking tegen: ‘Wie oren heeft moet horen.’
Uiteraard hebben we allemaal oren. Zelfs degenen die letterlijk doof zijn kunnen begrijpelijke informatie tot zich nemen en daar vervolgens wel of niet naar handelen. De uitdrukking ‘Wie oren heeft moet horen’ benadrukt het feit dat we de woorden letterlijk kunnen horen of lezen, waarbij er een mogelijkheid bestaat om er toch niet naar te handelen, wat gelijk staat aan het weigeren om te luisteren. Luisteren betekent niet alleen weten wat er is gezegd, maar ook dat er gepast op gereageerd dient te worden.
Ezechiël was een wachter van het huis van Israël op het kritieke moment dat God hen ter verantwoording zou roepen voor al hun misdragingen. Er bestaat ook nog zoiets als een soortgelijke oproep tot rekenschap welke pas zal plaatsvinden aan het einde van het christelijke tijdperk, zodra Christus komt. Daarom wordt het ook wel het besluit van het samenstel of het einde van het tijdperk genoemd. Dit is het moment waarop God, door middel van Christus, de mensheid zal oordelen – te beginnen bij het huis van God.
Jezus sprak over het besluit en vergeleek het met een oogst. Tijdens de oogst zal hij zijn engelen uitzenden en die zullen het onkruid ontwortelen om het daarna samen te bundelen om het vervolgens in het vuur te werpen. Daarna zullen ze de tarwe verzamelen en deze in de voorraadschuur leggen. De oogst zal Gods voornemen vervullen om een nieuwe schepping tot stand te brengen die uiteindelijk zal bestaan uit 144.000 die in eendracht met Jezus zullen zijn. In de aanloop naar die beslissende scheiding laat Jezus toe dat goddeloze mensen en bedriegers zich zullen mengen tussen degenen die oprecht zijn.
Omdat Satan zichzelf zo ontzettend effectief kan voordoen als een engel des lichts en omdat zijn dienaren hun meester heel goed imiteren door zich te vermommen als christelijke dienaren, is het voor mensen vrijwel onmogelijk om de ware zonen van de valse zonen te kunnen onderscheiden. Daarom moeten ook de engelen bij de oogst worden ingezet. Jezus zei dat zijn engelen alle personen die wetteloosheid beoefenen en alle dingen die struikelblokken vormen, uit zijn Koninkrijk verwijderd zouden worden (Matt 13:41). Het is interessant dat Jezus zijn oogst illustratie afsloot met de woorden: “Laat iedereen die oren heeft, goed luisteren”.
Zouden er onder Jehovah’s Getuigen mensen kunnen zijn die oprecht zouden kunnen claimen dat er op dit moment geen beoefenaars van wetteloosheid of verschillende struikelblokken binnen de organisatie aanwezig zijn? We zouden hier bijvoorbeeld kunnen denken aan de vele duizenden kinderen die seksueel zijn misbruikt door mannen die Jehovah’s Getuigen waren of nog steeds zijn. Het zou moeilijk zijn om een gemeente te vinden die nog nooit op enig moment te maken heeft gehad met een of ander immoreel roofdier. Kan seksueel kindermisbruik dan worden aangemerkt als een daad van wetteloosheid? Absoluut! De vervolgvraag is dan ook: wat is er terechtgekomen van de vele slachtoffers van pedofilie? Helaas moeten we constateren dat velen van hen ongetwijfeld keihard tot struikelen zijn gebracht. Als volwassen overlevenden (survivors) van seksueel kindermisbruik willen ze helemaal niets meer te maken hebben met de ‘zuivere aanbidding’ van het Wachttorengenootschap. Hoe zou iemand hen dit ook kwalijk kunnen nemen?
Het moge duidelijk zijn dat er bij een organisatie waarin seksuele roofdieren op de loer liggen en waarbij deze roofdieren tegelijkertijd op onschuldige kinderen jagen, er nauwelijks sprake kan zijn van zuivere aanbidding van de Schepper. Het is daarom ook uitermate ongepast van het Besturende Lichaam om zo luidkeels van de daken te schreeuwen dat zij zuivere aanbidding beoefenen. Zo’n toestand kan absoluut nog geen realiteit zijn totdat Christus zijn machtige engelen heeft uitgezonden om hardhandig al het adderengebroed van de Duivel uit zijn Koninkrijk te laten verwijderen – dat wil zeggen, uit de gemeente van Christus.
Natuurlijk beweren de “profeten” van het Wachttorengenootschap dat de oogst allang verleden tijd is en dat dit dus allemaal al ver achter ons ligt. Ze hebben Jehovah’s Getuigen massaal misleid door hen te laten geloven dat Christus al in 1918 zijn machtige engelen het profetische oogstveld in had gestuurd om al het onkruid uit de grond te rukken – Volgens het Wachttorengenootschap betreft het onkruid de valse christenen uit de heidense christenheid. Er wordt Jehovah’s Getuigen geleerd dat de Internationale Bijbelonderzoekers sindsdien als tarwe bijeen werden verzameld in de voorraadschuur en dat zij zo helder schijnen als de zon aan de hemel. Het meest verbazingwekkende is nog wel dat Jehovah’s Getuigen dit bedrieglijke verhaal geloven zonder ook maar enige kritische vragen te stellen. Zijn er dan helemaal geen mensen die oren hebben om mee te luisteren? Blijkbaar zijn dat er maar heel weinig.
Laten we nu terugkeren naar Ezechiël.
IK HEB HAAR TE MIDDEN VAN DE VOLKEN GEPLAATST
Dit zegt de Soevereine Heer Jehovah: “Dit is Jeruzalem. Ik heb haar te midden van de volken geplaatst, met landen om haar heen. Maar ze is in opstand gekomen tegen mijn rechterlijke beslissingen en mijn voorschriften. Ze heeft zich slechter gedragen dan de volken en de landen om haar heen. Het volk heeft mijn rechterlijke beslissingen verworpen en mijn voorschriften niet nageleefd.” (Ezechiel 5:5-6)
Geografisch gezien kan Israël worden beschouwd als een land dat gelegen is in het “midden van de volken”. Het bevond zich midden op een belangrijke handelsroute die Assyrië en Babylon verbond met Egypte en Ethiopië. Wat nog belangrijker is, is dat Israël zich bevond in het “midden der natiën” omdat het de enige natie was wiens God Jehovah was, en de volken der natiën waren zich daar zeer bewust van. Jezus zei dat de koningin van Sheba vanuit de meest afgelegen delen van de aarde was afgereisd om zich te verwonderen over de dingen die Jehovah aan Salomo had gegeven (zijn wijsheid, rijkdom en kennis).
De Wachttoren-organisatie bevindt zich in een vergelijkbare positie ten opzichte van de natiën. Vanaf de vroegste dagen heeft C.T. Russell de hele wereld over gereisd om lezingen te geven. Zijn preken werden in honderden kranten gepubliceerd. Bijbelonderzoekers verspreidden miljoenen van zijn boeken en pamfletten.
Het Wachttorengenootschap was zeker het middelpunt van controverse tijdens de Eerste Wereldoorlog, toen J.F. Rutherford en zeven metgezellen werden vastgezet in de gevangenis onder een donkere wolk van beschuldigingen van spionage. Na zijn vrijlating uit de staatsgevangenis van Atlanta werd Rutherford een internationale bekendheid die bij miljoenen mensen een belletje deed rinkelen. Zijn krakende stemgeluid verspreidde zich door de ether als een van de eerste radio-evangelisten. Weer anderen hoorden zijn opgenomen preken galmen door de omgeving door middel van luidsprekers die op vrachtwagens en auto’s waren gemonteerd en die werden afgespeeld vanaf draagbare grammofoons die toen nog met de hand werden aangedraaid. Vanwege de toenemende vervolging stonden Jehovah’s Getuigen vele malen in het middelpunt tijdens tal van juridische kwesties. Het Hooggerechtshof van de Verenigde Staten oordeelde vele malen in hun voordeel tijdens verschillende historische, precedentbepalende rechtszaken die tot op de dag van vandaag nog steeds door rechtenstudenten worden bestudeerd.
We zouden dus met zekerheid mogen stellen dat Jehovah’s Getuigen als het ware “in het midden van de volken” werden geplaatst doordat zij in het openbaar prediken op de hoeken van de straten, aan voordeuren van woonhuizen en praktisch overal waar er mensen te vinden zijn. Zendelingen van Jehovah’s Getuigen zijn doorgedrongen tot de meest diepe oerwouden van de Amazone, de verafgelegen eilanden van de zeven zeeën, en tot de ijskoude arctische gebieden in Alaska, Canada en Scandinavië. Ze hebben gepredikt tot medegevangenen in de goelags van Siberië en in de getto’s van New York, São Paulo, Lagos en Warschau. Ze hebben voor de ingangen gestaan van grote kathedralen en ze hebben traktaten uitgedeeld om de geestelijkheid aan de kaak te stellen bij hun eigen parochianen. Jazeker, de geestelijken van de heidense christenheid zijn zeer zeker bekend met Jehovah’s Getuigen aangezien zij de flagrante leugens van de grote kerken in vrijwel alle christelijke landen vrijmoedig aan de kaak hebben gesteld. Jehovah’s Getuigen hebben vastgehouden aan hun geloof ondanks het feit dat zij oog in oog kwamen te staan met de vernietigende vervolging door de katholieke kerk, de nazi’s en de sovjets. Het Holocaust Museum erkent dat Jehovah’s Getuigen staande hebben weten te blijven in hun strijd tegen Hitler.
Jehovah’s Getuigen hebben een centrale positie ingenomen in kwesties omtrent onze weigering om deel te nemen aan militaire dienstplicht en vanwege ons standpunt ten aanzien van het weigeren van bloedtransfusies. Bovenal is het Wachttorengenootschap onlosmakelijk verbonden met de naam van God waarvan er honderden iteraties bestaan in de vele gesproken talen der natiën.
In recentere jaren heeft het Wachttorengenootschap echter ook centraal gestaan in andere, minder eervolle kwesties. Het meest opvallende is wel de betreurenswaardige wijze waarop het leiderschap van het Wachttorengenootschap hun eerdergenoemde pedofielenprobleem heeft aangepakt. Zo werd er bijvoorbeeld in het jaar 2015 in Australië een officieel onderzoek gestart naar de manier waarop het Wachttorengenootschap heeft opgetreden – of eigenlijk niet heeft opgetreden – in de meer dan 1000 bekende gevallen van seksueel kindermisbruik, waarbij er in geen enkele van die meer dan duizend gevallen aangifte is gedaan bij de politie. De Australische Koninklijke Commissie (Australian Royal Commission) constateerde dat het leiderschap van Jehovah’s Getuigen zich zeer koppig en nalatig heeft opgesteld. Tijdens het onderzoek pleegde het lid van het Besturende Lichaam, Geoffry Jackson, meineed ten overstaan van God door glashard te ontkennen dat het Besturende Lichaam zichzelf beschouwt als het exclusieve communicatiekanaal van Jehovah God, anderszins ook wel de getrouwe en beleidvolle woordvoerder van God genoemd.
De leiders van Israël die dienst deden als priesters, koningen en rechters waren gebonden aan Gods woord om zodoende de wetmatige belangen van de kansarmen te beschermen; met name de wezen en weduwen. Hetzelfde principe ligt verankerd in de christelijke wet. In Jakobus 1:27 staat bijvoorbeeld: “Dit is de vorm van aanbidding die in de ogen van onze God en Vader rein en onbesmet is: zorgen voor wezen en weduwen in hun moeilijkheden en je niet door de wereld laten besmeuren.“
De brief van Jakobus definieert zuivere aanbidding. De zorg voor wezen en weduwen staat voorop. Het is overigens ook zeer informatief om op te merken dat er niet wordt gesproken over prediken of onderwijzen. Het klopt natuurlijk dat Christus zijn discipelen gebood om andere discipelen te gaan maken, maar de basis van zuivere aanbidding ligt bij de bescherming van de meest kwetsbaren.
In dit opzicht heeft het Wachttorengenootschap ook jammerlijk gefaald. Ze hebben op dwaze wijze geredeneerd dat de misdaden die onder hun hoede tegen de kinderen werden begaan, niet openbaar gemaakt mogen worden om geen smaad op de naam van Jehovah te brengen. Dus hoewel Bethel als een soort mantra blijft herhalen dat ze seksueel kindermisbruik verafschuwen, hebben ze in werkelijkheid pedofielen beschermd tegen een mogelijke ontmaskering en rechtsvervolging, en dat allemaal met als excuus dat ze hiermee Gods naam wilden beschermen tegen reputatieschade. Er zijn zelfs ijverige ouderlingen geweest die zover waren gegaan dat ze slachtoffers van kindermisbruik, die het lef hadden om in het openbaar te spreken over de misdaden die tegen hen waren begaan, door middel van een juridisch comité hebben vervolgd om deze slachtoffers vervolgens uit te sluiten van de organisatie. Daarnaast worden ook nog eens een keer Jehovah’s Getuigen die zich openlijk uitspreken tegen het wanbeleid van het Wachttorengenootschap (die zich opstellen als pleitbezorgers voor kinderen die seksueel zijn misbruikt), standrechtelijk monddood gemaakt door middel van het juridische systeem van de organisatie zelf – waardoor het leiderschap van de Wachttoren-organisatie er effectief voor heeft gezorgd dat ze bloedschuld op zich hebben afgeroepen ten overstaan van de hemel.
Het moge dus duidelijk zijn dat het leiderschap van Jehovah’s volk openlijk in opstand is gekomen tegen Jehovah’s rechterlijke beslissingen en voorschriften. En omdat Jehovah’s volk zich in het “midden van de volken” bevindt, zijn alle natiën zich er dus goed van bewust dat het Wachttorengenootschap een enorm pedofielenprobleem heeft. Wat een verschrikkelijke smaad heeft het Besturende Lichaam op de naam van God gebracht! We zouden ons nauwelijks kunnen voorstellen hoe ontzettend gekrenkt Jehovah wel niet is vanwege de ijdele opschepperij van het Wachttorengenootschap dat ze zuivere aanbidding beoefenen. Dit is zonder enige twijfel iets afschuwelijks in Jehovah’s ogen!
Net als bij het Wachttorengenootschap is ook de goddeloosheid binnen de katholieke kerk aan het licht gebracht en daarnaast is het algemeen bekend dat een aanzienlijk aantal priesters pedofielen zijn. Deze seksuele roofdieren beschikten over de ideale situatie: Ze konden tijdens de mis ongestoord loeren op het jongenskoor en de jongetjes die bij het altaar dienst deden. De kinderen die nota bene aan hun werden toevertrouwd.
In 2002, toen de media aandacht begon te schenken aan het ongepaste optreden van het Wachttorengenootschap, gaf wijlen J.R. Brown, het hoofd van de PR-afdeling van het Genootschap, een verklaring af waarin hij kindermisbruik bestempelde als ‘een plaag van onze tijd’. Vervolgens gaf hij openlijk toe dat seksueel kindermisbruik overal in de samenleving veelvuldig voorkomt en dat het onder Jehovah’s Getuigen niet erger is gesteld dan bij andere instellingen. Dat is echter wel een hele vreemde bewering voor een opziener van de zuivere aanbidding. Wat hij eigenlijk bedoelde te zeggen is dat Jehovah’s Getuigen niet anders zijn wanneer het gaat om de walgelijke epidemie van seksueel kindermisbruik.
Maar vanuit Jehovah’s standpunt gezien bestaat er echter wel degelijk een verschil. God verwacht meer van de mensen die zijn naam dragen, die hij “in het midden van de volken” heeft geplaatst; Het volk aan wie Hij zijn rechterlijke beslissingen en voorschriften heeft geopenbaard. Nee, net zoals het geval was bij de Joden vóór hen, hebben ook Jehovah’s Getuigen zich nog goddelozer gedragen dan de natiën van Satans verdorven wereld!
Om dit met zekerheid te kunnen bevestigen hoeven we alleen maar te constateren dat het Wachttorengenootschap niet kan voorkomen dat goddeloze mannen op sluwe wijze de gemeenten binnendringen. Het leiderschap van de organisatie zou absoluut effectiever kunnen omgaan met pedofielen door bijvoorbeeld te allen tijde de politie in te schakelen die gebruik maakt van allerlei politieonderzoekstechnieken waardoor zulke mannen ten overstaan van de hele gemeente aan de kaak worden gesteld waardoor ouders van kinderen krachtig worden gewaarschuwd om hun kinderen niet zomaar aan iemand toe te vertrouwen. Niet aan broeders of zusters, niet aan ouderlingen en zelfs niet zomaar aan naaste familieleden binnen de gemeenten. Uiteraard is het in dat geval wel zo dat wanneer het Wachttorengenootschap de nadruk zou leggen op de gevaren die binnen de gemeenten op de loer liggen, er tegelijkertijd ook twijfels zullen ontstaan ten aanzien van de bewering van het Besturende Lichaam, namelijk dat de organisatie het voorzegde geestelijke paradijs is waar leeuwen bij lammeren liggen en waar wolven zo tam zijn als schoothondjes.
In het volgende vers van het vijfde hoofdstuk van Ezechiël lezen we de profetische tekst: “De Soevereine Heer Jehovah zegt daarom: “Jullie hebben je meer misdragen dan de volken om je heen en jullie hebben mijn voorschriften niet nageleefd en mijn rechterlijke beslissingen niet uitgevoerd, maar jullie hebben de rechterlijke beslissingen van de volken om je heen gevolgd. Daarom zegt de Soevereine Heer Jehovah: ‘Ik ben tegen je, stad, en ik zal voor de ogen van de volken het oordeel voltrekken in je midden. Vanwege al je walgelijke praktijken zal ik in jou doen wat ik nog nooit heb gedaan, en zoiets zal ik ook nooit meer doen.“ (Ezechiël 5: 7-9)
Met het risico dat ik in herhaling treed, is de stad waartegen Jehovah spreekt de beroemde stad Jeruzalem, waar de naam van Jehovah woont. Jehovah deed dat vanaf het moment toen David de Jebusitische vesting veroverde en deze vervolgens omdoopte tot hoofdstad. Hij bracht ook de ark naar Sion. Op een later moment bouwde Davids zoon, Salomo, een geweldige tempel op het hoogste punt van de berg Sion, die werd opgedragen aan Jehovah, de God van Israël. Nogmaals, in de hoop de lezer niet te irriteren door in herhaling te treden, was de herbouwde stad Jeruzalem de plaats waar Jezus aanbidding verrichtte. Hij onderwees hier in de tempel. Jezus werd ook bij de stad Jeruzalem geëxecuteerd. Daarnaast zalfde de heilige geest ook de eerste christenen in de stad Jeruzalem. De stad Jeruzalem was het onofficiële hoofdkwartier van de apostelen, waarover het Wachttorengenootschap altijd graag zegt dat deze apostelen ook het eerste-eeuwse besturende lichaam waren. Jeruzalem is daarom dus ook een passende symbolische verwijzing naar de gemeente van Christus.
Het is absoluut begrijpelijk waarom de “profeten” van Bethel de type / antitype (beelden / tegenbeelden) benadering ten aanzien van hun profetische interpretaties overboord hebben gegooid. Het verband is duidelijk. De Wachttoren-organisatie uit de moderne tijd is de anti-typische of ook wel de tegenbeeldige “stad” waar Jehovah zijn naam heeft laten wonen. Daarnaast zijn de oordelen die werden uitgesproken over de typische stad Jeruzalem (uit de oudheid), vanzelfsprekend ook van toepassing op de anti-typische / tegenbeeldige “stad” (de Wachttoren-organisatie).
Wanneer het Wachttorengenootschap zijn advocaten inzet om de waarheid te onderdrukken, zelfs wanneer zij gebruik maken van ingehuurde wereldse advocaten van buiten de organisatie die ze vervolgens tijdens rechtszaken voor zich laten strijden om zodoende slachtoffers van seksueel kindermisbruik in diskrediet te brengen en om hun misbruikers te verdedigen; wanneer de advocaten van het Genootschap hun toevlucht zoeken in het opleggen van zogenoemde ‘gag-orders’ of juridische spreekverboden aan deze misbruikslachtoffers om zo te voorkomen dat aanklagers zich zullen uitspreken over de misdaden die tegen hen zijn gepleegd of om een spreekverbod op te leggen waarbij deze misbruikte kinderen niet mogen onthullen hoeveel geld er door het Wachttorengenootschap is betaald om hun stilzwijgen af te kopen, laat het Wachttorengenootschap hierdoor dan niet duidelijk zien dat ze volledig de rechterlijke uitspraken en voorschriften van de volken (natiën) willen volgen en niet die van Jehovah? Zouden we onszelf op enigerlei wijze kunnen voorstellen dat het besturend lichaam uit de eerste eeuw zich hard zou maken om seksuele roofdieren te vertroetelen? Of dat het besturend lichaam uit de eerste eeuw de slachtoffers van seksueel kindermisbruik zou omkopen zodat zij niet openlijk over hun traumatische ervaring zouden spreken? Het zou absoluut ondenkbaar zijn dat de apostelen en de oudere mannen uit de eerste eeuw zoiets zouden doen. Echter staat het feit onomstotelijk vast dat het leiderschap van het Wachttorengenootschap zich hier wel schuldig aan heeft gemaakt terwijl zij alsmaar blijven opscheppen over hun rechtschapenheid en over hun reinheid. Hoe ontzettend afschuwelijk!
Net zoals dat Jehovah een vreselijke bestraffing liet komen over de stad waar hij destijds zijn naam had gevestigd, wordt God eveneens gedwongen om “voor de ogen van de volken het oordeel in je midden te voltrekken ten aanzien van de “stad”. Zoals in het vers hierboven wordt vermeld, zal God “Vanwege al je walgelijke praktijken in jou doen wat ik nog nooit heb gedaan, en zoiets zal ik ook nooit meer doen“.
Lezers die beschikken over onderscheidingsvermogen zullen waarschijnlijk de gelijkenis opmerken van Jezus waarin hij verwees naar de grote verdrukking, die hij beschreef als een tijd van benauwdheid die nog nooit eerder is voorgekomen, en die ook nooit meer zal voorkomen. En vergis u niet, de verdrukking waarover Jezus sprak, had te maken met de verwoesting van de stad Jeruzalem tijdens het besluit van het samenstel van dingen.
Sinds het moment waarop Christus zijn gemeente in Jeruzalem oprichtte, heeft de Heer vooralsnog geen enkele keer gerechtelijk opgetreden tegen de misdragers. Echter zal dat tijdens het besluit allemaal gaan veranderen. Jehovah vervolgt door te zeggen: “Ik zal je maken tot een verwoeste plaats en een mikpunt van spot onder de omliggende volken en in de ogen van elke voorbijganger. Je zult een mikpunt van spot en minachting worden, een waarschuwend en afschrikwekkend voorbeeld voor de volken om je heen, als ik het oordeel aan je voltrek in boosheid, in woede en met woedende straffen. Ik, Jehovah, heb gesproken.“ (Ezechiël 5:14-15)
Jehovah’s Getuigen die in het “midden van de volken” zijn geplaatst, zullen op het moment wanneer Jehovah’s boosheid en woede in alle hevigheid over hen zal worden uitgestort een vreselijk schouwspel worden. Ze zullen de schande en de minachting van de hele wereld moeten dragen omdat ze ten onrechte hebben lopen verkondigen dat zij de zuivere aanbidders zijn.
Jehovah heeft gesproken!