Opmerking van de Nederlandse vertaler: Dit artikel gaat dieper in op het onderwerp omtrent het financiële aspect van de Wachttoren-organisatie. De dagtekst van het Wachttorengenootschap van vandaag vormt de inleiding van dit artikel, gevolgd door een commentaar op deze materie.
DAGTEKST donderdag 6 juni 2024
Wijsheid is een bescherming, net als geld. — Pred. 7:12.
Salomo was schatrijk en leefde in weelde (1 Kon. 10:7, 14, 15). Jezus daarentegen had heel weinig bezittingen en geen vaste verblijfplaats (Matth. 8:20). Toch hadden ze allebei een evenwichtige kijk op materiële dingen. Dat is omdat hun wijsheid afkomstig is van dezelfde bron: Jehovah God. Met geld kun je kopen wat je echt nodig hebt maar ook wat je verlangt. Salomo besefte echter ondanks zijn grote rijkdom dat er belangrijkere dingen zijn dan geld. Hij schreef bijvoorbeeld: ‘Een goede naam [of ‘een goede reputatie’, vtn.] is te verkiezen boven grote rijkdom’ (Spr. 22:1). Hij had ook gezien dat mensen die van geld houden zelden gelukkig zijn met wat ze hebben (Pred. 5:10, 12). En hij waarschuwde dat geld heel snel kan verdwijnen en dus geen prioriteit moet krijgen in je leven (Spr. 23:4, 5). w22.05 21 ¶4-5
VRAAG VAN EEN LEZER: Hoe denken Jehovah’s Getuigen over het feit dat het Wachttorengenootschap honderden miljoenen verdient?
Hoe reageren Jehovah’s Getuigen eigenlijk wanneer ze ontdekken dat het Wachttorengenootschap 950 miljoen dollar per jaar verdient evenals het feit dat de Wachttoren-organisatie in het lijstje staat van de 50 rijkste bedrijven in New York? Beschouwt u dit als een leugen? Beschouwt u dit als een satanisch complot? Of beschouwt u dit als een waarheid die iedere Getuige onder ogen moet zien en waar iedere getuige begrip voor moet hebben? Bent u van mening dat u ook verplicht bent om geld te doneren in het bijdragebusje? Of bent u van mening dat de Wachttoren-organisatie op dit moment al rijk genoeg is?
ANTWOORD: Jehovah’s Getuigen beschouwen de rijkdom van de organisatie als een vervulling van bijbelse profetieën.
In het zestigste hoofdstuk van Jesaja staat bijvoorbeeld het volgende opgetekend: “Sla je ogen op en kijk om je heen! Ze zijn allemaal bij elkaar gebracht, ze komen naar je toe. Van ver blijven je zonen komen en je dochters worden op de heup gedragen. In die tijd zul je het zien en stralen en je hart zal sneller kloppen en overlopen van vreugde, want de schatten van de zee zullen naar je toe worden gebracht, de rijkdom van de volken zal bij je komen. Grote kudden kamelen zullen je land bedekken, de jonge mannetjeskamelen uit Mi̱dian en E̱fa. Iedereen uit Scheba zal komen. Goud en geurige hars zullen ze dragen. Ze zullen Jehovah’s lof bekendmaken. Alle kudden van Ke̱dar zullen bij je worden gebracht.” (Jesaja 60:4-7)
Ook al speelt de profetie zich af in een setting uit de oudheid, er bestaat geen twijfel over dat het 60ste hoofdstuk van Jesaja van toepassing is op de christelijke organisatie en niet op het letterlijke Israël. En aangezien het Wachttorengenootschap dit stuk uit Jesaja sinds het jaar 1919 op zichzelf toepast, is het vanuit het perspectief van de Jehovah’s Getuigen helemaal niet ongepast dat de organisatie op materieel vlak veel voorspoed kent.
AANVULLEND ARTIKEL:
ZOUDEN JEHOVAH’S GETUIGEN HUN BEDENKINGEN MOETEN HEBBEN TEN AANZIEN VAN HET DONEREN VAN GELD AAN DE WACHTTOREN-ORGANSATIE?
Opmerking van de Nederlandse vertaler: Het onderstaande artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op 29 juli 2013.
VRAAG VAN EEN LEZER: Jezus zei inderdaad dat we geoordeeld zouden worden op basis van de wijze waarop we ‘zijn’ broeders behandelen: de gezalfde zonen van het Koninkrijk. Ik neem aan dat dit betrekking heeft op de periode van na de ‘verzegeling en openbaring van deze gezalfde zonen’. Een gebeurtenis die volgens mij tot op heden nog steeds niet heeft plaatsgevonden. Op dit moment dienen de getrouwen nog steeds gezamenlijk met de ontrouwen als slaven binnen dezelfde organisatie en ook zijn ze voor hun levensonderhoud afhankelijk van donaties. En ook al wordt het grootste deel van die bijdragen slecht besteed, blijkt er tegelijkertijd ook dat een ander deel ervan alsnog zijn weg weet te vinden richting de ondersteuning van degenen die op een later moment wellicht de ‘getrouwe’ slaaf zouden kunnen blijken te zijn. Jezus toonde zelfs zijn goedkeuring jegens de weduwe die munten van weinig waarde doneerde aan de tempel. Munten die toen hoogstwaarschijnlijk niet op de juiste manier werden besteed. Ik besef dat het een gewetenskwestie betreft, maar mijn geweten neigt ertoe om eerder geld te doneren aan een lokale organisatie die erop gericht is om de armen te helpen in hun directe behoeften. Zou ik mij nu zorgen moeten maken over de vraag waar ik tegenwoordig mijn “giften” naartoe moet sturen? En ook als het gaat om giften die voortkomen uit barmhartigheid en het niet laten weten aan uw linkerhand wat uw rechterhand doet, zou het dan niet juist ongepast zijn om dergelijke giften aan de belastingdienst te melden, aangezien het niet illegaal is om dit niet te melden?
ANTWOORD: Het moment waarop Jezus zag hoe de arme weduwe twee munten van heel weinig waarde doneerde, vond plaats onmiddellijk nadat hij de geldwisselaars uit de tempel had verdreven en vlak voordat hij aankondigde dat de tempel zou worden afgebroken zonder dat er ook maar een steen op de andere steen zou overblijven. Het punt in deze kwestie is: Hoewel Jezus wist dat veel van de priesters corrupt waren en hoewel Jezus wist dat de tempel zou worden verwoest, prees hij desondanks toch een aanbidder die een heel kleine donatie deed in de schatkist van de tempel.
Aan de hand van diezelfde redenering ten aanzien van de Wachttoren-organisatie weten we dat er aan de ene kant sprake is van een corrupt element binnen de leiding van het Wachttorengenootschap en weten we ook dat er tegelijkertijd financiële middelen van vrijgevige donoren worden misbruikt voor de financiering van geheime buitengerechtelijke schikkingen en honoraria voor advocaten die zich inzetten om te voorkomen dat er gerechtigheid plaatsvindt. Aan de andere kant weten we ook dat daar tegenover staat dat een groot deel van deze financiële middelen wel degelijk wordt besteedt aan het volbrengen van een groots werk dat resulteert in het produceren van bijbels in honderden talen evenals nuttige lectuur, waardoor miljoenen mensen tot een fundamentele kennis van de bijbel zijn gekomen.
Het is voor iedereen duidelijk dat personen die geld aan het Wachttorengenootschap doneren niet de macht en invloed bezitten om vervolgens te kunnen dicteren waaraan het Wachttorengenootschap deze financiële middelen moet uitgeven. Uiteindelijk zijn het de leiders van de organisatie die op een gegeven moment verantwoording zullen moeten gaan afleggen aan de Meester over de manier waarop zij de aan hun toevertrouwde middelen hebben gebruikt. Wanneer we ons hiervan bewust zijn dan weten we ook dat diegenen die een bijdrage doen aan het Wachttorengenootschap dit ook met een zuiver geweten kunnen doen.
Wanneer we het bijvoorbeeld hebben over het doneren van geld aan allerlei goede doelen en liefdadigheidsorganisaties, dan kennen ook zij hun eigen problemen. Veel van deze zogenaamde liefdadigheidsorganisaties hebben bijvoorbeeld allerlei dik betaalde managers met topsalarissen aan het roer staan die met niets anders bezig zijn dan het uitgeven van enorme hoeveelheden geld om daarmee nog veel meer geld te kunnen genereren. Het is niet ongebruikelijk dat slechts een zeer klein percentage van de ingezamelde donaties daadwerkelijk terecht komt bij degenen voor wie de donaties in eerste instantie bedoeld zijn.
Aan de andere kant is er ook nog een ander aspect omtrent het geven van donaties welke u wellicht ook nog in overweging zou willen nemen, en dat betreft het rechtstreeks geven van donaties aan mensen die in nood verkeren. Jezus merkte ooit op dat we altijd arme mensen onder ons zullen hebben en dat we op ieder moment aan hen kunnen geven wanneer we maar willen. En helaas is het ook een feit dat hun aantallen als gevolg van het ineenstorten van de economie alsmaar blijft groeien. En dat zal voorlopig ook zo blijven. Het kan heel goed zijn dat er binnen uw eigen gemeente personen of gezinnen zijn die in financiële nood verkeren. En houd daarnaast ook in gedachten dat de Schrift ons leert dat degenen die de behoeftigen helpen, dit mogen beschouwen alsof zij iets uitlenen aan God zelf. In Spreuken 19:17 staat namelijk: “Wie goed is voor een arme leent aan Jehovah, en Hij zal hem terugbetalen voor wat hij doet.“ Wat een enorm voorrecht!
Wat betreft uw opmerking over het gebruik van bijdragen als een vorm van belastingaftrek: Daar maakt u een heel goed punt. Jehovah houdt absoluut van een blijmoedige gever, maar indien ons geven wordt gemotiveerd door zulk soort eigenbelang, betreft het dan ook echt daadwerkelijk een gift?
Helaas zien we in de praktijk ook dat het Wachttorengenootschap tegen het einde van ieder fiscaal boekjaar feitelijk een beroep doet op de Jehovah’s Getuigen om grote giften te doen die aftrekbaar zijn van de belasting.
EXTRA COMMENTAAR VAN ROBERT M.B.T. DE BOVENSTAANDE DAGTEKST VAN HET WACHTTORENGENOOTSCHAP:
Persoonlijk zie ik niet in hoe Salomo in deze context door het Wachttorengenootschap als een goed voorbeeld kan worden aangevoerd in de bovenstaande dagtekst van 6 juni 2024. Vanwege zijn enorme rijkdom en roem had Salomo namelijk bijna duizend vrouwen en bijvrouwen voor zichzelf genomen, waarvan velen ook nog eens buitenlanders waren die demonengoden aanbaden. Ze verleidden Salomo heel geleidelijk aan. Jehovah had Salomo daar nog zo voor gewaarschuwd. Uiteindelijk gebruikte de koning zijn rijkdom om tempels te bouwen voor de demonengoden van zijn vele vrouwen. Salomo werd toen een regelrechte afvallige en ook bracht hij daarmee ongekende rampspoed over Israël. In welk opzicht had Salomo dan, zoals het Wachttorengenootschap zegt: “een evenwichtige kijk op materiële dingen”? Hele vreemde vergelijking als u het mij vraagt!
Leave A Comment