Dagtekst woensdag 27 maart 2024

Blijf eerst het Koninkrijk zoeken. — Matth. 6:33.

De discipelen hadden veel verdriet toen Jezus stierf. Niet alleen hadden ze hun goede vriend verloren, het voelde alsof ze ook hun hoop hadden verloren (Luk. 24:17-21). Maar toen Jezus aan ze verscheen, nam hij de tijd om ze duidelijk te maken wat zijn rol was in de vervulling van Bijbelse profetieën. Daarnaast gaf hij ze belangrijk werk te doen (Luk. 24:26, 27, 45-48). Toen hij naar de hemel opsteeg, was het verdriet van de discipelen omgeslagen in grote vreugde. Ze waren gelukkig omdat ze wisten dat hun Meester leefde en klaarstond om ze te helpen met hun nieuwe opdracht. Hun vreugde motiveerde ze Jehovah zonder ophouden te loven (Luk. 24:52, 53; Hand. 5:42). Hoe kun je Jezus’ discipelen navolgen? Laat Gods Koninkrijk in je leven op de eerste plaats komen. De dienst vraagt om volharding, maar Jehovah belooft je rijk te zegenen (Spr. 10:22). w23.01 30-31 ¶15-16

De Farizeeën vroegen Jezus destijds wanneer het Koninkrijk van God zou komen. Zijn reactie op die vraag is voor ons tegenwoordig van het allergrootste belang. Jezus zei tegen hen: Het Koninkrijk van God komt niet op een opvallende manier. De mensen zullen niet zeggen: “Kijk hier!” of: “Daar!” Want kijk! Gods Koninkrijk is in jullie midden. (Lukas 17:20-21)

De Kingdom Interlinear zegt dat het Koninkrijk in jullie zit. En populaire vertalingen vertalen Jezus met de woorden dat het Koninkrijk binnenin jullie / in jullie midden is. Echter vormt dit wel een probleem. De Farizeeën, althans de meesten van hen, waren hardnekkige tegenstanders van Jezus en God. Jezus hekelde hen zelfs als huichelaars en zei tegen hen: Want jullie blokkeren voor de mensen de toegang naar het Koninkrijk van de hemel. Zelf gaan jullie het Koninkrijk niet binnen, en mensen die naar binnen willen, houden jullie tegen.” Het Koninkrijk van God lag beslist niet binnenin de huichelachtige Farizeeën. Nee. De Nieuwe Wereldvertaling biedt echter wel de juiste gedachte. De Emphasized Bible omschrijft het zelfs nog beter: the kingdom of God is among you., oftewel “Het Koninkrijk van God is onder u.”

Het Koninkrijk van God was onder de Joden omdat Jezus de aangewezen koning van Gods Koninkrijk was, en hij toonde dit ook aan door middel van de krachtige werken die hij verrichtte. Nadat Jezus de Farizeeën had geantwoord, wendde hij zich tot zijn discipelen en voegde eraan toe: Er komt een tijd dat jullie ernaar zullen verlangen een van de dagen van de Mensenzoon te zien, maar jullie zullen die niet zien. En mensen zullen tegen je zeggen: “Kijk daar!” of: “Kijk hier!” Ga er niet heen en loop niet achter ze aan. Want net zoals de bliksem de hemel van de ene tot de andere kant oplicht, zo zal de Mensenzoon zijn in die tijd. (Lukas 17:22-24)

Jezus herhaalde deze boodschap toen hij tot de apostelen op de Olijfberg sprak in antwoord op hun vraag naar het besluit en de parousia. De apostelen stelden toen in wezen dezelfde vraag als de Farizeeën. Ook zij wilden weten wanneer het Koninkrijk van God zou komen.

Het is zeer interessant dat het Wachttorengenootschap de verklaring van Jezus aan de Farizeeën tegenspreekt. Het Wachttorengenootschap beweert namelijk dat het Koninkrijk wél met een “opvallende waarneembaarheid” zou zijn gekomen, maar dat alleen gezalfde getuigen dit zouden hebben waargenomen. Dit is wat het Wachttorengenootschap in het tijdschrift de Wachttoren uit 2008 verklaarde in alinea 15:

15 Personen in deze tijd die het aan geestelijk inzicht ontbreekt, zijn van mening dat er met betrekking tot het teken van Jezus’ tegenwoordigheid geen sprake is geweest van „opvallende waarneembaarheid”. Ze redeneren dat alles gewoon doorgaat zoals vroeger (2 Petr. 3:4). Christus’ getrouwe gezalfde broeders daarentegen, de hedendaagse Johannesklasse, hebben dit teken net zo duidelijk herkend als een bliksemflits en hebben de ware betekenis ervan begrepen.

Niet alles is ‘gewoon doorgegaan als vroeger’. Degenen die beschikken over geestelijk onderscheidingsvermogen kunnen namelijk onderscheiden dat er een zogenoemd ‘werk van Satan’ operationeel is. En dit werk van Satan manifesteert zich door middel van het Wachttorengenootschap teneinde gezalfde christenen ervan te overtuigen dat het Koninkrijk op dit moment al zou zijn gekomen en dat het Koninkrijk op dit moment al aan de macht zou zijn. Ze hebben zich laten misleiden door te geloven dat een oorlog die langgeleden plaatsvond, nog voordat één van hen zelfs maar was geboren, als een bliksemflits zou zijn geweest die ze met ‘opvallende waarneembaarheid’ zouden hebben gezien. Hetzelfde Wachttoren-artikel zegt verder ook nog:

Hoe moeilijk het ook mag zijn, we moeten ons gereed betonen en voortdurend waken. Het besef dat Christus onzichtbaar als Koning regeert, helpt ons daarbij. Het maakt ons er ook op attent dat hij weldra zal komen om zijn vijanden te vernietigen ’op een uur dat we het niet waarschijnlijk achten’.

Het stellen van geloof in de waanvoorstelling dat Christus inmiddels al 110 jaar lang onzichtbaar aan de macht zou zijn in het Koninkrijk, helpt ons dan ook absoluut niet om waakzaam te blijven. Eerder juist het tegenovergestelde. Het Wachttorengenootschap heeft de Jehovah’s Getuigen in zelfgenoegzaamheid gesust door uitspraken zoals die hierboven. De komst van Christus op een uur dat u niet waarschijnlijk acht, zal de komst van het Koninkrijk van God zijn dat zonder opvallende waarneembaarheid aan de macht zal komen. En in plaats van zijn vijanden in de wereld te vernietigen, zal het juist zijn om zijn tegenstanders te verwijderen die zich binnen het Koninkrijk bevinden. Dat is toch ook precies hetgeen wat Jezus voorzei wat er tijdens de oogst zou gaan gebeuren, zodra Christus zijn engelen eropuit zal zenden om het zaad van de Duivel uit zijn koninkrijk bijeen te verzamelen?