Dagtekst zondag 14 januari 2024
Jehovah waakt. — Ps. 33:18.
Hoewel je een grote familie van broeders en zusters hebt, kun je soms toch het gevoel krijgen er alleen voor te staan. Het kan ook zijn dat je met negatieve emoties worstelt en denkt dat je die gevoelens in je eentje de baas moet worden. Maar Jehovah wil niet dat je je zo voelt. Denk maar eens aan Elia. Jehovah deed een aantal dingen om Elia te helpen. Hij moedigde hem aan om te praten. Twee keer vroeg hij: ‘Wat doe je hier, Elia?’ (1 Kon. 19:9, 13) Beide keren luisterde Jehovah toen Elia zijn hart uitstortte. Hij verzekerde Elia ervan dat er nog vele anderen waren die hem aanbaden (1 Kon. 19:11, 12, 18). Ongetwijfeld was Elia opgelucht toen hij zijn hart bij Jehovah had uitgestort en antwoord had gekregen. Jehovah gaf Elia een aantal belangrijke opdrachten. Hij vroeg hem Hazaël tot koning over Syrië te zalven, Jehu tot koning over Israël en Elisa tot profeet (1 Kon. 19:15, 16). Door Elia die taken te geven, hielp Jehovah hem om zich op positieve dingen te richten. Hij gaf hem ook een goede vriend, Elisa. w22.08 8 ¶3; 9 ¶5
Ik besef dat het de bedoeling is van het Wachttorengenootschap om de dagtekst beknopt te houden. Maar waarom knippen ze uit het betreffende Bijbelvers slechts twee woorden en waarom halen ze alleen die twee woorden aan in de bovenstaande dagtekst? Waarom drukken ze ook niet gewoon de resterende woorden uit het vers af om de bijbehorende context te benadrukken? Had het kwaad gekund indien de bovenstaande dagtekst zou luiden: “Het oog van Jehovah waakt over wie ontzag voor hem hebben“? Het toevoegen van de bijbehorende context betreft toch juist een verrijking van de dagtekst, nietwaar?
Laten we eerlijk zijn: Hoeveel mensen uit de grote familie aanbidders waar het Wachttorengenootschap over opschept, hebben daadwerkelijk ontzag voor Jehovah? Welke leden van de Bethelfamilie hebben daadwerkelijk vrees voor Jehovah? Bezitten de advocaten van het Wachttorengenootschap dan vrees voor Jehovah? Wanneer we zien dat het gevoerde beleid van het Wachttorengenootschap erin resulteert dat pedofielen worden beschermd tegen een mogelijke rechtsvervolging terwijl hun beleid er tegelijkertijd ook voor zorgt dat de slachtoffers van deze pedofielen dubbel worden benadeeld, kunnen de voorstanders van dat beleid dan daadwerkelijk claimen dat ze vrees hebben voor God? Wanneer we onszelf bedenken dat het de fundamentele plicht is van mannen die machtsposities bekleden, om te oordelen namens de kwetsbaren, oftewel de spreekwoordelijke vaderloze jongen en de weduwen, dan hebben we het hier niet slechts over een of andere wilde beschuldiging van een tegenstander wanneer deze persoon hun veronderstelde vrees voor God in twijfel trekt. Wanneer mannen die autoriteitsposities bekleden beslag leggen op de eigendommen die aan Jehovah God zijn opgedragen en die daarmee wereldwijd duizenden gemeenteleden verdrijven uit hun lokale gebedshuizen, waaronder zich ook vele weduwen bevinden die door hun opgedrongen beslissing ongewild voor extra ontberingen komen te staan doordat deze vaak oudere mensen grotere afstanden dienen af te leggen om bij de volgende dichtstbijzijnde Koninkrijkszaal te komen, hoe kunnen die theocratische rovers en plunderaars dan met een strak gezicht beweren dat ze vrees hebben voor God? Wanneer we zien dat mannen die bij hoog en bij laag beweren dat ze getrouw en beleidvol zijn, hun autoriteit gebruiken om een experimenteel vaccin te bepleiten dat ineffectief en onveilig is gebleken, waarbij ze zelfs beweren dat deze prikjes een voorziening van God zouden zijn, tonen deze mannen daarmee dan niet juist aan dat ze geen vrees voor God hebben?
Het is precies zoals het in Jesaja wordt omschreven. Ze maken zichzelf wijs dat ze een verbond met de dood hebben gesloten. Ze maken zichzelf wijs dat telkens wanneer de kolkende stortvloed van Gods oordeel voorbijkomt, dat dit geen enkele invloed op hen zal hebben. Maar ja… in werkelijkheid zal gaan blijken dat die stortvloed hen dus absoluut wel zal gaan treffen.
In de dagen van Jeremia kreeg de profeet de opdracht om de volgende woorden te verkondigen aan het huis van Israël: “Hebben jullie geen ontzag voor mij?”, verklaart Jehovah, “Horen jullie niet voor mij te beven? Ik ben het die van het zand een grens voor de zee heeft gemaakt, een blijvend voorschrift waar ze niet aan voorbij kan gaan. Haar golven komen aanrollen maar kunnen niet verder. Ze bulderen maar komen er niet overheen. Maar dit volk heeft een eigenwijs en opstandig hart. Ze zijn afgeweken en zijn hun eigen weg gegaan. En ze zeggen niet bij zichzelf: ‘Laten we toch ontzag hebben voor Jehovah, onze God, degene die op de juiste tijd regen geeft, de herfstregen en de lenteregen, die ervoor zorgt dat we vaste weken voor de oogst hebben.’ Vanwege jullie eigen fouten komen deze dingen niet. Door jullie eigen zonden wordt het goede jullie niet gegeven. Want er zijn slechte mensen onder mijn volk. Ze blijven loeren, als ineengedoken vogelvangers. Ze zetten een dodelijke val. Ze vangen mensen. Als een kooi vol vogels, zo zitten hun huizen vol bedrog. Daardoor zijn ze nu machtig en rijk. Ze zijn dik geworden en hun huid glanst. Ze lopen over van slechtheid. Ze bepleiten de zaak van vaderloze kinderen niet, zodat het goed met ze gaat. Ze weigeren armen recht te doen.”
“Moet ik ze niet ter verantwoording roepen voor die dingen?’, verklaart Jehovah. ‘Moet ik me niet wreken op zo’n volk? Er gebeurt iets verschrikkelijks en afschuwelijks in het land: De profeten profeteren leugens en de priesters gebruiken hun macht om anderen te domineren. En mijn eigen volk vindt het geweldig. Maar wat gaan jullie doen als het einde komt?“ (Jeremia 5:22-31)
Het is dan ook een hele terechte vraag. Wat gaat u doen zodra het einde komt? En nee, dan bedoelen we hier niet het einde van de wereld. We hebben het hier over het einde voor de Wachttoren-organisatie. Wat zult u gaan doen zodra de wereld wordt ondergedompeld in oorlog, hongersnood en pandemieën op een schaal die de mensheid nog nooit eerder heeft meegemaakt? Zult u dan blijven opkijken naar degenen die u in een kooi van bedrog hebben opgesloten, wachtend op levensreddende instructies? Of zult u op dat moment vrees gaan betonen voor God en de kooi verlaten? Is het dan niet zo dat Jezus ons al langgeleden levensreddende instructies heeft gegeven toen hij zei: “Maar wanneer jullie zien dat Jeruzalem door legertroepen omsingeld is, weet dan dat de verwoesting van de stad dichtbij is. Dan moeten degenen die in Judea zijn, naar de bergen vluchten, en degenen die in de stad zijn, moeten vertrekken. En wie op het land is, moet niet de stad in gaan, want dit zijn dagen waarin het oordeel wordt voltrokken zodat alles wat geschreven staat, zal worden vervuld.“ (Lukas 21:20-22)