Dagtekst maandag 6 november 2023

We kennen zijn plannen. — 2 Kor. 2:11.

Jehovah waarschuwt ons voor het gevaar van trots en hebzucht door te vertellen wat sommigen van zijn aanbidders overkwam. Als je aan hebzucht denkt, denk je misschien aan Satan de Duivel. Als een van Jehovah’s engelen moet hij veel mooie voorrechten hebben gehad. Maar hij wilde meer. Hij wilde de aanbidding die alleen Jehovah toekomt. En omdat hij wil dat jij net zo wordt als hij, probeert hij je zover te krijgen dat je ontevreden bent met wat je hebt. Daar begon hij al mee bij Eva. Jehovah had Eva en haar man heel veel heerlijk voedsel gegeven. Ze mochten eten ‘van alle bomen in de tuin’ op één na (Gen. 2:16). Maar Satan liet Eva denken dat ze van die ene verboden boom moest eten. Eva had geen waardering voor wat ze had. Ze wilde meer. En we weten wat het gevolg was. Eva zondigde en stierf (Gen. 3:6, 19). w21.06 14 ¶2-3; 17 ¶9

Hoewel de apostel Paulus had verklaard dat christenen niet onwetend waren omtrent de plannen en listen van Satan, uitte de apostel in dezelfde brief aan de Korinthiërs toch zijn bezorgdheid dat, net zoals de slang Eva met zijn sluwheid had verleid, dat de Korinthiërs ook op vergelijkbare wijze het slachtoffer zouden kunnen worden van de listen van de duivel waardoor hun geest verdorven zou kunnen raken. Maar wat was dan de bron van deze verderfelijke invloed?

De bron van deze verderfelijke invloed lag bij een aantal van de leidende mannen van de toenmalige gemeente Korinthe; Paulus noemde deze verdorven mannen de “superapostelen”. Paulus noemde hen zo omdat deze verdorven mannen zichzelf binnen de gemeente op ambitieuze wijze hadden verheven tot de status van gezalfde apostelen van Christus. Echter bleek dat zij in werkelijkheid helemaal geen gezalfde apostelen waren. Het waren zelfs niet eens christenen. Het waren valse apostelen en bedrieglijke werkers die zich naar de buitenwereld toe slechts vermomden en voordeden als gezalfde apostelen van Christus. De apostel Paulus onthulde ook dat wanneer we weten dat Satan zichzelf vermomt als een engel van het licht, dat het daarom ook helemaal niet zo vreemd is dat de dienaren van de duivel zich eveneens naar de buitenwereld toe vermommen als zijnde dienaren van rechtvaardigheid.

En dat brengt dan ook een heel interessant dilemma met zich mee met betrekking tot het Wachttorengenootschap. Als we willen leren van ervaringen uit het echte leven, zoals de dagtekst ons adviseert, wat leert het bestaan van deze handlangers van Satan ons dan over de tactieken die de duivel gebruikt? Nogmaals: we hebben het dan over handlangers van de duivel die zich slechts vermommen als gezalfde apostelen. Het is dan ook lachwekkend en tegelijkertijd erg triest om te zien dat het Wachttorengenootschap beweert dat deze superapostelen een voorafschaduwing zouden voorstellen van de geestelijken binnen de heidense christenheid. Echter gaat dat balletje in werkelijkheid helemaal niet op. Hoe kunnen ware christenen binnen een gemeente van medegelovigen dan worden beïnvloed door de geestelijkheid van de heidense christenheid? Welke invloed hebben de heidense geestelijken met hun valse leer dan op de (gezalfde) Jehovah’s Getuigen? Dat is absoluut niet realistisch te noemen.

Bovendien moeten we ook nog rekening houden met het volgende: aangezien de duivel er in de eerste plaats op uit is om diegenen te beïnvloeden en te misleiden en te verderven die ten huwelijk zijn beloofd aan de Christus, zoals de apostel beschreef, waarom is het dan ondenkbaar dat de dienaren van de Duivel zich vandaag de dag niet ook op exact dezelfde manier hebben vermomd als gezalfde dienaren, net zoals in de dagen van Paulus het geval was? Het is tegenwoordig net zo gemakkelijk om te doen als vroeger. Er bestaat immers geen enkele manier om erachter te komen of iemand echt daadwerkelijk gezalfd is. Bovendien kunnen zelfs gezalfde christenen op ambitieuze wijze zichzelf verheffen en verdorven raken. Hoewel Judas niet gezalfd was in de periode vóór Pentecost, was hij toen wel degelijk een uitverkoren apostel. Toch verraadde hij Jezus uiteindelijk. De apostel Paulus bekritiseerde op vriendelijke toon de toenmalige Korinthiërs omdat ze zo gematigd en tolerant waren richting deze valse apostelen. Jehovah’s Getuigen leggen tegenwoordig dezelfde naïviteit aan de dag als het gaat om degenen die zichzelf voortdurend verheffen en op de borst slaan en die zichzelf de getrouwe en beleidvolle slaven van Christus noemen.

Dat wil overigens niet zeggen dat er helemaal geen getrouwe slaaf bestaat. Deze bestaat namelijk wel degelijk. Maar behalve de getrouwe slaaf bestaat er ook nog een groep slechte, kwaadaardige slaven. Echter is het wel zo dat de vermomming van deze slechte slaven zo effectief is, dat het pas duidelijk zal worden wie nou wie is, zodra Jezus bij zijn huis zal arriveren om te beginnen met het oordeel en hij vervolgens deze twee groepen slaven van elkaar zal scheiden.